Regeling vervallen per 27-10-2016

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013

Geldend van 28-02-2013 t/m 26-10-2016

Intitulé

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013

De Burgemeester van de gemeente Alkmaar,

Gelezen het voorstel van team Openbare Orde en Veiligheid van 7 februari 2013 en na beraadslaging in de driehoek d.d. 8 februari 2013 alwaar de politie en de Officier van Justitie een advies aan de burgemeester over toepassen van dit instrument hebben gegeven;

Het navolgende overwegend:

  • Vanuit de politie het Buurtgericht Samenwerken en de sector Samenleving is verzocht om het instrument verblijfontzegging (in de regel gebiedsontzegging genoemd) uit te werken zodanig dat het ook voor overlastgevende zwervers en verslaafden kan worden toegepast. Het instrument van de verblijfsontzeggingen kan op basis van art 2.1.1.2 APV toegepast worden om notoire overlastveroorzakers aan te pakken. De tekst van het APV-artikel luidt:

    • 1.

      De burgemeester kan, in het belang van de openbare orde of veiligheid, een verbod opleggen aan degene die de openbare orde of veiligheid heeft verstoord om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen. Dit verbod geldt gedurende de in de bekendmaking van het verbod genoemde periode die ten hoogste twaalf weken kan bedragen.

    • 2.

      De burgemeester gaat niet over tot aanwijzing van gebieden waarvoor een verblijfsontzegging kan gelden, of tot omschrijving van overtredingen die tot een verblijfsontzegging kunnen leiden, dan na overleg met de Officier van Justitie, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993.

  • Dat dergelijk overleg vanwege de aanwijzing van het gebied Paardenmarkt e.o. zoals gearceerd is aangegeven op een kaartje heeft plaatsgevonden op 8 februari 2013, en dat vóórdat de burgemeester andere gebieden zal aanwijzen dergelijk overleg opnieuw zal plaatsvinden;

  • In artikel 2.1.1.2 van de APV is bepaald dat de burgemeester bevoegd is om een persoon een verblijfsontzegging op te leggen in het verband met:

    • -

      verstoring van de openbare orde, o.a. door het plegen van strafbare feiten;

    • -

      de veiligheid van personen en goederen;

  • Met deze beleidsregel wordt aangegeven door de burgemeester op welke wijze hij of de door of namens hem gemandateerde (politie)ambtenaren van de bevoegdheid van artikel 2.1.1.2 APV gebruik kunnen maken.

Gelet op artikel 2.1.1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Alkmaar;

Besluit

vast te stellen:

Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013

Opleggen verblijfsontzegging

  • 1.

    De gedragingen waarvoor een verblijfsontzegging kan worden opgelegd, zijn opgenomen in onderdeel 19 van deze beleidsregel.

  • 2.

    Een verblijfsontzegging geldt voor een gebied dat op een gemotiveerd voorstel van de politie wordt vastgesteld.

  • 3.

    Voordat een verblijfsontzegging wordt opgelegd, ontvangt een persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging als genoemd in onderdeel 19, een schriftelijke waarschuwing. In deze waarschuwing wordt het beleid ten aanzien van verbiijfsontzeggingen uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Alkmaar. Het uitreiken van de waarschuwing wordt door de politie vastgelegd in het registratiesysteem van de politie.

  • 4.

    Indien ten aanzien van een persoon voor de tweede maal een gedraging als bedoeld in onderdeel 19 wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van twee (2) weken te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen. Bij overtreding van een verblijfsontzegging wordt een proces-verbaal van de gedragingen op grond van artikel 184 Sr. opgemaakt

  • 5.

    Aan een persoon die zich binnen zes (6) maanden na het opleggen van een verblijfsontzegging in hetzelfde gebied voor een volgende maal schuldig maakt aan een gedraging als genoemd in onderdeel 19 wordt - overeenkomstig artikel 2.1.1.2 APV - een ontzegging opgelegd, om zich gedurende het in onderdeel 20 genoemde tijdvak te bevinden op in de ontzegging aangewezen plaatsen. Bij overtreding van een verblijfsontzegging wordt een proces-verbaal op grond van artikel 184 Sr. opgemaakt.

Verblijfsontzegging tot en met twee weken

  • 6.

