Regeling vervallen per 14-02-2015

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Albrandswaard 2010

Geldend van 09-07-2010 t/m 13-02-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Albrandswaard 2010

RAADSBESLUIT

Besluit nr.:83990

Onderwerp: de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Albrandswaard 2010

De raad van de gemeente Albrandswaard;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 mei 2010;

gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

BESLUIT:

I. In te trekken de WMO- verordening gemeente Albrandswaard vastgesteld 25 september 2006

II. Vast te stellen de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Albrandswaard 2010 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:a. Wet Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);b. Beperkingen moeilijkheden die een persoon heeft met het uitvoeren van activiteitenc. persoon met beperkingen een persoon die als gevolg van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden. Deze beperkingen zijn objectief, door arts of deskundige, vastgestelde beperkingen;d. zelfredzaamheid het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen van de aanvrager om zelf voorzieningen te treffen en de algemeen dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren;e. mantelzorger een persoon die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b van de wet;f. participatie normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten:■ het voeren van een huishouden;■ het normale gebruik van de woning;■ het zich in en om de woning verplaatsen;■ het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen;■ het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;g. algemene voorziening een voorziening die direct beschikbaar is en wordt verleend na een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een aanvrager ondervindt;h. individuele voorziening een voorziening die individueel wordt verleend indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt;i. besluit: het uitvoeringsbesluit wet maatschappelijke ondersteuning (het Besluit), waarin het college nadere regels stelt over de voorzieningen die op grond van de verordening verleend kunnen worden;j. Pgb persoonsgebonden budget (pgb), een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de bepalingen van deze verordening en het Besluit van toepassing zijn;k. eigen bijdrage een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verlening van een voorziening in natura of een pgb betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit van toepassing zijn;l. financiële tegemoetkoming een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening, die wordt afgestemd op het inkomen van de aanvrager;m. voorziening in natura een voorziening die in eigendom, bruikleen of huur, dan wel in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verleend;n. algemeen gebruikelijk naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks¬ dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend;o. meerkosten kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover deze kosten meer bedragen dan de als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening voor de aanvrager;p. huisgenoot iedere meerderjarige met wie de cliënt duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;q. budgethouder een persoon aan wie ingevolge deze verordening een pgb is verleend en die aan het college verantwoording schuldig is over de besteding van het pgb;r. hoofdverblijf de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie staat of wordt ingeschreven, of het feitelijke woonadres indien de aanvrager een briefadres heeft;s. gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om te betreden om de woning van de aanvrager te kunnen bereiken en ruimten die onder het gehuurde vallen en waarvan de aanvrager gebruik moet kunnen maken;t. hulp bij het huishouden: ondersteuning bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van de aanvrager dan wel van de leefeenheid waartoe de aanvrager behoort;u. gebruikelijke zorg de normale, dagelijkse ondersteuning die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden;v. AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekostenw. compensatieplicht De opdracht aan het gemeentebestuur om personen met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen van voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen zodat zij zelfredzaam zijn en in staat zijn tot maatschappelijke participatie.x. motiveringsplicht De motivatie van het college waarom al dan niet een bepaalde voorziening verstrekt wordt, incl. (bij een positief besluit) een vermelding van de wijze waarop deze verstrekking bijdraagt aan de maatschappelijke participatie en (het bevorderen van) de zelfredzaamheid.y. keuzevrijheid De mate waarin een cliënt binnen de grenzen van de goedkoopst adequate voorzieningen een keuze kan maken tussen een persoonsgebonden budget of zorg in natura, en indien mogelijk bij zorg in natura een voorkeur kan aangeven voor een bepaalde leverancier.z. Indicatiestelling De objectieve beoordeling van een aanvraag voor een bepaalde voorzieningaa. woonwagen Voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;ab. standplaats een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsvoorzieningen, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;ac. ligplaats een door de gemeente aangewezen ligplaats die door een woonschip wordt ingenomen;ad. forfaitaire vergoeding een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet, met inachtneming van de inkomensgrens;ae. gemaximeerde vergoeding een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens;af. Normbedrag een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding;ag. ADL-woning een woning die deel uitmaakt van een aantal bij elkaar horende, aangepaste huurwoningen, waarvan de bewoners voor hun dagelijkse levensverrichtingen zijn aangewezen op persoonlijke assistentie zoals bedoeld in de subsidieregeling ADL-clusters en ADL-assistentie 1996;ah. College het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard;aj. Verstrekkingenboek het verstrekkingenboek voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, waarin het college nadere regels stelt over de voorzieningen die op grond van de verordening en het Besluit verleend kunnen wordenak. Alfahulp Degene die een de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 krijgt.al. Respijtzorg het tijdelijk overnemen van de totale zorg ter ontlasting van de mantelzorger

