Regeling vervallen per 01-07-2014

Verordening voorzieningen raadsleden 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 30-06-2014

Intitulé

Verordening voorzieningen raadsleden 2008

Geldende tekst

regelingnummer: 2324

Nr. 3

Raadsbesluit van 12 februari 2008, houdende vaststelling van de Verordening voorzieningen raadsleden 2008.

De Raad der Gemeente Almelo ;

gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

gelezen het voorstel van het Raadspresidium d.d.

besluit :

de Verordening voorzieningen raadsleden 2008 vast te stellen.

Gemeenteblad van Almelo

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • b.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • c.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • d.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • e.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, toegekend die gelijk is aan het bedrag vermeld in artikel 2 eerste lid van het Rechtspositiebesluit, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2 derde lid, van het Rechtspositiebesluit, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f,van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen op het door het raadslid opgegeven (privé)rekeningnummer.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad, een raadscommissie dan wel het raadspresidium vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • -

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reiskosten;

    • -

      bij gebruik van een eigen motorvoertuig: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten waarbij het bedrag van de kosten van openbaar vervoer niet worden overschreden.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen als bedoeld in artikel 5 buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het

gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor

rekening van de gemeente.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een laptop met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.

  • 2. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloop

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10 Fietsregeling

1.Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.

Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding in het jaar van aanschaf verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

2.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

1.In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na

toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

2.In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en

onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 14 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2.

    De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid

In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. De hoogte van de vergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. Wel is in het Rechtspositiebesluit het maximale bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden aangegeven.

In artikel 2 is de hoogte van de vergoeding bepaald op het maximale bedrag, zoals in 1989 door uw Raad besloten.

Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig.

De vergoeding wordt gestort op het door het raadslid opgegeven rekeningnummer. Geen medewerking wordt verleend aan een akte van cessie.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

Hierin is de vaste vergoeding geregeld voor aan het raadslidmaatschap verbonden kosten. De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten:

  • -

    representatie

  • -

    vakliteratuur

  • -

    contributies, lidmaatschappen

  • -

    telefoonkosten

  • -

    bureaukosten, porti

  • -

    zakelijke giften

  • -

    bijdrage aan fractiekosten

  • -

    ontvangsten thuis

  • -

    excursies.

De vaste kostenvergoeding kan sinds 1 januari 2001 niet meer onbelast worden verstrekt. Om netto het bedrag van de vaste kostenvergoeding gelijk te houden is het bedrag gebruteerd tegen het daarvoor vastgestelde belastingtarief (52% peil 2007).

Deze brutering heeft echter geen betrekking op raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelasting regime. Voor hen blijven de aftrekmogelijkheden van de werkelijk gemaakte kosten op het resultaat uit onderneming bestaan. Zij ontvangen de vaste kostenvergoeding zonder de brutering.

Voorzover zij de uitgaven daaruit kunnen onderbouwen, blijft de raadsvergoeding onbelast. Wat niet kan worden aangetoond, zal alsnog worden belast bij de aangifte Inkomstenbelasting.

De hoogte van de kostenvergoeding is vastgesteld op het maximale bedrag als genoemd in de Rechtspositiebesluiten voor wethouders en raadsleden.

Het bedrag van de kostenvergoeding is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig.

Artikel 5 Reiskosten

Artikel 97 van de Gemeentewet voorziet voor raadsleden in een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van de gemeenteraad, een raadscommissie dan wel het raadspresidium. Hierbij kan gedacht worden aan het bv. op grond van een raadsbesluit als vertegenwoordiger van de Raad aanwezig zijn bij bv. Euregio.

Het als raadslid, op eigen initiatief, ondernemen van diverse reizen om voor besluitvorming informatie te vergaren, valt hier niet onder. Een uitdrukkelijk besluit dat de reis dient te worden gemaakt is hiervoor vereist.

Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor de loonbelasting geldt dat de verstrekte vergoedingen bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord. De reiskosten kunnen binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten worden opgevoerd.

Vergoed kunnen worden de kosten van openbaar vervoer of bij gebruik van eigen vervoermiddelen de redelijk gemaakte kosten met de kosten van openbaar vervoer als maximumbedrag.

Artikelen 7 Cursus, congres, seminar of symposium

Deze voorziening is in de bedrijfsvoering gebracht en de kosten komen rechtstreeks voor rekening van de gemeente. Zij zijn in verband hiermee uit de vaste kostenvergoeding gehaald. Het betreft hier cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

De nadere voorwaarden zijn geregeld in de bruikleenovereenkomst die het raadslid met de gemeente sluit.

De grondslag voor deze faciliteit is te vinden in de rechtspositiebesluiten voor wethouders en raads- en

commissieleden.

