Regeling vervallen per 01-01-2018

Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

Geldend van 24-02-2012 t/m 31-12-2017

Intitulé

Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

De gemeentesecretaris van Almere,

gelet op het Mandaatbesluit 2005 waarbij burgemeester en burgemeester en wethouders hun bevoegdheden als vermeld in de bij het Mandaatbesluit 2005 behorende mandateringslijst onder het stellen van voorschriften hebben gemandateerd aan de gemeentesecretaris;

B E S L U I T :

  • I.

    de bevoegdheden als vermeld in het bij het Mandaatbesluit 2005 behorend overzicht (de zogenaamde mandateringslijst), met inbegrip van de ondertekening van stukken, in naam en onder verantwoordelijkheid van het ter zake bevoegde bestuursorgaan op te dragen (onder te mandateren) aan directeuren van diensten, zulks met uitzondering van de bevoegdheden die van het verlenen van ondermandaat door de gemeentesecretaris zijn uitgesloten.

  • II.

    op de bevoegdheden als vermeld onder I van dit mandaatbesluit de volgende voorschriften vast te stellen.

In dit mandaatbesluit en de bijbehorende mandateringslijst wordt onder dienst tevens verstaan Stafdienst, Publiekszaken alsmede het Programmabureau Stad en onder directeur tevens diens plaatsvervanger(s).

Voor de toepassing van dit mandaatbesluit wordt onder mandaat tevens begrepen het op grond van volmacht dan wel machtiging verrichten van respectievelijk privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen alsmede het nemen van besluiten anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Wie mag bij mandaat beslissen?

Artikel 1.

  • 1.

    De directeur is ten aanzien van de mandateringslijst bevoegd – tenzij anders is bepaald- tot uitoefening van al de bevoegdheden als vermeld onder zijn dienst alsmede van al de bevoegdheden als vermeld onder de hoofdstukken “Algemeen” en “Personeel en Organisatie”.

  • 2.

    De directeur is -tenzij in de mandateringslijst anders is bepaald- gerechtigd de aan hem gemandateerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan de binnen zijn dienst werkzame medewerkers. De directeur kan hierbij instructies geven die bij het uitoefenen van de ondergemandateerde bevoegdheden in acht genomen dienen te worden.

  • 3.

    De ondergemandateerde bevoegdheden als bedoeld in het tweede lid worden door de directeur vastgelegd in één ondermandaatbesluit. Dit besluit bevat een overzicht van al de door directeur verleende ondermandaten onder vermelding van de functionarissen die tot de uitoefening van de desbetreffende ondermandaten bevoegd zijn. De door de directeur gemandateerde functionarissen zijn niet gerechtigd tot het verlenen van ondermandaat.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid is de directeur gerechtigd de aan hem ondergemandateerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan een niet aan hem ondergeschikte functionaris belast met de leiding van een programma dan wel project. Het desbetreffende ondermandaatbesluit vermeldt in ieder geval de omschrijving van het project of programma, de gemandateerde bevoegdheden, de budgettaire kaders, de wijze van verantwoording en de duur van het mandaat en de eventuele bevoegdheden tot verder ondermandaat. Het ondermandaatbesluit wordt naast een openbare bekendmaking tevens bekendgemaakt aan de concerncontroller en de betrokken dienstcontroller(s).

  • 5.

    Het ondermandateren van bevoegdheden als bedoeld in de voorgaande leden geschiedt schriftelijk.

  • 6.

    De directeur draagt er zorg voor dat de ondermandaatbesluiten bij openbare kennisgeving bekend worden gemaakt.

  • 7.

    Een afschrift van het ondermandaatbesluit wordt via de afdeling Juridische Zaken van de Stafdienst Bedrijfsvoering ter opberging aan het archief van de afdeling Informatie- en communicatietechnologie van de Stafdienst Bedrijfsvoering.

  • 8.

    Op ondermandaatbesluiten zijn de bepalingen van dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.

Bij mandaat in acht te nemen voorschriften.

Artikel 2.

  • 1. Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur voorschriften, verordeningen, raadsbesluiten, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels etc. in acht te worden genomen In het bijzonder dienen in acht te worden genomen de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden worden tevens in acht genomen de eventueel in de mandateringslijst vermelde specifieke bepalingen.

Bevoegdheden en budget

Artikel 3.

  • 1. Ten aanzien van bevoegdheden die zowel ten bate als ten laste van de gemeente financiële gevolgen hebben geldt dat hierin in de productenraming van de desbetreffende dienst moet zijn voorzien.

  • 2. Voor zover het uitoefenen van bevoegdheden inkomsten dan wel uitgaven voor de gemeente tot gevolg heeft dan is – naast het Mandaatbesluit 2005 – daarop de Budgethoudersregeling 2005 van toepassing.

Relatie met andere diensten.

Artikel 4.

Indien bij een op grond van mandaat te nemen besluit de desbetreffende aangelegenheid het taakgebied van een andere dienst raakt, betrekt degene die gerechtigd is de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen, die andere dienst(en) bij de besluitvorming.

Wanneer terugkoppeling gemeentebestuur?

Artikel 5.

  • 1.

    Indien bij een op grond van mandaat te nemen besluit er rekening mee moet worden gehouden dat de burgemeester dan wel het college van burgemeester en wethouders op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken, legt degene die bevoegd is de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen de zaak vooraf voor aan respectievelijk de burgemeester dan wel de betrokken portefeuillehouder. Indien het een bevoegdheid van burgemeester en wethouders betreft en de portefeuillehouder dat nodig acht, wordt deze zaak ter verdere besluitvorming voorgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Ook indien niet is gehandeld overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, geldt een krachtens mandaat genomen besluit rechtens als een besluit van het desbetreffende bestuursorgaan.

Redactie en ondertekening van krachtens mandaat genomen besluiten.

Artikel 6.

  • 1.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken in de wij-vorm geredigeerd en als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, zijn of haar handtekening en vermelding van de naam.

  • 2.

    In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, zijn of haar handtekening en vermelding van de naam.

  • 3.

    In geval een bevoegdheid is ondergemandateerd worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen" c.q. "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding, handtekening van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent en vermelding van de naam.

