Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Albrandswaard houdende regels omtrent de rekenkamer

Geldend van 27-10-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Albrandswaard houdende regels omtrent de rekenkamer

De raad van de gemeente Albrandswaard;

gelezen het advies van het presidium van 14 juli 2020;

gelet op artikel 81a tot en met 81k en de artikelen 182 tot en met 185 van de Gemeentewet;

B e s l u i t

vast te stellen de ‘Verordening op de Rekenkamer Albrandswaard 2020’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rekenkamer: Rekenkamer Albrandswaard ex artikel 81a tot en met 81k van de Gemeentewet;

  • b.

    directeur: de directeur van de Rekenkamer zoals bedoeld in artikel 4;

  • c.

    directie: de directie van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

  • d.

    raad: de gemeenteraad van Albrandswaard;

  • e.

    griffie: de griffie van de gemeente Albrandswaard;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard;

  • g.

    BAR-organisatie: de ambtelijke organisatie van de gemeente;

  • h.

    betrokkene(n): degene(n) wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest;

  • i.

    begeleidingsgroep: de vaste Begeleidingsgroep Rekenkamer zoals bedoeld in artikel 3;

  • j.

    orgaan: ieder bestuursorgaan van de gemeente;

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een Rekenkamer.

  • 2. De Rekenkamer voert onderzoek uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van door het bestuur gevoerde bestuur.

  • 3. De Rekenkamer heeft één lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘directeur van de Rekenkamer Albrandswaard’, en één plaatsvervangend lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘plaats- vervangend directeur van de Rekenkamer Albrandswaard’;

  • 4. De artikelen van deze verordening zijn op de plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer Albrandswaard van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De directeur is niet ondergeschikt aan enig orgaan.

  • 6. De directeur is geen ambtenaar in de zin van het Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Albrandswaard of de BAR-organisatie".

Artikel 3 Begeleidingsgroep Rekenkamer

  • 1. Er is een vaste begeleidingsgroep voor de Rekenkamer, die bestaat uit drie door de auditcommissie uit haar midden aangewezen leden.

  • 2. De begeleidingsgroep onderhoudt de contacten tussen de raad en de Rekenkamer.

  • 3. De onderzoeksopzet wordt voorafgaand aan het onderzoek besproken in de begeleidingsgroep.

  • 4. De (plaatsvervangend) griffier treedt op als ambtelijk secretaris van de begeleidingsgroep en als eerste aanspreekpunt voor de directeur van de Rekenkamer.

Artikel 4 Benoeming directeur en plaatsvervangend directeur

  • 1. Als directeur van de Rekenkamer Albrandswaard wordt benoemd de directeur van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 2. Als plaatsvervangend directeur wordt benoemd het bureauhoofd van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 3. Ten aanzien van de directeur is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Nevenfuncties

  • 1. De directeur is niet tevens bestuurder of persoon in dienst van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente Albrandswaard deelneemt.

  • 2. De directeur vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn directeurschap.

  • 3. De directeur maakt openbaar welke nevenfuncties hij vervult.

Artikel 6 Budget van de Rekenkamer

  • 1. De Rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen en ontvangsten te innen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De Rekenkamer doet jaarlijks voor 1 april een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

  • 3. De Rekenkamer wordt jaarlijks door de raad een budget beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 4. Het budget wordt jaarlijks gecorrigeerd met het inflatiepercentage.

  • 5. De Rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar die zij voor haar taken heeft gedaan in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de Gemeentewet.

  • 6. De Rekenkamer is gemachtigd om een deel van het budget tot een maximum van 40 procent te reserveren als onderzoeksreserve.

Artikel 7 Onderzoeksjaarplan

  • 1. Jaarlijks biedt de Rekenkamer Albrandswaard een onderzoeksjaarplan ter kennisname aan de raad aan. Dit onderzoeksplan maakt deel uit van het jaarverslag over het laatst afgesloten jaar.

  • 2. In het onderzoeksjaarplan wordt per onderwerp aangegeven:

    • a.

      de afbakening van het onderzoeksterrein;

    • b.

      de formulering van de onderzoeksopdracht;

    • c.

      de eventuele randvoorwaarden;

    • d.

      de planning.

