Regeling vergoeding woon-werkverkeer

1. De medewerker komt in aanmerking voor een vergoeding of tegemoetkoming woon-werkverkeer met inachtneming van de hieronder opgenomen bepalingen.

2. De keuze van de medewerker voor de vergoeding of tegemoetkoming woon-werkverkeer geldt voor de duur van één jaar tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9.

3. De medewerker dient een wijziging van woonadres, dienstverband of werkpatroon door te geven aan de werkgever.

1. De medewerker voor wie de afstand tussen woonadres en werkplek maximaal 15 kilometer enkele reis bedraagt en die op minstens de helft van het aantal werkdagen met de fiets naar de werkplek komt, komt één maal in de vijf jaar in aanmerking voor een fietspakket ter waarde van maximaal € 749,-.

2. De medewerker die op grond van het eerste lid een fiets ontvangt en die buiten het postcodegebied 2400-2409 woont, kan daarnaast voor een periode van maximaal 72 dagen per jaar in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten van OV.

3. De medewerker die op grond van het eerste lid een fiets heeft ontvangen en binnen drie jaar na verstrekking van de fiets kiest voor een andere vergoeding, is verplicht voor de nog niet verstreken maanden per volle maand 1/36e deel van de kosten van de fiets terug te betalen.

1. De medewerker die buiten het postcodegebied 2400-2409 woont en die niet kiest voor een fiets als bedoeld in artikel 4, komt in aanmerking voor een vergoeding van de kosten van OV tot een maximumbedrag van € 1.900,- per jaar (peildatum 1/1/2014). Dit maximumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%.

2. Indien de kosten van OV boven het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag uitkomen, worden deze meerkosten maandelijks met het salaris van de medewerker verrekend.

3. Bij verlies of diefstal van een OV abonnement worden de kosten voor het verstrekken van een nieuw abonnement verrekend met het salaris van de medewerker.

4. Boetes die bij de werkgever in rekening worden gebracht in verband met onjuist gebruik van OV-abonnementen worden op de medewerker verhaald.

1. De medewerker, voor wie de afstand tussen woonadres en werkplek minimaal 10 kilometer enkele reis bedraagt, die niet kiest voor een fiets of vergoeding van de kosten van OV en die gebruik maakt van een eigen vervoermiddel, komt in aanmerking voor een vergoeding van € 0,15 (onbelast) per kilometer met een maximum van 60 kilometer per dag.

2. Voor de medewerker die gemiddeld 5 dagen per week werkzaam is op de werkplek, wordt uitgegaan van 214 werkdagen per jaar. Voor de medewerker die gemiddeld 4, 3, 2 of 1 dag per week werkzaam is op de werkplek, wordt uitgegaan van respectievelijk 171, 128, 86 of 43 werkdagen per jaar.

3. De vergoeding wordt maandelijks bij het salaris uitbetaald.

1. Bij volledige afwezigheid wegens ziekte wordt gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand de vergoeding voor kosten OV of de maandelijkse vergoeding voor gebruik eigen vervoermiddel uitbetaald..

2. Bij (gedeeltelijke) werkhervatting herleeft de vergoeding als bedoeld in het eerste lid met ingang van de maand volgend op de maand waarin de medewerker weer werkzaam is op de werkplek, naar rato van het aantal werkdagen.

3. Bij zwangerschaps- en bevallingverlof en bij ander langdurig verlof van tenminste zes weken wordt de vergoeding met ingang van de eerste dag van het verlof stopgezet.

1. De medewerker die op grond van artikel 4 in aanmerking komt voor een fiets maar door medische redenen niet met de fiets naar de werkplek kan komen, kan in aanmerking komen voor een vergoeding OV conform artikel 5 of een vergoeding voor gebruik eigen vervoermiddel conform artikel 6 of een andere maatwerkoplossing.

2. De medische noodzaak wordt bepaald door de Arbo-arts.

1. Bij wijziging van het woonadres, dienstverband of werkpatroon kan de medewerker met ingang van de datum van de wijziging in aanmerking komen voor een andere vergoeding. In deze situatie is de terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 4, derde lid, niet van toepassing.

2. De medewerker die in het bezit is van een OV-abonnement en die kiest voor een andere vergoeding is verplicht het OV-abonnementop de eerste dag na de ingangsdatum van de wijziging in te leveren bij de werkgever.

1. De medewerker die op grond van artikel 4 een fiets heeft ontvangen is bij beëindiging van het dienstverband van rechtswege, op eigen verzoek of wegens plichtsverzuim als bedoeld in artikel 16:1:1 van de CAR-UWO binnen drie jaar na verstrekking van de fiets verplicht voor de nog niet verstreken maanden per volle maand 1/36e deel van de kosten van de fiets terug te betalen aan de werkgever.

2. Bij beëindiging van het dienstverband is de medewerker die in het bezit is van een OV-abonnement verplicht het OV-abonnement uiterlijk op de laatste dag van het dienstverband in te leveren bij de werkgever.