  • 4.

    Indien de beslissing tot het aangaan van overeenkomsten is gemandateerd, houdt deze bevoegdheid tevens in het aangaan van de overeenkomst als zodanig waaronder te verstaan het op grond van artikel 171 tweede lid Gemeentewet juncto artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht vertegenwoordigen van de gemeente als rechtspersoon door het voor de gemeente in de plaats van de burgemeester tekenen (bij volmacht) van de overeenkomst alsmede het in voorkomende gevallen compareren bij het verlijden door de notaris van in akten vervatte overeenkomsten.

  • 5.

    De in het vierde lid vermelde vertegenwoordigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden uitgeoefend door personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

  • 6.

    Ingeval van ondertekening van aangegane overeenkomsten wordt de aanhef als volgt geredigeerd : “De gemeente Almere, ter zake van deze overeenkomst op grond van artikel 171 tweede lid Gemeentewet vertegenwoordigd door ".......……..-.......…… “ (de naam en functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent), hierna te noemen: de gemeente”

Redactie van openbare kennisgevingen.

Artikel 7.

  • 1.

    Bij openbare kennisgevingen dient in de "kop" van de kennisgeving duidelijk aangegeven te worden het onderwerp waarop de kennisgeving betrekking heeft. In de "kop" van de kennisgeving dienen in elk geval aanduidingen als "openbare bekendmakingen" achterwege te worden gelaten.

  • 2.

    In de kennisgeving behoeft niet tot uitdrukking te worden gebracht dat het de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid betreft. Volstaan kan worden met zinsneden als "Burgemeester en wethouders maken bekend......" dan wel "De burgemeester maakt bekend......." Zinsneden aan het eind van kennisgevingen als "Burgemeester en wethouders voornoemd" dan wel "De burgemeester voornoemd" kunnen achterwege blijven.

  • 3.

    In de kennisgeving dient melding te worden gemaakt van bij wie en/of de wijze waarop nadere informatie kan worden ingewonnen over het onderwerp van de kennisgeving (bijvoorbeeld vermelding van organisatieonderdeel en/of behandelend ambtenaar onder vermelding van zijn/haar telefoonnummer en/of e-mailadres, de vermelding van de locatie (gemeentelijke web-site en/of infocentrum) waarop de op de kennisgeving betrekking hebbende stukken kunnen worden ingezien).

  • 4.

    Indien het onderwerp van kennisgeving de bekendmaking betreft een bij mandaat genomen besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld wordt in de kennisgeving daarvan mededeling gedaan onder vermelding van door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld.

  • 5.

    Op een onderwerp van kennisgeving betreffende de ter inzagelegging van een aanvraag of het voornemen tot het nemen van een besluit of een ontwerp-besluit, tegen welke aanvraag, voornemen of ontwerp zienswijzen of bedenkingen kunnen worden ingediend is het bepaalde in het vierde lid van overeenkomstige toepassing.

Archivering en rapportage

Artikel 8.

  • 1. Al de op grond van mandaat genomen besluiten dienen schriftelijk te worden vastgelegd en naar behoren te worden gearchiveerd.

  • 2. Het desbetreffende bestuursorgaan bepaalt in welke gevallen en op welke wijze van de op grond van mandaat genomen besluiten verantwoording moet worden afgelegd.

Wat wordt verstaan onder “uitvoering” in de mandateringslijst?

Artikel 9

  • 1. Onder uitvoering van de in de mandateringslijst genoemde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen of andere regelingen, daaronder begrepen de eventueel - sedert de inwerkingtreding van het desbetreffend mandaat - op die wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen of andere regelingen aangebrachte wijzigingen, wordt verstaan:

    • a.

      het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      het verrichten van andere handelingen dan onder a bedoeld waarvan de uitoefening op grond van de desbetreffende regelgeving is opgedragen aan bestuursorganen zoals het versturen van kennisgevingen, het aanvragen, opmaken, afgeven dan wel in ontvangst nemen van verklaringen of documenten, het doen van onderzoek, het voeren van overleg, het afleggen van rekening en verantwoording, het verstrekken en vragen van adviezen, het opleggen van hersteltermijnen, het toepassen van openbare voorbereidingsprocedures.

  • 2. Voorzover niet anders is bepaald wordt niet als uitvoering beschouwd: het vaststellen van plannen, beleid, beleidsregels en nadere regels.

Wat wordt onder "het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten" verstaan als vermeld in de mandateringslijst?

Artikel 10

Onder het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten als vermeld in de mandateringslijst wordt ook verstaan de bevoegdheid tot het verrichten van al de daarmee samenhangende voorbereidingshandelingen waaronder het aanvragen van offertes en het doen van aanbestedingen alsmede de bevoegdheid tot uitvoering en opzegging van de gesloten overeenkomst en voorts alle andere bevoegdheden die het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot overeenkomsten aan een partij toekent.

Toekomstige mandaten.

Artikel 11

Op door de gemeentesecretaris, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, genomen ondermandaatbesluiten is dit besluit - tenzij anders is bepaald - onverkort van toepassing.

Inwerkingtreding.

Artikel 12

Dit besluit treedt inwerking op 16 juli 2005.

Citeertitel van deze regeling.

Artikel 13

Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005.

Ondertekening

Almere, 6 juli 2005
de secretaris,
B.M. Arnold.

MANDATERINGSLIJST

Behorend bij Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

Integrale tekstversie, bijgewerkt t/m 18e wijziging.

Bevoegdheden Algemeen

  • A1.

    Het uitvoeren van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • A2.

    Het uitvoeren van de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • A3.

    Het uitvoeren van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

    De directeur van de Dienst Stadsbeheer is bevoegd het uitvoeren van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht onder te mandateren aan de directeur van Parkeer Combinatie Holland B.V. welke vennootschap bij de Kamer van Koophandel bekend is onder inschrijvingsnummer 27159845

  • A4.

