Regeling vervallen per 10-02-2018

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn

Geldend van 19-04-2017 t/m 09-02-2018

Intitulé

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn

afbeelding binnen de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

B E S L U I T vast te stellen de gewijzigde:

Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) Asv 2014: De Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014;

b) Awb: Algemene wet bestuursrecht;

c) Economisch Actieprogramma: Economisch Actieprogramma Alphen aan de Rijn 2016–2019;

d) Economic Development Board Alphen a/d Rijn (EDBA): een overlegplatform van publieke en private partijen, dat het college adviseert bij de inhoudelijke beoordeling van de projecten in de tenderprocedure en adviseert over de inhoudelijke bijdrage van de kleine projecten aan de economische doelstellingen;

e) Exploitatiekosten: kosten die gemaakt worden bij de reguliere bedrijfsvoering;

f) Grote projecten: projecten waarbij een cofinancieringsaanvraag wordt gedaan voor een cofinanciering van €10.000 tot €100.000;

g) Initiatiefnemer: een onderneming, kennisinstelling of overheid;

h) Kennisinstelling: onderwijsinstellingen en onderzoeksorganisaties zonder winstoogmerk die activiteiten verrichten met als doel de algemene wetenschappelijke of technische kennis uit te breiden;

i) Kleine projecten: projecten waarbij een cofinancieringsaanvraag wordt gedaan voor een cofinanciering tot €10.000;

j) Onderneming: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die een economische activiteit uitvoert ongeacht de manier van financiering of rechtspersoon;

k) Overheid: overheidsorganen zoals geformuleerd in artikel 1:1 van de Awb;

l) Toetsingskader: het opgestelde toetsingskader op basis waarvan de inhoudelijke toets wordt uitgevoerd bij de tenderprocedure.

Artikel 2 Asv 2014

1. De Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014 is van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken;

2. De cofinancieringen die op grond van deze verordening worden verstrekt zijn eenmalige subsidies, zoals bedoeld in artikel 1 aanhef en onder e van de Asv 2014.

Hoofdstuk 2 Cofinancieringsprogramma

Artikel 3 Doel

Het doel van deze cofinancieringsregeling is projecten te ondersteunen die ten goede komen aan het behalen van ten minste één van de vier doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma 2016 -2019.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

1. Het project dient in aanzienlijke mate bij te dragen aan ten minste één van de onderstaande doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma:

a. Het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat;

b. Passende aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven;

c. De ontwikkeling naar een groene en circulaire economie;

d. Uitbouwen van de vrijetijdseconomie.

2. In aanvulling op lid 1 dient het project te voldoen aan allen van de onderstaande technische voorwaarden:

a. Het project is niet reeds gestart;

b. De activiteiten worden uitgevoerd binnen de gemeente Alphen aan den Rijn;

c. De activiteiten worden uitgevoerd door ten minste twee initiatiefnemers;

d. Het project is vernieuwend.

3. In aanvulling op lid 1 en 2 dient het project bij aanvragen voor cofinanciering van €10.000 tot €100.000 ook te voldoen aan allen van de onderstaande inhoudelijke voorwaarden:

a. Het project waarborgt continuïteit;

b. Het project is duurzaam;

c. Het project kent een hoge mate van samenwerking.

Artikel 5 Criteria voor de aanvrager

1. Cofinanciering kan worden aangevraagd door:

a. ondernemingen;

b. kennisinstellingen;

c. overheidsinstanties.

2. Cofinanciering kan niet worden aangevraagd door natuurlijke personen;

3. In afwijking van artikel 14 van de Asv mogen tevens ondernemingen met een winstoogmerk een aanvraag indienen.

Artikel 6 Aanvraag kleine projecten

1. Cofinancieringsaanvragen voor projecten tot €10.000 zoals bedoeld in artikel 1 kunnen gedurende het jaar worden ingediend;

2. De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 2 jaar met inachtneming van artikel 11 lid 2;

3. De aanvraag dient te worden gedaan via de beschikbaar gestelde online tool, hier worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:

a. door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst;

b. een realistische en sluitende begroting van het project;

c. betaalbewijs of kopie bankpasje van de bankrekening waarop de cofinanciering gestort dient te worden indien toegekend;

d. per partner een deminimis-verklaring indien de onderneming aan de voorwaarden van de deminimis voldoet;

e. eventueel andere benodigde bescheiden op verzoek van de cofinancieringsverlener.

