Regeling vervallen per 10-12-2010

Verordening op de raadscommissies

Geldend van 09-05-2002 t/m 09-12-2010

Intitulé

Verordening op de raadscommissies

De raad van de gemeente Albrandswaard;

 

Gezien het voorstel van de gemeentesecretaris d.d. 19 april 2002;

 

Overwegende, dat de Wet dualisering gemeentebestuur de mogelijkheid geeft raadscommissie in te stellen;

 

Gelet op artikel 82 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de Verordening op de raadscommissies. 

Hoofdstuk 1 Instelling en taken van de raadscommissies

Artikel 1 Instelling

De raad stelt de volgende raadscommissies in:

  • 1.

    de Commissie Veilige gemeente en Leefbare gemeenschappen;

  • 2.

    de Commissie Ondernemende gemeente;

  • 3.

    de Commissie Groen en Bestuur.

Artikel 2 Commissie Veilige gemeente en Leefbare gemeenschappen

De Commissie Veilige gemeente en Leefbare gemeenschappen adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

- Maatschappelijke voorzieningen Portland;- Bassline;- Verplaatsing voetbalvelden Poortugaal;- Nieuwbouw kinderopvang;- Ontwikkeling metroplein;- Voortgezet onderwijs;- Nieuwbouw Oranjerie;- Uitbreiding sporthal;- Bijzondere woonvormen;- Openbare orde, veiligheid en politie;- Volksgezondheid;- Jeugd en jongeren;- Ouderen;- Sport;- Minderheden;- Gehandicapten;- Onderwijs;- Sociale Zaken;- Woonwagens;- Cultuur;- Straatnaamgeving;- Evenementen;- Verkeersbeleid

Artikel 3 Commissie Ondernemende gemeente

De Commissie Ondernemende gemeente adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:- Ambachtstraat Poortugaal;- Ontwikkelen bedrijventerrein Overhoeken III;- Structuurvisie;- Vinex Portland;- Rhoonse Baan;- Sturide ontwikkeling Groene Kruisweg;- Activerend grondbeleid;- Herontwikkeling voetbalvelden;- Masterplannen;- Volkshuisvesting/woningbouw;- Volkshuisvesting/woonruimteverdeling;- Ruimtelijke ordening en welstand;- Economische zaken

Artikel 4 Commissie Groen en Bestuur

De Commissie Groen en Bestuur adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

- Verplaatsing buitendienst;- Landschapspark;- Kijvelanden;- Polder Albrandswaard;- Privatisering zwembad;- Brandweergarage;- Gemeentehuis;- Wijkleefbaarheidsteams;- Onderzoek dorpsraden;- Bewonersparticipatie;- Milieu;- Reiniging;- Monumenten;- Kunst;- Toerisme en recreatie;- Openbare werken;- Uitvoering verkeer en vervoer;- Groenvoorziening;- Regionaal beleid;- Personeel en organisatie;- Communicatiebeleid;- Algemene en juridische zaken;- Financiën en ict;- Cai;- Lokale media;- Brandweer;- Duale gemeente;- Publiekszaken.

Hoofdstuk 2 Taken van de raadscommissies

Artikel 5 Taken

  • 1 Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in de artikelen 2 tot en met 4 genoemde onderwerpen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in de artikelen 2 tot en met 4 genoemde onderwerpen.

  • 2 Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt. 

  • 3 Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter. 

Hoofdstuk 3 Samenstelling van de raadscommissies

Artikel 6 Begripsbepaling fractie

  • 1 De leden van de raad, die samen op eenzelfde kandidatenlijst zijn gekozen of benoemd verklaard, worden voor de toepassing van deze verordening geacht één fractie te vormen.

    Is van een kandidatenlijst slechts één lid gekozen of benoemd verklaard, dan wordt dit lid voor de toepassing van deze verordening geacht een afzonderlijke fractie te vormen.

  • 2 De uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende vertegenwoordiging van de fracties in de raadscommissies wordt aangepast indien in een raadsvergadering wordt verklaard;

    • a.

      door leden van twee of meer fracties, dat zij voortaan één fractie vormen;

    • b.

      door één of meer leden van een fractie, dat zij voortaan een afzonderlijke fractie vormen.

