Regeling vervallen per 15-06-2011

Verordening leerlingenvervoer gemeente Almelo

Geldend van 01-08-2003 t/m 14-06-2011

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Almelo

Gemeenteblad van Almelo

Jaargang 2003

regelingnummer: 2147

Nr. 15

Raadsbesluit van 5 juli 2001, gewijzigd bij besluit van 30 juni 2003, houdende vaststelling van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Almelo.

  • 1.

    de verordening leerlingenvervoer 1 augustus 2002 met ingang van 1 augustus 2003 in te trekken;

  • 2.

    vast te stellen de volgende verordening

Leerlingenvervoer Gemeente Almelo:

TITEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495); of

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de Expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512)

    • -

      een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a:

  • d.

    woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

  • e.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • f.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van de leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)bus, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school:

    • -

      voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college , vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • n.

    Commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de wet op de Experticesentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • o.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerlingen zo nodig diens begeleider;

    • -

      de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • -

      aanbieden van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

  • p.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc: orthopedagogisch en –didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • u.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen, op aanvraag, een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening;

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangen zij dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een bekostiging vervallen;

  • 3. Het college kan, in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen, het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen volgens het bepaalde in deze verordening;

  • 4. Onder een bekostiging van de vervoerskosten wordt in deze verordening tevens begrepen een toekenning van vervoer, als bedoeld in het tweede lid;

  • 5. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen;

  • 6. Indien de leerling meerderjarig en handelsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Een bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats van de leerling en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer met betrekking tot een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen;

  • 2. Indien ouders een bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een bekostiging naar deze school, als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs, dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichter bij de woning zijn gelegen;

  • 3. Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt, geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij de toekenning van een bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor een bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens;

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend;

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken;

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens;

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste 4 weken verdagen. Zij stellen de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt toegewezen niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Verplichting tot overleggen gegevens

  • 1. De ouders zijn verplicht de door het college verlangde gegevens welke voor een juiste beoordeling van de aanvraag voor een bekostiging nodig zijn, te verstrekken en zo nodig door het overleggen van bewijsstukken te staven;

  • 2. Indien de ouders niet voldoen aan de in het eerste lid gestelde verplichtingen, stelt het college de ouders in de gelegenheid de verlangde gegevens binnen een termijn van 30 dagen, nadat hen dat is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren;

  • 3. Tevens zijn de ouders verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van de wijziging, binnen 14 dagen schriftelijk mede te delen aan het college;

  • 4. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de bekostiging en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe;

  • 5. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het derde lid en burgemeester en wethouders een wijziging, als bedoeld in het vierde lid, vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is genoten, vervalt de bekostiging van de vervoerskosten terstond en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe. Het college doet hiervan schriftelijk mededeling aan de ouders;

  • 6. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van een bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van een bekostiging op basis van artikel 12 is bepalende de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

Een bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 kunnen de kosten worden vergoed van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a. en de ouders met het vervoer naar die andere school instemmen.

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs;

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer

  • 1. Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt een bekostiging toe op basis van de kosten van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt;

  • 2. Het college kent aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt een bekostiging toe op basis van de kosten van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan twee kilometer bedraagt;

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11, lid 1. bedoelde bekostiging, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de leerling jonger is dan 10 jaar en door de ouders tegenover het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken;

  • 2. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11, lid 2. bedoelde bekostiging, vergoedt het college tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider in het geval door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken;

  • 3. Het college vraagt het advies van de commissie genoemd in artikel 10 en eventueel van andere deskundigen alvorens op de in het vorige lid bedoelde aanvraag te beslissen;

  • 4. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13 Indien de leerling jonger is dan 10 jaar

Als de leerling jonger is dan 10 jaar en een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt en artikel 11 van toepassing is, kunnen de ouders aanspraak maken op bekostiging van de kosten van openbaar vervoer, inclusief de kosten van het openbaar vervoer van een begeleider of, indien de ouders dit wensen, kan de leerling gebruik maken van het van gemeentewege verzorgde busvervoer.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Burgemeester en wethouders kennen een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het criterium van artikel 11 en

  • a.

    de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders is aangewezen op het openbaar vervoer onder begeleiding, doch waarvan door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug meer dan 1,5 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

  • c.

    het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 15 Vergoeding vervoerskosten

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen eveneens een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 11, lid 2, indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de lichamelijke-, pedagogisch-didactische en of sociaal-emotionele handicap van de leerling dat vereist;

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen het advies van de commissie genoemd in artikel 10 en eventueel het advies van andere deskundigen alvorens op de in het vorige lid bedoelde aanvraag te beslissen.

Artikel 16 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaan op een bekostiging van de vervoerskosten, kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren;

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland indien aanspraak zou bestaan op basis van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

  • 4.

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verleend;

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien de leerling een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 2 kilometer bedraagt;

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 18

Commissie voor de begeleiding

1.Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding te betrekken.