Artikel 7 Aanvraag grote projecten

1. Cofinancieringsaanvragen voor projecten van €10.000 tot €100.000 kunnen worden gedaan in een tenderprocedure;

2. De tenderregeling wordt twee keer per jaar opengesteld met als sluitingsdatum 1 mei en 1 oktober van het betreffende jaar;

3. De tenderregeling wordt één maand voor de sluitingsdatum geopend;

4. Na de sluitingsdatum geldt een hersteltermijn van twee weken waarbinnen de aanvrager op verzoek van de gemeente aanvullende stukken kan verstrekken. Indien de aanvrager hier geen (tijdig) gebruik van maakt, wordt de aanvraag zoals oorspronkelijk ingediend in behandeling genomen;

5. De looptijd van de projecten bedraagt maximaal 3 jaar met inachtneming van artikel 11 lid 2;

6. De aanvraag dient te worden gedaan via de beschikbaar gestelde online tool, hier worden in ieder geval de volgende stukken bijgevoegd:

a. door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst;

b. een realistische en sluitende begroting van het project;

c. betaalbewijs of kopie bankpasje van de bankrekening waarop de cofinanciering gestort dient te worden indien toegekend;

d. per partner een deminimis-verklaring indien de onderneming aan de voorwaarden van de deminimis voldoet;

e. eventueel andere benodigde bescheiden op verzoek van de cofinancieringsverlener.

7. De beoordeling van de projecten zoals bedoeld in lid 9 wordt gedaan conform het opgestelde toetsingskader, welke als bijlage is toegevoegd bij deze nadere regels;

8. Om voor cofinanciering in aanmerking te komen moeten projecten in ieder geval ten minste 6 punten scoren op de inhoudelijke voorwaarden zoals opgenomen in het toetsingskader;

9. De EDBA adviseert het College aan de hand van dit toetsingskader over de beoordeling van de projecten die op basis van het hoogste aantal punten voor cofinanciering in aanmerking zouden kunnen komen;

10. Het College maakt een finale selectie van de projecten waaraan cofinanciering beschikt wordt, mede op basis van het door de EDBA afgegeven advies;

11. In afwijking van de Asv neemt de cofinancieringsverlener uiterlijk binnen 10 weken na de sluiting van de tenderregeling een besluit op de ingediende aanvraag.

Artikel 8 Cofinancieringsplafond en verdeelcriteria

1. Het cofinancieringsplafond van deze regeling bedraagt €550.000 per jaar;

2. Het deelplafond voor projecten tot €10.000 is €100.000 per jaar;

3. Het deelplafond voor projecten van €10.000 tot €100.000 is €450.000 per jaar;

4. Het in lid 3 genoemde deelplafond wordt verdeeld over twee tenderprocedures per jaar waarbij het cofinancieringsplafond van de eerste tenderprocedure €250.000 bedraagt. Indien het cofinancieringsplafond van de eerste jaarlijkse tenderprocedure niet wordt bereikt, worden de gelden waar geen aanspraak op is gemaakt beschikbaar gesteld bij de tweede tenderprocedure van hetzelfde jaar;

5. Het College kan de bovengenoemde deelplafonds wijzigen.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

1. Kosten welke gemaakt zijn ten behoeve van de realisatie van het project zijn subsidiabel;

2. Bij een positieve beschikking zijn kosten die gemaakt zijn ten behoeve van het inwinnen van advies van een subsidiecoach voor het indienen van een tenderaanvraag subsidiabel, tot een maximum van € 1.000;

3. In afwijking van lid 1 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

a. exploitatiekosten

b. interne loonkosten

c. kosten die worden gemaakt ten behoeve van aankoop of verbouwing van onroerend goed

d. kosten van grondverwerving, vervangingsinvesteringen of investeringen in materieel waarbij de afschrijving niet binnen 3 jaar na aanschaf plaatsvindt

e. kosten voor rente, leges, juridische bijstand, boetes en accountancy

f. bureaukosten

g. verrekenbare BTW

Artikel 10 Hoogte van de cofinanciering

1. De cofinanciering bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten;

2. Voor kleine projecten geldt een maximum van €10.000 per project met inachtneming van artikel 8 lid 2;

3. Voor grote projecten geldt een maximum van €100.000 per project met inachtneming van artikel 8 lid 3 en lid 4;

4. Indien in navolging van een klein project een aanvraag wordt gedaan bij de tenderprocedure voor de voortzetting van het project geldt het maximum zoals in lid 3 vermeld;

5. Stapelen van subsidies van Gemeente Alphen aan den Rijn is niet toegestaan.

Artikel 11 Verplichtingen van de cofinancieringsontvanger

Voor de cofinancieringsontvanger gelden de volgende verplichtingen:

