Regeling vervallen per 28-06-2016

Nadere regels tegemoetkoming verletkosten taalscholing pedagogisch medewerkers VVE 2014-2015

Geldend van 01-01-2014 t/m 27-06-2016

Nadere regels tegemoetkoming verletkosten taalscholing pedagogisch medewerkers VVE 2014-2015

Op grond van de bestuursafspraken G4/G33-Rijk inzake Effectief benutten van VVE en extra leertijd voor jonge kinderen heeft de Gemeente Almere in 2012 een uitvoeringsplan opgesteld. Onderdeel van dat plan is taalscholing van pedagogisch medewerkers (pm-ers), en een tegemoetkoming in de verletkosten van de pm-ers gedurende de uren dat zij deze scholing volgen.

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almere;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Almere, 2011;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels tegemoetkoming verletkosten taalscholing pedagogisch medewerkers VVE 2014-2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Contactuur: het onderdeel van de taalscholing waarbij een pm-er klassikaal onderwijs ontvangt van een docent van IVIO Opleidingen. Het betreft hier nadrukkelijk geen zelfstudie-uren of uren voor praktijkopdrachten.

  • c.

    Eindtoets: de eerste taaltoets, af te nemen door Mister Dutch, die plaatsvindt na het volgen van taalscholing.

  • d.

    Herkansingstoets: een tweede of derde taaltoets, af te nemen door Mister Dutch, die plaatsvindt na het volgen van taalscholing. Een pm-er kan maximaal drie toetsen, dus een eerste eindtoets en maximaal twee herkansingstoetsen, afleggen.

  • e.

    Pedagogisch medewerker: groepsleider in de kinderopvang of peuterspeelzaal, conform de CAO Kinderopvang en CAO Welzijn, die in 2013 een door de Gemeente Almere ingekochte taaltoets heeft afgelegd bij Mister Dutch, waaruit bleek dat hij/zij niet over de vereiste taalniveaus beschikt. Afgekort: pm-er;

  • f.

    Taalscholing: door de Gemeente Almere bij IVIO Opleidingen ingekochte scholing in de Nederlandse taal voor pm-ers VVE, die tot doel heeft de beheersing van de Nederlandse taal op de vereiste taalniveaus te krijgen;

  • g.

    Vereiste taalniveaus: de taalniveaus volgens de referentieniveaus van de commissie Meijerink, te weten 2F voor schrijfvaardigheid en 3F voor mondelinge en leesvaardigheid;

  • h.

    Verletkosten: kosten die de voorschoolse organisatie (peuterspeelzaalorganisatie of kinderopvangorganisatie) maakt om de pm-er die taalscholing volgt te vervangen;

  • i.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie;

  • j.

    Voorschoolse organisatie: de houder van een peuterspeelzaal en/of een kinderdagverblijf.

Artikel 2 Doel van de tegemoetkoming

1.Het college wil met deze nadere regels voorschoolse organisaties tegemoet komen in de verletkosten die zij maken voor pedagogisch medewerkers die taalscholing volgen.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. Met inachtneming van artikel 4 lid 2 bedraagt de tegemoetkoming € 17,- per contactuur taalscholing per pedagogisch medewerker.

  • 2. Dit bedrag wordt verstrekt voor het dagdeel (te weten vier uur) waarin de contacturen, zoals omschreven in lid 1, vallen.

  • 3. De tegemoetkoming is beschikbaar voor maximaal één dagdeel per week aan contacturen per pm-er. De maximale tegemoetkoming per pm-er per week bedraagt daarmee € 68,-.

  • 4. Voor pm-ers die de tweede herkansingstoets niet gehaald hebben zal de gemeente aan de voorschoolse instelling waar deze pm-er werkzaam is geen tegemoetkoming in de verletkosten verstrekken. Dit geldt voor het gehele taalscholingstraject van de betreffende pm-er en zal terugvordering van eerder verstrekte verletkosten voor deze pm-er tot gevolg hebben.