Artikel 8 Overige bevoegdheden

  • 1. De Rekenkamer kan, voor zover dat naar haar oordeel ten behoeve van het onderzoek is vereist, zonder toestemming alle plaatsen betreden van het betrokken orgaan of de directie.

  • 2. Organen, diensten en instellingen als bedoeld in artikel 184 Gemeentewet dienen op verzoek van de Rekenkamer binnen een maand te reageren, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt.

Artikel 9 Rapportage

  • 1. De directeur Rekenkamer stelt het betrokken orgaan in de gelegenheid om, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen een termijn van twee weken zijn zienswijze op de voorlopige onderzoeksresultaten aan de Rekenkamer kenbaar te maken. Indien de resultaten daartoe aanleiding geven kan de directeur van de Rekenkamer terzake conceptaanbevelingen aan het betrokken orgaan opnemen.

  • 2. Na ambtelijke hoor- en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 1 formuleert de Rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen in een conceptonderzoeksrapport.

  • 3. De directeur van de Rekenkamer stelt het betrokken orgaan in de gelegenheid om binnen een termijn van drie weken, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, schriftelijk te reageren op de het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, op de conceptaanbevelingen. Het betrokken orgaan deelt, indien van toepassing, tenminste mee:

    • a.

      welke aanbevelingen worden overgenomen; of

    • b.

      indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom van aanbevelingen wordt afgeweken.

  • 4. Na ontvangst van de schriftelijke reactie sluit de Rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de resultaten van haar onderzoek en, indien van toepassing, de aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 10 Behandeling door de raad

  • 1. De griffie vormt voor de Rekenkamer het eerste aanspreekpunt voor praktische aangelegenheden aangaande de raad.

  • 2. Een onderzoeksrapport van de Rekenkamer wordt door de directeur schriftelijk aangeboden aan de raad.

  • 3. Vanaf het moment van ontvangst door de gemeenteraad is een rapport openbaar, tenzij de directeur verzoekt om een embargo.

  • 4. Na ontvangst van het rapport zendt de griffie het rapport onverwijld door naar alle raadsleden en plaatst dit op de Lijst ingekomen stukken van de eerstvolgende raadsvergadering, mits twee weken daarvoor ontvangen.

  • 5. De Rekenkamer wordt zo spoedig mogelijk na toezending van het onderzoeksrapport aan de raad in de gelegenheid gesteld het rapport toe te lichten in een vergadering van een raadscommissie en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 6. Op voorstel van de griffier adviseert de agendacommissie de gemeenteraad of en zo ja in welke raadscommissie(s) inhoudelijke behandeling van het rapport zal plaatsvinden.

  • 7. Ten behoeve van de raadsbehandeling wordt door de griffie een raadsvoorstel opgesteld met conceptraadsbesluit. Het conceptbesluit bevat indien van toepassing een opdracht aan het onderzochte orgaan en/of betrokkenen om binnen twee maanden met een plan van aanpak ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen te komen.

  • 8. De directeur wordt uitgenodigd de behandeling van het rapport in de commissie(s) bij te wonen om daar het rapport toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden. Tevens kunnen vragen aan het college worden gesteld

  • 9. De raad behandelt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, waarbij als uitgangspunt een termijn wordt gehanteerd van uiterlijk drie maanden na publicatie van het rapport.

Artikel 11 Plan van aanpak ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen

  • 1. Het onderzochte orgaan biedt het plan van aanpak schriftelijk aan de gemeenteraad aan.

  • 2. Na ontvangst van het plan van aanpak plaatst de griffie het op de lijst van ingekomen stukken van de eerstvolgende raadsvergadering, mits twee weken daarvoor ontvangen. Op voorstel van de griffier adviseert de agendacommissie de gemeenteraad of en zo ja in welke raadscommissie(s) behandeling van het plan van aanpak zal plaatsvinden.

  • 3. Na advisering door de betreffende raadscommissie(s) beslist de gemeenteraad over de vaststelling van het plan van aanpak.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Acht dagen na bekendmaking treedt deze verordening in werking.

De Verordening Rekenkamercommissie gemeente Albrandswaard 2015 wordt ingetrokken per dezelfde datum.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van

5 oktober 2020.