    Het voeren van zakelijke correspondentie en het verrichten van handelingen ter uitvoering van het takenpakket van de dienst zoals het verzenden van ontvangstbevestigingen, het schrijven van brieven inhoudende feitelijke mededelingen, constateringen en procedurele informatie e.d., het reageren op wensen van derden, het doen van bekendmakingen waar dat wettelijk is voorgeschreven dan wel wenselijk wordt geacht c.q. het ter inzage leggen van stukken, het organiseren van (inspraak)bijeenkomsten, het horen van degene(n) die tegen een voorgenomen besluit zijn/hun zienswijze al dan niet in de vorm van bezwaren naar voren heeft/hebben gebracht.

  • A5.

    Het nemen van verdagingsbesluiten.

  • A6.

    Het vertegenwoordigen van (organen van) het gemeentebestuur c.q. de gemeente in geval van (juridische) procedures en het indienen van verweerschriften, contra-memories e.d., voor zover betrekking hebbend op het takenpakket van de dienst evenwel met dien verstande dat procedures in arbeidsrechtelijke- en ambtenarenzaken zijn voorbehouden aan de Stafdienst Bedrijfsvoering

  • A7.

    a. Het nemen van besluiten in het kader van Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht waaronder tevens begrepen het betalen en terugvorderen van subsidies.

    • b.

      Het uitvoeren van de Algemene subsidieverordening Almere 2011 en de daarop gebaseerde regelgeving.

    • c.

      Het aanvragen van subsidies, rijksvergoedingen, bijdragen, uitkeringen en overige gelden alsmede het verrichten van alle handelingen die in verband met het afleggen van verantwoording van (te) ontvangen gelden nodig zijn.

      Aandachtspunt:

      Met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid is in het bijzonder van belang de Budgethoudersregeling 2005.

  • A8.

    Het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten.

    Beperking mandaat voor alle diensten

    Het is niet toegestaan deze bevoegdheid uit te oefenen voor overeenkomsten die strekken tot zekerheidstelling ten laste van de gemeente zoals borgtocht, garantstelling, pand, hypotheek.

    Dienstspecifieke mandaten

    Het uitoefenen van deze bevoegdheid is ten behoeve van hierna vermelde overeenkomsten voorbehouden aan de bij de betreffende overeenkomst genoemde dienst(en) dan wel functionaris.

    • -

      Uitgifte van gronden, anders dan voor tuinvergroting, en de vestiging van alle daarmee samenhangende persoonlijke en zakelijke rechten: Dienst Stedelijke Ontwikkeling

      Uitgifte van gronden in eigendom of bruikleen uitsluitend ten behoeve van

      tuinvergrotingen: Dienst Stadsbeheer

    • -

      Aangaan van verzekeringen, anders dan kortlopend voor incidentele gevallen: Stafdienst Bedrijfsvoering.

    • -

      Dienstoverstijgende inkopen: Stafdienst Bedrijfsvoering. Wat onder dienstoverstijgende inkopen wordt verstaan wordt bepaald in een door de gemeentesecretaris te nemen besluit.

    • -

      Overeenkomsten met de Stichting Veiligheidszorg Almere: de directeur van de Dienst Stadsbeheer.

    • -

      Het huren, verhuren, ingebruik geven e.d. van bebouwd onroerend goed (huizen, kantoorpanden, bedrijfspanden e.d.): de directeur van de Dienst Stadsbeheer.

      Aandachtspunt

      Met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid zijn in het bijzonder van belang de artikelen 2, eerste lid, 6 vijfde en zesde lid en 10 van het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

      Verder is in het bijzonder van toepassing de Budgethoudersregeling 2005.

  • A9.

    Het beslissen tot het aansprakelijk stellen van (rechts)personen wegens onrechtmatig handelen ten opzichte van de gemeente inclusief het aanzeggen van wettelijke rente.

  • A10.

    Het afhandelen van schadeclaims -anders dan betrekking hebbend op artikel 15:1:23 van de Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Almere- tot en met het bedrag van het eigen risico van de W.A-polis.

  • A11.

    Het uitvoeren van aangegane verzekeringen.

  • A12.

    Het doen van aangifte omzetbelasting en voorts het verrichten van al datgene wat ter uitvoering van de betreffende regelgeving nodig is.

  • A13.

    Het nemen van zelfstandige schadebesluiten tot en met het bedrag van het eigen risico van de W.A.-polis.

  • A14.

    Het op grond van de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht nemen

    van besluiten tot het respectievelijk buiten behandeling laten van aanvragen of

    meldingen (niet ontvankelijk verklaren) en het afwijzen van herhaalde aanvragen.

  • A15.

    Het voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens vaststellen van

    een formulier, voor zover daarin niet is voorzien bij wettelijk voorschrift.

  • A16.

    Het al dan niet op verzoek beslissen tot oplegging van een last onder bestuursdwang c.q. tot oplegging van een last onder dwangsom alsmede het feitelijk toepassen van bestuursdwang en voorts alle overige bevoegdheden die op grond van artikel 125 Gemeentewet juncto afdeling 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht aan bestuursorganen met betrekking tot het toepassen van bestuursdwang c.q. het opleggen van een last onder dwangsom zijn toegekend.

  • A17.

    Het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen:

    • 1.

      krachtens mandaat genomen besluiten;

    • 2.

      van rechtswege verleende besluiten;

    • 3.

      niet tijdig genomen besluiten;

    • 4.

      feitelijke handelingen;

      onder de navolgende voorschriften:

    • a.

      het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift vindt, behoudens in ambtenaren- en sociale zaken, niet eerder plaats dan nadat de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften over het bezwaarschrift advies aan het gemeentebestuur heeft uitgebracht tenzij aan de bezwaren volkomen tegemoet kan worden gekomen en derden daardoor niet in hun belangen worden geschaad;

    • b.

      degene die op een bezwaarschrift beslist dient ingeval het bestreden besluit krachtens mandaat is genomen in ieder geval hiërarchisch één of meerdere niveaus hoger te zijn dan de functionaris die het bestreden besluit heeft genomen. Ingeval het bestreden besluit door de directeur is genomen wordt de beslissing op bezwaar genomen door de gemeentesecretaris. Ingeval het bestreden besluit door de gemeentesecretaris is genomen wordt de beslissing op bezwaar genomen door het desbetreffende bestuursorgaan. Het bepaalde onder a. is van overeenkomstige toepassing;

    • c.

      ingeval van ambtenarenzaken, anders dan die waarvoor een bezwarencommissie is ingesteld, geschiedt het horen van belanghebbende(n) door een door burgemeester en wethouders aangewezen functionaris.