    Tot het geven van een verblijfsontzegging voor de duur van twee weken namens de burgemeester zijn bevoegd de teamleidinggevende ambtenaren van de politie Noord-Holland werkzaam binnen de gemeente Alkmaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit algemene rechtspositie politie. Dit is in overeenstemming met het mandaatbesluit verblijfsontzegging en het geven van een bestuurlijke waarschuwing gemeente Alkmaar.

Verblijfsontzegging vanaf vier weken

  • 7.

    Verblijfsontzeggingen voor vier, acht of twaalf weken worden, door de burgemeester opgelegd.

Zienswijzen

  • 8.

    De betrokkene aan wie een verblijfsontzegging voor twee weken in persoon wordt uitgereikt, wordt door degene die een verblijfsontzegging uitreikt direct gewezen op de mogelijkheid zijn zienswijze kenbaar te maken. Indien de betrokkene van die gelegenheid gebruik maakt, wordt de afgelegde verklaring door de politie schriftelijk vastgelegd.

  • 9.

    De betrokkene aan wie een voornemen tot een verblijfsontzegging voor meer dan twee weken wordt opgelegd heeft de gelegenheid om binnen 3 dagen na verzenddatum van de brief een zienswijze in te dienen bij de burgemeester van de gemeente Alkmaar, t.a.v. team Openbare Orde en Veiligheid.

Uitreiking verblijfsontzegging en zwaarwegende belangen

  • 10.

    Het besluit tot verblijfsontzegging wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt of via aangetekende post verstuurd. De gedragingen waarop de verblijfsontzegging is gebaseerd, worden medegedeeld, alsmede voor welk tijdvak en gebied de ontzegging geldt. Tevens wordt een kaart uitgereikt van het gebied. De burgemeester van de gemeente Alkmaar ontvangt een kopie.

  • 11.

    Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, wordt in het besluit tot oplegging van een verblijfsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

Inwerkingtreding en cumulatie

  • 12.

    Een verblijfsontzegging treedt in werking op het moment dat het besluit aan de betrokkene wordt uitgereikt. Als een verblijfsontzegging wordt uitgereikt tenwijl er al een verblijfsontzegging geldt, gaat de termijn van de nieuwe verblijfsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde verblijfsontzegging.

Dossiervorming en verslaglegging

  • 13.

    De politie bouwt dossier op. Dit dossier dient in ieder geval te bevatten:

    • -

      het voorblad met de contactgegevens van de behandelend politie ambtenaar;

    • -

      het verzoek tot opleggen van een verblijfsontzegging;

    • -

      het gebied waarvoor een verblijfsontzegging dient te worden opgelegd;

    • -

      de waarschuwing en het onderliggende proces-verbaal van het strafbare feit;

    • -

      het verslag van het uitreiken van de waarschuwing;

    • -

      de na het uitreiken van de waarschuwing opgemaakte ondertekende processen-verbaal van de in onderdeel 19 genoemde strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen;

    • -

      de eerder opgelegde verbiijfsontzeggingen;

    • -

      de opgemaakte registraties;

    • -

      de schriftelijke verslagen van de gegeven zienswijzen.

  • 14.

    De politie legt bij verblijfsontzeggingen in een proces-verbaal van bevindingen alle bij de politie bekende en geregistreerde gedragingen van de overtreder vast. Dit met doel om een totaalbeeld van de gedragingen van de overtreder te schetsen en daardoor in juridische procedures inzicht te geven in de wijze van totstandkoming van de bevelen.

  • 15.

    De politie houdt een registratie bij van de in onderdelen 13 en 14 genoemde documenten.

  • 16.

    Een dossier dat bij overtreding van de verblijfsontzegging bij de rechtbank wordt aangeleverd bevat naast de in onderdelen 13 en 14 genoemde documenten, een afschrift van deze beleidsregel, de bekendmaking van de APV en de publicatie van de machtiging aan de politie, welke door het Openbaar Ministerie worden toegevoegd.

Informatieplicht

  • 17.

    Team Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente informeert de driehoek door middel van een jaarrapportage over het aantal uitgereikte verblijfsontzeggingen.

  • 18.

    De Burgemeester informeert het Openbaar Ministerie en de politie over een ingediend bezwaar tegen een verblijfsontzegging en over de beslissing op bezwaar.

Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen

  • 19.

    Bij constatering van de volgende APV-bepalingen en openbare orde verstorende handelingen en/of strafbare feiten kan in het belang van de openbare orde en veiligheid een verblijfsontzegging opgelegd worden.

Overtredingen van APV-bepalingen en openbare ordeverstorende handelingen en/of strafbare feiten:

artikel 2.1.1.1 APV

samenscholing en ongeregeldheden

artikel 2.2.8 APV

ordeverstoring

artikel 2.4.1 APV

betreden gesloten woning of lokaal

artikel 2.4.7 APV

hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

artikel 2.4.8 APV

hinderlijk drankgebruik

artikel 2.4.9 APV

verboden gedrag bij of in gebouwen

artikel 2.4.10 APV

hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten

artikel 2.4.25 APV

bedelarij

artikel 2.7.1 APV

drugshandel en/of drugsgebruik op een openbare plaats

artikel 3.2.6 APV

straatprostitutie

artikel 4.2.2. APV

natuurlijke behoefte doen

artikel 4.5.2 APV

recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

artikel 5.3.2 APV

ventverbod

artikel 2 Opiumwet

verkopen enz. van harddrugs

artikel 3 Opiumwet

verkopen enz. van softdrugs

artikel 131 Wetboek van Strafrecht

opruiing

Wetboek van Strafrecht, art. 131

belediging van groep mensen

artikel 138 Wetboek van Strafrecht

huisvredebreuk

artikel 141 Wetboek van Strafrecht

openlijke geweldpleging

artikel 180 Wetboek van Strafrecht

wederspannigheid tegen een ambtenaar

artikel 182 Wetboek van Strafrecht

ambtsdwang en wederspannigheid in vereniging

artikel 184 Wetboek van Strafrecht

negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

artikel 239 Wetboek van Strafrecht

schennis van de eerbaarheid

artikel 246 Wetboek van Strafrecht

feitelijke aanranding van de eerbaarheid

artikel 267 Wetboek van Strafrecht

belediging van ambtenaar in functie

artikel 285 Wetboek van Strafrecht

bedreiging

artikel 300 Wetboek van Strafrecht

eenvoudige mishandeling

artikel 301 Wetboek van Strafrecht

mishandeling met voorbedachten rade

artikel 302 Wetboek van Strafrecht

zware mishandeling

artikel 303 Wetboek van Strafrecht

zware mishandeling met voorbedachten rade

artikel 306 Wetboek van Strafrecht

deelneming aan aanval of vechtpartij

artikel 317 Wetboek van Strafrecht

afpersing

artikel 318 Wetboek van Strafrecht

bedreiging

artikel 350 Wetboek van Strafrecht

vernieling

artikel 461 Wetboek van Strafrecht

verboden toegang onbevoegden

artikel 424 Wetboek van Strafrecht

straatschenderij

artikel 426 Wetboek van Strafrecht

Verkeersbelemmering in staat van dronkenschap

artikel 431 Wetboek van Strafrecht

rumoer/burengerucht

artikel 453 Wetboek van Strafrecht

openbare dronkenschap

artikel 13, 26 of 27 Wet Wapens en Munitie

vervaardigen, voorhanden hebben of dragen verboden wapens

In geval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 Opiumwet kan slechts een verblijfsontzegging worden opgelegd indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.

Duur van de verblijfsontzegging

  • 20.

    In het hiernavolgende wordt de duur van de op te leggen verblijfsontzegging aangegeven. Afhankelijk van de ernst van het strafbare feit of de combinatie van strafbare feiten kan van onderstaand schema worden afgeweken.

Eerste constatering

schriftelijke waarschuwing

tweede constatering

2 weken

Derde constatering

4 weken

Vierde constatering

8 weken

Vijfde constatering en volgende constateringen

12 weken

 

 

Overgangsrecht

  • 21.

    Indien binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de gewijzigde instructie een of meerdere verblijfsontzeggingen aan een persoon zijn opgelegd, dan is de duur van de volgende verblijfsontzegging afhankelijk van de langstdurende opgelegde verblijfsontzegging binnen die zes maanden.

Inwerkingtreding

  • 22.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Citeertitel

  • 23.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 26 februari 2013.
De Burgemeester van Alkmaar,