De griffier,

drs. Leendert Groenenboom

De voorzitter,

drs. Jolanda de Witte

TOELICHTING

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening Rekenkamer Albrandswaard 2020

Artikel 1 begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in zijn geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2 Rekenkamer

De raad kan op grond van de Gemeentewet een gemeentelijke Rekenkamer instellen. Daarnaast moet de raad bepalen hoeveel leden de kamer zal hebben.

Artikel 3 Begeleidingsgroep Rekenkamer

De auditcommissie wijst uit haar midden een vaste begeleidingsgroep aan in die het aanspreekpunt is voor de directeur van de Rekenkamer. De taken van de begeleidingsgroep zijn het bespreken van het plan van aanpak voor het onderzoek, het adviseren over programmering en de politiek bestuurlijke afhandeling van de rapporten.

Artikel 4 Benoeming lid en plaatsvervangend lid

De leden leggen de eed of belofte af in de vergadering van de raad (conform art. 81g van de Gemeentewet).

In de verordening wordt geregeld dat de vigerende directeur van de Rekenkamer Rotterdam benoemd wordt tot directeur van de Rekenkamer Albrandswaard. Er ontstaat in deze constructie geen dienstverband met de gemeente Albrandswaard. Wanneer aan de directeur Rekenkamer Rotterdam ontslag wordt verleend, volgt Albrandswaard automatisch in het ontslag. Het is de bedoeling dat er een koppeling is tussen de functie directeur Rekenkamer Rotterdam en de functie directeur Rekenkamer Albrandswaard en niet in de persoon.

Artikel 5 Nevenfuncties

In artikel 81f van de Gemeentewet worden de incompatibiliteiten met het lidmaatschap van de rekenkamer geregeld. Artikel 5 van deze verordening is hierop een aanscherping.

Artikel 6 Budget van de Rekenkamer

Voor de hoogte van het budget wordt uitgegaan van € 1,50 per inwoner. De Rekenkamer kan tot een maximum van 40% van het jaarbudget reserveren als egalisatiereserve. Met de reserve kan de rekenkamer de continuïteit alsmede haar onafhankelijkheid aangaande reikwijdte en diepgang waarborgen. Het is lastig om aan het eind van de periode precies op 0 uit te komen. Soms moeten net even wat meer dagen gedraaid worden, vanwege bijvoorbeeld een complexer wederhoor dan gedacht. Om te voorkomen dat een onderzoek dan opeens tijdelijk gestopt moet worden, is uitputting uit een reserve wenselijk. Dit zal uiteraard nog niet bij het eerste onderzoek aan de orde zijn. Daarvan is het zaak zonder meer binnen het budget te blijven.

Artikel 7 Onderzoeksjaarplan

De onafhankelijkheid van de Rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken worden ingesteld. De Rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is daartoe niet verplicht. De Rekenkamer betrekt de raadsleden via een stemkastsessie. Daar worden verschillende onderzoeksonderwerpen voorgelegd na een bezoek van de Rekenkamer aan de fracties en college.

Artikel 8 Overige bevoegdheden

Naast de bevoegdheden van de Rekenkamer die neergelegd zijn in de artikelen 182 tot en 185 van de Gemeentewet regelt dit artikel van de verordening de toegang tot de gebouwen.

Artikel 9 Rapportage

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Rekenkamerrapporten zijn per definitie openbaar. Delen van een rapport geheim verklaren wordt door de Gemeentewet uitgesloten. Informatie die op grond van artikel 10 WOB vertrouwelijk is, mag simpelweg niet worden opgenomen.

Artikel 10 Behandeling door de raad

In dit artikel wordt de wijze voor agendering voor de raad vastgelegd. De griffie stelt het concept raadsvoorstel- en besluit op met als uitgangspunt het overnemen van alle aanbevelingen van de rekenkamer in het desbetreffende rapport.

Artikel 11 Plan van aanpak ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen

De resultaten van een onderzoek tezamen met aanbevelingen worden aangeboden aan de raad. De raad kan vervolgens het college van burgemeester en wethouders opdracht geven om zaken anders, beter aan te pakken. Dit moet resulteren in een plan van aanpak.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.