  • 5. Indien een pm-er uitvalt uit het taalscholingstraject, verstrekt de gemeente voor het gehele traject geen tegemoetkoming in de verletkosten voor de betreffende pm-er. De uitbetaalde tegemoetkoming zal worden teruggevorderd, tenzij de uitval wordt veroorzaakt door overmacht (daaronder wordt verstaan langdurige ziekte of overlijden). In dat geval verstrekt de gemeente de tegemoetkoming voor die dagdelen aan contacturen tijdens welke de betreffende pm-er taalscholing heeft gevolgd.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt het subsidieplafond voor deze Nadere regels vast op € 400.000,-.

  • 2. De verdeling van het totaal beschikbare budget over alle betrokken voorschoolse organisaties geschiedt als volgt: Aan de hand van het verwachte aantal dagdelen aan contacturen per pm-er, zoals vastgesteld door IVIO Opleidingen (berekend vanaf het moment van start van de scholing tot aan de eindtoets) wordt het totale aantal dagdelen aan contacturen per voorschoolse organisatie berekend. De voorschoolse organisatie kan voor dit totale aantal dagdelen aan contacturen subsidie aanvragen.

  • 3. Indien volgens de methode uit lid 2 het subsidieplafond overschreden wordt, geschiedt de verdeling van het beschikbare budget als volgt: Aan de hand van het verwachte aantal dagdelen aan contacturen per pm-er, zoals vastgesteld door IVIO Opleidingen, wordt een totaal aantal dagdelen aan contacturen per voorschoolse organisatie berekend. Vervolgens wordt het aandeel van dagdelen aan contacturen van een voorschoolse organisatie in het totale aantal dagdelen aan contacturen van alle voorschoolse organisaties samen berekend. Dit aandeel vormt het percentage van het totaal beschikbare gemeentelijke budget voor verletkosten waarvoor de voorschoolse organisatie in aanmerking komt.

Artikel 5 Duur van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming per pm-er wordt verstrekt voor de periode die de taalscholing van deze pm-er in beslag neemt, gerekend vanaf de start van de scholing tot het moment waarop de eindtoets wordt afgelegd. Dit betreft de eerste eindtoets die de pm-er aflegt en niet een herkansingstoets.

  • 2. Om de duur van de taalscholing per pm-er tot de eindtoets te bepalen, baseert de gemeente zich op het verwachte scholingstraject per pm-er, zoals vastgesteld door IVIO Opleidingen vóór de start van het scholingstraject.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    De voorschoolse organisatie waar (een) pm-er(s) werkzaam is/zijn die in aanmerking kom(t)(en) voor taalscholing, kan tot 1 mei 2014 een subsidieaanvraag indienen.

  • 2.

    De subsidieaanvraag kan ingediend worden zodra door IVIO Opleidingen de verwachte scholingstrajecten per pm-er, inclusief het aantal dagdelen taalscholing, bekend zijn gemaakt aan de betrokken organisaties, inclusief de Gemeente Almere.

  • 3.

    In de subsidieaanvraag van een voorschoolse organisatie staat aangegeven hoeveel dagdelen aan contacturen taalscholing nodig zijn per pm-er. Ook bevat de aanvraag een getotaliseerd overzicht van alle dagdelen aan contacturen voor alle pm-ers van de betreffende voorschoolse organisatie, die taalscholing gaan volgen. Dit totale aantal bepaalt de hoogte van de subsidieaanvraag. Het gaat hier om het totale aantal dagdelen aan contacturen taalscholing dat nodig is tot aan de eerste eindtoets.

  • 4.

    De Gemeente Almere zal zelf overzichten van dagdelen taalscholing per pm-er per voorschoolse organisatie opvragen bij IVIO Opleidingen.

  • 5.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 7 Gegevens bij de aanvraag om subsidieverlening

De aanvraag dient schriftelijk bij het college te worden ingediend en bevat:

  • 1.

    Het algemene formulier Aanvragen subsidie van de gemeente Almere voor het jaar 2014 inclusief de in dat formulier gevraagde bijlagen.

  • 2.

    Een getotaliseerd overzicht van het verwachte aantal dagdelen aan contacturen voor alle pm-ers van een voorschoolse organisatie.

Artikel 8 Situatie na de eindtoets

  • 1.