Artikel 7 Samenstelling

  • 1 Een raadscommissies bestaat uit maximaal drie leden per fractie. 

  • 2 De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd uit zowel raadsleden als niet-raadsleden. 

  • 3 Als niet-raadslid zijn alleen tot lid van een raadscommissie benoembaar personen, die voorkomen op de kandidatenlijst van een politieke groepering, waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad één of meer zetels zijn toegekend, en die voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid in de raad. 

  • 4 Elke in de gemeenteraad vertegenwoordigde fractie heeft het recht in totaal zes niet-raadsleden, die voorkomen op de in het tweede lid bedoelde kandidatenlijst, aan de raad voor benoeming in raadscommissies voor te dragen, met dien verstande dat in elke raadscommissie ten minste één raadslid per fractie voorgedragen dient te worden. 

  • 5 De leden van een raadscommissie, die niet-raadslid zijn, hebben geen stemrecht.

  • 6 Een raadscommissielid kan zich bij verhindering niet laten vervangen.

Artikel 8 Voorzitter

  • 1 De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd

  • 2 De voorzitters zijn elkaars plaatsvervangers. 

  • 3 De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 4

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 9 Zittingsduur

  • 1 De zittingsduur van de leden is gelijk aan die van de leden van de zittende raad. In tussentijds ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 2 Bij periodieke aftreding worden de leden van de raadscommissies zo spoedig mogelijk na het zitting nemen van een nieuwe raad benoemd. 

  • 3 Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen.

  • 4 De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.  

  • 5 De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan. 

  • 6 Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd. 

  • 7 Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege. 

Artikel 10 Secretariaat

  • 1 Het secretariaat van elk van de raadscommissies wordt verzorgd door een door de raad aangewezen ambtenaar. De secretarissen zijn elkaar plaatsvervangers. 

  • 2 De secretaris is, in zijn functie als secretaris van een raadscommissie, rechtstreeks verantwoording schuldig aan de raad. 

  • 3 Van elke vergadering wordt een verslag opgemaakt, dat een beknopte, zakelijk weergave inhoudt van het besprokene. 

  • 4 Het verslag wordt, na ondertekening door de secretaris en de voorzitter, toegezonden aan de leden van de raadscommissie, aan de raadsleden, die geen deel uitmaken van de commissie en aan het college. 

Hoofdstuk 4 Werkwijze van de raadscommissies

Artikel 11 Vergaderingen

  • 1 Elke raadscommissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter zulks nodig oordeelt of ten minste de helft van het aantal leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.

  • 2 De oproeping ter vergadering geschiedt namens de voorzitter door de secretaris van de raadscommissie met opgaaf - voor zover mogelijk - van de te behandelen onderwerpen, onder toezending van de ter zake relevante stukken, en - tenzij in spoedeisende gevallen – ten minste acht dagen van tevoren. 

Artikel 12 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van een raadscommissie worden in het openbaar gehouden, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel. 

  • 2 De deuren van een openbare vergadering worden gesloten, wanneer één der aanwezige leden dit verlangt of de voorzitter het nodig acht.

     

    De raadscommissie besluit vervolgens dat met gesloten deuren (verder) zal worden vergaderd, wanneer haar blijkt dat bij (verdere) beraadslaging in het openbaar private of openbare belangen wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.

  • 3 Indien de aard van de te behandelen aangelegenheden naar het oordeel van de voorzitter of van ten minste de helft van het aantal leden van de raadscommissie beraadslaging in het openbaar niet toelaat, kan een besloten vergadering worden gehouden.

     

    Indien de raadscommissie in deze besloten vergadering blijk geeft van oordeel te zijn dat de aard van één of meer dezer aangelegenheden beraadslaging in de beslotenheid niet vordert, plaatst de voorzitter deze aangelegenheid c.q. aangelegenheden op de agenda van de eerstvolgende openbare vergadering, tenzij de behandeling naar zijn oordeel geen uitstel gedoogt. In dit laatste geval vindt behandeling toch terstond in beslotenheid plaats, met dien verstande echter dat de voorzitter zo spoedig mogelijk voor openbare bekendmaking van het verhandelde zorg draagt. 

