Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent het Beleid Dierenwelzijn 2020-2024

Geldend van 19-12-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent het Beleid Dierenwelzijn 2020-2024

De raad van de gemeente Alkmaar;

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 20-10-2020;

Gelet op het advies van de commissie : Ruimte, d.d. 10-11-2020;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t

  • 1.

    het Beleid Dierenwelzijn 2020-2024 met de daarbij behorende bijlage I. Wet- en regelgeving, bijlage II. Financiën, bijlage III. Samenvatting Inspraakreacties en bijlage IV. Lijst partners/stakeholders zoals opgenomen in de Bijlagen, vast te stellen.

  • 2.

    de Beleidsnota Dieren en Dierenwelzijn 2016-2020 in te trekken.

Beleid Dierenwelzijn 2020-2024

Voorwoord

Tussen 2016 en 2020 heeft de gemeente Alkmaar de Beleidsnota dieren en dierenwelzijn als uitgangspunt genomen voor het handelen op het gebied van dierenwelzijn.

De meeste actiepunten uit dat beleid zijn gerealiseerd. In deze nota ligt het accent daarom met name op nieuwe beleidsuitgangspunten.

De inspraak en participatie bij het opstellen van dit beleid heeft het college gesterkt in de opvatting dat wij op de goede weg zijn. Wij hopen met behulp van deze input een compleet dierenwelzijnsbeleid te hebben gemaakt waarmee wij richting geven voor de komende jaren.

Dierenwelzijn is een breed onderwerp waarbij meerdere beleidsterreinen betrokken zijn. Het heeft bijvoorbeeld betrekking op evenementen, kinderboerderijen en biodiversiteit.

In onderstaande notitie gaan wij als gemeente Alkmaar uit van wet- en regelgeving en bevorderen wij dierenwelzijn waar dat binnen onze mogelijkheden ligt.

Onze inzet is de dieren in Alkmaar het respect en de aandacht te geven die zij verdienen.

Namens het college van burgemeester en wethouders

Robert te Beest

Wethouder dierenwelzijn

1. Inleiding

Het Beleid Dierenwelzijn 2020-2024 is een vervolg op de eerdere Beleidsnota dieren en dierenwelzijn 2016-2020.

Dierenwelzijn staat steeds meer op de politieke agenda. Illustratief daarvoor is een enquête van de Raad voor de Dierenaangelegenheden uit 2019. In dit onderzoek wordt aangegeven dat ruim 80% van de geïnterviewde Nederlanders van mening was dat alle dieren een moreel recht op leven hebben en dat een ruime meerderheid vond dat de mens een morele plicht heeft om goed te doen voor alle dieren 1 .

De gemeente Alkmaar dient te voldoen aan haar wettelijke taken op het gebied van dieren maar wil ook daar waar het kan dierenwelzijn bevorderen. Zie Bijlage I Wet- en regelgeving.

Waar mogelijk zoeken wij samenwerking zowel met de regio om ons heen als met de betrokken partijen op lokaal niveau.

De komende jaren zullen wij ons met name inzetten voor een goede en betaalbare dierenopvang, voor een goed hondenbeleid, voor kwalitatief goede kinderboerderijen en zetten wij in op ruimte voor biodiversiteit en leefbaarheid. Ook overlast door dieren wordt aangepakt, maar zoveel als mogelijk op natuurlijke en diervriendelijke manier met voldoende aandacht voor preventie.

Uitgangspunten en inhoud

De basis voor dierenwelzijn wordt gevormd door de onderstaande vijf vrijheden voor dieren:

  • dieren zijn vrij van honger en dorst. Ze hebben gemakkelijk toegang tot vers water en een adequaat rantsoen;

  • dieren zijn vrij van ongemak. Ze hebben een geschikte leefomgeving inclusief onderdak en een comfortabele rustplaats;

  • dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte. Er is sprake van preventie en een snelle diagnose en behandeling;

  • dieren zijn vrij van angst en stress. Er is zorg voor voorwaarden en behandelingen die geestelijk lijden voorkomen;

  • dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen. Ze hebben voldoende ruimte, goede voorzieningen en gezelschap van soortgenoten.

  • Bron : Dierenwelzijnsweb.nl / Brambell Committee 1965 / Uitwerking Britse Farm Animal Welfare Council 1993

Sinds 2011 zijn de bovengenoemde uitgangspunten ook opgenomen in de Wet dieren. In de Wet dieren wordt de eigenwaarde van dieren erkend, ook wel de intrinsieke waarde van dieren genoemd. Dieren dienen vanuit deze wet met respect behandeld te worden en mogen niet nodeloos in hun welzijn worden benadeeld.

Verder gaan wij uit van de volgende kaders:

  • wij voldoen aan de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van dierenwelzijn;

  • wij bevorderen het dierenwelzijn binnen de mogelijkheden van de gemeente Alkmaar. Zie bijlage II financiën.

2. Nieuw beleid

Hieronder staan de beleidsaandachtspunten 2020-2024 beschreven. De uitvoering van deze beleidsaandachtspunten zullen opgepakt worden door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester voor zover het hun bevoegdheden betreft.

Participatie en inspraak

Om tot een goede nota te komen is een informatieavond voor dierenorganisaties en raadsleden georganiseerd. Daarnaast is er inspraak georganiseerd via de stadskrant. Ook was het mogelijk om via facebook onderwerpen en suggesties aan te leveren voor het beleid. In bijlage III treft u de diverse reacties aan.

