Regeling vervallen per 01-04-2016

Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam

Geldend van 01-04-2008 t/m 31-03-2016

Intitulé

Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Alblasserdam;

Ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

Gezien het feit dat Sociale Zaken per 1 januari 2007 is overgegaan naar de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en dat het secretariaat van de bezwaarschriften per 1 april 2008 overgaat naar het Servicecentrum Drechtsteden (SCD);

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 2008, registratienummer Raad 2008/015, m.b.t. de nieuwe “Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam”;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

B E S L U I T :

I – Met ingang van de datum waarop de hierna onder II te noemen verordening in werking treedt in te trekken, de “Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam” d.d. 18 december 2003

II – Vast te stellen, de navolgende: Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam.

Titel I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bezwaarschrift: een bezwaarschrift dat op grond van enige wettelijke regeling bij een gemeentelijk bestuursorgaan kan worden ingediend, met uitzondering van besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen en/of de Wet waardering onroerende zaken en besluiten op grond van artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • b.

    Bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan (gemeenteraad of burgemeester en wethouders of burgemeester), dat een besluit dient te nemen op een bezwaarschrift of een klacht;

  • c.

    Commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 2;

  • d.

    Indiener: degene die tegen een besluit van een gemeentelijk orgaan een bezwaarschrift heeft ingediend bij een administra­tief orgaan, dan wel degene die tegen een gedraging van een gemeentelijk orgaan een klacht heeft ingediend;

  • e.

    Klacht: een schriftelijk ingediende klacht als bedoeld in artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • f.

    Verwerend orgaan: het orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen of waarvan de gedraging is uitgegaan waartegen de klacht is gericht;

Titel II Behandeling van bezwaarschriften en klachten

Afdeling 1 De Commissie

Artikel 2 Instelling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften welke op grond van enige wettelijke regeling bij de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester kunnen worden ingediend, alsmede ter voorbereiding van de afdoening van klachten welke bij enig orgaan van de gemeente zijn ingediend.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming, schorsing en ontslaan commissieleden

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, alsmede maximaal drie overige leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door burgemeester en wethouders, na raadpleging van het Presidium, benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zien erop toe dat de ingevolge het tweede lid voor benoeming aan te bevelen commissieleden voldoende juridische deskundigheid bezitten, alsmede beschikken over sectorale deskundigheid op het terrein van de kamer waarin zij zitting zullen hebben.

  • 4.

    Tot lid van de commissie zijn niet benoembaar personen die deel uitmaken van, of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de administratieve organen waarvan de besluitvorming en/of gedragingen ter behandeling aan de commissie kunnen worden voorgelegd.

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie is onderverdeeld in een tweetal kamers, te weten:

    a. een Kamer Bezwaarschriften

    b. een Kamer Klachtbehandeling

  • 2.

    De Kamer Bezwaarschriften bestaat uit een voorzitter en vier commissieleden.

  • 3.

    De Kamer Klachtbehandeling bestaat uit een voorzitter en vier commissieleden, waaronder de plaatsvervangend voorzitter van de commissie. De voorzitter van de Kamer Klachtbehandeling wordt door burgemeester en wethouders vanuit de kring der commissieleden gekozen.

  • 4.

    De Kamer Bezwaarschriften bereidt de besluitvorming voor ten aanzien van bezwaarschriften als bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5.

    De Kamer Klachtbehandeling bereidt de afdoening voor van klachten, als bedoeld in artikel 9:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 6.

    De commissiekamers regelen de vervanging van de kamervoorzitters.

Artikel 5 Secretariaat

De functie van secretaris van de commissie wordt bekleed door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar. Burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Na één jaar vindt er een evaluatie plaats.

  • 2.

    De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1.

    De commissiekamers vergaderen zo dikwijls als de voorzitter, tenminste twee van de overige leden of de secretaris dit nodig oordelen.

  • 2.

    De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de vergaderingen van de commissiekamers. Hij draagt zorg voor een tijdige oproeping van de leden onder mededeling van de voor elke vergadering vastgestelde agenda.

  • 3.

    Tegelijkertijd met de oproeping van de leden worden door de secretaris plaats, tijdstip en de agenda ter openbare kennis gebracht.

Afdeling 2 Procedure behandeling bezwaarschriften

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij behorende enveloppe en voorzien van de daarbij eventueel door de indiener(s) overgelegde stukken onverwijld in handen van de secretaris van de commissie. Het bestuursorgaan voegt daarbij tevens schriftelijk haar initiële zienswijze op het bezwaarschrift, alsmede het volledige originele dossier dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor doorzending naar de betreffende commissiekamer.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissiekamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of door de secretaris van de commissie te doen inwinnen.

  • 2.

    De kamervoorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissiekamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist, tenzij het deskundigen betreft waarvan burgemeester en wethouders zich bij de voorbereiding van het bestreden besluit plegen te bedienen.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden Awb

De bevoegdheden, welke op grond van de artikelen 2:1, tweede lid, 7:6, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht bij het bestuursorgaan berusten, wordt ter uitvoering van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissiekamer.

Artikel 11 Hoorzitting

De indiener(s), het verwerend orgaan en eventuele overige belanghebbenden worden tijdens een hoorzitting in de gelegenheid gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de commissiekamer te doen horen.

Artikel 12 Oproeping belanghebbenden

  • 1.

    De secretaris deelt de indiener(s), het verwerend orgaan, alsmede eventuele belanghebbenden ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze zitting.

  • 2.

    Indien een indiener, het verwerend orgaan of een belanghebbende wijziging wenst van de datum of het tijdstip waarop de hoorzitting is vastgesteld, dient zulks binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen te worden verzocht aan de secretaris.

  • 3.

    De beslissing van de secretaris, op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokkenen bekendgemaakt.

