Verordening Inburgering Albrandswaard

Geldend van 19-10-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening Inburgering Albrandswaard

De raad van de gemeente Albrandswaard;

Gezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard d.d. 4 september 2007;

Overwegende, dat de invoering van de Wet Inburgering per 01-04-2007 Gemeente Albrandswaard een wettelijke taak is en uitgevoerd dient te worden ingevolge de samenwerkingsovereenkomst met de Gemeente Ridderkerk.;

Gelet op het wettelijk kader en de samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeente Albrandswaard en de Gemeente Ridderkerk zal de Gemeente Ridderkerk de uitvoering nieuwkomers en tevens de handhaving van deze wet uitvoeren. De Gemeente Albrandswaard is verantwoordelijk voor de de uitvoering en handhaving van het lokale beleid met betrekking tot de groep oudkomers.;                                                                               

B E S L U I T :

Vast te stellenDe Verordening Inburgering Albrandswaard met het volgende amendement:

Toevoegen aan artikel 6, de onderstreepte tekst hier volgend:

'Het college kan een inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:'

De Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers 2004, zoals vastgesteld op 10 november 2004, intrekken met ingang van de datum waarop de Verordening Inburgering Albrandswaard 2007 in werking treedt.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 1 oktober 2007.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

  • 2 De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. 

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.  

  • 2 Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      het afleggen van huisbezoeken, na aankondiging vooraf;

    • b.

      een mondelinge en schriftelijke toelichting op het gemeentehuis.

  • 3 Het college beoordeelt tenminste eens in de 3 jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.  

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college kan, in aanvulling op de in de wet genoemde verplichte groepen, een inburgeringsvoorziening aanbieden aan inburgeringsplichtigen die aanspraak maken op een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1 Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2 Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.  

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1 De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 12 maandelijkse termijnen betaald.

  • 2 Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.  

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    en overige verplichtingen die voortvloeien uit de beschikking.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1 Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2 In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3 De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4 Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 8 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling; en

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende

  • 1 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt.

  • 2 De Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers 2004, zoals vastgesteld op 10 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 12

De verordening wordt aangehaald als de Verordening Inburgering Albrandswaard.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 1 oktober 2007, De griffier,                             De voorzitter,A. Aarssen                            mr. H.M. Bergmann