Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht)

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na hun bekendmaking.

Een aanvraag voor bijstand moet in principe worden ingediend vóórdat de kosten zijn gemaakt. Maar het komt regelmatig voor, dat mensen te laat bijzondere bijstand aanvragen. Vandaar de volgende uitzonderingsregel voor aanvragen bijzondere bijstand.

Voor kosten die gemaakt zijn binnen 2 maanden voor een (eerste contact tot) aanvraag kan achteraf bijzondere bijstand worden toegekend. Het gevolg hiervan is dat in die gevallen de draagkrachtperiode achteraf moet worden bepaald. Deze moet dan lopen vanaf de eerste dag van de maand waarin de "vroegste" kosten, die nog kunnen worden meegenomen, zijn gemaakt. Onder "kosten maken" verstaan we het moment dat de klant een nota krijgt ter betaling van bepaalde kosten. Het maakt dan niet uit of die nota inmiddels al is betaald.

Er is een kans op bewijsproblemen. Toch moet de belanghebbende aan de normale inlichtingenplicht voldoen. Zo niet, dan wordt afgewezen omdat de belanghebbende de noodzaak van de kosten c.q. de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden c.q. het ontbreken van voldoende middelen niet heeft kunnen aantonen (artikel 35 Participatiewet).

N.B.: De grens van 2 maanden moet als "hard" worden gehanteerd.

Uitzondering

Als het een aanvraag woonkostentoeslag betreft gaan we nog maximaal 6 maanden terug, omdat vooral bij niet-klanten blijkt dat men vaak pas laat op de hoogte is van het feit dat men WKT kan aanvragen.

Rechthebbenden die reeds recht hebben op WKT en waarbij na de eerste periode van 9 maanden of 1 jaar, wegens bijzondere omstandigheden, wederom WKT wordt aangevraagd, is er geen terugwerkende kracht van 6 maanden meer, omdat men dan op de hoogte kan zijn. Er geldt dan de reguliere termijn van 2 maanden.

Aldus vastgesteld,

Almere, 4 december 2018