    • d.

      ingeval van sociale zaken geschiedt het horen van belanghebbende(n) ten overstaan van de directeur dan wel één of meerdere door deze aan te wijzen functionarissen.

      Ten behoeve van de redactie van de beslissingen op bezwaarschriften als onder a. bedoeld is daartoe in de tot de mandateringslijst behorende bijlage een modelbesluit opgenomen. Voor nadere advisering kan contact worden opgenomen met de Stafdienst Bedrijfsvoering, afdeling juridische zaken.

  • A18.

    Het nemen van besluiten tot het voeren van een rechtsgeding waaronder tevens begrepen de daarmee samenhangende voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Onder deze bevoegdheid wordt in ieder geval verstaan: het indienen van een bezwaar- of beroepschrift, het verzoeken om schorsing c.q. voorlopige voorziening, het – ook in kort geding - voeren van een civiele procedure zowel als eiser als verweerder, het in (hoger) beroep gaan, het zowel als eiser als verweerder voeren van een arbitrageprocedure, het voegen in een strafprocedure, het voeren van een verzoekschriftprocedure, het deelnemen aan een mediationprocedure, het incasseren van onbetaald gebleven vorderingen, het leggen van executoriaal-, conservatoir- en derdenbeslag.

  • A19.

    Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen e.d. dan wel het doen van meldingen voor gemeentelijke objecten en activiteiten.

  • A20.

    Voor aangifte: zie de artikelen 160 e.v. van het Wetboek van Strafvordering.

    Artikel 161: “Ieder die kennis draagt van een strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klachte te doen”

    Indien aangiften etc. per dienst vaak voorkomen verdient het aanbeveling daaromtrent met de politie afspraken te maken.

    A21.Het op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht nemen van besluiten op verzoeken tot instemming met het instellen van rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

    • A22.

      Het op grond van de artikelen 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van besluiten tot het respectievelijk vaststellen van de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom en het terugvorderen van onverschuldigd betaalde dwangsommen.

    • A23.

      Het uitvoeren van Titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht (bestuursrechtelijke geldschulden)

Bevoegdheden personeel en organisatie

    • ·

      Het mandaat van onderstaande bevoegdheden laat onverlet de aan de ondernemingsraad, de onderdeelcommissie en het georganiseerd overleg toekomende bevoegdheden.

    • ·

      Volledigheidshalve zijn in onderstaande PenO bevoegdheden tevens de bevoegdheden van de gemeentesecretaris vermeld waarvan door het college op grond van het Mandaatbesluit 2005 en daarbij behorende mandateringslijst is bepaald dat de uitoefening van die bevoegdheden is voorbehouden (geen recht tot het verlenen van ondermandaat) aan de gemeentesecretaris.

    • PO1.

      Het uitvoeren van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Almere en de hierop gebaseerde regelingen en reglementen zoals de Bezoldigingsverordening 1996, het Beoordelingsreglement, het Beloningsreglement, met dien verstande dat de bevoegdheid tot het verlenen van ontslag, anders dan op eigen verzoek, blijft voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

    • PO2.

      De gemeentesecretaris, gehoord het college, benoemt, schorst en ontslaat de directeur(en) van (staf)diensten (met uitzondering van de concerncontroller).

      Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd.

    • PO3.

      Het aanwijzen, onder goedkeuring van de gemeentesecretaris, van één of meerdere plaatsvervangend directeuren met het recht deze aanwijzing ongedaan te maken dan wel op te schorten.

      Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd.

      Aandachtspunt:

      De gemeentesecretaris is op grond van het Mandaatbesluit 2005 en bijbehorende mandateringslijst tevens bevoegd tot het in voorkomende gevallen aanwijzen van een waarnemend directeur van een dienst met het recht deze aanwijzing ongedaan te maken dan wel op te schorten. Deze bevoegdheid is voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

    • PO4.

      Het op grond van artikel 3 van de “Procedureregeling beschrijving en waardering rasterfuncties gemeente Almere 2006” schriftelijk mededelen aan de medewerkers van de dienst welke rasterfunctie met bijbehorende functieschaal op de werkzaamheden van toepassing is.

    • PO5.

      De gemeentesecretaris is gerechtigd binnen de hoofdstructuur wijzigingen aan te brengen waaronder het onderbrengen van een afdeling of team dan wel één of meerdere formatieplaatsen bij een andere (staf)dienst mits wordt gebleven binnen de kaders van de begroting.

      Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd. De inrichting van de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie, waaronder wordt verstaan het instellen en opheffen van diensten, blijft voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders.

    • PO6.

      Het toevoegen van budgetten (of een deel daarvan) van één of meerdere bestaande functies aan één of meerdere bestaande functies dan wel het aanwenden van deze budgetten (of een deel daarvan) voor één of meerdere nieuwe functies/formatieplaatsen mits dit niet leidt tot een (uiteindelijke) toename van het personeelsbudget.

    • PO7.

      Het uitvoeren van personeelsbeheer en het in verband daarmee voor de gemeente dan wel namens het gemeentebestuur nemen van besluiten.

    • PO8.

      Het uitvoeren van Hoofdstuk 4 van de Leidraad bij organisatieveranderingen gemeente Almere 2008.

      De bevoegdheid tot het samenstellen van een herplaatsingscommissie alsmede het aanwijzen van een secretaris voor die commissie mag niet worden ondergemandateerd.

Stafdienst Bedrijfsvoering

  • 1.

    Het voorzien in de lijkbezorging en het verhalen van de door de gemeente daarvoor gemaakte kosten als bedoeld in de respectievelijke artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging.

  • 2.

    Het aangaan, opzeggen etc. van verzekeringen.

  • 3.

    Het openen van giro- en bankrekeningen. Het aanvragen van wijzigingen met betrekking tot bestaande giro- en bankrekeningen, zoals de tenaamstelling en de tekeningsbevoegdheid.

  • 4.

