Regeling vervallen per 16-05-2017

Beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ

Geldend van 05-03-2013 t/m 15-05-2017

Intitulé

Beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2465

Nr. 9

Collegebesluit van dinsdag 26 februari 2013, houdende vaststelling van de

Beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ.

Artikel 1. Begrippen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Toepassing waarschuwing

  • 1.

    Wanneer een schending van de inlichtingenverplichting niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekken van uitkering wordt geen boete opgelegd maar volstaan met een schriftelijke waarschuwing.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 wordt wel een boete opgelegd als:

    • a.

      er een gegrond vermoeden is dat de uitkeringsgerechtigde zijn inlichtingenverplichting

      opzettelijk niet of niet behoorlijk is nagekomen;

    • b.

      het niet nakomen van de inlichtingenverplichting plaatsvindt binnen twee jaar nadat

      eerder een waarschuwing of een boete is gegeven op grond van het niet nakomen van

      de inlichtingenverplichting op grond van de WWB, de IOAW of de IOAZ.

Artikel 3. Verminderde verwijtbaarheid

1.Het boetebedrag wordt in beginsel met 50% verlaagd als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid.

  • 2.

    Van verminderde verwijtbaarheid is in ieder geval sprake als:

    • a.

      de betrokkene verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid

      brachten om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt;

    • b.

      de betrokkene verkeerde in een zodanige geestelijke toestand dat hem de overtreding niet volledig valt aan te rekenen, of

    • c.

      de betrokkene heeft wel inlichtingen verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is

      geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.

Artikel 4. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: ‘Beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ’.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking een dag na publicatie.

Burgemeester en wethouders van Almelo

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ

Algemeen

Op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) dient het college sinds 1 januari 2013 boetes op te leggen als er sprake is van schending van de inlichtingenverplichting. Voor deze datum moest een schending van de inlichtingenverplichting, net als het niet voldoen aan andere verplichtingen, worden bestraft met verlaging van de uitkering. Het opleggen van een boete is een verplichting.

Wel bestaat er beleidsvrijheid als het gaat om het eventueel afzien van een boete, wanneer de inlichtingenplicht wel is geschonden maar er als gevolg van deze schending niet ten onrechte uitkering is verstrekt. Ook bestaat er beleidsvrijheid betreffende het verlagen van de boete als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Met deze beleidsregel geeft het college invulling aan deze beleidsvrijheid.

Toelichting per artikel

Artikel 1: Begripsbepaling

Geen toelichting benodigd.

Artikel 2: Toepassing waarschuwing

Gekozen is om in principe geen boete op te leggen als er als gevolg van het schenden van de inlichtingenplicht niet ten onrechte uitkering is verstrekt. De uitzonderingen zijn als er duidelijke aanwijzingen van opzet zijn en als er sprake is van een herhaling binnen twee jaar na een eerder boetoplegging of waarschuwing. Overigens is de uitzondering van de herhaling binnen twee jaar na een eerdere waarschuwing ook opgenomen in de wet. In deze beleidsregel is de laatste uitzondering niet alleen van toepassing bij een eerdere waarschuwing maar ook bij een boeteoplegging. Immers ook bij een boeteoplegging mag men betrokkenen achten gewaarschuwd te zijn aangaande de gevolgen van toekomstig gedrag.

Artikel 3: Verminderde verwijtbaarheid

Hoewel gradaties in verwijtbaarheid zijn te onderscheiden, is in deze beleidsregel gekozen voor één categorie verminderd verwijtbaar: een verlaging van het boetebedrag met 50%. Het UWV hanteert in de ‘Beleidsregel Boete werknemer 2010’ hetzelfde percentage voor het verlagen van boetes bij verminderde verwijtbaarheid.

Qua benoemde situaties waarin sprake is van verminderde verwijtbaarheid is besloten te blijven bij de situaties zoals deze worden genoemd in artikel 2a (Criteria verminderde verwijtbaarheid) van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten. Dit omdat het erg moeilijk is van te voren specifieke situaties te benoemen waarin sprake is van verminderde verwijtbaarheid. In de situaties waarin deze beleidsregel niet voorziet blijft maatwerk mogelijk.

Artikel 4: Citeertitel

Geen toelichting benodigd.

Artikel 5: Inwerkingtreding

Geen toelichting benodigd.