Sinds 2005 kan een computer met bijbehorende apparatuur en software alleen onbelast worden vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld indien deze geheel of nagenoeg geheel zakelijk wordt gebruikt. In de Nota naar aanleiding van het verslag (Tweede-Kamerstuk 29 767, nr. 14, blz. 22) wordt hierover het volgende opgemerkt:

‘Er is juist omwille van de eenvoud gekozen voor het criterium geheel of nagenoeg geheel. Op deze wijze blijven computers die louter zakelijk worden gebruikt buiten de heffing. Het aanvullende criterium 'nagenoeg geheel' zorgt ervoor dat de werkgever bij zeer incidenteel privé-gebruik niet meteen de gehele computer in de heffing hoeft te betrekken. De werkgever dient aannemelijk te maken dat de computer geheel (of nagenoeg geheel) zakelijk wordt gebruikt om deze onbelast te kunnen vergoeden, verstrekken of ter beschikking te stellen. Hierbij geldt de vrije bewijsleer. In dit kader kan bijvoorbeeld worden gedacht aan situaties waarin technische voorzieningen zijn aangebracht aan de computer die privé-gebruik als zodanig bemoeilijken, de werknemer via de computer toegang heeft tot het intranet van de werkgever, hij via de computer geen vrije internettoegang heeft, er op de computer geen software anders dan bedrijfsmatige software op staat, de werknemer ook niet de mogelijkheid heeft er software op te zetten en hij geen eigen randapparatuur kan aansluiten.’

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloop

Raadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap kunnen deelnemen aan de spaarloonregeling dan wel aan de levensloopregeling. Een combinatie van beide is niet toegestaan.

Het gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale faciliteit.

Het is niet mogelijk een “werkgeversbijdrage” te verstrekken.

Het levensloopsaldo kan niet omgezet worden in verlof, omdat raadsleden in hun politieke functie geen verlof kennen. Het saldo valt bij beëindiging van het ambt vrij en kan worden meegenomen naar een

andere levensloopregeling.

Artikel 10 Fietsregeling

Raadsleden die gekozen hebben voor het fictieve werknemerschap kunnen deelnemen aan de fietsregeling. Het gaat hier niet om een rechtspositionele aangelegenheid maar om een fiscale faciliteit. Het is niet mogelijk een ‘werkgeversbijdrage’ te verstrekken.

Afhankelijk van de kostprijs (cataloguswaarde) van de fiets bedraagt de vermindering ten hoogste het bedrag dat in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is vastgelegd.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

In de motie Slob (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 VII, nr. 21) is aangegeven dat de gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Om deze reden moeten drempels om raadslid te worden of te blijven, worden weggenomen.

In WAO en WIA geldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet, dit in de regel zal leiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit omdat een dergelijke uitkering is bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid ontstane verlies aan verdienvermogen te vergoeden.

Voor raadsleden kan dit ertoe leiden dat een geringe verhoging van het inkomen door een raadsvergoeding een grote teruggang betekent voor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van de anticumulatie regeling.

Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van een raadszetel of bij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden.

Op grond van artikel 12 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt hiervoor in dit artikel een voorziening getroffen.

Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de anticumulatie regeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijke

arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

Artikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat iemand een

werkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden aanvangt, de WW- uitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt gewerkt. Het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel kent een soortgelijke bepaling.

De hoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Indien daarom iemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het aantal uren dat het UWV voor het raads- lidmaatschap in aanmerking neemt.

Indien deze verlaging van de WW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een negatief inkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt gemeenten de mogelijkheid dit nadeel te compenseren wat in artikel 12 is geregeld.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

In artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de gemeenteraad bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen door het langstzittende raadslid. De gemeenteraad kan ook een ander raadslid met de waarneming van het voorzitterschap belasten.

In overeenstemming met het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is in dit artikel 13 geregeld dat bij een onafgebroken waarneming van meer dan 30 dagen het betreffende raadslid over de tijd van waarneming recht heeft op een toeslag van 8% van de vergoeding voor de werkzaamheden en van de

vaste onkostenvergoeding.

Artikel 14 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

Raadsleden kunnen tijdelijk worden vervangen wegens zwangerschap en bevalling dan wel wegens

langdurige ziekte. De regeling daarvan is opgenomen in de Kieswet, omdat het te vervangen raadslid tijdelijk ontslagen wordt. In de vacature wordt voorzien door de tijdelijke benoeming van de vervanger overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet. Er is steeds sprake van een vaste periode van 16 weken. Door zowel het tijdelijke ontslag, de tijdelijke benoeming en de vaste periode van vervanging is het niet nodig dat tussen beiden een afspraak wordt gemaakt over de duur van de vervanging. Het is hierdoor ook niet mogelijk weer binnen de termijn van 16 weken het raadslidmaatschap te hervatten. Evenmin is het mogelijk de vervanging nog even voort te laten duren, tenzij opnieuw een verzoek wordt gedaan voor een tijdelijk ontslag. Bij inwilliging van dat verzoek, is opnieuw sprake van een periode van 16 weken.

In de artikelen X10, X11 en X12 van de Kieswet zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan voor een vervanging, de datum van ingang en beëindiging van de vervanging. De verklaring van een verloskundige dan wel behandelend arts is bepalend voor de aanvang van de vervanging. De benoeming van de vervanger kan later plaatsvinden, maar wijzigt het tijdstip van het einde van het tijdelijke ontslag niet. De feitelijke vervanging kan daardoor korter zijn dan 16 weken. Na afloop van de termijn van 16 weken wordt zonder enig verzoek of besluit de oude situatie hersteld. Dat geldt zowel voor de hervatting van het raadslidmaatschap, het einde van het tijdelijke raads-lidmaatschap als de rechtspositionele aspecten daarvan.

Hoofdstuk III Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden, vastgesteld door de Raad op 15 december 1989 wordt ingetrokken

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2008.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen raadsleden 2008.

Gedaan ter openbare vergadering van 12 februari 2008

de griffier, de voorzitter,