2.1 Samenwerking voor dieren

Huisvesting dierenopvang

Dit belangrijke onderwerp op het gebied van dierenwelzijn wordt grotendeels opgepakt in regionaal verband.

Bij de opvang van dieren betreft het vooral de opvang van dieren in nood. Het gaat dan om de volgende gevallen:

  • -

    opvang van zwerfdieren

  • -

    dieren in noodgevallen bij huisuitzettingen, detentie of opname/arrestatie/huiselijk geweld

  • -

    rampen waarbij dieren zijn betrokken

De gemeente is verantwoordelijk voor de opvang van gedomesticeerde dieren. Daarvoor heeft de gemeente een bewaarplicht. Een gevonden dier valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente moet deze gevonden “zaak” gedurende 14 dagen bewaren. Zolang zijn de kosten ook voor de gemeente. Als de eigenaar zich niet meldt, wordt de burgemeester eigenaar van het dier. Deze kan het dier bijvoorbeeld overdragen aan een dierenasiel.

De gemeente Alkmaar heeft samen met de regiogemeenten dienstverleningsovereenkomsten afgesloten met de Stichting Dierenambulance Noord-Kennemerland (Dierenbescherming) voor het vervoer van dieren en met de Vereniging tot bescherming van dieren (Dierenbescherming) voor de opvang van katten en honden in het dierenasiel te Alkmaar/Purmerend, knaagdieren in het Knaagdiercentrum in IJmuiden en de vogelopvang in de Vogelopvang in Krommenie. De gemeenten betalen voor de genoemde diensten een vergoeding.

Daarnaast heeft de gemeente Alkmaar een overeenkomst, inclusief vergoeding, met de Stichting Zwerfdier voor de opvang van katten gesloten.

Op dit moment onderzoeken de gemeenten Alkmaar, Bergen, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Langedijk, en Schagen naar oplossingen voor een toekomstbestendige opvang en het vervoer van gedomesticeerde dieren en vervoer van in het wild levende dieren.

De uitkomst hiervan heeft mogelijk gevolgen voor de huisvesting van de dierenopvang, ook voor Alkmaar.

De aanleiding is dat de dierenorganisaties hebben aangegeven dat de bestaande opvang en vervoerslocaties sterk verouderd zijn.

Beleid: bestuurlijke vaststelling toekomstbestendige oplossing voor opvang en vervoer van gedomesticeerde dieren en het vervoer van in het wild levende dieren

Lokaal overleg

Het is van belang om met enige regelmaat te overleggen met alle partners en stakeholders binnen de gemeente Alkmaar (verenigingen, organisaties, vrijwilligersgroeperingen, burgers, dierenpolitie), zodat

acties, mogelijke knelpunten en beleid, waar mogelijk, tijdig en goed op elkaar kunnen worden afgestemd. Zie bijlage IV Lijst van partners/stakeholders. Tot nu toe ontbrak een dergelijk structureel afstemmingsoverleg.

Beleid: structureel afstemmen dierenwelzijn met partners en stakeholders binnen de gemeente Alkmaar

2.2. Gezelschapsdieren

Gezelschapsdieren zijn dieren die voor gezelschap of uit liefhebberij worden gehouden. Tot deze dieren worden onder andere honden, katten, vogels, vissen, konijnen en cavia’s gerekend.

Gezelschapsdieren hebben een grote maatschappelijke functie van jong tot oud. Het gaat dan met name om de omgang met dieren en educatie. Ook kunnen gezelschapsdieren vaak eenzaamheid tegengaan.

Chippen van honden en katten

Sinds 1 april 2013 bestaat er een chipplicht voor honden. Deze chipplicht draagt bij aan het opsporen van eigenaren bij gevonden dieren. Hierdoor daalt het aantal zwerfdieren. Ook wordt bijgedragen aan het tegengaan van illegale handel van honden. Het chippen van katten is niet in de wet opgenomen, maar kan op vrijwillige basis plaatsvinden.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in november 2018 toegezegd te onderzoeken in hoeverre een gemeentelijke chip- en registratieplicht voor katten op belemmeringen stuit.

Beleid: landelijke ontwikkelingen volgen ten aanzien van het chippen van katten

Hondenbeleid

Hondenvoorzieningen

De komende jaren gaat de gemeente verder met het plaatsen van zogeheten ‘hondenhaltes’. Dit zijn prullenbakken voorzien van een dispenser met 100% afbreekbare poepzakjes of papier.

Daarnaast zijn er al veel voorzieningen voor de honden gerealiseerd zoals trimbanen en zwemplekken. In de gebieden van de voormalige gemeenten Graft-De Rijp en Schermer zijn nog niet veel voorzieningen aangebracht. Het accent voor nieuwe voorzieningen zal daarom daar liggen.

Verontreiniging door honden

Vanuit Stadswerk072 wordt de hondenpoepzuiger op zogenaamde “hot spots “ op regelmatige basis ingezet.

Aangelijnde en loslopende honden / verbodsgebieden voor honden

In de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is opgenomen dat honden aangelijnd moeten zijn in de bebouwde kom, tenzij het om een aangewezen losloopgebied gaat.

Kinderspeelplaatsen, zandbakken, speelweiden of andere door het college aangewezen plaatsen zijn verboden voor honden.

In het aanwijzingsbesluit verbods- en losloopgebieden voor honden zijn de locaties vermeld waar honden niet mogen komen (verbodsgebieden) en locaties waar honden niet aangelijnd hoeven te zijn en los mogen lopen (losloopgebieden).