  • 4.

    De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, als genoemd in de voorgaande leden.

Artikel 13 Quorum

  • 1.

    Voor hoorzittingen van de commissiekamer, als bedoeld in arti­kel 11 worden telkens op basis van een roulatieschema drie leden ‑ waaronder de voorzitter ‑ opgeroepen.

  • 2.

    Voor het houden van een zitting als bedoeld in artikel 11 is vereist, dat minimaal twee leden, waaronder in ieder geval de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter aanwezig is.

  • 3.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van een lid roept de secretaris een ander lid op volgens een door hem vastgesteld rooster.

Artikel 14 Niet‑deelneming aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissiekamer nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daardoor hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Indien de commissiekamer dit nodig oordeelt, verlaten zij de zitting.

Artikel 15 Openbaarheid van zitting

  • 1.

    De zitting is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie­kamer of tenminste twee van de aanwezige leden dit nodig oordelen.

  • 3.

    Indien de commissiekamer op een verzoek van een belanghebbende beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting eveneens plaats met gesloten deuren.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag, als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht, vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voor­gevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding. Het verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 2.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissiekamer.

Artikel 17 Nader onderzoek

Indien na afloop van de zitting als bedoeld in artikel 11, doch voordat het

  • 1.

    advies wordt opgesteld, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissiekamer uit eigen beweging of op verlangen van de commissiekamer dit onderzoek doen uitvoeren. Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan, de indiener en eventuele belanghebbenden toegezonden.

  • 2.

    De leden van de commissiekamer, het verwerend orgaan, de indiener en de eventuele belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen de voorzitter van de commissiekamer verzoeken een nieuwe hoorzitting te beleggen. De commissiekamer beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 3.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het tweede lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoor­zitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissiekamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren omtrent het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissiekamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid zulks verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel aan het bestuurs­orgaan voor de te nemen beslissing.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissiekamer ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen van het advies

  • 1.

    Het schriftelijk uitgebrachte advies wordt, vergezeld van het in artikel 16 bedoelde verslag en eventueel door de commissie­kamer ontvangen informatie of adviezen als bedoeld in artikel 17, eerste lid, tijdig doch uiterlijk twee weken voor de afloop van de (eventueel) wettelijk voorgeschreven termijn, voor het nemen van een beslissing over het bezwaarschrift door het bestuursorgaan, aan het bestuursorgaan uitgebracht.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn, die eventueel in de wettelijke regeling betreffende de afhandeling van het bezwaarschrift is gesteld, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissiekamer en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan binnen de termijn als in het eerste lid bedoeld, de beslissing te verdagen.

Afdeling 3 Procedure behandeling klachten

Artikel 20 Toepasselijkheid afdeling 9.3 Awb

Bij de behandeling van klachten wordt toepassing gegeven aan het bepaalde in afdeling 9.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 21 Behandeling eerst na onderzoek onmiddellijke afdoening

De Kamer Klachtbehandeling neemt een klacht eerst in behandeling, nadat gedurende drie weken in goed overleg tussen indiener en de daartoe bij afzonderlijke regeling aangewezen personen en/of (vertegenwoordigers van) bestuursorganen is onderzocht of de klacht reeds voorshands naar tevredenheid van indiener kan worden afgedaan en men daarin niet is geslaagd, dan wel men tot de bevinding is gekomen dat de klacht zich daartoe niet leent.

Artikel 22 Overeenkomstige toepassing Titel II, Afdeling 2

Op de procedure ter behandeling van klachten is het bepaalde in afdeling 2 van de onderhavige titel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan in het navolgende niet wordt afgeweken.

Artikel 23 Uitoefening bevoegdheden Awb

De bevoegdheid, welke op grond van artikel 2:1, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij het bestuursorgaan berust, worden ter uitvoering van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de Kamer Klachtbehandeling.

Artikel 24 Oproeping leden kamer Klachtbehandeling

Onverminderd het bepaalde in artikel 13, worden voor vergaderingen van de Kamer Klachtbehandeling uit de kring der commissieleden zoveel mogelijk die leden opgeroepen, welke uit hoofde van hun sectorale deskundigheid en ervaring geacht kunnen worden zoveel mogelijk aan te sluiten bij het onderwerp waarop de te behandelen klacht betrekking heeft.

Artikel 25 Openbaarheid van zitting

  • 1.

    De zittingen van de Kamer Klachtbehandeling vinden in beginsel met gesloten deuren plaats.

  • 2.

    Een zitting van de Kamer Klachtbehandeling kan in openbaarheid plaatsvinden wanneer een derdebelanghebbende daarom verzoekt en de indiener en de overige bij de behandeling van de klacht betrokken personen daartegen geen bezwaar hebben.

Artikel 26 Advisering

  • 1.

    In het door de Kamer Klachtbehandeling aan het bestuursorgaan uit te brengen advies worden de resultaten aangegeven van het onderzoek ten aanzien van de feiten en/of omstandigheden rond de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, alsmede in welke mate de klacht naar het oordeel van de Kamer Klachtbehandeling gegrond geacht kan worden.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 18, derde lid, zal de Kamer Klachtbehandeling slechts een suggestie kunnen doen ten aanzien van de wijze waarop de klacht naar alle waarschijnlijkheid naar tevredenheid van de indiener zal kunnen worden afgedaan.

Titel III Slotbepalingen

Artikel 27 Verslaglegging & rapportage

De commissie brengt jaarlijks verslag uit omtrent de door de Kamer Bezwaarschriften en de Kamer Klachtbehandeling behandelde bezwaarschriften en klachten.

Artikel 28 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2008.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Alblasserdam”.

Ondertekening

Alblasserdam, 26 maart 2008
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,