Regeling vervallen per 15-05-2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar

Geldend van 01-01-2009 t/m 14-05-2012

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Inkomen en peiljaar

  • 1.

    Onder inkomen wordt verstaan: het inkomen van de persoon met beperkingen en diens echtgenoot of degene die daar op grond van artikel 1, lid 2 en lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning mee gelijk gesteld is.

  • 2.

    Tot het inkomen wordt gerekend:

    • a.

      de bruto inkomsten uit arbeid, als bedoeld in de Loonbelastingwet 2001 en de Wet op de inkomstenbelasting 2001;

    • b.

      de bruto inkomsten uit uitkeringen ingevolge de sociale zekerheidswetten en pensioenuitkeringen;

    • c.

      de opbrengsten uit onderneming, waaronder wordt verstaan het in het laatste boekjaar behaalde netto bedrijfsresultaat, verminderd met 24%;

    • d.

      de overige bruto inkomsten, zoals ontvangen bedragen ter zake van alimentatie, studiefinanciering krachtens de Wet op de studiefinancieringen uit vermogen.

  • 3.

    Niet als inkomen worden aangemerkt:

    • a.

      uitkeringen en vergoedingen of tegemoetkoming in specifieke kosten;

    • b.

      individuele huur- en zorgtoeslagen;

    • c.

      kinderbijslag;

    • d.

      overlijdensuitkeringen;

    • e.

      kinderalimentatie;

    • f.

      uitkeringen kerkelijke/charitatieve instellingen;

    • g.

      niet in geld genoten inkomsten;

    • h.

      afkoopsommen liquidatiewet, Ouderdomswet en Invaliditeitswetten;

  • 4.

    Bij inkomsten als bedoeld in artikel 1, lid 2 onder a., b. en d. van dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar worden in mindering gebracht: belastingen, sociale verzekeringspremies en pensioenpremie.

  • 5.

    Met wijzigingen in het inkomen wordt rekening gehouden.

  • 6.

    Onder peiljaar wordt verstaan het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend.

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Artikel 2. Regels rond verstrekking en verantwoording

  • 1.

    Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

  • 2.

    Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget.

  • 3.

    Van het persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden is 25% vrij besteedbaar voor onder meer eigen kosten van werkgeverschap, administratie en inhuren van deskundige ondersteuning. Over het vrij besteedbare bedrag behoeft geen verantwoording te worden afgelegd.

  • 4.

    De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college van burgemeester en wethouders ingeval van hulp bij het huishouden vindt steekproefsgewijs plaats, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 5.

    De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college van burgemeester en wethouders ingeval van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen vindt altijd plaats.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden

Artikel 3. Omvang van de eigen bijdragen

  • 1.

    De eigen bijdrage van ongehuwde personen jonger dan 65 jaar bedraagt € 17,20 per vier weken. Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) meer dan € 21.703,-- in het peiljaar, wordt het bedrag van € 17,20 verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 21.703,--. De totaal verschuldigde bijdrage dient in termijnen van vier weken te worden voldaan.

  • 2.

    De eigen bijdrage van ongehuwde personen van 65 jaar of ouder bedraagt € 17,20 per vier weken. Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) meer dan € 14.812,-- in het peiljaar, wordt het bedrag van € 17,20 verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 14.812,--. De totaal verschuldigde bijdrage dient in termijnen van vier weken te worden voldaan.

  • 3.

    De eigen bijdrage van gehuwde personen, waarvan een van beiden jonger is dan 65 jaar, bedraagt € 24,60 per vier weken. Bij een gezamenlijk verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) meer dan € 26.535,-- in het peiljaar, wordt het bedrag van € 24,60 verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 26.535,--. De totaal verschuldigde bijdrage dient in termijnen van vier weken te worden voldaan.

  • 4.

    De eigen bijdrage van gehuwde personen die beiden ouder zijn dan 65 jaar bedraagt € 24,60 per vier weken. Bij een gezamenlijke verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) meer dan € 20.431,-- in het peiljaar, wordt het bedrag van € 24,60 verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 20.431,--. De totaal verschuldigde bijdrage dient in termijnen van vier weken te worden voldaan.

Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden

Artikel 4. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1.

    De vaststelling van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden vindt als volgt plaats: het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld wordt ingedeeld naar indicatieklassen, zoals deze zijn opgenomen in artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar. De bedragen per klasse zijn gelijk aan 96% van het bedrag van de laagste inschrijving van de door de gemeente Alkmaar gecontracteerde aanbieders van zorg in natura.

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden bedraagt 100% van het hoogste aantal uren in de indicatieklassen 1 en 2. In de indicatieklassen 3 tot en met 6 bestaat het persoonsgebonden budget uit het laagste aantal uren per klasse met daar bovenop 75% van de bandbreedte van de desbetreffende klasse.

Hoofdstuk 5 Woonvoorzieningen

Artikel 5. Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget bij woonvoorzieningen

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming (minus het eigen aandeel) of het persoonsgebonden budget (minus de eigen bijdrage) voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte.

  • 2.

    Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van de woning als genoemd in artikel 19 lid 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt € 2.470,--.

  • 3.

    Het bedrag voor de verhuis- en inrichtingskostenvergoeding als genoemd in artikel 20, lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt € 4.111,--.

  • 4.

    Het maximumbedrag van het persoonsgebonden budget voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van woonvoorzieningen als bedoeld in artikel 26, lid 1 en 2 wordt geregeld in bijlage II van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

  • 5.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget dat wordt verleend voor het verwerven van grond als bedoeld in artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar wordt geregeld in bijlage II van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

  • 6.

    De hoogte van het maximale bedrag dat wordt verleend voor het verwijderen van voorzieningen als bedoeld in artikel 28, lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt € 1.482,--.

  • 7.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 29, lid 6 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar wordt bepaald op basis van de werkelijke kosten met een maximum gerelateerd aan de te hanteren maximale huurtoeslag.

  • 8.

    Het maximumbedrag van het persoonsgebonden budget voor de kosten van een niet bouwkundige of woontechnische woonvoorziening in de vorm van een woningsanering wordt geregeld in bijlage III van dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

Artikel 6. Bedrag woningaanpassing in relatie tot verhuizing

Het bedrag als bedoeld in artikel 17, lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar bedraagt € 8.633,--.

Hoofdstuk 6 Vervoersvoorzieningen

Artikel 7. Persoonsgebonden budget bij vervoersvoorzieningen

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.

Artikel 8. Financiële tegemoetkoming bij vervoersvoorzieningen

  • 1.

    Met inachtneming van hetgeen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar is bepaald, wordt bij de vaststelling van de vervoersvoorziening uitgegaan van de volgende bedragen:

    • a

      Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een eigen auto of taxi bedraagt € 1.869,-- per jaar.

    • b.

      Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een eigen vervoermiddel om te voorzien in de plaatsingsbehoefte binnen de directe leefomgeving bedraagt € 328,-- per jaar.

    • c.

      Het bedrag dat verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto bedraagt:

      • 1.

        € 961,-- per jaar voor een bruikleenauto van vóór 1 april 1994;

      • 2.

        € 577,-- per jaar voor een bruikleenauto van ná 1 april 1994;

      • 3.

        € 1.402,-- per jaar voor een bruikleenbus van vóór 1 april 1994;

      • 4.

        € 961,-- per jaar voor een bruikleenbus van ná 1 april 1994.

    • d.

      De hoogte van het bedrag voor houders van een OV-taxipas bedraagt € 160,-- per jaar.

  • 2.

    Bij het vaststellen van de hoogte van de bedragen kan, bij een combinatie van verschillende vervoersvoorzieningen, op grond van een afwijkende individuele vervoersbehoefte worden afgeweken van de in dit artikel genoemde bedragen.

Hoofdstuk 7 Rolstoelen

Artikel 9. Het persoonsgebonden budget bij rolstoelen

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de huurprijs inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.

  • 2.

    Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit persoonsgebonden budget bedraagt € 2.385,--, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Hoofdstuk 8 Inkomensondersteunende voorzieningen

Artikel 10. Inkomensondersteunende voorzieningen

De hoogte van vergoeding voor de kosten van inkomensondersteunende voorzieningen als bedoeld in artikel 39 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar wordt geregeld in bijlage III van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders op 21 november 2006.
Laatstelijk gewijzigd bij besluit van burgemeester en wethouders op 31 maart 2009.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 29 april 2009.

BIJLAGE I

Ingevolge artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.

  • 1.

    Aantal m² waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.

    Soort vertrek

    m² bij aanbouw

    m² bij uitbreiding

    Woonkamer

    30

    6

    Keuken

    10

    4

    Eenpersoons slaapkamer

    10

    4

    Tweepersoons slaapkamer

    18

    4

    Toiletruimte

    2

    1

    Badkamer

     

     

    - Wastafelruimte

    2

    1

    - Doucheruimte

    3

    2

    Entree/gang/hal

    5

    2

    Berging

    6

    4

  •  

    2. Het aantal m² verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m².

BIJLAGE II

Maximale vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie ingevolge artikel 2.16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van

keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming:

  • a.

    stoelliften;

  • b.

    rolstoel- of sta-plateauliften;

  • c.

    woonhuisliften;

  • d.

    hefplateauliften;

  • e.

    mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

  • f.

    elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren.

Uitsluitend werkelijk gemaakte kosten van reparatie aan hieronder genoemde onderdelen komen voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    toilet met föhn en onderspoelinrichting;

  • b.

    intercominstallatie ten behoeve van ADL-projecten;

  • c.

    intercom/deurontgrendelingssystemen

De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen (prijsniveau 1-1-2002) bedraagt:

Keuring van liften

Beginkeuring

Kosten excl. BTW

Freq. periodieke keuring

Kosten excl. BTW per uur

Stoelliften

ja

€ 289,--

1 x per 4 jr.

€ 210,--

Rolstoel- plateauliften

ja

€ 289,--

1 x per 4 jr.

€ 210,--

Sta-plateauliften

ja

€ 289,--

1 x per 4 jr.

€ 210,--

Woonhuisliften

ja

€ 448,--

1 x per 1,5 jr.

€ 257,--

Hefplateauliften

ja

€ 455,--

1 x per 1,5 jr.

€ 261,--

Voetnoot: In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Liftinstituut (50%), alsmede de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%).

Onderhoud van

Freq. periodiek onderhoud

Kosten excl. BTW

Stoelliften

1 x per jaar

€ 146,--

Rolstoel-plateauliften

1 x per jaar

€ 146,--

Sta-plateauliften

1 x per jaar

€ 146,--

Woonhuisliften

2 x per jaar

€ 210,--

Hefplateauliften

2 x per jaar

€ 146,--

Voetnoot: Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:

- 50% voor installaties geplaatst buiten de woning;

- 50% voor installaties die meer dan één verdieping overbruggen;

- 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging resp. elektrisch wegklapbare raildelen.

BIJLAGE III

De vergoedingen voor inkomenondersteunende voorzieningen als bedoeld in artikel 39 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar zijn als volgt vastgesteld.

  • 1.

    Vergoeding ontwikkeling en ontspanning (seksuele hulpverlening)

    Maximale vergoeding

    € 80,09per maand

  • 2.

    Vergoeding kledingslijtage, linnen en waskosten

    a.

    Lage vergoeding kledingslijtage

    € 24,03 per maand

    Waskosten

    € 8,02 per maand

    Totale (lage) vergoeding kledingslijtage en bewassingskosten

    € 32,05 per maand

    b.

    Hoge vergoeding kledingslijtage

    € 36,50 per maand

    Waskosten

    € 8,02per maand

    Totale (hoge) vergoeding kledingslijtage en bewassingskosten

    € 43,43 per maand

  • 3.

    Vergoeding extra verwarmingskosten

    • a.

      1 – 5 punten, € 13,35 per maand

    • b.

      6 – 10 punten, € 26,69 per maand

    • c.