    Het voor de gemeente Almere als werkgever al dan niet ter uitvoering van wetten, wettelijke voorschriften, regelingen etc nemen van besluiten, het verrichten van handelingen, het doen van aanvragen, het doen van meldingen, het afgeven van verklaringen etc.

  • 5.

    Het uitvoeren van de Hoofdstukken 10 (Wachtgeld) en 11 (uitkeringsregeling ontslag) van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR).

  • 6.

    Het opnemen van kortlopende geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van langlopende geldleningen met inbegrip van het nemen van besluiten over het tussentijds wijzigen van de leningsvoorwaarden waaronder het rentepercentage, zulks met inachtneming van de door de raad gestelde voorschriften inzake treasury.

  • 7.

    Het verzoeken tot teruggaaf dividendbelasting.

  • 8.

    Het ontzeggen van de toegang tot het Stadhuis en nevenvestigingen met dien verstande dat in elke ontzegging van de toegang tot uitdrukking moet worden gebracht dat de ontzegging niet van toepassing is op het eventueel bijwonen van openbare raadsvergaderingen.

  • 9.

    Het op grond van artikel 2 van de “Procedureregeling beschrijving en waardering rasterfuncties gemeente Almere 2006” definitief vaststellen van de rasterfuncties met bijbehorende functieschalen.

Stafdienst Bestuurszaken

  • 1.

    Het wijzigen van de “Uniforme gebiedsindeling” zoals vastgesteld bij BenW besluit van 18 december 2000 ten behoeve van onder meer de Atlas van Amere (= wijkmonitor), zulks met inachtneming van de bij dat besluit gestelde voorwaarden.

  • 2.

    Het wijzigen van het rampenplan voor zover het betreft het actueel houden van feitelijke gegevens zoals telefoonnummers, adressen, namen van functionarissen etc.

  • 3.

    Het uitvoeren van artikel 2.48 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2011.

Publiekszaken

  • 1.

    Het afdoen en ondertekenen van correspondentie betreffende het kiezersregister en het verstrekken van inlichtingen uit het kiezersregister.

  • 2.

    Het uitvoeren van de Paspoortwet en de daarop gebaseerde Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN) en het Besluit paspoortgelden.

    Uitzondering: het aanwijzen van de functionarissen als bedoeld in de artikelen 79, eerste lid, en 90, tiende lid, van de PUN.

  • 3.

    Het legaliseren van handtekeningen en het geven van arbeidskaarten.

  • 4.

    Het verlenen van verlof op grond van artikel 68, eerste lid, van de Wet op de Lijkbezorging (ontleden van lijken).

  • 5.

    Het verlenen van toestemming op grond van artikel 17, eerste lid, van de Wet op de Lijkbezorging (begraven/cremeren binnen 36 uur na overlijden of later dan op de vijfde dag van overlijden).

  • 6.

    Het verstrekken van adviezen aan de minister/staatssecretaris van justitie inzake ingediende naturalisatieverzoeken.

  • 7.

    - Het afnemen van verklaringen als bedoeld in de Toescheidingsovereenkomst Suriname.

    • -

      Het afgeven en ondertekenen van bewijzen van Nederlanderschap.

    • -

      Aanvragen om inlichtingen uit de registers van de justitiële documentatiedienst en de politieadministratie in verband met ingediende naturalisatieverzoeken.

  • 8.

    - Beslissen op verzoeken om volmacht- en kiezerslegitimatiekaarten.

    • -

      Zorgdragen voor inrichting stemlokaal en aanwijzing personen die het stembureau ten dienste worden gesteld.

    • -

      Uitreiken nieuwe oproepingskaart.

    • -

      In ontvangst nemen van processen-verbaal en verzegelde pakken/enveloppen stembureaus.

    • -

      Overbrengen processen-verbaal en verzegelde pakken naar voorzitter hoofdstembureau.

    • -

      In ontvangst nemen van een verklaring van ondersteuning.

    • -

      Het verdelen van de gemeente in stemdistricten.

    • -

      Het per stemdistrict aanwijzen van een stemlokaal.

    • -

      Het benoemen van leden en plaatsvervangende leden van een stembureau.

    • -

      Het aanwijzen van plaatsen voor propagandaborden.

    • -

      Het benoemen en ontslaan van de leden en plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau.

      Instructie: Met betrekking tot het benoemen alsmede het ontslaan, anders dan op eigen verzoek, dient voorafgaand de burgemeester te worden gehoord.

    • -

      Het aanwijzen van een geschikte ruimte voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau.

  • 9.

    Het van advies dienen van de desbetreffende minister met betrekking tot verzoeken tot wijziging van de achternaam.

  • 10.

    Het beslissen op aanvragen om rijbewijzen en het nemen van besluiten tot ongeldig verklaren van rijbewijzen.

  • 11.

    Het doen van aangifte van geboorten als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 12.

    Het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

    De directeur is bevoegd het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens onder te mandateren aan:

    • 1.

      medewerkers van de afdeling leerlingzaken van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling;

    • 2.

      functionarissen van gemeenten die zijn aangesloten bij en samenwerken in het Expatcenter Amsterdam Area, zulks ten behoeve van een doelmatige inschrijving van kennismigranten in de gemeentelijke basisadministraties van hun gemeentes en de hieruit volgende werkzaamheden.

      Voor wat betreft het onder aanhef en onder 1. vermelde mandaat geldt de volgende beperking en instructie.

      Beperking mandaat.

      Het mandaat wordt uitsluitend verleend voor het verstrekken van gegevens uit de GBA:

      • -

        aan scholen ten behoeve van de inschrijvingsprocedure van leerlingen bij die scholen;

      • -

        aan de officier van justitie ten behoeve van de uitvoering van Leerplichtwet (toezending PV-van bevindingen).

        Instructie

        Van het ondermandaatbesluit alsmede daarop aangebrachte wijzigingen wordt mededeling gedaan aan de afdelingsmanager leerlingzaken van DMO.

  • 13.

    Het uitvoeren van de zogenaamde Vangnetregeling als opgenomen in de Huursubsidiewet.

  • 14.

    Het uitvoeren van de Verordening Woonlastenfonds Almere 2011.

  • 15.

    Het benoemen van ambtenaren en buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand.

  • 16.

    Het uitvoeren van het op de Rijkswet op het Nederlanderschap gebaseerde Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap en het Besluit optie- en naturalisatiegelden.

  • 17.

    Het aanwijzen van locaties als “huis der gemeente” voor het voltrekken van huwelijken en partnerschapsregistraties.

  • 18.

    Het toepassen van de zogenaamde hardheidsclausule alsmede het ambtshalve kwijtschelden van een opgelegde administratieve verhoging van de belastingaanslag als bedoeld in de respectievelijke artikelen 63 en 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

  • 19.

    Het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van belastingen als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.

  • 20.

    Het op grond van de artikelen 30 en 31 van de Wet justitiële gegevens:

    • a.

      in ontvangst nemen en verzenden van aanvragen voor afgifte verklaringen omtrent gedrag aan de minister van Justitie;

    • b.

      onderzoeken van de volledigheid van de bij de aanvraag verstrekte gegevens en het zich verschaffen van de nodige zekerheid over de identiteit van de aanvrager;

    • c.

      zonodig adviseren van de minister van Justitie over bijzondere omstandigheden in de gemeente voorzover deze van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag om afgifte van de verklaring omtrent het gedrag.

21. 1. Het op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000:

  • a.

    vaststellen van het rechtmatig verblijf (art. 8 Vreemdelingenwet 2000);

  • b.

    in ontvangst nemen van de aanvragen als bedoeld artikel 3.10 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

  • c.

    innen van verschuldigde leges als bedoeld in de artikelen 3.34 en 3.34a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

  • d.

    uitreiken van de verblijfsdocumenten, conform de modellen van bijlage 7 bij het Voorschrift Vreemdelingen 2000, aan die vreemdelingen aan wie het is toegestaan in Nederland te verblijven op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 (artikel 3.9 Voorschrift Vreemdelingen 2000).

  • 2.

    Het in verband met de onder 1. sub a t/m d vermelde bevoegdheden uitvoeren van werkzaamheden zoals het aanbrengen van stickers “Verblijfsaantekeningen algemeen” en “Verblijfsaantekeningen voor Gemeenschapsonderdanen” van bijlage 7 bij het Voorschrift Vreemdelingen 2000.

Aandachtspunt ondertekening:

In afwijking van het bepaalde in artikel 6, tweede lid van het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005, worden, ingeval van uitoefening van deze bevoegdheid, de uitgaande stukken als volgt ondertekend:

De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

namens deze,

de burgemeester van de gemeente Almere,

namens deze,

gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de ambtenaar.

  • 22.

    Het uitvoeren van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, alsmede de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 23.

    Het uitvoeren van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, alsmede de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 24.

    Het uitvoeren van de Verordening Wet kinderopvang en de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders.

  • 25.

    Het uitvoeren van de Wet inburgering en de Bijdrageregeling inburgering oudkomers alsmede de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 26.

    Het doen van aangifte inkomstenbelasting, en het doen van opgave van gegevens in verband met de afdracht Zorgverzekeringswet, en voorts het verrichten van al datgene wat ter uitvoering van de betreffende regelgeving nodig is.

  • 27.

    Het vaststellen, wijzigen en intrekken van richtlijnen op het werkterrein van Publiekszaken.

  • 28.

    Het aanvragen van indicatiestellingen bij de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI).

    De directeur is bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren aan niet onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur werkzame personen en organisaties.

  • 29.

    Het afgeven en weigeren van verklaringen als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder f van de Faillisementswet alsmede de daarbij benodigde voorbereidingshandelingen, correspondentie en informatieverstrekking.

    De directeur is bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren aan de directeur van PLANgroep B.V. welke vennootschap bij de Kamer van Koophandel bekend is onder inschrijvingsnummer 27137559.

  • 30.

    Het uitvoeren van de Wet investeren in jongeren en de daarop gebaseerde regelgeving

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

  • 1.

    Het uitvoeren van de Leerplichtwet 1969.

  • 2.

    Het uitvoeren van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Almere.

  • 3.

    Het uitvoeren van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere.

  • 4.

    Het uitvoeren van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere 2009, met uitzondering van vaststelling van het onderwijshuisvestingsprogramma, het overzicht en het bekostigingsplafond.

  • 5.

    Het uitvoeren van de Wet publieke gezondheid.

  • 6.

    Het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 7.

    Het uitvoeren van de Wegenverkeerswet 1994 voor zover het betreft het nemen van besluiten inzake gehandicaptenparkeerkaarten en -plaatsen.

  • 8.

    Het uitvoeren van de Wet collectieve gezondheid.

  • 9.

    Het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 10.

    vervallen

  • 11.

    Het uitvoeren van de Wegenverkeerswetgeving voor zover het betreft het nemen van besluiten inzake gehandicaptenparkeerkaarten en – plaatsen.

  • 12.

    Het op grond van het Reglement cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning goedkeuren van het huishoudelijk reglement van de raad.

  • 13.

    vervallen

Dienst Stadsbeheer

    • 1.

      Het uitvoeren van de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming alsmede de op deze wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en voorts het geven van adviezen met betrekking tot de Waterwet.

    • 2.

      Het uitvoeren van de Woningwet en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur.

    • 3.

      Het nemen van besluiten betreffende het verlenen van vrijstelling van bepalingen van een bestemmingsplan als bedoeld in de artikelen 15, 17, 19 tweede en derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening alsmede het in verband hiermee nemen van procedurele besluiten als bedoeld in de artikelen 18 en 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

    • 3a.

      1. Het nemen van besluiten betreffende het verlenen van ontheffing van bepalingen van een bestemmingsplan, als bedoeld in de artikelen 3.6, eerste lid onder c, 3.22 en 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), alsmede het in verband hiermede

      nemen van procedurele besluiten als bedoeld in artikel 3.24 Wro.

      • 2.

        Het nemen van besluiten betreffende het verlenen en intrekken van aanlegvergunningen, alsmede het beslissen omtrent aanhouding van verzoeken, als bedoeld in de artikelen 3.16, 3.17, 3.18 en 3.19 Wro.

      • 3.

        Het nemen van besluiten betreffende het verlenen, en intrekken van sloopvergunningen, alsmede het beslissen omtrent aanhouding van verzoeken, als bedoeld in de artikelen 3.20 en 3.21 Wro.

      • 4.

        Het nemen van besluiten betreffende:

        • a.

          het niet mogen aanvangen van bouwwerkzaamheden;

        • b.

          invordering;

        • c.

          intrekking van bouwvergunningen;

          in verband met het niet hebben betaald van exploitatiebijdragen, als bedoeld in artikel 6.21 Wro.

      • 5.

        Het verbinden van voorschriften aan bouwvergunningen dan wel omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen inzake te betalen exploitatiebijdragen, als bedoeld in artikel 6.17 Wro.

    • 4.

      Het uitvoeren van de Bouwverordening 2007 .

    • 5.

      Het uitvoeren van de Afvalstoffenverordening 2004 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregeling Afvalstoffen 2004.

      Met ingang van de inwerkingtreding van de Afvalstoffenverordening Almere 2010 komt deze bevoegdheid als volgt te luiden:

      Het uitvoeren van de Afvalstoffenverordening Almere 2010 en de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening Almere 2010. Het mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het aanvullen en wijzigen van de tot de uitvoeringsregeling behorende bijlagen.

    • 6.

      Het uitvoeren van de Marktverordening Almere 2005 en het daarop gebaseerde Marktreglement Almere 2005.

    • 7.

      Het uitvoeren van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

    • 8.

      Het uitvoeren van de Wrakkenwet.

    • 9.

      Het uitgeven en intrekken van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht. De directeur is bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren aan het hoofd van de afdeling Risicobeheersing van Brandweer Flevoland.

    • 10.

      Het uitvoeren van de Telecommunicatieverordening 2008.

    • 11.

      Het op grond van de nota uitvoering gladheidsbestrijding jaarlijks vaststellen van de grote strooiroutekaart (B&W besluit d.d. 14 oktober 1997), alsmede het vaststellen van de gladheids(uitvoerings)actieplannen.

    • 12.

      Het aanwijzen van de grenzen van uitgegeven of verworven gronden aan het kadaster.

    • 13.

      Het uitvoeren van de Wet kwaliteitseisen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

    • 14.

      Het uitvoeren van de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk.

    • 15.

      vervallen

    • 16.

      Het uitvoeren van de Algemene Plaatselijke Verordening 2011 en de daarop gebaseerde regelgeving.

    • 17.

      Het uitvoeren van de Wet op de Dierenbescherming.

    • 18.

      Het uitvoeren van de Wet op de Kansspelen en de Verordening op de Speelautomaten en speelautomatenhallen 2003.

    • 19.

      Het uitvoeren van de Winkeltijdenwet en de op deze wet gebaseerde regelgeving

    • 20.

      Het uitvoeren van de Wet op de openluchtrecreatie en de op deze wet gebaseerde regelgeving.

    • 21.

      Het uitvoeren van de Wegenverkeerswetgeving.

      De directeur is bevoegd om diens bevoegdheid tot het ingevolge artikel 87 RVV 1990 verlenen van ontheffingen onder te mandateren aan de directeur van Parkeer Combinatie Holland B.V. welke vennootschap bij de Kamer van Koophandel bekend is onder inschrijvingsnummer 27159854.

    • 22.

      Het uitvoeren van de Drank- en Horecawet en Drank- en Horecaverordening 2002.

    • 23.

      Het uitvoeren van de Zondagswet.

    • 24.

      Het uitvoeren van de Scheepvaartverkeerswet en het daarop gebaseerde Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement.

    • 25.

      Het uitvoeren van luchtvaartwetgeving voor zover betrekking hebbend op landen en stijgen van helikopters en luchtballonnen, het oplaten van (kabel)ballonnen, het landen van parachutisten e.d.

    • 26.

      vervallen

    • 27.

      vervallen

    • 28.

      vervallen

    • 29.

      Het vaststellen van de bedieningstijden van de sluis in Almere-Haven en openstelling van de zelfbedieningssluizen.

    • 30.

      Het afgeven van verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3.3.4 vijfde lid van het Vuurwerkbesluit.

    • 31.

      Het vaststellen van inrichtingstekeningen voor groot onderhoud woonwijken.

    • 32.

      vervallen

    • 33.

      Het ten behoeve van tuinvergrotingen uitgeven van gronden in eigendom of bruikleen.

    • 34.

      1. Het op grond van de artikelen 170 t/m 173 van de Wegenverkeerswet 1994 (wegsleepregeling) juncto artikel 125 Gemeentewet en Afdeling 5:3 en 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht:

    • a.

      al dan niet op verzoek beslissen tot toepassing van bestuursdwang inzake het wegslepen van voertuigen;

    • b.

      overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met de in de Wegenverkeerswet 1994 genoemde omstandigheden;

    • c.

      bekendmaken van de beschikking tot toepassing van bestuursdwang.

    • d.

      bijhouden van een register waarin aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin het overbrengen en in bewaring stellen wordt uitgeoefend;

    • e.

      innen van de kosten verbonden aan de bestuursdwang, inclusief de bevoegdheid tot het opschorten van de afgifte van een voertuig totdat de kosten zijn voldaan;

    • f.

      invorderen van de kosten, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, bij dwangbevel;

    • g.

      verkopen, om niet in eigendom overdragen of vernietigen van overgebrachte en in bewaring genomen voertuigen;

    • h.

      terugbetalen van de kosten, verbonden aan de toepassing van de bestuursdwang in omstandigheden als bedoeld in artikel 172, leden 3 tot en met 7, van de Wegenverkeerswet 1994.

    • 2.

      Het op grond van artikel 3 van de Wegsleepverordening Almere 2002 vaststellen van de openingstijden van de bewaarplaats voor voertuigen.

      De directeur is bevoegd de bevoegdheden als vermeld onder 1 sub a t/m c onder te mandateren aan:

      • -

        de executieve politieambtenaren van Politie Flevoland;

      • -

        de door de Korpschef van Politie Flevoland aangewezen overige medewerkers van dat korps en de door hem aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) werkzaam binnen de gemeente Almere.

