Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2015

Geldend van 26-06-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2015

De raad van de gemeente Almere,

gelet op artikel 33 en 95 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2015

Hoofdstuk I Geldelijke voorzieningen raadsleden

Artikel 1. Raadsvergoeding

  • 1. De leden van de raad hebben per kalenderjaar recht op

    • a.

      een vergoeding voor hun werkzaamheden;

    • b.

      en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100% van de bedragen, als vermeld in de desbetreffende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden behorende tabel, zoals deze bedragen jaarlijks zijn of worden vastgesteld voor de gemeenteklasse, behorende bij het aantal inwoners dat de gemeente telt op 1 januari van het jaar waarvoor genoemd bedrag is vastgesteld. De vergoedingen en tegemoetkomingen worden maandelijks uitbetaald.

  • 2. Degene, die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de gemeenteraad is geweest, ontvangt de vergoeding en tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat het raadslidmaatschap is bekleed.

Artikel 2. Toelage fractievoorzitters

  • 1. Naast de vergoeding voor de werkzaamheden ontvangen fractievoorzitters voor de duur van hun voorzitterschap per jaar een toelage gelijk aan 1,2% van de vergoeding op jaarbasis en een toelage gelijk aan 0,4 % van de vergoeding op jaarbasis voor elk lid dat de fractie buiten de fractievoorzitter telt. De toelagen tezamen bedragen ten hoogste 6,4% van de vergoeding op jaarbasis.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid stelt de voorzitter van de raad vast:

    • a.

      Hoeveel leden een fractie telt;

    • b.

      De duur van het fractievoorzitterschap.

Artikel 3. Toelage raadsleden

  • 1. Een raadslid dat lid is van de vertrouwenscommissie, de rekenkamerfunctie uitoefent, dan wel lid is van de onderzoekscommissie wordt voor de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten per jaar een toelage verleend van 5% van de vergoeding voor de werkzaamheden op jaarbasis.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid stelt de voorzitter van de raad de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten vast.

Artikel 4. Toelage voorzitter en leden van het presidium

  • 1. De voorzitter en de leden van het presidium worden voor de duur van het lidmaatschap van het presidium per jaar een toelage verleend van 5% van de vergoeding voor de werkzaamheden op jaarbasis.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid geldt het moment van benoeming door de raad en het moment van ontslag als voorzitter of lid van het presidium, door de raad.

Artikel 5. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid, niet zijnde de voorzitter of een lid van het presidium, dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 1 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding.

Artikel 6. Samenloop vergoeding met uitkering

  • 1. Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan hij een verzoek indienen tot verlaging van de vergoeding bedoeld in het eerste lid. Dit verzoek moet worden ingediend binnen vier weken na aanvang van het raadslidmaatschap dan wel de datum van toekenning c.q. wijziging van een in de vorige zin bedoelde uitkering.

  • 2. Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt op grond van de Werkloosheidswet en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 3. Indien een lid van de raad een uitkering ontvangt op grond van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel en de na toepassing van artikel 6, vierde lid van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Hoofdstuk II Secundaire voorzieningen raadsleden

Artikel 7. Molestverzekering

Leden van de raad zijn verzekerd tegen politieke molest door een van gemeentewege afgesloten verzekering.

Artikel 8. Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing waaronder een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Op basis van een advies van de griffier besluit het Presidium over het al dan niet toekennen van de vergoeding.

  • 3. Aan een raadslid die in verband met de uitoefening van het raadslidmaatschap lid is van een beroepsvereniging, vergoedt de gemeente de contributie van die beroepsvereniging.

Artikel 9. Reis- en verblijfkosten

  • 1. De leden van de raad ontvangen een vergoeding voor reis en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur.

  • 2. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt voor wat betreft binnenlandse reizen vastgesteld overeenkomstig het Reisbesluit binnenland, met dien verstande dat voor het gebruik van een eigen motorvoertuig een vergoeding wordt toegekend overeenkomstig het bedrag dat bij of krachtens artikel 7 van het Reisbesluit binnenland is vastgesteld.

  • 3. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt voor wat betreft buitenlandse reizen vastgesteld overeenkomstig het Reisbesluit buitenland. In afwijking van artikel 6, tweede lid, van het Reisbesluit buitenland komt het reizen per vliegtuig in de businessklasse voor vergoeding in aanmerking indien het een vlucht naar een bestemming buiten Europa betreft. Artikel 3, tweede lid, sub a van de Reisregeling buitenland is niet van toepassing.

Artikel 10. Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering bedraagt per jaar het bedrag als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Hoofdstuk III Fractievergoedingen

Artikel 11. Definities

In de navolgende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    fractie: het lid (de gezamenlijke leden) van een politieke groepering dat (die) in de raad zitting heeft (hebben) namens die groepering;

  • b.

    zittingsjaar: de tijdsperiode van een jaar die begint op de datum waarop in de betrokken raadsperiode de leden van de nieuwe gemeenteraad zijn benoemd.

Artikel 12. Doel fractievergoeding

  • 1. Elke fractie kan jaarlijks aanspraak maken op een financiële bijdrage voor de kosten van het functioneren van de fractie.

  • 2. Fracties besteden de bijdrage ten behoeve van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.

  • 3. De bijdrage mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      Uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      Betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      Giften;

    • d.

      Uitgaven die bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen. Hier onder vallen uitgaven van individuele leden voor representatie, vakliteratuur, contributies, lidmaatschappen, telefoonkosten, bureaukosten, porti en zakelijke giften (bijvoorbeeld aan goede doelen);

    • e.