1. Het begin van de uitvoering van het project start uiterlijk één jaar na het afgeven van de cofinancieringsbeschikking;

2. Het project wordt uiterlijk volledig uitgevoerd binnen één jaar na het einde van de regeling zijnde 31 december 2019;

3. In aanvulling op artikel 16 van de Asv rapporteert de cofinancieringsontvanger bij grote projecten tweemaal jaarlijks, te weten voor 1 mei en 1 oktober van het betreffende jaar over de voortgang van het project door middel van een voortgangsrapportage;

4. In publicitaire uitingen met betrekking tot het project zal het volgende worden vermeld: “Dit project wordt mede mogelijk gemaakt met steun van de Economic Development Board Alphen a/d Rijn”. Hierbij wordt het EDBA-logo afgebeeld.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Het College kan in ieder geval weigeren cofinanciering te verlenen als:

1. niet voldaan wordt aan de criteria en voorwaarden van deze regeling;

2. in het geval van grote projecten, het betreffende project niet behoort tot de geselecteerde projecten uit de tenderprocedure;

3. het project, of een deel hiervan, is of wordt ingediend voor een subsidie in het kader van LEADER;

4. ten aanzien van de cofinancieringsaanvrager een uitstaand bevel geldt tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

5. de activiteit uitgevoerd is voordat de aanvraag om cofinanciering is ingediend;

6. het verlenen van cofinanciering zou leiden tot het onrechtmatig verlenen van staatssteun;

7. de gevraagde cofinanciering niet redelijkerwijs in verhouding staat tot de te behalen resultaten.

Artikel 13 Betalen van voorschotten

1. Het College kan een voorschot verlenen tot ten hoogste 70% van het cofinancieringsbedrag;

2. Bevoorschotting van projecten geschiedt bij cofinancieringsbeschikking.

Artikel 14 Cofinancieringsvaststelling

1. In afwijking van artikel 15 lid 1 Asv dient de cofinancieringsontvanger binnen twee maanden na afloop van het project een verzoek tot cofinancieringsvaststelling in;

2. Bij de cofinancieringsvaststelling rapporteert de cofinancieringsontvanger over de behaalde resultaten en gemaakte kosten;

3. Na de vaststelling wordt het resterende bedrag waar de cofinancieringsontvanger conform deze regeling aanspraak op kan maken door de cofinancieringsverlener uitgekeerd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Looptijd

Deze regeling wordt aangehaald als “Nadere regels betreffende Cofinanciering Lokaal Economisch Fonds (LEF) gemeente Alphen aan den Rijn 2016” en gaat in na officiële publicatie en vervalt met ingang van 31 december 2019.

 
  • Toetsingskader LEF cofinanciering grote projecten

 

Onderdeel

Beste gemeente voor ondernemers

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

1

Meer structurele banen t.o.v. 2014

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 30 Redelijk = 15 Klein = 5 Nihil = 0

30

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling: meer structurele banen in onze gemeente (groot, redelijk, klein of nihil). Het gaat dan om banen die nieuw zijn gecreëerd en dus aantoonbaar eerder niet bestonden. De bijdrage 'groot' is enkel van toepassing als het project aantoonbaar tot meer nieuwe banen leidt. 

2

Meer (nieuwe) bedrijven in biobased, maakindustrie, ICT of logistiek die zich vestigen in de gemeente en/of meer starters/innovatieve start-ups

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling dat meer nieuwe bedrijven in de sectoren biobased, maakindustrie, ICT en/of logistiek zich in onze gemeente vestigen inclusief starters/start-ups.

3

Minder leegstand detailhandel en bedrijventerreinen

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan het behalen van deze doelstelling (groot, redelijk, klein of nihil).

4

Meer starters/ innovatieve start-ups

N.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

De beoordeling hiervan wordt meegenomen bij onderdeel 2.

5

Verhogen waardering Alphense ondernemers over ondernemersklimaat

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraaht aan de realisatie van deze doelstelling (groot, redelijk, klein of nihil).

Onderdeel

Green Delta/ Groen Alphen

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

6

Meer biobased/ circulaire initiatieven en pilot projecten in het bedrijfsleven 

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 30 Redelijk = 15 Klein = 5 Nihil = 0

30

De beoordeling heeft betrekking op welke mate het project bijdraagt aan de ontwikkeling naar een biobased/circulaire economie (groot, redelijk, klein of nihil). Projecten die bijdragen aan de doelstellingen 'meer agrarische gronden in gebruik voor de productie van biobased grondstoffen (grassen)' en 'meer initiatieven & business cases rondom voeding en gezondheid' worden ook onder dit punt beoordeeld. Allen zijn biobased/circulaire initiatieven/projecten. 