  • 4 Indien bij een stemming met betrekking tot een besluit als bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel de stemmen staken, wordt het voorstel van orde geacht te zijn verworpen. 

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1 De raadscommissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

     

    Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raadscommissie haar opheft.

  • 2 Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de raadscommissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de raadscommissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft. 

  • 3 Indien de raadscommissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft. 

Artikel 14 Vergaderquorum

  • 1 De raadscommissies mogen niet beraadslagen en besluiten, indien niet de voorzitter en ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig zijn. 

  • 2 De besluiten van de raadscommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. 

  • 3 Van de mening van elk lid wordt, indien hij dit verlangt, in het advies van de raadscommissie melding gemaakt. 

  • 4 Bij staking van stemmen wordt geacht geen besluit te zijn genomen.

    In dit geval worden de verschillende meningen van de leden van de raadscommissie aan de raad medegedeeld.

Artikel 15 Portefeuillehouders

De voorzitter van een raadscommissie kan uit eigen beweging of op verlangen van de raadscommissie portefeuillehouders uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 16 Ambtenaren en deskundigen

De voorzitter van een raadscommissie kan uit eigen beweging of op verlangen van de raadscommissie deskundigen uitnodigen of via de gemeentesecretaris ambtenaren uitnodigen voor het verstrekken van adviezen en het geven van toelichtingen of inlichtingen.

Artikel 17 Spreekrecht voor toehoorders

  • 1 In een openbare vergadering van elk van de in artikel 1 bedoelde raadscommissies bestaat voor toehoorders op de publieke tribune het recht te spreken over onderwerpen, welke behoren tot het werkterrein van de desbetreffende raadscommissie, met uitzondering van agendapunten betreffende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 2 Indien een toehoorder het woord wenst te voeren, doet hij daartoe vóór de aanvang van de vergadering een verzoek aan de voorzitter of secretaris, bij voorkeur schriftelijk onder opgaaf van naam en adres en van het onderwerp of de onderwerpen, waarover hij het woord wil voeren. 

  • 3 Betreft het onderwerp, waarover een toehoorder het woord wenst te voeren, een aan de orde zijnde agendapunt, dan wordt aan de toehoorder door de voorzitter onmiddellijk voorafgaand aan de behandeling van dat agendapunt de gelegenheid gegeven het woord te voeren.

    Op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de toehoorder in de gelegenheid te stellen aan de verdere beraadslaging met betrekking tot dat agendapunt deel te nemen. 

  • 4 Betreffende niet op de agenda voorkomende onderwerpen wordt de gelegenheid om het woord te voeren aan de toehoorders gegeven op een tijdstip onmiddellijk na de opening van de vergadering. 

  • 5 De totaal beschikbare spreektijd bedraagt per vergadering maximaal 30 minuten.

    Geen van de zich aangemelde sprekers voert het woord dan na het verkregen te hebben van de voorzitter. De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers. 

  • 6 Elke spreker voert ten hoogste 5 minuten het woord en eindigt terstond met spreken, zodra de voorzitter hem op het verstreken zijn van zijn spreekrecht attent heeft gemaakt. In bijzondere gevallen kan de voorzitter een langere spreektijd toestaan. 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 18 Toepasselijkheid van andere regels met betrekking tot de werkwijze en de orde

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, worden de werkwijze van de raadscommissies en de orde van de vergaderingen ingericht naar de regels voor overeenkomstige gevallen gegeven in de Gemeentewet en in het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Albrandswaard.

Artikel 19 Naam en inwerkingtreding van verordening

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Verordening op de raadscommissies". 

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de commissies d.d. 29 mei 1995, zoals nadien gewijzigd op 27 april 1998, 31 mei 1999, 27 september 1999, 28 februari 2000 en 3 september 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 25 april 2002De secretaris,                         De voorzitter,