Het college van burgemeester en wethouders is op grond van de Apv bevoegd om een aanwijzingsbesluit vast te stellen.

Ten aanzien van de bovenstaande aspecten zal in de praktijk rekening worden gehouden met het onderscheid tussen de gebieden, die zich in de “stad” en in het “buitengebied” bevinden.

Beleid: hondenvoorzieningen (te blijven) realiseren in de gehele gemeente Alkmaar en met name in voormalige gemeenten Graft-de Rijp en de Schermer

Aanpak van gevaarlijke honden

Er komen in Nederland regelmatig bijtincidenten voor. Meestal gaat het om het bijten van andere

dieren, veelal honden. Het komt echter ook regelmatig voor dat mensen worden gebeten. Vanuit de Dierenpolitie en de Unit Veiligheid komt naar voren dat de bijtincidenten toenemen.

De houder/eigenaar van een hond is verantwoordelijk voor het gedrag van de hond. Indien blijkt dat de hond zich gevaarlijk of hinderlijk gedraagt, zoals bijten op een openbare plaats of een terrein van een ander, dan kan vanuit de overheid ingegrepen worden. De verantwoordelijkheden rondom het ingrijpen bij bijtincidenten liggen dan primair bij het gemeentebestuur. De burgemeester is namelijk verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke kant.

Daarom zijn in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) regels vastgelegd. Als de burgemeester van oordeel is dat een hond gevaarlijk of hinderlijk is omdat deze betrokken is bij een bijtincident kan betrokkene daartegen optreden. Zo kan de burgemeester op grond van Apv aan aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen als de hond zich bevindt op een openbare plaats of het terrein van een ander. Als dat gebod wordt overtreden dan kan daarop gehandhaafd worden.

De politie kan, in overleg met de Officier van Justitie, een hond in beslag nemen. Bij een hond wordt dan een risico assessment gemaakt door de Universiteit van Utrecht over de mate waarin de hond gevaar oplevert. Bij het assessment wordt een advies gevoegd dat kan inhouden: teruggave, herplaatsing of doden van de hond. Ten aanzien van de eerste twee aspecten kunnen voorwaarden worden geformuleerd zoals aanlijnen, muilkorven en castreren.

Het is zinvol om een duidelijke aanpak voor gevaarlijke honden op te stellen. Dat kan bijvoorbeeld door een protocol voor gevaarlijke honden. Hierdoor kan worden gezorgd dat er een duidelijke aanpak is bij het zo veel als mogelijk voorkomen en aanpakken van een bijtincident. Zo’n aanpak biedt houvast in de procedure bij het beoordelen of en welke maatregelen bij een bijtincident op enig moment het beste helpen en (juridisch) mogelijk zijn. Daarnaast helpt het invulling te geven aan de afstemming tussen gemeente (burgemeester) en de politie en invulling te geven aan praktische afspraken zoals de registratie van bijtincidenten.

Beleid: duidelijke uitgangspunten voor de aanpak van gevaarlijke honden formuleren zoals bijvoorbeeld in de vorm van een protocol voor gevaarlijke honden

Voorkomen dierenmishandeling

De Wet dieren zegt samengevat dat het verboden is bij een dier pijn of letsel te veroorzaken of de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.

Handhaving gebeurt door de politie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er een relatie ligt tussen dierenmishandeling en andere vormen van huiselijk geweld. Via de sociale hulpverlening (buurt- en wijkteams, GGD- en GGZ) kan vaak goed inzicht verkregen worden in de huiselijke situatie van mensen waardoor misschien ook dierenmishandeling in een vroeg stadium kan worden gesignaleerd en voorkomen.

Beleid: zo veel als mogelijk voorkomen van dierenmishandeling door voorlichting aan medewerkers van buurt- en wijkteams (bijvoorbeeld gebiedsconsulenten en jeugdmedewerkers).

2.3. Kinderboerderijen

Kinderboerderijen hebben een recreatieve en een educatieve functie. Bezoekers moeten iets kunnen leren van hun bezoek aan een kinderboerderij over dieren en hun afkomst, omgang met dieren, voedsel voor dieren, dierenwelzijn en de relatie met klimaat en natuur. Het contact van kinderen en volwassenen met dieren is belangrijk voor het leren omgaan en leren kennen van dieren. De gehouden dieren moeten een geschikt karakter hebben om zonder problemen met mensen te kunnen omgaan zonder daarbij zelf angstig te zijn. De kwaliteit en laagdrempelige toegankelijkheid van kinderboerderijen zijn daarom van groot belang.

Er zijn vier kinderboerderijen in Alkmaar; de Rekerhout, Wijkboerderij Alkmaar, de Stadsboerderij en de kinderboerderij De Kleine Artis (in De Rijp). Deze boerderijen zijn zeer divers van aard, zowel wat betreft grootte en organisatie.

De gemeente kan in het kader van dierenwelzijn op een drietal terreinen ondersteuning bieden aan deze kinderboerderijen. Namelijk als het gaat om de educatie, kwaliteit en de toegankelijkheid. Wij zullen nader overleg starten met de kinderboerderijen om te kijken welke mogelijkheden er zijn om op deze onderwerpen tot eventuele verbeteringen te komen.

Educatie

Kinderboerderijen hebben als basisfunctie recreatie en educatie. De gemeente stimuleert dat de kinderboerderijen de functie van educatie met name ook gericht op de kennis van het welzijn van dieren, verder vormgeven. De gemeente biedt de mogelijkheid om subsidie voor educatie op kinderboerderijen aan te vragen.