7

Meer vervoer over water, met name in de agrologistieke sector

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project helpt bij het behalen van deze doelstelling (groot, redelijk, klein of nihil)

8

Minstens 3 duurzaamheidsprojecten op bedrijventerreinen, o.b.v. DPL bedrijventerreinen

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

Het gaat hier om duurzame projecten op bedrijventerreinen, die betrekking hebben op één van de thema's uit de DPL bedrijventerreinen. De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het initiatief bijdraagt aan verduurzamen van bedrijventerreinen (groot, redelijk, klein of nihil).

9

Meer (tijdelijk) gebruik van braakliggende terreinen en gebouwen

Kwantitatief 

Per braakliggend terrein/ gebouw

20

20

Indien het project betrekking heeft op (tijdelijk) gebruik van een braakliggend terrein en/of zorgt voor de opvulling van een (langdurig) leegstaand gebouw wordt 20 punten toegekend. Indien het gaat om meerdere gebouwen en/of terreinen geldt ook het maximum van 20 punten. 

10

Circa 10 ha. Agrarische gronden in gebruik voor de productie van biobased grondstoffen (grassen)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Wordt meegenomen bij scoring onder punt 6.

11

Meer initiatieven & business cases rondom voeding en gezondheid

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Wordt meegenomen bij scoring onder punt 6.

Onderdeel

Onderwijs - Arbeidsmarkt

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

12

Toename van jongeren die na hun opleiding meteen aan de slag kunnen/ baan vinden

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 30 Redelijk = 15 Klein = 5 Nihil = 0

30

Het gaat hier om projecten die de aansluiting tussen onderwijs-arbeidsmarkt (kwantitatief en kwalitatief) versterken en uiteindelijk leiden tot een toename van jongeren die na hun opleiding aan de slag kunnen/direct een baan kunnen vinden. De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het initiatief hieraan bijdraagt (groot, redelijk, klein of nihil).

13

Grotere uitstroom uit de Participatiewet, met name mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, jongeren, mensen met lagere opleidingsniveau's

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

Het gaat hier om projecten waarbij mensen vanuit de bijstand weer aan het werk gaan, met name mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, jongeren, en mensen met lagere opleidingsniveaus. De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project hieraan bijdraagt (groot, redelijk, klein, nihil). De bijdrage 'groot' is enkel van toepassing als het project aantoonbaar meerdere personen vanuit de bijstand naar een baan helpt.

14

Minimaal 25 garantiebanen in het bedrijfsleven extra per jaar

Kwantitatief

Per garantiebaan

4

20

De beoordeling heeft betrekking op de hoeveelheid garantiebanen die met het project worden gerealiseerd. Garantiebanen zijn banen bij reguliere werkgevers (markt en overheid) en zijn bedoeld voor mensen met een arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen en niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Het gaat hier om aantoonbaar extra garantiebanen, bovenop de reeds gemaakte afspraken over te realiseren garantiebanen van de werkgevers (marktsector en overheid). De beoordeling vindt plaats per garantiebaan (4 punten) tot een maximum van 20 punten.

15

Minimaal 50 stageplekken in het bedrijfsleven per jaar

Kwantitatief

Per stageplek/Leer-werkplek

2

20

De beoordeling heeft betrekking op de hoeveelheid stage en/of leer-werkplekken die met het project worden gerealiseerd. Per stage of leer-werkplek kan 2 punten worden gescoord, tot een maximum van 20 punten. 

Onderdeel

Alphen aan den Rijn als aantrekkelijk en recreatief woongebied

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

16

Meer ondernemersschap en slimme arrangementen in de toeristische en recreatieve sector

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 30 Redelijk = 15 Klein = 5 Nihil = 0

30

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan het behalen van deze doelstelling (groot, redelijk, klein of nihil).

17

Aanzienlijke toename aantal bezoekers in onze gemeente in 2020

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan een aanzienlijke toename van het aantal bezoekers in onze gemeente in 2020. Projecten die bijdragen aan de stijging van het aantal passanten in het stadshart Alphen aan en Rijn (onderdeel 20) worden meegenomen in deze scoring. 

18

Meer waterrecreatiemogelijkheden in de gemeente

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project bijdraagt aan het behalen van deze doelstelling (groot, redelijk, klein of nihil).

19

Meer overnachtingsmogelijkheden in de stad/ stijging aantal bedden

Kwantitatief

Per bed

5

20

Per bed wordt 5 punten toegekend. De maximale score op dit onderdeel bedraagt 20 punten. 

20

Stijging aantal passanten stadshart Alphen aan den Rijn

N.v.t.

N.v.t 

N.v.t.

N.v.t. 

Wordt meegenomen bij scoring onder punt 17.

Onderdeel

Inhoudelijke voorwaarden

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

21

Vernieuwend

Kwalitatief

N.v.t. 

Voldoet aan criterium: Zeer = 10 Redelijk = 5 Weinig = 2 Nihil = 0

10

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project vernieuwend is (zeer, redelijk, weinig of nihil).

22

Duurzaam

Kwalitatief

N.v.t. 

Voldoet aan criterium: Zeer = 10 Redelijk = 5 Weinig = 2 Nihil = 0

10

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project duurzaam is (zeer, redelijk, weinig of nihil).

23

Samenwerking

Kwantitatief

Per extra initiatiefnemer boven de gestelde eis van 2 initiatiefnemers

3

15

Naast de eis uit de cofinancieringsregeling dat 2 initiatiefnemers moeten samenwerken, kunnen er extra punten worden gescoord indien er meer initiatiefnemers zijn aangesloten bij het project. Dit moet blijken uit de samenwerkingsovereenkomst. Indien er bijvoorbeeld 4 initiatiefnemers zijn, kan op dit onderdeel 6 punten worden gescoord.

 

Kennisinstelling

Kwantitatief

1

5

5

Indien 1 van de initiatiefnemers een kennisinstelling is, krijgt het project 5 punten. Dit moet blijken uit de samenwerkingsovereenkomst. 

 

Overheid

Kwantitatief

1

5

5

Indien 1 van de initiatiefnemers een overheidsorganisatie is, krijgt het project 5 punten. Dit moet blijken uit de samenwerkingsovereenkomst. 

24

Continuïteit

Kwalitatief

N.v.t.

Voldoet aan criterium: Zeer = 10 Redelijk = 5 Weinig = 2 Nihil = 0

10

De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin de continuïteit van het project na afloop van het project (zonder subsidie) richting de toekomst geborgd is (zeer, redelijk, weinig of nihil). Uit het projectplan moet dit duidelijk blijken.

Onderdeel

Extra punten

Soort 

Beoordeling

Punten 

Maximaal aantal punten 

Toelichting 

25

Positieve citymarketing Alphen aan den Rijn

Kwalitatief

Per project

Bijdrage aan doelstelling: Groot = 20 Redelijk = 10 Klein = 5 Nihil = 0

20

Marketing en promotie kan helpen om Alphen aan den Rijn beter op de kaart te zetten. Dit draagt bij aan economische groei. De beoordeling heeft betrekking op de mate waarin het project (met concrete marketing/promotie activiteiten) bijdraagt aan de promotie, marketing en beeldvorming van de gemeente naar buiten als beste/aantrekkelijke gemeente voor ondernemers, als aantrekkelijke en recreatieve woongemeente en als een gemeente die inzet op circulaire economie en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (groot, redelijk, klein, nihil). 

26

Subsidiecoëfficiënt (percentage subsidie versus subsidiabele kosten)

Kwantitatief

Per 5 % minder cofinanciering nodig t.o.v. de maximale cofinanciering

10

30

60% van de subsidiabele kosten kunnen als cofinanciering aangevraagd worden. Hoe minder cofinanciering vanuit de gemeente nodig is ten opzichte van de subsidiabele kosten, hoe hoger de score. Afronding van het percentage vindt plaats naar het dichtsbijzijnde getal waarvoor punten kan worden verkregen (naar boven of naar beneden). Per 5% = 10 punten, dus 8% = 20 punten en 7% = 10 punten.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 28 maart 2017,

de secretaris, de burgemeester,

drs. P.W. Jeroense, mr. drs. J.W.E. Spies

Toelichting

Inleiding

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft eind 2015 een Economisch Actieprogramma 2016 – 2019 vastgesteld om samen met bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen te werken aan een sterke, vitale en groene economie. In dit programma zijn vier speerpunten benoemd:

• Het versterken van het ondernemers- en vestigingsklimaat

• Passende aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven

• De ontwikkeling naar een groene en circulaire economie

• Uitbouwen van de vrijetijdseconomie

Voor het behalen van de doelstellingen heeft de gemeente een aantal acties beschreven. De gemeente wil o.a. initiatieven uit de samenleving ondersteunen en stimuleren die bijdragen aan behalen van de doelen uit het Economisch Actieprogramma. Om deze ondersteuning van projecten op een transparante wijze te regelen is er een cofinancieringsregeling nodig. Deze “Nadere regels” vervullen deze functie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die van belang kunnen zijn voor de toepassing van de regeling. Hierbij is onder andere het onderscheid tussen grote en kleine projecten verduidelijkt. Dit is cruciaal omdat voor de verschillende soorten projecten andere eisen worden gesteld en een andere procedure van toepassing is. Een groot project is een project waarbij de aanvraag voor cofinanciering vanaf €10.000 en tot maximaal €100.000 is. Bij een klein project wordt een cofinancieringsbijdrage gevraagd tot maximaal €10.000. De Economic Development Board Alphen a/d Rijn (EDBA) adviseert over de inhoudelijke bijdrage van de kleine projecten aan de economische doelstellingen. Daarnaast geeft de EDBA advies over de beoordeling van de aanvragen van grote projecten aan het College. Deze beoordeling gebeurt op basis van het opgestelde toetsingskader waaraan de ingediende aanvragen getoetst kunnen worden. Het toetsingskader is cruciaal bij het beoordelen van de aanvragen, deze is tevens door het College vastgesteld en is als bijlage bij de regeling gevoegd. Binnen de regeling wordt onder meer waarde toegekend aan samenwerking binnen de Triple Helix, dat wil zeggen de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers. In de begripsbepalingen is daarom bepaald wat verstaan wordt onder onderneming, kennisinstelling en overheid. Onder kennisinstelling worden niet alleen onderwijsinstellingen verstaan, maar ook andere instellingen die zich bezig houden met onderzoek. Exploitatiekosten zijn als zijnde subsidiabele kosten uitgesloten. Deze kosten zouden ook bij een normale bedrijfsvoering worden gemaakt en zijn hiermee niet projectgebonden.

Artikel 2 Asv 2014

De Asv 2014 is van toepassing, tenzij daarvan in deze nadere regels uitdrukkelijk wordt afgeweken. De cofinanciering die op grond van deze regeling worden verstrekt zijn aan te merken als eenmalige subsidies. Van structurele subsidies is geen sprake.

Artikel 3 Doel

Het doel van de cofinancieringsregeling is gekoppeld aan het Economisch Actieprogramma 2016-2019; dit leidt tot een ruime formulering. De gemeente wil hiermee de regeling toepasbaar maken voor een grote groep. Hoewel het doel ruim geformuleerd is, betekent dit niet dat er lage eisen worden gesteld aan het project. De bijdrage die het project levert aan tenminste één van de doelstellingen uit het Economisch Actieprogramma dient aanzienlijk te zijn. De cofinancieringsregeling heeft als doel het stimuleren en ondersteunen van projecten die bijdragen aan het Economisch Actieprogramma.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

In dit artikel zijn de subsidiabele activiteiten opgenomen en aan welke eisen deze moeten voldoen om in aanmerking te komen voor cofinanciering. Hierbij is een belangrijk onderscheid gemaakt tussen de grote en kleine projecten. Voor grote projecten gelden beduidend meer eisen. De eisen die zijn opgenomen in lid 1 zijn niet cumulatief, de eisen die zijn opgenomen in lid 2 zijn wél cumulatief. De aanvullende eisen die worden gesteld zijn opgenomen in lid 3 en zijn tevens cumulatief, dit wil zeggen dat een project aan alle in sub a. t/m d. moet voldoen. Het EDBA beoordeelt in hoeverre het project bij draagt aan het realiseren van de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. Het EDBA adviseert het College bij de besluitvorming hieromtrent.

Artikel 5 Criteria voor de aanvrager

In dit artikel zijn de criteria voor aanvragers opgenomen. Hierbij zijn natuurlijke personen uitgesloten. De cofinancieringsregeling is onder andere bedoeld om bedrijven, kennisinstellingen en overheden met elkaar te laten samenwerken. In de Asv is opgenomen dat rechtspersonen met een winstoogmerk niet gesubsidieerd kunnen worden. Omdat bedrijven per definitie een winstoogmerk hebben is in lid 3 opgenomen dat er afgeweken wordt van de Asv. Bedrijven hebben vaak een belangrijke rol bij innovatieve samenwerkingsprojecten. Daarmee zijn bedrijven ook een belangrijke speler binnen de cofinancieringsregeling. Stichtingen en verenigingen vallen ook onder het begrip “onderneming”.

Artikel 6 Aanvraag kleine projecten

Dit artikel betreft de aanvraagprocedure voor kleine projecten. Het indienen en behandelen van de aanvraag voor kleine projecten is eenvoudiger dan bij een aanvraag voor grote projecten. Dit is met als doel gedaan dat de aanvraagprocedure voor kleine projecten niet onnodig ingewikkeld moet zijn. De regeling moet juist een stimulans zijn zonder dat er hoge drempels opgeworpen worden door de te volgen procedure. Ook inhoudelijk worden er minder eisen gesteld aan de aanvraag voor kleine projecten. Omdat het om lagere bedragen gaat kan niet verwacht worden dat een project met een kleine omvang dezelfde doelstellingen kan bereiken als een groot project welke beschikking heeft tot meer financiële middelen. Een aanvraag voor een klein project kan gedurende de hele looptijd van de regeling worden ingediend.

Omdat het kleinere projecten betreft is de looptijd ook gesteld op maximaal 2 jaar. Dit stimuleert de aanvrager om het project direct uit te voeren.

Artikel 7 Aanvraag grote projecten

De aanvraagprocedure voor grote projecten gebeurt via een tenderprocedure en is aan meer regels verbonden. De tenderregeling wordt 2 keer per jaar opengesteld en de indieningstermijn sluit op 1 mei en 1 oktober van het jaar. Het openstellen van de tenderregeling gebeurt 1 maand voor de sluitingsdatum. Na de sluiting van de openstelling kan de aanvrager op verzoek van de gemeente de aanvraag aanvullen indien de aanvraag niet volledig is. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid om de aanvragers eenmalig de kans te geven hun cofinancieringsaanvraag aan te vullen indien er stukken ontbreken.

De beoordeling van de aanvragen gebeurt op basis van het toetsingskader. Om voor cofinanciering in aanmerking te komen moeten projecten in ieder geval ten minste 6 punten scoren op de inhoudelijke voorwaarden van het toetsingskader. De EDBA kan het College adviseren welke aanvragen het beste bijdragen aan de doelstellingen van het Economisch Actieprogramma. Het College maakt vervolgens de finale selectie van de projecten waaraan cofinanciering beschikt wordt, mede op basis van het door de EDBA afgegeven advies. De rangorde van de projecten is bepalend voor welke projecten cofinanciering toegekend krijgen en welke niet. Gezien de aard van de tenderprocedure is in lid 11 een afwijking van de Asv opgenomen.

Artikel 8 Cofinancieringsplafond en verdeelcriteria

In dit artikel zijn de cofinancieringsplafonds en de verdeelcriteria opgenomen. Er is in totaal €550.000 aan middelen beschikbaar per jaar. In lid 2 is bepaald dat het deelplafond voor kleine projecten €100.000 is. Per jaar zal voor de tenderprocedures €450.000 beschikbaar zijn, bij de eerste tender zal het cofinancieringsplafond €250.000 bedragen, het subsidieplafond van de tweede tender bedraagt in beginsel €200.000. Indien de gelden van de eerste tender niet volledig benut worden zal het resterende bedrag beschikbaar worden gesteld bij de eerstvolgende tender van hetzelfde jaar. Zo wordt een zo groot als mogelijk deel van de jaarlijks beschikbare €450.000 besteed aan ingediende projecten.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Structurele activiteiten, exploitatie en aanschaffen van reguliere bedrijfs- en productiemiddelen helpen niet bij het behalen van de doelstelling. De cofinanciering is bedoeld om innovatieve en duurzame projecten te helpen met opstarten, waarna de projecten op eigen kracht door kunnen. Daarom zijn in dit artikel enkele uitzonderingen op de subsidiabele kosten opgenomen. De overige kosten zijn subsidiabel mits deze projectgebonden zijn. Hiertoe behoort ook niet-verrekenbare BTW.

Inzet van uren door personeel van samenwerkingspartners is niet subsidiabel. Indien externe expertise wordt ingehuurd, zijn deze kosten wel subsidiabel.

Artikel 10 Hoogte van de cofinanciering

Maximaal 60% van de subsidiabele kosten van het aangevraagde project kunnen gefinancierd worden. De overige 40% van de projectkosten moeten door de aanvrager zelf beschikbaar gesteld worden. Dit hoeft geen eigen bijdrage te zijn, maar mag bestaan uit cofinanciering van andere subsidieverstrekkers. De aanvrager kan altijd minder dan 60% cofinanciering aanvragen, bij grote aanvragen kan dit positief meewegen in het aantal punten wat aan het project wordt toegekend. Stapelen van subsidies van de gemeente zelf is niet mogelijk.

Het stapelen van gemeentelijke subsidies is bewust uitgesloten. Hiermee wordt voorkomen dat er niet transparante subsidiering plaatsvindt. Deze regeling is een cofinancieringsregeling met als doel partijen te helpen om goede initiatieven op te starten. Daarbij is het borgen van de continuïteit van het project een randvoorwaarde.

In lid 4 van het artikel is opgenomen dat na het uitvoeren van een klein project een vervolgaanvraag gedaan kan worden voor een groot project. In dat geval is de maximum cofinanciering voor grote projecten leidend. Dit betekent dat het maximum voor beide projecten samen €100.000 zal zijn.

Artikel 11 Verplichtingen van de cofinancieringsontvanger

Organisaties die cofinanciering verstrekt krijgen vanuit de tenderregeling, sturen gedurende de looptijd van de cofinanciering tweemaal per jaar een voortgangsrapportage in. De gemeente levert het format voor de voortgangsrapportage aan. De voortgangsrapportage bestaat onder andere uit:

• Op basis van het ingediende projectplan een voortgangsbeschrijving van het project en de tot op heden behaalde resultaten, inclusief realisatie van de begroting en planning;

• Op basis van het ingediende projectplan een overzicht van de geplande activiteiten voor het komende half jaar;

• Beschrijving van de afwijkingen en verwachte afwijkingen ten opzichte van het ingediende projectplan met uitleg van de reden waarom er afgeweken wordt.

Het project dient binnen één jaar na het afgeven van de cofinancieringsbeschikking van start te gaan. Hierover dient bij de voortgangsrapportage gerapporteerd te worden. Daarnaast is de cofinancieringsontvanger verplicht om de communicatie-uitingen zoals in lid 4 opgenomen in acht te nemen. Het te gebruiken logo wordt door de gemeente/EDBA beschikbaar gesteld.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen. Hierbij is voor grote projecten in lid 2 opgenomen dat projectaanvragen die niet geselecteerd zijn op basis van de tenderprocedure geen aanspraak kunnen maken op de cofinanciering. In lid 5 is gewaarborgd dat enkel projecten die de cofinanciering nodig hebben voor de uitvoering van het project, aanspraak kunnen maken op de cofinanciering. Indien een project al is gestart is hier geen sprake van. Om die reden zal het verlenen van cofinanciering aan het betreffende project geweigerd worden. Het project is gestart als er al kosten zijn gemaakt of projectactiviteiten zijn uitgevoerd. Voorbereidende werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het opstellen van een projectplan, het voeren van overleggen, opvragen van offertes en dergelijke t.b.v. het indienen van een projectaanvraag worden niet gezien als een start van een project.

In lid 4 is opgenomen dat indien er voor het project ook subsidie wordt aangevraagd vanuit het LEADER-programma, het project niet in aanmerking komt voor cofinanciering vanuit deze regeling.

Tenslotte mag het College weigeren om cofinanciering te verlenen als de opgestelde begroting, en de daarvoor gevraagde cofinanciering, niet redelijkerwijs in verhouding staat tot de te behalen resultaten. Hiermee kan het College een cofinancieringsaanvraag weigeren indien het project weliswaar bijdraagt aan de doelen uit het Economisch Actieprogramma, maar de middelen niet voldoende effectief worden besteed om de resultaten te behalen.

Artikel 13 Betalen van voorschotten

Een voorschot op de cofinanciering bedraagt 70% van het in de cofinancieringsbeschikking genoemde bedrag. Het voorschot wordt direct bij het verlenen van de cofinancieringsbeschikking uitbetaald. Het restant van de te verstrekken cofinanciering wordt uitbetaald bij de cofinancieringsvaststelling op basis van de ingediende verantwoording van behaalde resultaten en gemaakte subsidiabele kosten.

Artikel 14 Cofinancieringsvaststelling

Verstrekte cofinancieringen worden allemaal vooraf toegewezen en achteraf vastgesteld. In afwijking van artikel 15 lid 1 Asv dient de cofinancieringsontvanger binnen twee maanden na afloop van het project een verzoek tot cofinancieringsvaststelling in. Deze wordt vervolgens door de gemeente beoordeeld. Ook voor de vaststelling stelt de gemeente een format beschikbaar. Voor grote projecten moeten ook de in de Asv genoemde bijlagen worden toegevoegd. Na de vaststelling wordt het resterende bedrag waar de cofinancieringsontvanger conform deze regeling aanspraak op kan maken, door de cofinancieringsverlener uitgekeerd. Dit kan lager dan 30% van de oorspronkelijk beschikte cofinanciering zijn, indien de subsidiabele kosten in werkelijkheid lager zijn dan oorspronkelijk in de beschikking aangenomen.