Artikel 1.2 Beperkingen

  • 1 Een voorziening wordt verleend voor zover:a. deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op te heffen of te verminderen op het gebied van het voeren van het huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich verplaatsen in en om de woning, het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;b. deze in overwegende mate op het individu is gericht;c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aangemerkt;d. in het kader van het beleid maatschappelijke ondersteuning geen of onvoldoende collectieve voorziening geboden wordt. 

  • 2 Geen voorziening wordt verleend:a. indien deze voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is;b. indien de aanvrager zijn hoofdverblijf niet in de gemeente Albrandswaard heeft;c. voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;d. voor zover de aangevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw;e. voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd;f. voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager heeft gemaakt voordat het college op zijn aanvraag heeft besloten tenzij het college vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven het college de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf nog kan beoordelen;g. indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze of hieraan voorafgaande verordening is verleend en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder verleende voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen; 

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan in bijzondere omstandigheden hulp bij het huishouden en deeltaxivervoer voor korte duur worden verleend.

Hoofdstuk 2 VORM VAN TE VERSTREKKEN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN

Artikel 2.1 Keuzevrijheid

Het college biedt personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tot het ontvangen van zorg in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbare Pgb tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Daarnaast kan het college een financiële tegemoetkoming verstrekken.

Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget (pgb)

  • 1 Een pgb wordt alleen verleend voor individuele voorzieningen.

  • 2 De omvang van het pgb is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopstadequate te verlenen voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor Instandhoudingkosten, minus de eigen bijdrage.

  • 3 Het besluit tot verlening van een pgb bevat een program van eisen waarin staat vermeld aan welke eisen de met het pgb te verwerven voorziening dient te voldoen en op welke wijze de verantwoording plaats vindt.

  • 4 Het college gaat steekproefsgewijs na of het verleende pgb besteed is aan de voorziening(en) waarvoor het is verleend. Op verzoek van het college verstrekt de budgethouder de hiervoor noodzakelijke, in het Besluit genoemde, stukken per omgaande aan het college.

  • 5 Op grond van de in het vorige lid bedoelde bescheiden kan het college besluiten een pgb geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of te verrekenen.

  • 6 Voor de in lid 5 genoemde terugvordering voor zover het huishoudelijke hulp betreft, geldt een vrijlating. Nadere regels hieromtrent worden in het Besluit vastgelegd.

  • 7 Na verzending van de beschikking wordt het persoonsgebonden budget ter beschikking gesteld door storting van het bedrag op rekening van de aanvrager.

Artikel 2.3 Eigen bijdrage

  • 1 Bij het verlenen van individuele voorzieningen kan de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd zijn of kan de financiële tegemoetkoming worden afgestemd op het inkomen (eigen aandeel).

  • 2 Het college stelt in het Besluit, op basis van de door het Rijk vastgestelde inkomensgrenzen, nadere regels vast voor welke voorzieningen een eigen bijdrage dan wel een eigen aandeel wordt opgelegd en de hoogte van de eigen bijdrage dan wel een eigen aandeel.

Artikel 2.4 Voorziening in natura

Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst gemeente Albrandswaard van toepassing.

Artikel 2.5 Financiële tegemoetkoming

Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genomen in het Besluit in de beschikking opgenomen. 

Artikel 2.6 Inkomensgrens

Het college kan bepalen dat de aanvrager van een vervoersvoorziening of woonvoorziening niet in aanmerking komt indien het verzamelinkomen van de aanvrager de inkomensgrens overschrijdt. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Albrandswaard de inkomensgrenzen vast. 

Hoofdstuk 3 HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Hoofdstuk 4 THUISBEGELEIDING

Hoofdstuk 5 WOONVOORZIENINGEN

Hoofdstuk 6 VERVOERS VOORZIENINGEN

Hoofdstuk 7 ROLSTOELVOORZIENINGEN

Bijlage 1 PDF Verordening

WMO Verordening