Reglement Naamgevingscommissie openbare ruimte Almere

1. Er is een Commissie die adviseert aan het college over de naamgeving van de openbare ruimte, de Naamgevingscommissie openbare ruimte Almere, hierna te noemen: de Commissie

2. Alvorens een besluit te nemen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening 2005, afdeling 5, Naamgeving en nummering, wint het college het advies in van de Commissie.

De Commissie brengt, indachtig de door het college vastgestelde beleidsregels, gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over:

• a.

  het vaststellen van grenzen van woonplaatsen en het daaraan toekennen van namen;

• b.

  de verdeling van de woonplaatsen in wijken en buurten en zonodig aangevuld met nummers, letters of namen;

• c.

  het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke bouwwerken.

1. De Commissie bestaat uit:

• a.

  vier inwoners van de gemeente Almere;

• b.

  een lid namens TPG Almere;

• c.

  een lid namens de hulpdiensten in Almere (brandweer, politie en GGD);

• d.

  twee leden, ambtenaren van de gemeente Almere, deskundig op het gebied van stedenbouw en / of planologie;

• e.

  een lid, ambtenaar van de gemeente Almere, met specifieke kennis van huisnummering;

• f.

  een lid, ambtenaar van de gemeente Almere, met specifieke kennis van straatnaamborden en

• g.

  een lid, ambtenaar van de gemeente Almere, deskundig op het gebied van gegevensmanagement

2. De leden worden, op voordracht van de Commissie, door het college benoemd.

3. De externe leden kunnen een door het college vast te stellen vergoeding ontvangen.

4. De commissie regelt in haar reglement van orde het aftredingsrooster van haar leden. In achtnemende dat de leden van de commissie ten hoogste twee maal voor een zittingsperiode van vier jaar benoembaar zijn. Indien daartoe, naar het oordeel van het college aanleiding bestaat, kan het college van het bepaalde in dit lid afwijken.

5. Het lid dat de hoedanigheid verliest, op grond waarvan het lid van de Commissie is, treedt op dat moment af als commissielid.

6. De externe leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de Commissie, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

1. De Commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

2. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben in de Commissie stemrecht.

1. Het college wijst één of meer ambtenaren als secretaris van de Commissie aan.

2. De secretaris is geen lid van de Commissie.

3. De secretaris dient de Commissie desgevraagd van advies.

1. De adviezen van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter.

2. De stukken van procedurele aard worden door de secretaris ondertekend.

De voorzitter is, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de Commissie, bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de Commissie.

1. De Commissie komt bijeen:

a wanneer de voorzitter dit nodig acht;

b op verzoek van het college.

2. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden minimaal een week voor de vergadering aan de leden toegezonden. De Commissie werkt zo veel mogelijk op basis van een vergaderschema.

3. 3 De Commissie vergadert slechts als ten minste de meerderheid van de zitting hebbende leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, de presentielijst hebben getekend. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen ten minste 24 uur en ten hoogste 14 dagen na de vergadering waarbij het vereiste aantal leden ontbreekt, een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

4. 4 Besluiten van de Commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter. De secretaris heeft een adviserende stem.

5. 5 De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar.

6. 6 Het advies van de Commissie aan het college bevat voor zover relevant de zienswijzen van de leden van de Commissie.

7. 7 De Commissie regelt haar werkwijze nader in een reglement van orde, welk reglement geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de Algemene Plaatselijke Verordening 2005 afdeling 5, Naamgeving en nummering en dit reglement.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter van de Commissie.

1. Dit Reglement kan worden aangehaald als ‘Reglement Naamgevingscommissie openbare ruimte Almere’.

2. Het reglement treedt in werking een dag na vaststelling door het college.

3. 3 Op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het tweede lid wordt het Reglement Naamgevingscommissie openbare ruimte Almere als vastgesteld bij collegebesluit van 24 augustus 2004 ingetrokken.