Kwaliteit

De gemeente zal met de kinderboerderijen in Alkmaar (nader) overleggen en (laten) onderzoeken of het hanteren van de branchecode of het keurmerk van de Vereniging Stads- en Kinderboerderijen Nederland (vSKBN) een mogelijke verbetering kan opleveren voor een kinderenboerderij en op welke wijze. Daarbij worden aspecten zoals dierenwelzijn, educatie, veiligheid, vakbekwaamheid, en de maatschappelijke functie van de kinderboerderij betrokken. Als bepaalde aspecten verbeterd kunnen worden, zal de gemeente nagaan op welke wijze zij ondersteuning kan bieden. Geen van de kinderboerderijen beschikt op dit moment over de branchecode of het keurmerk.

Toegankelijkheid

In de praktijk hanteren de kinderboerderijen in Alkmaar de stelregel dat er niet gerookt mag worden. Alle kinderboerderijen hebben aangegeven het rookvrij zijn ook actief uit te willen dragen bijvoorbeeld door het plaatsen van borden.

Onderhoud en huisvesting

In 2019 en 2020 zijn gesprekken gevoerd met de kinderboerderijen. Hieruit is een inventarisatie van wensen voortgekomen. Elke kinderboerderij heeft specifieke wensen zowel variërend in onderwerp als in kosten. Voor de dieren is onderhoud van stallen en huisvesting uiteraard van groot belang. De huisvesting van dieren moet in orde zijn. Onderwerpen die daarnaast genoemd zijn betreffen informatieborden, onderhoud wegen, paden en plantsoen. De nota Dierenwelzijn 2020-2024 gaat hier niet over maar laagdrempeligheid en toegankelijkheid zijn van groot belang.

Beleid: nader overleg starten met de kinderboerderijen over aanpak/ondersteuning ten behoeve van dierenwelzijn ten aanzien van kwaliteit, educatie en toegankelijkheid

2.4. Natuur en biodiversiteit / in het wild levende dieren

Biodiversiteit en leefomgeving

Voor eenieder geldt een zorgplicht voor alle in het wild levende dieren (Wet natuurbescherming en Wet dieren).

In de stad is een goede biodiversiteit belangrijk in verband met een gevarieerde en gezonde leefomgeving. Een goede leefomgeving voor wilde dieren is daarom van belang.

Als het gaat om in het wild levende dieren heeft de provincie een grote rol op het gebied van flora en fauna, beheer, schadebestrijding en de jacht op dieren. Daarbij staat de duurzame instandhouding van diersoorten centraal.

Ongeveer 500 diersoorten vallen onder de bescherming van de Wet natuurbescherming. Het is daarom verplicht om een ontheffing te hebben van de provincie/de omgevingsdienst in het kader van de Wet Natuurbescherming als wij beschermde soorten kunnen schaden door ons handelen. Te denken valt dan aan ingrepen in het beheer van de openbare ruimte, of bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals nieuwbouw.

Het college heeft het rapport ‘Kansen voor biodiversiteit’ vastgesteld en de raad heeft daarvoor extra middelen ter beschikking gesteld. Een groot aantal maatregelen is vastgesteld om de biodiversiteit te versterken.

Vanuit het Beleid Dierenwelzijn 2020-2024 is het van belang dat alle soorten dieren in Alkmaar recht hebben op een goede leefomgeving.

Zo zijn naast een goed voedselaanbod voor insecten natuurlijke nest- en overwinterplekken voor hen van groot belang. Insecten hebben verschillende nestvormen bijvoorbeeld in de bodem, in holle ruimten bovengronds zoals holle stengels, dood hout en muurspleten. Omdat veel natuurlijke plekken ontbreken, zijn insectenhotels een goed alternatief.

Gedragscode voor de openbare buitenruimte

Inheemse wilde dieren worden beschermd door de Wet natuurbescherming. Bij werkzaamheden buiten, werken de gemeente en Stadswerk 072 NV volgens de gedragscode Flora- en Faunawet bestendig beheer en onderhoud groenvoorziening van Vereniging Stadswerk Nederland en branchevereniging VHG. Dit betekent dat de groen-medewerkers tijdens hun onderhoudswerk zorgvuldig omgaan met (de mogelijke aanwezigheid van) dieren. Deze gedragscode geeft aan hoe medewerkers dat moeten doen. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met het broedseizoen in verband met (weide)vogels en er worden maatregelen genomen als er bijvoorbeeld egels worden aangetroffen. Kapvergunningen worden niet afgegeven voor kappen tijdens het broedseizoen.

Er zijn twee gedragscodes: één voor regulier onderhoud van de gemeentelijke groenvoorzieningen, zoals maaifrequenties. En één voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en de inrichting van de openbare buitenruimte. De gemeente Alkmaar volgt deze codes. De bestaande twee gedragscodes worden geïntegreerd in één nieuwe code: “Gedragscode Bestendig Beheer en Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting.” Deze code dient goedgekeurd te worden door de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland. De verwachting is dat deze goedkeuring in oktober zal plaatsvinden.

Beleid: bieden van een goede leefomgeving voor dieren in Alkmaar zoals het realiseren van insectenhotels

Beleid: de nieuwe gedragscode voor de buitenruimte toepassen

2.5. Evenementen

Binnen de gemeente Alkmaar vinden evenementen plaats waar soms ook dieren bij betrokken zijn. Denk bijvoorbeeld aan Landbouwdag.