    Indien een pm-er de eerste eindtoets niet behaalt, kan hij/zij opnieuw taalscholing volgen. Als het subsidieplafond op dat moment nog niet is bereikt, zal de gemeente opnieuw een tegemoetkoming verletkosten beschikbaar stellen voor het scholingstraject per pm-er tot aan de herkansingstoets (tweede taaltoets).

  • 2.

    Indien een pm-er ook de herkansingstoets (tweede taaltoets) niet behaalt, kan hij/zij opnieuw taalscholing volgen. Als het subsidieplafond op dat moment nog niet is bereikt, zal de gemeente opnieuw een tegemoetkoming beschikbaar stellen voor het scholingstraject per pm-er tot aan de herkansingstoets (derde taaltoets).

  • 3.

    De bepaling van de hoogte van de verletkosten voor de herkansingstrajecten per voorschoolse organisatie geschiedt als volgt: Aan de hand van het verwachte aantal dagdelen aan contacturen per pm-er, zoals vastgesteld door IVIO Opleidingen (berekend vanaf het moment van start van de herkansings-taalscholing tot aan de eerstvolgende herkansingstoets) wordt het totale aantal dagdelen aan contacturen per voorschoolse organisatie berekend. De datum waarop het nog beschikbare budget voor het herkansingstraject van eerste eindtoets tot aan de tweede taaltoets wordt verdeeld is 1 september 2014.De datum waarop het nog beschikbare budget voor het herkansingstraject van tweede taaltoets tot aan de derde taaltoets wordt verdeeld is 1 december 2014.

  • 4.

    Indien volgens de methode uit lid 3 het subsidieplafond overschreden wordt, geschiedt de verdeling van het beschikbare budget als volgt: Aan de hand van het verwachte aantal dagdelen aan contacturen per pm-er, zoals vastgesteld door IVIO Opleidingen (berekend vanaf het moment van start van de herkansings-taalscholing tot aan de eerstvolgende herkansingstoets), wordt het totale aantal dagdelen aan contacturen per voorschoolse organisatie berekend. Vervolgens wordt het aandeel van dagdelen aan contacturen van een voorschoolse organisatie in het totale aantal dagdelen aan contacturen van alle voorschoolse organisaties samen berekend. Dit aandeel vormt het percentage van het totale resterende gemeentelijke budget voor verletkosten waarvoor de voorschoolse organisatie in aanmerking komt.

  • 5.

    De tegemoetkoming die uiteindelijk beschikbaar is voor een voorschoolse organisatie wordt door de gemeente verstrekt middels een aanvullende verleningsbeschikking.

  • 6.

    Indien het subsidieplafond bereikt is, is er geen tegemoetkoming meer beschikbaar.

  • 7.

    De gemeente baseert zich bij de bepaling van het aantal dagdelen aan contacturen per voorschoolse organisatie op de verwachte scholingstrajecten van start herkansingstraject tot aan de eerste herkansingstoets, dan wel de tweede herkansingstoets, die door IVIO Opleidingen aan de gemeente worden aangeleverd.

Artikel 9 Eindrapportage.

Uiterlijk 1 mei 2015 rapporteert de houder van de voorschoolse organisatie de volgende gegevens:

  • -

    het totaal aantal pm-ers dat deelgenomen heeft aan taalscholing, gerekend tot aan de derde taaltoets;

  • -

    het totaal aantal pm-ers dat is geslaagd voor de taalscholing, gerekend tot aan de derde taaltoets;

  • -

    het totaal aantal pm-ers dat is uitgevallen gedurende de taalscholing, met de reden van uitval;

  • -

    het aantal pm-ers dat de derde taaltoets niet heeft gehaald.

Op basis van deze gegevens bepaalt de gemeente of de subsidie wordt vastgesteld conform de verlening, of dat er een bedrag moet worden teruggevorderd.

Artikel 10 Reikwijdte van de nadere regels

De nadere regels zijn van toepassing op de verletkosten van pm-ers die taalscholing volgen.

Artikel 11 Duur van de nadere regels

De nadere regels gelden tot en met 31 december 2015, maar blijven van toepassing voor zover nodig voor de uitvoering ervan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking op 1 januari 2014.

Burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk A. Jorritsma - Lebbink.