      10 en meer, € 40,06 per maand

  • 4.

    Extra vergoeding telefoonkomsten: Maximale vergoeding, € 13,35 per maand

  • 5.

    (Dieet)maaltijdvergoedingen van € 1,29 per maaltijd per dag

    • a.

      1 x per week, € 5,73 per maand

    • b.

      2 x per week, € 11,46 per maand

    • c.

      3 x per week, € 17,19 per maand

    • d.

      4 x per week, € 22,92 per maand

    • e.

      5 x per week, € 28,65 per maand

    • f.

      6 x per week, € 34,38 per maand

    • g.

      7 x per week, € 40,11 per maand

BIJLAGE IV

De maximale vergoeding voor de kosten van woningsanering.

Woningsanering

  • 1.

    Vergoeding vloerbedekking

    • a.

      maximaal € 16,49 per vierkante meter

  • 2.

    Vergoeding raambedekking

    • a.

      60 cm, € 33,--

    • b.

      90 cm, € 44,--

    • c.

      120 cm, € 53,--

    • d.

      150 cm, € 66,--

    • e.

      180 cm, € 74,--

    • d.

      210 cm, € 81,--

TOELICHTING besluit maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Inkomen

Bij de bepaling van het recht op een inkomensondersteunende voorziening en vervoersvoorzieningen, zoals een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening, zijn inkomensgrenzen gesteld. Om het inkomen te kunnen bepalen is het nodig om het inkomensbegrip nader te definiëren. Dit artikel bepaalt wat onder het inkomen wordt verstaan, maar ook wat niet onder het inkomensbegrip valt.

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording

Artikel 2, lid 1.

De verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Dit kan bij voorkeur tegelijk met de aanvraag, indien op dat moment al duidelijk is dat de aanvrager dit wenst.

Artikel 2, lid 2.

Als tijdens het onderzoek blijkt dat de aanvrager problemen zal krijgen met het omgaan met een persoonsgebonden budget, dan wordt dit als een contra-indicatie opgevat.

Artikel 2, lid 3.

Een gedeelte van het toegekende persoonsgebonden budget hoeft niet te worden verantwoord. Dit betreft de kosten die gemaakt worden voor het organiseren van het werkgeverschap, het voeren van een administratie en het inhuren van deskundige ondersteuning, zoals Per Saldo of de Sociale Verzekeringsbank.

Artikel 2, lid 4.

Het college van burgemeester en wethouders zal de besteding van het persoonsgebonden budget door de budgethouder steekproefsgewijs controleren.

Artikel 2, lid 5.

De verantwoording van de besteding van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen en woon- en vervoersvoorzieningen vindt in alle gevallen plaats.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden

Artikel 3. Omvang van de eigen bijdragen

In Hoofdstuk IV van de Algemene Maatregel van Bestuur “Besluit maatschappelijke ondersteuning” zijn de eigen bijdragen geregeld. In artikel 4.1 van deze AMvB wordt onder a, b, c en d aangegeven welke bedragen de minister als maximum laat gelden voor de vier categorieën. Het percentage van 15% komt overeen met het in de AMvB genoemde percentage.

De vaststelling en de inning van de eigen bijdrage wordt door het Centrale Administratiekantoor gedaan.

Hoofdstuk 4 Hulp bij het huishouden

Artikel 4. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

Artikel 4, lid 1.

Hierin is bepaald dat het persoonsgebonden budget bij hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op basis van de in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar genoemde indicatieklassen. Met de gecontracteerde aanbieders zijn de afzonderlijke prijzen per uur voor de geleverde diensten overeengekomen. Het persoonsgebonden budget bedraagt 96% van het bedrag van de laagste inschrijving van de aanbieders van zorg in natura waarmee de gemeente Alkmaar een overeenkomst voor de levering van hulp bij het huishouden heeft gesloten.

