Regeling vervallen per 23-11-2016

Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 26-09-2015 t/m 22-11-2016

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

Nr. 23

De raad van de gemeente Alkmaar;

gelet op het advies van de Raadscoördinatiecommissie Fusie;

BESLUIT

De Verordening op de rekenkamercommissie als volgt vast te stellen:

Paragraaf 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    raad: de gemeenteraad;

  • d.

    gemeentebestuur: ieder bevoegd orgaan van de gemeente.

Paragraaf 2 TAAK, SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2.1 De rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een rekenkamercommissie, als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet

  • 2.

    De rekenkamercommissie heeft tot taak onderzoek uit te voeren naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

  • 3.

    Het werkterrein van de rekenkamercommissie strekt zich uit over alle organen, sectoren en bedrijven van de gemeente Alkmaar.

Artikel 2.2 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    De leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden op voordracht van de raad benoemd voor een periode van drie jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie een keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van drie jaar.

  • 3.

    De leden mogen geen betrekkingen uitoefenen als bedoeld in artikel 81f van de Gemeentewet.

  • 4.

    De rekenkamercommissie stelt een rooster van aftreden vast en brengt dit ter kennis van de raad.

  • 5.

    De rekenkamercommissie wijst uit haar midden een voorzitter en diens plaatsvervanger aan. De voorzitter:

    • -

      draagt zorg voor het bijeenroepen, het bepalen van de agenda en leiden van de vergaderingen van de rekenkamercommissie;

    • -

      bewaakt het budget van de rekenkamercommissie;

    • -

      bewaakt de voortgang van de onderzoeken;

    • -

      fungeert als centraal aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken rond de rekenkamercommissie.

Artikel 2.3 Eed (verklaring of belofte)

Artikel 81g van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      het lid zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      het lid bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die rijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      het lid onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;

  • 2.

    De raad kan een lid op non-activiteit stellen:

  • 3.

    De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in lid 2 de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

  • 4.

    Een lid wordt door de raad ontslagen:

    a. op eigen verzoek;

    b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    e. indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 5.

    Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet.

Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De voorzitter ontvangt met ingang van 1 januari 2015 een onkostenvergoeding van € 712,70 per maand, inclusief reiskosten. De overige leden ontvangen met ingang van 1 januari 2015 een onkostenvergoeding van € 548,23 per maand, inclusief reiskosten. De onkostenvergoedingen worden per 1 januari van elk jaar herzien overeenkomstig de prijsmutatie voor goederen en diensten, zoals opgenomen in de uitgangspunten bij het financiële kader van de programmabegroting.

  • 2.

    De onkostenvergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3 DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 3.2 Initiatief tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De rekenkamercommissie bepaalt zelf de onderwerpen voor haar onderzoek. Suggesties voor onderwerpen voor onderzoek kunnen worden voorgedragen door:

    • a.

      de rekenkamercommissie;

    • b.

      de leden van de raad;

    • c.

      inwoners van de gemeente Alkmaar.

  • 2.

    De rekenkamercommissie legt jaarlijks een onderzoeksplan met haar voorgenomen onderzoeken ter kennisneming voor aan de raad.

  • 3.

    Voor ieder onderzoek formuleert de rekenkamercommissie de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming voorgelegd aan de raad.

  • 5.

    De rekenkamercommissie verricht in principe jaarlijks minimaal één nieuw onderzoek en minimaal één evaluatie naar een door haar uitgebracht onderzoek. De rekenkamercommissie wordt ook geacht samenwerking met andere gemeenten te zoeken voor het uitvoeren van regionale of gezamenlijke onderzoeken

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt de bij het onderzoek betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken en maximaal één maand bedraagt, hun zienswijze op de weergave van de feitelijke bevindingen in het conceptonderzoeksrapport schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken en maximaal één maand bedraagt, zijn zienswijze te geven op de conclusies en oordelen die de rekenkamercommissie verbindt aan de bevindingen in het onderzoeksrapport schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 8.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de reactie van het college, zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college, aan de raad aangeboden. Met de aanbieding van het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen is het rapport openbaar geworden.

  • 9.

    De rapporten van de rekenkamercommissie worden behandeld in de aan het onderwerp gerelateerde vakcommissie(s). De griffie stelt een raadsvoorstel op.

  • 10.

    De raad bespreekt de onderzoeksresultaten na behandeling in de vakcommissie zo spoedig mogelijk na de aanbieding.

  • 11.

    De leden van de rekenkamercommissie nemen geen deel aan de beraadslaging. Wel kunnen zij door de raad worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de behandeling in de vorm van een toelichting.

Artikel 3.4

De rekenkamercommissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.

Paragraaf 4 DE ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raadsgriffier wijst in overleg met de rekenkamercommissie de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie aan. Tevens wijst hij een plaatsvervangend secretaris aan.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoekmedewerk(st)ers

  • 1.

    Interne onderzoekmedewerk(st)ers worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de rekenkamercommissie door de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld. Hun werkzaamheden worden door de rekenkamercommissie bekostigd.

  • 2.

    Onderzoekmedewerk(st)ers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3 toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen.

Paragraaf 5 BUDGET VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 5 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel a. 2.5 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      interne onderzoekmedewerk(st)ers;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      de eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Paragraaf 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Alkmaar, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 februari 2008, alsmede de verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Schermer, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juli 2005 en de verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Graft-De Rijp, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 juli 2005 worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening op de rekenkamercommissie treedt in werking op één dag na bekendmaking ervan in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2015.

Artikel 6.2 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Rekenkamercommissie Alkmaar 2015".

Ondertekening

Alkmaar, 2 januari 2015
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier