Nadere regels woonruimteverdeling op de registratie, rangordebepaling en woningtoewijzing

Geldend van 01-04-2014 t/m heden

Intitulé

Het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland;

Gelet op artikel 4 en de hoofdstukken II en IV van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2013;

BESLUIT vast te stellen de:

Nadere regels woonruimteverdeling

Artikel 1 Registratie van woningzoekenden (art. 5, 6, 7 en 8)

  • 1.

    De HRW draagt namens het Dagelijks Bestuur zorg voor het aanleggen en bijhouden van een gezamenlijke registratie van woningzoekenden, dat met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk II van de Verordening.

  • 2.

    De HRW neemt een verzoek tot inschrijving alleen in behandeling indien:

    • a.

      het door haar verstrekte inschrijfformulier volledig is ingevuld.

    • b.

      binnen dertig dagen na indiening van het verzoek tot inschrijving het verschuldigde recht is voldaan.

  • 3.

    De HRW beslist binnen acht weken over de aanvraag tot inschrijving.

  • 4.

    De HRW verstrekt aan de ingeschreven woningzoekende een bewijs van inschrijving.

  • 5.

    De inschrijving heeft gerekend vanaf de dagtekening van het bewijs van inschrijving een Geldigheidsduur van één jaar.

Artikel 2 Verzoek tot verlenging inschrijving ( art. 5)

  • 1. Jaarlijks dient de woningzoekende zich opnieuw als woningzoekende in te schrijven.

  • 2. Tegen het einde van de geldigheidsduur van de inschrijving wordt de woningzoekende door de HRW in de gelegenheid gesteld de inschrijving te verlengen.

  • 3. Het verlengen van de inschrijving geschiedt door het binnen 30 dagen na het in kennis stellen van het aflopen van de inschrijfperiode betalen van het bedrag inzake de verlenging van inschrijving als woningzoekende.

Artikel 3 Aanbieding van woonruimte (art. 15, 16, 17, 18, 19)

  • 1. De HRW kan een maximum stellen aan het aantal reacties van een woningzoekende per publicatie.

  • 2. Woonruimte kan na weigering voor een tweede maal geadverteerd worden. Hierbij kunnen ruimere toewijzingscriteria worden gesteld. Jaarlijks wordt door de verhuurders verantwoording afgelegd over hun verhuringen en de toepassing van de toewijzingscriteria aan de Beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur.

  • 3. Verhuurders kunnen in bijzondere gevallen woonruimte toewijzen aan woningzoekenden wier specifieke situatie vraagt om een snelle oplossing op maat. Bij deze vrije beleidsruimte gaat het bijvoorbeeld om toewijzingen in verband met calamiteiten- en beheerproblemen. De verhuurders Leggen jaarlijks achteraf verantwoording af.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur kan na raadpleging van de beleidscommissie Woonruimteverdeling, passendheidseisen ten aanzien van huishoudensomvang en woninggrootte stellen. De criteria worden nader bepaald afhankelijk van het specifieke volkshuisvestelijke probleem op dat moment.

Artikel 4 Rangordebepaling en toewijzing (art. 15, 16, 17, 18, 19)

  • 1.

    Bij de toewijzing van woonruimte die door de verhuurders wordt aangeboden, geldt de rangordebepaling zoals in artikel 15 van de Verordening.

  • 2.

    Een verhuurder mag t.a.v. een specifiek woningzoekende gemotiveerd van de rangorde afwijken, indien:

    • a.

      er een gerechtelijk bevel is tot ontruiming in verband met overlast in de laatst bewoonde woning;

    • b.

      er een gerechtelijk bevel is tot ontruiming in verband met huurachterstand, die nog niet is betaald;

    • c.

      er door de vorige verhuurder geen verklaring van geen verklaring van geen huurachterstand wordt verstrekt;

    • d.

      de woningcorporatie van mening is dat plaatsing van de kandidaat in de betreffende woning leidt tot problemen in de wijk, gelet op de sociale opbouw van de wijk of reeds ontstane probleemsituaties;

    • e.

      er bij de woningtoewijzing sprake is van frauduleus handelen of opgave van onjuiste informatie door de woningzoekende;

    • f.

      de woningzoekende zich op een onacceptabele wijze agressief heeft gedragen tegen een uitvoerder van de verordening.

  • 3.

    Indien een eerdere huurovereenkomst met de kandidaat-huurder is of dreigt te worden ontbonden, omdat deze zich niet als een goed huurder gedragen heeft, kunnen de verhuurders aanvullende voorwaarden stellen alvorens tot verhuring over te gaan.

Artikel 5 (Stadsvernieuwings)urgente (art. 25, 30)

  • 1. Indien de urgente vier maanden voor het aflopen van de urgentieverklaring nog geen andere passende woonruimte heeft, zal een verhuurder een keer een passende woning aanbieden. De urgente kan eerder om ondersteuning of zelfs directe bemiddeling vragen.

  • 2. Indien de stadsvernieuwingsurgent een jaar voor de sloop of de ingrijpende woningverbetering nog geen andere woonruimte heeft, zal de urgente worden ondersteund bij het vinden van een passende woning in de eigen gemeente.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als Nadere regels Woonruimteverdeling.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland, d.d. 26 juni 2013.

de secretaris, de voorzitter,

R.van Netten H.J.J. Lenferink