Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alphen aan den Rijn 2010, toelichting hoofdstuk 6 (versie 3)

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

VERORDENING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING, TOELICHTING HOOFDSTUK 6

HOOFDSTUK 6 ROLSTOELVOORZIENINGEN

Artikel 52 Soorten rolstoelvoorzieningen

Bij de rolstoelvoorzieningen wordt onderscheid gemaakt tussen algemene en individuele rolstoelvoorzieningen. Bij een algemene rolstoelvoorziening gaat het om situaties waarbij soms een rolstoel nodig is, terwijl het dagelijks verplaatsen in en om de woning zonder rolstoel plaatsvindt. Het recht op een dergelijke rolstoel kan in die situaties ingevuld worden via een rolstoelpool waarop de betrokkene een beroep op kan doen. Hierdoor wordt voorkomen dat een groot aantal rolstoelen weinig frequent wordt gebruikt. De rolstoelen uit de rolstoelpool worden daarentegen wel frequent gebruikt. Uiteraard moet het daadwerkelijk mogelijk zijn een rolstoel uit de pool te lenen. De pool moet dan ook voldoende geschikte rolstoelen op voorraad hebben.

Het tweede lid geeft aan welke individuele rolstoelvoorzieningen in natura en in de vorm van een persoonsgebonden budget kunnen worden verstrekt.

Artikel 53 Sportvoorziening

Dit artikel is ten opzichte van de verordening uit 2007 verruimd. Met de verbreding naar een sportvoorziening wordt voor meer personen met een beperking het sporten bereikbaar.

Omdat slechts een bijdrage in de kosten voor een sportvoorziening verstrekt wordt, kan deze niet in artikel 52 worden meegenomen, maar moet als apart artikel worden opgenomen.

De sportvoorziening wordt alleen in de vorm van een financiële tegemoetkoming verstrekt.

Artikel 54 Recht op een rolstoelvoorziening

In dit artikel is geregeld dat een aanvrager voor een algemene rolstoelvoorziening in aanmerking kan komen als het gaat om incidenteel gebruik van de rolstoel, terwijl een rolstoel in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt zal worden als de rolstoel voor het dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning langdurig medisch noodzakelijk is. Geen rolstoel wordt verstrekt als hulpmiddelen als krukken, een rollator, of andere hulpmiddelen een voldoende oplossing bieden voor het verplaatsingsprobleem.

Een persoon die in een AWBZ-instelling verblijft komt alleen voor een rolstoel in het kader van de Wmo in aanmerking, indien hij geen recht heeft op een rolstoel ingevolge de AWBZ. Deze bepaling komt overeen met de voor de Wvg geldende bepaling, die was opgenomen in artikel 1 lid 2 Regeling sociaal vervoer AWBZ-instellingen.