Een evenementenvergunning kan onder andere geweigerd worden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

Een evenementenvergunning kan niet geweigerd worden op grond van dierenwelzijn.

De gemeente kan dus in haar Apv dierenwelzijn niet als weigeringsgrond opnemen. In de landelijke wetgeving is dierenwelzijn namelijk “uitputtend” in de Wet dieren geregeld. Bijgaand verwijzen wij naar de link van de Wet Dieren.

Omdat de gemeente hecht aan het welzijn van dieren bij een evenement heeft zij een aantal aandachtspunten opgesteld voor evenementenorganisatoren ten behoeve van het dierenwelzijn.

De volgende aandachtspunten worden bij een vergunning meegezonden: de zorg voor voldoende water en voedsel, een goede ondergrond (bodembedekker), een ruimte waar de dieren kunnen liggen, de zorg voor voldoende afstand tussen publiek en dieren en geen plaatsing van de dieren in de nabijheid van een geluidsinstallatie of muziek. Het is zinvol om nader te verkennen of genoemde aandachtspunten aanscherping en/of uitbreiding behoeven.

Deze aandachtspunten kunnen niet als voorschriften aan de evenementenvergunning verbonden worden en daarom kan op grond van de Apv niet gehandhaafd worden.

Overige Evenementen

Bij evenementen mag de leefomgeving van dieren zo min mogelijk verstoord worden. In de Alkmaarse Apv is daartoe een aantal artikelen opgenomen. Zo bepaalt de Apv dat het verboden is zogenoemde wens- of ufo ballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. In de Apv is ook de algemene weigeringsgrond “bescherming van het milieu “opgenomen. Overlast veroorzaakt door vuurwerk valt eveneens onder de bescherming van het milieu.

Beleid: bij evenementen met dieren het dierenwelzijn te bevorderen onder meer op grond van de wettelijke kaders; daarnaast ook andere mogelijkheden ter bevordering van dierenwelzijn zoveel mogelijk te benutten en terughoudend te zijn ten aanzien van de inzet van dieren bij evenementen

Beleid: nader verkennen of aandachtspunten bij evenementen met dieren aanscherping en/of uitbreiding behoeven

2.6. Zegen of plaag: hinder door dieren

Een plaagdier is een dier met eigenschappen die door mensen als beschadigend of ongewenst wordt ervaren. Plaagdieren kunnen voor burgers hinderlijk en onhygiënisch zijn en zij kunnen een gevaar voor de volksgezondheid vormen. Daarnaast kunnen plaagdieren schade veroorzaken, zoals economische schade en afbreuk van het woongenot. De kanttekening hierbij is dat een dier in de ene omgeving als hinderlijk wordt gezien, terwijl het in een andere omgeving als nuttig wordt beschouwd.

Hinder door dieren

Er zijn dieren die hinder kunnen veroorzaken zoals ratten, muizen, wespen en kakkerlakken.

Sinds enige tijd wordt ook overlast ervaren van eikenprocessierups, rivierkreeften en halsbandparkieten. Aan meeuwen wordt hieronder apart aandacht besteed.

De gemeente heeft een wettelijke plicht om plaagdieren die een bedreiging voor de volksgezondheid en -veiligheid vormen te weren en te bestrijden.

Hinder door plaagdieren wordt altijd bestreden, waarbij dit zoveel als mogelijk op natuur- en diervriendelijke wijze gebeurt met ook voldoende aandacht voor natuur- en diervriendelijke preventie. Daartoe volgt de gemeente nauwlettend de landelijke ontwikkelingen.

De dierplaagbestrijdingsdienst adviseert Stadswerk 072 bij het aanpakken van plaagdieren.

Hinder door plaagdieren neemt toe, waarbij vooral de meldingen over ratten toenemen. Tegelijkertijd is het niet meer mogelijk conform nieuwe wetgeving om ter bestrijding hiervan altijd gif te gebruiken.

Stadswerk beoordeelt meldingen van hinder echter met het oogmerk: als de gezondheid dan wel de openbare veiligheid in gevaar is of dreigt dan wordt er ingegrepen. Bij de bestrijding maakt Stadswerk onderscheid tussen dierplaagbestrijding binnenshuis en buitenshuis. Binnenshuis gaat het vooral om kakkerlakken, oven- en zilvervisjes en voorraadinsecten. De gemeente heeft dan geen wettelijke rol en particulieren dienen dan zelf een dierplaagbestrijder in te schakelen. Daarnaast is er dierplaagbestrijding buitenshuis. Dan gaat het vooral om ratten, muizen, wespen en de eikenprocessierups. Hiervoor wordt veelal een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld. Op landelijk niveau worden methoden gezocht om via biodiversiteit en natuurlijke vijanden de eikenprocessierups te bestrijden. Alkmaar blijft onder andere via het landelijke kennisplatform eikenprocessierups op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.

Meeuwenhinder

In Alkmaar wordt, net als in andere gemeenten, hinder ervaren van meeuwen zowel in woongebieden, werkgebieden (bedrijventerreinen) als recreatiegebieden (binnenstad/Waagplein). Tegelijkertijd zijn meeuwen beschermde diersoorten en is het niet mogelijk daar zonder ontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming tegen op te treden. Zonder ontheffing mogen namelijk geen eieren van meeuwen met maisolie behandeld om te voorkomen dat kuikens levensvatbaar worden. De gemeente doet er alles aan om de hinder beheersbaar te houden. Dat gebeurt langs drie sporen: aanvraag (onderzoeks)ontheffing, bewustwording en communicatie en nader onderzoek naar de mogelijkheden van gedoogzone(s).