Omdat de gemeente Alkmaar een overeenkomst heeft gesloten met het Servicecentrum Pgb van de Sociale Verzekeringsbank kunnen de belanghebbenden voor de administratie van het persoonsgebonden budget een beroep doen op de expertise van de Sociale Verzekeringsbank. De kosten voor de gemeente Alkmaar als gevolg van de overeenkomst met de SVB zijn 4% van het totale budget persoonsgebonden budget. Om deze reden wordt 4% in mindering gebracht op de uurtarieven die zijn overeengekomen met aanbieders van zorg in natura.

Artikel 4, lid 2.

Vanwege de indeling in indicatieklassen is in dit lid bepaald dat het persoonsgebonden budget bestaat uit het laagste aantal uren van de ingedeelde per klasse, vermeerderd met 75% van de bandbreedte van de desbetreffende klasse. Met de vaststelling van het persoonsgebonden budget op deze wijze wordt de persoon met beperkingen in staat gesteld zorg in te kopen, teneinde de beperkingen bij het voeren van een huishouding te verminderen.

Hoofdstuk 5 Woonvoorzieningen

Artikel 5. Financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget bij woonvoorzieningen

In lid 1. is bepaald de wijze waarop de hoogte van het persoonsgebonden budget bij een woonvoorziening wordt vastgesteld. Daarbij vormt de goedgekeurde offerte met betrekking van de woonvoorziening het uitgangspunt. Van de aanvrager mag worden verwacht dat hij meerdere offertes opvraagt, teneinde een vergelijking van prijs en kwaliteit te kunnen maken.

In de overige leden zijn de (maximale) bedragen vastgelegd, welke betrekking hebben op de vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten, het bezoekbaar maken van de woning, de kosten van keuring, onderhoud en reparatie van woonvoorzieningen, het verwerven van grond, het verwijderen van voorzieningen, tijdelijke huisvesting en woningsanering.

Artikel 6. Woningaanpassing in relatie tot verhuizing

Er wordt geen woningaanpassing uitgevoerd als de kosten van een woningaanpassing meer bedragen dat het in dit artikel genoemde bedrag, zoals bepaald in artikel 17, lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar.

Hoofdstuk 6 Vervoersvoorzieningen

Artikel 7. Persoonsgebonden budget bij vervoersvoorzieningen

Artikel 5 regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld. De hoogte van het bedrag bestaat uit de huurprijs, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de gecontracteerde, van een vergelijkbare voorziening. De huurprijs is inclusief onderhoud en reparatie. Met dit bedrag kan de aanvrager zijn voorziening huren.

Artikel 8. Vervoerskostenvergoedingen

In artikel 6 zijn de bedragen vastgelegd voor de autokostenvergoeding, de taxikostenvergoeding en het gebruik van een bruikleenauto en –bus.

Hoofdstuk 7 Rolstoelen

Artikel 9. Het persoonsgebonden budget bij rolstoelen

In lid 1. wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen geregeld. Er wordt een bedrag beschikbaar gesteld gelijk aan de huurprijs, zoals het college van burgemeester en wethouders is overeengekomen met de gecontracteerde aanbieder, inclusief de kosten van onderhoud en reparatie. De hoogte van het persoonsgebonden budget is mede gebaseerd op de noodzakelijke aanpassingen van de rolstoel. Om deze reden vindt de vaststelling van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen vaak per rolstoel plaats.

De sportrolstoel is een voorziening, die in de Verordening voorzieningen gehandicapten was opgenomen zonder dat deze sportrolstoel in de Wvg werd genoemd. Ook in de wet is de sportrolstoel niet opgenomen, zodat er sprake was en is van een bovenwettelijke voorziening. De sportrolstoel wordt alleen verstrekt wordt als een persoonsgebonden budget. Dit persoonsgebonden budget is niet kostendekkend en kan daarom gezien worden als een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud voor een periode van drie jaar. Na drie jaar kan opnieuw een persoonsgebonden budget worden toegekend.

Hoofdstuk 8 Inkomensondersteunende voorzieningen

Artikel 10. Inkomensondersteunende voorzieningen

In bijlage III van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar zijn de bedragen bepaald van de vergoedingen in de kosten van de inkomensondersteunende voorzieningen.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

Deze bepalingen spreken voor zich.