    • 35.

      Het op grond van het Reglement naamgevingscommissie openbare ruimte Almere benoemen van de leden van de commissie alsmede het aanwijzen van één of meer ambtenaren als secretaris van de commissie.

      Instructie:

      Met betrekking tot de benoeming van burgerleden dient voorafgaand de burgemeester te worden gehoord.

    • 36.

      Het op grond van het Reglement Marktcommissie Almere benoemen van de leden van de commissie alsmede het benoemen van een fungerend voorzitter van de commissie.

    • 37.

      Het aanvragen van adviezen als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB-advies).

    • 38.

      Het vaststellen van de openingstijden van de parkeergarages in het stadscentrum.

    • 39.

      Het uitvoeren van de Parkeerverordening 2010 met uitzondering van de artikelen 2 en 5, eerste lid.

      De directeur is bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren aan de directeur van Parkeer Combinatie Holland B.V. welke vennootschap bij de Kamer van Koophandel bekend is onder inschrijvingsnummer 27159845

    • 40.

      Het uitvoeren van de Wet basisregistraties en gebouwen en de Verordening naamgeving en nummering Almere 2011.

    • 41.

      Het verstrekken van toestemmingen voor het leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente Almere beheerde gebieden.

    • 42.

      Het uitvoeren van de Leegstandwet.

    • 43.

      Het uitoefenen van controle op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), voor zover deze van belang kan zijn voor de gemeente Almere, en het binnen de taakuitoefening zonodig melding maken bij de Arbeidsinspectie en/of politie van (mogelijke) overtredingen van de Wav. Hiermee wordt niet in formele zin bedoeld het toezicht genoemd in artikel 14 Wav.

    • 44

      Het uitvoeren van de Wet Geluidhinder.

    • 45

      Het uitvoeren van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde regelgeving.

Dienst Stedelijke Ontwikkeling

      • 1.

        Uitgifte van gronden, anders dan voor tuinvergroting, en de vestiging van alle daarmee samenhangende persoonlijke en zakelijke rechten.

      • 2.

        Het vooruitlopend op het notarieel transport in gebruik geven van gronden aan toekomstige verkrijgers.

      • 3.

        Het verlenen dan wel weigeren van verklaringen met betrekking tot de verkoop van koopwoningen op basis van geldende anti-speculatiebedingen.

      • 4.

        (vervallen)

      • 4a.

        Het verrichten van handelingen in het kader van afdeling 3.3 en hoofdstuk 3a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ter voorbereiding op het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 en 3.40 van de Wro.

        Onder handelingen wordt tevens begrepen het nemen van benodigde procedurele besluiten niet zijnde inhoudelijke besluiten omtrent zienswijzen

      • 5.

        (vervallen)

      • 5a.

        Het verrichten van handelingen ter voorbereiding en afwikkeling van:

        • a.

          de vaststelling, uitwerking of wijziging van bestemmingsplannen en exploitatieplannen als bedoeld in de afdelingen 3.1, 3.2, 3.2a en afdeling 6.4 van de

          Wet ruimtelijke ordening (Wro);

        • b.

          verzoeken om tegemoetkoming van schade op grond van afdeling 6.1 van de Wro;

        • c.

          een coördinatieregeling op grond van afdeling 3.6 van de Wro;

        • d.

          de vaststelling van een structuurvisie als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wro.

          Onder handelingen wordt tevens begrepen het nemen van benodigde procedurele besluiten niet zijnde inhoudelijke besluiten omtrent zienswijzen.

      • 6.

        Het uitvoeren van:

        • -

          de Wet Personenvervoer 2000;

        • -

          de Wegenverkeerswetgeving voorzover het betreft:

        • -

          het ingevolge artikel 87 RVV 1990 nemen van besluiten op aanvragen om ontheffing van artikel 81 RVV 1990;

        • -

          het nemen van verkeersbesluiten als bedoeld in artikel 18, eerste lid aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994 met uitzondering van het plaatsen van het verkeersbord individuele gehandicaptenparkeerplaats.

      • 7.

        Het uitvoeren van de subsidieverordening Woninggebonden Subsidies 2002 t/m 2004 inclusief uitvoering van het verdeelbesluit en de door de gemeenteraad inzake de uitvoering van de vaststelling van de deelbudgetten aan burgemeester en wethouders gemandateerde bevoegdheden. Voor de toepassing van dit mandaat wordt onder subsidieverordening tevens begrepen de subsidieverordeningen Woninggebonden Subsidies die zijn vastgesteld voor de jaren voorafgaand aan 2002.

      • 8.

        Het treffen van betalingsregelingen inzake gedwongen verkopen van woningen en de (financiële) afwikkeling ervan.

      • 9.

        Het uitvoeren van de Wet Milieubeheer, de Wet bodembescherming en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en voorts het geven van adviezen met betrekking tot de Waterwet.

      • 10.

        Het uitvoeren van de Wet Geluidhinder.

      • 11.

        Het uitvoeren van de Verordening Stimuleringsfonds Bereikbare Koopwoningen Almere.

      • 12.

        Het uitvoeren van de Verordening Woonreserve Bestaande Stad Almere.

      • 13.

        vervallen

      • 14.

        Het aanvragen alsmede het uitvoeren van de door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te verlenen ontheffingen als bedoeld in artikel 75 van de Flora en Faunawet.

      • 15.

        (vervallen)

      • 16.

        Het uitvoeren van de Verordening bouwbegeleiding particulier opdrachtgeverschap.

      • 17.

        Het uitvoeren van de Planschadeprocedureverordening 2008

      • 18.

        Het elektronisch waarmerken en publiceren (met behulp van een manifest) van ruimtelijke plannen en besluiten op grond van de artikelen1.2.1 eerste lid en 1.2.2. tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening juncto de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008

      • 19.

        Het uitvoeren van de Archeologieverordening.

        Beperking mandaat

        Het nemen van een besluit tot vergunningverlening om een behoudenswaardige vindplaats niet in te passen blijft voorbehouden aan het college.

      • 20.

        Het uitvoeren van de Monumentenwet 1988.