(Onderzoeks)ontheffing

De gemeenten Leiden, Haarlem en Alkmaar hebben vanaf 2017 een onderzoeksontheffing op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) gekregen van de Staatssecretaris van Economische Zaken. Deze ontheffing is geëindigd op 30 januari 2020.

Uit de eindrapportage inzake de onderzoeksontheffing op grond van de Wet natuurbescherming komen samengevat de volgende conclusies naar voren:

  • het uitvoeren van nestbeheer heeft op zijn minst een lokaal positief effect;

  • verjaagmethodes op basis van apparatuur en schrikmethodes hebben geen meetbaar effect op broedende meeuwen en slechts een minimaal positief effect bij foeragerende meeuwen;

  • de combinatie van preventieve maatregelen en nestbeheer heeft op zijn minst een lokaal positief effect;

  • geïnterviewde bewoners uit Haarlem, Alkmaar en Leiden, geven vooral een “goed” en “matig” effect aan inzake de effectiviteit van de maatregelen;

  • uit de enquête onder bewoners in Alkmaar naar uitgevoerd nestbeheer komt naar voren dat grotendeels een positief effect en in beperktere mate een matig effect wordt ondervonden;

  • burgers en bedrijven blijven overlast ondervinden van meeuwen. Om lokaal een maximaal pakket van maatregelen toe te kunnen passen is een nieuwe ontheffing essentieel. Bestaande preventieve maatregelen kunnen dan maximaal worden ondersteund met methodes zoals nestbeheer.

Omdat het verkrijgen van een nieuwe (onderzoeks)ontheffing voor het broedseizoen 2021 geen eenvoudige taak is, is nader ecologisch onderzoek van belang c.q. nodig. Om de slagingskans voor een ontheffing te vergroten, werkt de gemeente samen de gemeenten Den Haag, Rotterdam, Leiden, Katwijk, Haarlem en Zandvoort.

Bewustwording en communicatie

Er zal voorlichting gegeven (blijven) worden vanuit de gemeente en Stadswerk072. Een belangrijk aspect bij de voorlichting is dat de meeuwen niet uit de stad zullen verdwijnen, maar dat er maatregelen genomen kunnen worden om de hinder te verminderen. Zowel door de gemeente als door de burgers. Zo heeft de gemeente ondergrondse containers geplaatst. Hierdoor wordt het voedselaanbod voorkomen of beperkt. Aan inwoners wordt geadviseerd meeuwen niet te voeren. Dat proberen wij door middel van posters, folders en andere communicatiemiddelen duidelijk te maken. Er zullen borden en folders beschikbaar komen voor scholen en ondernemingen in de binnenstad, die hinder ondervinden. Ook zal er aandacht worden besteed aan voorlichting op scholen.

Daarnaast wordt gecommuniceerd om meldingen van hinder van meeuwen op de website van Stadswerk 072 te doen. Deze meldingen kunnen wij ook gebruiken bij de aanvraag om een ontheffing.

Gedoogzone(s)

De gemeente wil ook nader onderzoeken of de meeuwenhinder beperkt kan worden door zogenaamde gedoogzone(s) voor meeuwen.

Beleid: hinder door plaagdieren wordt altijd bestreden, waarbij dit zoveel als mogelijk op natuurvriendelijke wijze gebeurt

Beleid: uitvoering meersporenbeleid meeuwenhinder

3. Educatie en communicatie

Aan de basis van een goede en respectvolle omgang met dieren staat uiteraard het gedrag van mensen. Door het bevorderen van kennis over dieren wordt gedrag gestimuleerd dat ten goede komt aan het welzijn van dieren.

De Coördinatie van milieu- en natuureducatie en bijbehorende diensten binnen Alkmaar is uitbesteed aan de Stichting Hortus/Natuurgids Alkmaar.

Onder deze coördinerende rol vallen onder andere het samenbrengen van het totale aanbod van natuurorganisaties, vervulling van een platformfunctie voor milieu- en natuureducatie, het stimuleren van natuuractiviteiten en -educatie van met name scholen en inwoners van Alkmaar. Bij het aanbod en de vervulling van een platformfunctie wordt onder andere gebruik gemaakt van een toegankelijke en gebruiksvriendelijke website.

Op grond van de subsidieregeling Groen en Dieren(welzijn) kan subsidie aangevraagd worden voor dierenwelzijnseducatie.

Communicatie

Wat betreft communicatie zijn er twee doelen:

  • 1.

    Het informeren van scholen en bewoners van Alkmaar over dierenwelzijn. Dit doel voeren wij uit door informatie uit te dragen in samenspraak met de Stichting Hortus/Natuurgids over dierenwelzijnsbeleid. Ook zullen wij relevante informatie in een nieuwsbrief publiceren op de website.

  • 2.

    Het actief overleggen en communiceren met de partners in Alkmaar en de regio over alle zaken die het dierenwelzijn betreffen. Dit punt voeren wij uit door het voeren van regionaal overleg en door een periodiek overleg met partners/stakeholders in te stellen binnen de gemeente Alkmaar.

Ondertekening

Alkmaar, 26-11-2020

De raad voornoemd,

E.G.M. Roemer, voorzitter

L. Blaauw, griffier

Bijlage I. Wet- en regelgeving

Onderstaand staat een samenvatting van de wet- en regelgeving voor dieren, waar de gemeente mee te maken kan krijgen. Dit overzicht is bedoeld ter informatie in relatie tot de nota.

