Nadere regels subsidies Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

• a.

  College: Het college van burgemeester en wethouders;

• b.

  MBO: Middelbaar Beroeps Onderwijs;

• c.

  Schoolbestuur: Het bevoegd gezag van een school of een groep van scholen;

• d.

  Bedrijf: Een organisatie - met een winstoogmerk - van mensen en middelen met als doel het leveren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren;

• e.

  Instelling: Een organisatie – zonder winstoogmerk - van mensen en middelen met als doel het realiseren van een vastgelegde (maatschappelijke) taak

• f.

  Cofinanciering: Middelen - in de vorm van een bijdrage in geld of natura - die door een subsidieaanvrager worden ingezet naast subsidie ingevolge deze nadere regels ten behoeve van de realisering van een van de actielijnen.

• g.

  Kwetsbare groepen: werkzoekenden die ondersteuning behoeven bij het toegeleid worden naar werk.

• h.

  Onderwijsinstelling: een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een bekostigd regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een bekostigd kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2 Doel

Het college wil met het verstrekken van incidentele subsidies eraan bijdragen dat het onderwijs in Almere en de arbeidsmarkt beter op elkaar zijn afgestemd middels het stimuleren van de uitvoering van 3 actielijnen genoemd in artikel 6 van deze Nadere regels.

Artikel 3 Reikwijdte van de nadere regels

De nadere regels zijn van toepassing op de uitvoering van activiteiten die gericht zijn op de uitvoering van het raadsbesluit Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt 2015.

Artikel 4 Citeertitel

De nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels subsidies Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt 2015’.

Artikel 5 Inwerkingtreding en duur van de andere regels

De nadere regels treden in werking met ingang van de dag van bekendmaking en gelden tot 1 januari 2016 maar blijven voortduren voor zo ver dat nodig is voor het afhandelen van op grond van deze nadere regels genomen besluiten.

Deel 2: specifieke bepalingen ten aanzien van de Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt

Artikel 6 Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt

Het college stelt middelen ter beschikking voor de uitvoering van de Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt. Hierbij gaat het om aanvragen die betrekking hebben op de volgende actielijnen:

• o

  Actielijn 1: Werkgelegenheid voor kwetsbare groepen.

• o

  Actielijn 2: Uitbreiden stageplaatsen MBO.

• o

  Actielijn 3: Stimuleren en uitbreiden van innovatieve werk- en leermogelijkheden.

In de bijlage Aanjaaggelden 2015 worden deze actielijnen inhoudelijk beschreven

Bijlage Aanjaaggelden 2015

Artikel 7 Subsidieplafonds

Het college stelt een subsidieplafond vast voor de Aanjaaggelden Impuls Onderwijs en Arbeidsmarkt. De hoogte van de som van de 3 actielijnen bedraagt maximaal € 550.000.

Artikel 9 Gegevens bij de aanvraag om subsidieverlening

In afwijking van artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Almere 2011, dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

• 1.

  Het standaardformulier “Aanvraagformulier Subsidie Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt 2015”;

• 2.

  Als aanvulling daarop een volledig ingevuld, van gemeentewege opgesteld format voor subsidieaanvragen “Extra format voor subsidieaanvragen Aanjaaggelden Onderwijs en Arbeidsmarkt 2015” inclusief begroting van de opgegeven activiteiten.

Artikel 10 Voorwaarden

Het college kan subsidie verlenen indien een aanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

• 1.

  Het project dient aantoonbaar en structureel bij te dragen aan tenminste een hoofddoel(en) en actielijn(en).Er dient sprake te zijn van samenwerking en/of coalitievorming met relevante partners door de aanvrager;

• 2.

  Het project formuleert zijn doel en resultaat SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden);

• 3.

  Er dient sprake te zijn van minimaal 20% cofinanciering op de totale projectbegroting;

• 4.

  Per aanvraag kan maximaal € 75.000 worden aangevraagd;

• 5.

  Het betreft incidentele subsidie;

• 6.

  De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend starten in de periode 1 januari 2015 tot en met 30 november 2015 en eindigen op uiterlijk 31 juli 2016;

• 7.

  Alleen kosten die gemaakt worden in de periode genoemd in lid 6 komen voor subsidie in aanmerking;

• 8.

  Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking:

  a)Personele kosten die gemaakt worden om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit te voeren, onder de volgende voorwaarden;

  • • o

      het betreft kosten die een directe relatie hebben met de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en

    • o

      het betreft kosten die gemaakt worden voor de realisering van extra personeelsuren;

  • b.

    Materiële kosten die gemaakt worden om de voor subsidiëring voorgedragen activiteit(en) uit te voeren, m.u.v. energie- en huisvestingskosten;

• 7.

  De financieel economische haalbaarheid en de maatschappelijke haalbaarheid van het project dient afdoende onderbouwd te zijn;

• 8.

  Het project moet aantoonbaar additioneel zijn. Dat wil zeggen dat de uit te voeren activiteiten nieuw zijn of een uitbreiding vormen van lopende en of reguliere activiteiten;

• 9.

  Er mag geen sprake zijn van stapeling van subsidies, d.w.z. er worden geen andere gemeentelijke subsidies voor hetzelfde project beschikbaar gesteld.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze nadere regels indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 28 april 2015,

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk A. Jorritsma - Lebbink