      Individuele opleidingen voor raadsleden en fractieassistenten;

    • f.

      Verkiezing of herverkiezing.

Artikel 13. Hoogte fractievergoeding

  • 1. De in artikel 5 bedoelde bijdrage is per fractie per jaar gelimiteerd op:

    • a.

      een vast bedrag van 2.500 Euro;

    • b.

      een bedrag van 1.000 Euro per lid dat voor die fractie in de eerste vergadering van de raad in het nieuwe (zittings)jaar zitting heeft, opengevallen en niet vervulde plaatsen daarbij inbegrepen.

  • 2. In volledige jaren wordt de bijdrage bij aanvang van het kalenderjaar (voor 30 januari) bij wijze van voorschot uitgekeerd op een door elke fractie te bepalen rekeningnummer, van welk nummer aan de voorzitter van de raad mededeling wordt gedaan.

  • 3. In een verkiezingsjaar wordt de bijdrage per fractie naar rato van het aantal dagen van zitting aangepast. De bijdragen aan fracties van de zittende raad worden aangepast gebaseerd op het jaarlijkse bedrag naar rato van het aantal dagen vanaf 1 januari tot aan de dag van de installatie van de nieuwe raad. Na de installatie van de nieuwe raad worden de bijdragen aan de nieuwe fracties aangepast vastgesteld voor het verkiezingsjaar naar rato van het aantal dagen vanaf de dag van installatie tot en met 31 december. Binnen een maand na de verkiezingsdatum worden de fractievergoedingen uitgekeerd.

  • 4. Jaarlijks wordt vóór 15 februari van enig jaar in een schriftelijk verslag verantwoording afgelegd aan het presidium over de besteding van de tegemoetkoming over het voorafgaande kalenderjaar. In een verkiezingsjaar wordt binnen 1 maand na de verkiezingen schriftelijk verantwoording afgelegd.

  • 5. De controle van de in lid 4 genoemde schriftelijke verantwoording vindt plaats door een door de raad nader te bepalen wijze van controle. Hierover wordt schriftelijk aan de raad gerapporteerd.

  • 6. Het verslag bevat een overzicht van verrichte uitgaven, welke uitgaven worden gestaafd met facturen, bonnetjes of andere schriftelijke bewijsstukken.

  • 7. Indien onregelmatigheden worden geconstateerd, kan door de raad worden besloten die gelden terug te vorderen.

  • 8. Aan het eind van de zittingsperiode worden de resterende gelden teruggestort in de gemeentekas.

Artikel 14. Wijziging fractievergoeding

Indien tijdens een zittingsjaar, na mededeling aan de voorzitter van de raad:

  • a.

    één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;

  • b.

    twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

  • c.

    één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

wordt met de daardoor veranderde situatie voor de berekening van de in artikel 5 bedoelde tegemoetkoming eerst rekening gehouden bij de aanvang van het eerstvolgende zittingsjaar.

Artikel 15. Fractieassistenten

  • 1. Elke fractie heeft het recht maximaal twee personen aan te wijzen, niet zijnde gekozen raadsleden, ter ondersteuning van het werk van de fractie die tevens namens die fractie mogen deelnemen aan de activiteiten in de politieke markt.

  • 2. Die personen, hierna te noemen fractieassistenten, ontvangen een vergoeding.

  • 3. Het bepaalde in de Spelregels Raadsleden en de Spelregels politieke markt omtrent de rechten en plichten van raadsleden is van overeenkomstige toepassing op de fractieassistenten.

  • 4. Enkel dan bestaat recht op een vergoeding ten behoeve van een fractieassistent indien deze

    • geen raadslid is;

    • op de kieslijst van de eigen politieke partij heeft gestaan;

    • en daarnaast voldoet aan de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet.

  • 5. De vergoeding bedraagt per fractieassistent 62% van de vergoeding als vermeld in artikel 1 eerste lig onder a. De vergoeding wordt maandelijks rechtstreeks uitbetaald aan de fractieassistent. Degene, die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar fractieassistent is geweest, ontvangt de vergoeding naar evenredigheid van het aantal dagen dat deze fractieassistent is geweest.

  • 6. De vergoeding wordt uitbetaald op basis van een door de fractievoorzitter ondertekende en aan de voorzitter van de raad gezonden verklaring. In de verklaring wordt aangegeven met ingang van welke datum betrokkene fractieassistent is. Een aanwijzing kan niet met terugwerkende kracht plaatsvinden.

  • 7. De betaling van de vergoeding aan een fractieassistent wordt gestaakt op een datum als vermeld in een door de fractievoorzitter ondertekende en aan de voorzitter van de raad gezonden verklaring waarin wordt vermeld op welke datum het assistentschap eindigt. Een verzoek tot stoppen van betaling zal niet eerder ingaan dan een maand na ontvangst van het verzoek.

  • 8. De betaling van de vergoeding aan een fractieassistent wordt in ieder geval gestaakt indien deze niet meer voldoet aan de eisen als vermeld in het vierde lid en op de dag dat de raadsleden ten gevolge van een nieuw gehouden raadsverkiezing aftreden.

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Artikel 16. Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als Eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoeding en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening voorzieningen raadsleden en raadsfracties 2015.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop deze verordening bekend is gemaakt.

  • 3. Op de dag waarop deze verordening in werking treedt komt de navolgende verordening te vervallen: de Verordening voorzieningen raadsleden en fracties 2010.

Ondertekening

Almere, 7 juli 2016

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,

J.D. Pruim , E.T.M. Müller-Klijn