Artikel 19 Bekostiging van de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde bekostiging, vergoeden burgemeester en wethouders tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider in het geval door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn verstandelijke zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken;

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen het advies van de commissie voor de begeleiding of de regionale verwijzingscommissie of van andere deskundigen alvorens op de in het vorige lid bedoelde aanvraag te beslissen.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider in aanmerking.

Artikel 20 Indien de leerling jonger is dan 10 jaar

Als de leerling jonger is dan 10 jaar en een school voor speciaal onderwijs bezoekt en artikel 17 van toepassing is, kunnen de ouders aanspraak maken op bekostiging van de kosten van openbaar vervoer inclusief de kosten van het openbaar vervoer van een begeleider of, indien de ouders dit wensen, kan de leerling gebruik maken van het van gemeentewege verzorgde busvervoer.

Artikel 21 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan de criteria van artikel 17 en:

    • a.

      de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders gelet op zijn verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap niet is staat is - ook niet onder begeleiding - van het openbaar vervoer gebruik te maken; of

    • b.

      de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders is aangewezen op het openbaar vervoer onder begeleiding doch waarvan door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of andere onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of

    • c.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug meer dan 1,5 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht; of

    • d.

      het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets.

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen het advies van de commissie voor de begeleiding of de regionale verwijzingscommissie of het advies van andere deskundigen alvorens op de in het eerste lid onder a. of d. bedoelde aanvraag te beslissen.

Artikel 22 Bekostiging vervoerskosten

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen eveneens een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 17 indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de lichamelijke-, pedagogisch-didactische en/of sociaal-emotionele handicap van de leerling dat vereist;

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen het advies van de commissie voor de begeleiding alvorens op de in het vorige lid bedoelde aanvraag te beslissen.

Artikel 23 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten kunnen burgemeester en wethouders de ouders desgewenst toestaan de leerling zelf te vervoeren of te laten vervoeren. In dat geval vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer behoudens het bepaalde in het 3e lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer.

  • 2.

    Indien de ouders meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling binnenland;

  • 3.

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verleend;

  • 4.

    Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 24 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Burgemeester en wethouders vergoeden desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 25 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders vergoeden aan de ouders de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en omgekeerd, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vergoeden de kosten voor de eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin naar de woning van de ouders en omgekeerd, voorzover de vakantie voorkomt in het activiteiten plan van de school die de leerling bezoekt;

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing met uitzondering van artikel 18, artikel 19 tweede lid, artikel 21 eerste lid onder b, artikel 21 tweede lid en artikel 22.

TITEL 5 EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIëLE DRAAGKRACHT

Artikel 26 Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dat € 19.900 wordt slechts een bekostiging verleend voorzover de kosten van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan;

  • 2. Ingeval burgemeester en wethouders in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, per leerling tot een maximum van twee per gezin per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dat € 19.900-;

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijke gebruik ervan;

  • 3. Het bedrag van € 19.900,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 augustus jaarlijks door burgemeester en wethouders aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepast bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 19.900,-;

  • 4. De eigen bijdrage genoemde in lid 2 kan, desgewenst, in twee gelijke termijnen worden betaald. Burgemeester en wethouders bepalen de vervaldata;

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening wordt verstrekt.

Artikel 27 Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag;

  • 2.

    Ingeval burgemeester en wethouders in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer;

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

Inkomen in € per 1 januari 2002

Eigen bijdrage in € per 1 januari 2002

0 – 26.500

nihil

26.500 – 32.000

95

32.000 – 37.000

400

37.000 – 42.000

750

42.000 – 48.000

1.090

48.000 – 53.000

1.440

Bij € 53.000 en verder per €4.500 extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 300

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2002 jaarlijks door burgemeester en wethouders aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-;

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2002 jaarlijks door burgemeester en wethouders aangepast aan de wijziging die het consumentenprijs-indexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en worden rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-;

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

TITEL 6 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 28 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht;

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken;

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slecht de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking;

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 29 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1) Het college verstrekt bekosiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a)

      de leerling, naar oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

    • b)

      Aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 28 en de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c)

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 28 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets

  • 2) Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 30 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren;

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

  • a) een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

  • b) een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leelring tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid;

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt;

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

    TITEL 7 SLOTBEPALINGEN

    Artikel 31 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet

    In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

    Artikel 32 Afwijken van bepalingen

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding of andere deskundigen.

Artikel 33 Intrekking oude regeling

De verordening leerlingen vervoer gemeente Almelo 2002 wordt ingetrokken.

Artikel 34 Overgangsregeling

  • 1. Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001 – 2002 krachtens de wet REA een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleen auto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dan wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001 – 2002 bezocht;

  • 2. Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001 – 2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijk onderwijs of een opdc, blijft aanspraak maken op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001 – 2002 bezocht, indien de afstand van de woning naar de school meer dan 4 kilometer bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing;

  • 3. De bepalingen in titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002 – 2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002 – 2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden van toepassing.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van 6 weken na de datum van uitgifte van het gemeenteblad van Almelo waarin ze is geplaatst.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening leerlingenvervoer gemeente Almelo 2003.

Gedaan ter openbare vergadering van 30 juni 2003,

de griffier, de voorzitter,