Landelijke wet- en regelgeving

Wet dieren

De Wet dieren is de belangrijkste wet met betrekking tot gehouden dieren (onder andere gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren).

Deze wet gaat uit van de intrinsieke waarde van dieren. Dat houdt in dat dieren met respect behandeld moeten worden en dat dieren niet nodeloos in hun welzijn mogen worden benadeeld. Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven zoals dat door het dier wordt ervaren.

In artikel 1.4 van de Wet dieren is een algemene zorgplicht opgenomen. Uit de Memorie van Toelichting ten aanzien van dat artikel komt de specifieke verantwoordelijkheid naar voren van de mens voor de door hem gedomesticeerde dieren. De zorgplicht voor dieren geldt voor eenieder. Eenieder dient het welzijn, de gezondheid, de eigenheid en de integriteit van het dier in acht te nemen. In de wet wordt aangegeven dat dit artikel op een nader te bepalen tijdstip in werking treedt. Dat houdt in dat het artikel nu nog geen juridische geldig heeft. In de praktijk wordt veelvuldig aan de zorgplicht gerefereerd.

In artikel 2.1. van de Wet dieren wordt dierenmishandeling verboden. In het artikel wordt aangegeven dat het verboden is om zonder redelijk doel bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. Ook dient eenieder aan een hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen.

Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) op basis van de Wet dieren zijn:

  • Besluit houders van Dieren: in dit besluit staan algemene regels voor onder andere het houden van zowel gezelschapsdieren als landbouwdieren, het doden van dieren, dierenmishandeling en circussen en andere optredens met dieren;

  • Besluit diergeneeskundigen: in dit besluit staan onder andere regels over lichamelijke ingrepen die zijn toegestaan bij dieren.

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming is de belangrijkste wet voor de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, het behoud van de vogelstand en de bescherming van bedreigde dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefomgeving. Verschillende bepalingen uit deze wet zijn het gevolg van afspraken op internationaal niveau zoals de Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora (CITES) het verdrag dat de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten reguleert en indien nodig verbiedt.

De Wet natuurbescherming (Wnb) stelt onder meer regels over:

  • de bescherming van soorten, in overeenstemming met de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn;

  • schadebestrijding, overlastbestrijding en faunabeheer;

  • de jacht op dieren;

  • de zorgplicht voor eenieder (artikel 1.11, eerste lid, Wnb), voor in het wild levende dieren en planten.

Burgerlijk Wetboek

Artikel 5:8, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) gaat over de gemeentelijke dierenopvang.

De burgemeester heeft op grond van dit artikel een wettelijke plicht om een gevonden dier (een zwerfdier), met een vermeende eigenaar, gedurende 14 dagen voor de eigenaar te bewaren. Na deze periode is de burgemeester bevoegd om het dier, zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Bij de uitleg van genoemd artikel gaat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ervan uit dat het begrip “dier” alleen ziet op gedomesticeerde dieren en dat (ver)wilde(rde) dieren hier niet onder vallen. 1

Algemene wet bestuursrecht

Deze wet regelt de opvang van dieren (door de gemeente, maximaal 13 weken) als dieren gedwongen moeten worden opgevangen (bijvoorbeeld bij huisuitzettingen, detenties of vanwege gezondheidsrisico’s).

Wet Veiligheidsregio’s

Volgens artikel 2 van de Wet Veiligheidsregio’s is het college van burgemeester en wethouders belast met organiseren van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. De burgemeester heeft het opperbevel over de brandweer. Volgens artikel 3, eerste lid, onderdeel b van de Wet Veiligheidsrisico’s moet de brandweer bij haar taken zorgen voor de veiligheid van mens én dier.

Wet publieke gezondheid

De gemeente heeft een wettelijke plicht om plaagdieren die een bedreiging voor de volksgezondheid en -veiligheid vormen, (preventief) te weren en in ernstige gevallen te bestrijden

Provinciale wet- en regelgeving

Provinciale Ruimtelijke Verordening en andere verordeningen

In de Provinciale Ruimtelijke Verordening worden onder meer regels gesteld voor het landelijk gebied en de groene ruimte.

Daarnaast voert de provincie verordeningen uit met betrekking tot Faunabeheer, beheer en schadebestrijding en met betrekking tot de jacht op dieren.

Uitvoering Wet natuurbescherming

De provincie is op grond van de Wnb bevoegd om ontheffingen en vrijstellingen onder voorwaarden te verlenen van verboden gedragingen in de wet. Ook kan zij vrijstellingen en ontheffingen verlenen in verband met faunabeheer aan bijvoorbeeld jachthouders en terreinbeheerders.

Gemeentelijke wet- en regeling

Ruimtelijke ordening/omgevingsrecht

Via de ruimtelijke ordening/omgevingsrecht regelt de gemeente de inrichting van de gemeente; belangrijk voor dit onderwerp is dan de vergunningverlening voor bijvoorbeeld uitbreidingen of het bouwen van stallen, of bijvoorbeeld de bouw van een dierenasiel. Ook bij ruimtelijke ingrepen zal de gemeente moeten toetsen of er mogelijk nadelige consequenties voor beschermde inheemse diersoorten zijn.

Algemene plaatselijke verordening

De Algemene plaatselijke verordening (Apv) is een belangrijke verordening in Alkmaar. Dat wordt niet alleen bepaald door de relatief grote omvang en het grote aantal verschillende onderwerpen, die erin worden geregeld maar ook door het belang van die onderwerpen voor onder andere de openbare orde, de openbare veiligheid in de gemeente, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu, het woon- en leefklimaat, het toezicht op de voor publiek toegankelijke gebouwen, het gebruik van de openbare buitenruimte en de leefomgeving in het algemeen.

