Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Almelo 2016

Geldend van 05-04-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Almelo 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

gelet op artikel Artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, 4 van de Wet op de expertisecentra en 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs en de verordening leerlingenvervoer gemeente Almelo 2016

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Almelo 2016.

Artikel 1: Berekening afstand

Voor het berekenen van de afstand tussen school en huis baseert de gemeente zich op de kortst mogelijke, met de fiets af te leggen, route. Deze route wordt gemeten via www.routenet.nl.

Artikel 2.

De gemeente kan zelf OV-kaarten verstrekken aan de ouders van de leerlingen die gebruik maken van het OV.

Artikel 3: beoordeling passend vervoer in relatie tot handicap

De gemeente heeft de verplichting om een vergoeding voor passend vervoer aan te bieden. Uitgangspunt van de regeling is een zo voordeling mogelijke vergoeding. Als een kind – eventueel onder begeleiding – kan (brom-)fietsen, wordt een (brom-)fietsvergoeding verstrekt. Als een kind, eventueel onder begeleiding , met het openbaar vervoer kan reizen worden deze kosten vergoed. In plaats van een vergoeding voor openbaar vervoer is het mogelijk een vergoeding voor het gebruik van de eigen auto aan te bieden.

Indien ouders zelf verzoeken om kind(eren) met eigen auto te vervoeren dan is de vergoeding € 0,19 per km op basis van de Reisregeling Binnenland tenzij de OV vergoeding lager is. In dat geval wordt de OV-vergoeding verstrekt.

Als het voor een leerling niet mogelijk is, zelfs niet onder begeleiding, met de fiets of het openbaar vervoer naar school te reizen komt aangepast vervoer in aanmerking. Aangepast vervoer vindt meestal plaats in taxibusjes. Eventuele begeleiding dienen de ouders zelf te organiseren.

Per leerling moet een afweging gemaakt worden over de soort tegemoetkoming in het kader van leerlingenvervoer. Op welke

vergoeding een leerling recht heeft wordt bepaald door de medische mogelijkheden van de leerling en de infrastructurele (bv. verbindingen openbaar vervoer, fietsinfrastructuur en openbare wegen) mogelijkheden op het traject van de woning naar school en vice versa.

Indien de gemeente advies ingewonnen heeft bij onafhankelijke medische of paramedische deskundigen (afhankelijk van de problematiek betreft dit een arts of een orthopedagoog) zal zij dit advies opvolgen. Hiertoe heeft de gemeente, aansluiten bij de medische beoordeling in het kader van de WMO, afspraken gemaakt met een onafhankelijk bedrijf.

Artikel 4: Vervoer naar Schutte’s Bosschool en het Roessingh

De populatie leerlingen op het Roessingh en de Schutte’s Bosschool is een bijzondere. Bij deze kinderen is over het algemeen sprake van zware lichamelijke problematiek: Op het Roessingh zitten veel leerlingen met een lichamelijke beperking of meervoudige handicap die aangepast onderwijs en (para)medische behandeling nodig hebben. De Schutte’s Bosschool is een school voor kinderen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking die in het reguliere onderwijs of het speciale basisonderwijs niet goed geholpen kunnen worden.

Gezien de specifieke, vaak lichamelijke problematiek van de leerlingen is het aannemelijk dat het overgrote deel van deze leerlingen op vervoer met de taxibus aangewezen is en blijft.

In de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer wordt dit aspect nadrukkelijk meegewogen. Er wordt geen aanvullende verklaring van de school of van een onafhankelijk deskundige gevraagd in deze gevallen.

Artikel 5: vervoer vanuit een gezinsvervangend tehuis

In de verordening wordt ervan uit gegaan, dat leerlingen tot een bepaalde leeftijd niet in staat zijn zelfstandig te reizen. Hiervoor wordt, naast vergoeding van de vervoerskosten voor de leerling, ook een vergoeding voor de vervoerskosten van een begeleider verstrekt. Een aantal leerlingen wordt vanuit een gezinsvervangend tehuis naar school vervoerd. In het geval een leerling in een gezinsvervangend tehuis woonachtig is, zijn de mogelijkheden om begeleiding van deze leerlingen te organiseren beperkt.

Voor deze leerlingen hanteren wij, ondanks de specifieke situatie waarin deze leerlingen zich bevinden, het bepaalde in de verordening met betrekking tot de afstandsgrens. Dit betekent dat leerlingen die binnen de afstandsgrens wonen en onder begeleiding naar school kunnen reizen niet voor vergoeding in aanmerking komen. De verantwoordelijkheid voor het organiseren van de begeleiding ligt in deze gevallen bij de woonvoorziening.

Voor leerlingen in een gezinsvervangend tehuis, die wel voldoen aan het afstandscriterium, maar die op basis van hun leeftijd of handicap niet in staat zijn zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen (en hier dus begeleiding bij nodig hebben) zal in overleg met de woonvoorziening bepaald worden welke vorm van vervoer(svergoeding) verstrekt wordt. Hierbij worden de mogelijkheden die binnen het gezinsvervangend tehuis aanwezig zijn voor begeleiding van de leerling meegewogen.

Leerlingen in een gezinsvervangend tehuis die in staat worden geacht om zelfstandig met het openbaar te reizen zullen op deze basis een vergoeding in het kader van leerlingenvervoer ontvangen.

Artikel 6: vervoer naar scholen buiten Almelo

Een aantal leerlingen gaat naar scholen buiten Almelo. De reistijd met het openbaar vervoer is vaak aanzienlijk, maar binnen het bepaalde in de verordening. De gemeente Almelo kan dan ook een vergoeding voor openbaar vervoer (eventueel met begeleiding) verstrekken. De gemeente houdt bij deze scholen vast aan het bepaalde in de verordening, uitgezonderd vervoer naar het Roessingh, de Schutte’s Bosschool. Zie hiervoor artikelen 3 en 4.

Artikel 7: vervoer ivm overgang interne opname naar huis

Het betreft leerlingen die vanwege gedrags- of psychiatrische problematiek intern bij een school (gevestigd in Almelo) zijn opgenomen. Aan het einde van het begeleidingstraject keren deze leerlingen terug naar huis en gaan ze ook weer naar een andere school. Om deze overgang soepel en geleidelijk te laten verlopen wordt er voor gekozen om deze kinderen eerst een periode vanuit het opname-adres (tevens woonadres) naar de ‘nieuwe’ school te laten gaan. De leerlingen gaan dan niet meteen weer thuis wonen, omdat verondersteld wordt dat deze overgang te groot is voor de leerling. Dit betekent, dat deze leerlingen voor een aantal weken of maanden vanuit Almelo naar een verder weg gelegen school zouden worden vervoerd.

De gemeente is echter slechts verplicht om vervoer naar de dichtstbijzijnde school te vergoeden.

Dit betekent dat dit ook het uitgangspunt is bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer: Bij een dergelijke overgangssituatie wordt vervoer naar de dichtstbijzijnde school vergoed.

Artikel 8: Onvermogen begeleiding leerling op medische gronden

Als een ouder aangeeft op medische gronden een kind niet te kunnen begeleiden, dient dit altijd vergezeld te gaan van een medische verklaring, afgegeven door een medische specialist, niet zijnde de eigen huisarts.

Artikel 9: onvermogen begeleiding leerling op overige gronden

Door ouders worden vaak omstandigheden aangevoerd dit te maken hebben met het niet kunnen begeleiden van een leerling. Het gaat dan meestal om (betaalde) werkzaamheden van de ouders. Deze werkzaamheden van ouders zijn op zichzelf geen reden om tot bekostiging van aangepast vervoer over te gaan (dit is conform de jurisprudentie op het gebied van leerlingenvervoer).

Artikel 10: vervoer naar andere voorzieningen dan school

Leerlingenvervoer is bedoeld voor vervoer van huis naar school en weer terug. Dit betekent dat deze vorm van vervoersvoorziening niet kan worden gebruikt voor vervoer van leerlingen naar bijv. buitenschoolse opvang, opvang op een door ouders opgegeven opvangadres of sportvoorzieningen.

Artikel 11: inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 12: citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Almelo 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo op 29 maart 2016

de secretaris, de burgemeester,

J. Pol, J.H.M. Hermans-Vloedbeld