Daarbij kan gedacht worden aan regelgeving met betrekking tot evenementen, loslopende en gevaarlijke honden.

Evenementen

Voor evenementen dient op grond van artikel 2:15 van de Apv een vergunning aangevraagd te worden, tenzij het een bepaalde categorie evenementen betreft.

Voor een evenement met dieren dient ook een vergunning aangevraagd te worden. De weigeringsgronden voor een vergunning zijn onder andere de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Er staat geen weigeringsgrond in de Apv voor dierenwelzijn. Omdat in de Wet dieren het dierenwelzijn ”uitputtend” is geregeld, heeft de gemeente daarom geen mogelijkheid om dierenwelzijn als weigeringsgrond in haar Apv op te nemen.

Honden (aanlijnplicht en losloop- en verbodsgebieden)

In artikel 2:49 van de Apv wordt aangegeven dat een hond binnen de bebouwde kom op de weg aangelijnd dient te zijn. Ook zijn kinderspeelplaatsen, zandbakken of speelweide of andere door het college aangewezen plaatsen verboden voor honden.

Op grond van artikel 2:49 Apv kan het college van burgemeester en wethouders een aanwijzingsbesluit vaststellen waarin wordt aangegeven waar honden mogen loslopen en waar het verboden is voor honden.

Gevaarlijke honden

De gemeente Alkmaar heeft artikel 2.51 Gevaarlijke honden opgenomen in haar Apv. Bij hinderlijk of gevaarlijk gedrag van een hond kan de burgemeester de eigenaar of houder van de hond een aanlijngebod of een aanlijn en een muilkorf gebod opleggen. De hond dient te zijn voorzien van een microchip.

De burgemeester heeft ook de bevoegdheid tot ingrijpen bij een gevaarlijke hond als aantasting van de openbare orde en veiligheid plaatsvindt (artikel 172 Gemeentewet).

In het Wetboek van Strafrecht (WvSr) zijn ook regels gesteld voor gevaarlijke honden. Als je in het bezit bent van een gevaarlijke hond dien je te zorgen dat deze geen mensen aanvalt en schade veroorzaakt (artikel 425 WvSr). Als dat wel gebeurt, kan de hond in beslag worden genomen door het Openbaar Ministerie of de politie (artikel 94 Wetboek van Strafvordering (WvS).

Bijlage II. Financiën

Indicatieve begroting 2021

Bijdrage dierenambulance

45.080

Bijdragen dierenopvang

118.985

Dierenkliniek

1.131

Diverse bijdragen

895

Meeuwenoverlast

53.715

Keurmerk kinderboerderijen

7.711

Educatie en communicatie

6.270

Hondenbeleid

214.908

 
 

Totaal

448.695

Bijlage III. Samenvatting Inspraakreacties

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage IV. Lijst van partners/stakeholders

Educatie

Stichting Hortus Alkmaar info@hortusalkmaar.nl

Natuurgids Alkmaar info@natuurgidsalkmaar.nl

Mec Alkmaar Natuuronderwijs mec@alkmaarnatuuronderwijs.nl

Stichting NME Alkmaar info@nmealkmaar.nl

IVN Noord-Kennemerland secretaris@ivnnkl.net

Kinderboerderijen

Wijkboerderij Alkmaar info@wijkboerderijalkmaar.nl

St. Kinderboerderij de Rekerhout kbderekerhout@gmail.com

Stadsboerderij de Hout kstadsboerderij@alkmaar.nl

Kinderboerderij De Kleine Artis dekleineartisderijp@gmail.com

Natuur en belangenverenigingen

Stichting Animo animo@animo-alkmaar.nl

Vereniging Voelwerkgroep Alkmaar e.o. https://vwg-alkmaar.nl

LTO Noord info@ltonoord.nl

Hengelsportvereniging Alkmaar info@hsvalkmaar.nl

Viscollege De Hengelaar De Rijp viscollegedehengelaar@gmail.com

Bijenstal Achtergeest bijenstal.achtergeest@gmail.com

Hoogheemraadschap Hollands-NoorderKwartier info@hhnk.nl

Staatsbosbeheer info@staatsbosbeheer.nl

Landschap Noord-Holland info@landschapnoordholland.nl

Agrarische Natuurvereniging Water,

Land & Dijken info@waterlandendijken.nl

Stichting Oudorperhout administratie@stichtingoudorperhout.nl

Geestmerambacht info@geestmerambacht.nl

Opvang en vervoer

Dierenbescherming/Diertehuis Alkmaar/

Purmerend info.regionoordwest@dierenbescherming.nl

Knaagdierencentrum IJmuiden info.regionoordwest@dierenbescherming.nl

Wildopvang Krommenie info.regionoordwest@dierenbescherming.nl

Stichting Dierenambulance info.regionoordwest@dierenbescherming.nl

Stichting Zwerfdier info@stichtingzwerfdier.nl


Noot
1

Raad voor Dierenaangelegenheden, 4 oktober 2019. Staat van het dier. Beschouwingen en opinies over de verschuivende relatie tussen mens en dier in Nederland. Schukken, Y.H., van Trijp, J.C.M., van Alphen, J.J.M. en H. Hopster; pag. 20.

Noot
1

Brief VNG d.d. 12 juni 2003.