Regeling vervallen per 01-01-2020

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Geldend van 12-02-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Artikel 1 Definities

a. buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand

b. AVR: de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn

Artikel 2 Aanstelling

1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Salaris

1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een salaris per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan 4,5maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de AVR.

2. Voor het voltrekken van een kosteloos huwelijk is het bedrag 25% van het salaris genoemd in lid 1.

3. Het salaris, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28, tweede lid, sub b van de AVR (voorheen de eindejaarsuitkering) en met 8% (voorheen de vakantietoelage).

4. Het salaris bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgehoogd met een percentage van 8,6 % ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

5. Het salaris per huwelijk of geregistreerd partnerschap is inclusief representatievergoeding, werken op onregelmatige tijden en reiskosten.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling salaris en uitkering) van de AVR van overeenkomstige toepassing.

2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de buitengewoon ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de buitengewoon ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

4. De uitbetaling van het salaris bij ziekte vindt maandelijks plaats.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (wegens bereiken AOW-gerechtigde leeftijd), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 en 8:5 en 8:5a (wegens (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de AVR.

2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de AVR.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de AVR zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de AVR.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand en treedt in werking op de dag volgende op de dag van bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op 22 januari 2019.

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

drs. ing. P.D. Wekx MBA mr. drs. J.W.E. Spies

Toelichting op de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin is geregeld welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing. De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn (AVR) niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Artikel 2 Aanstelling

Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling salaris, re-integratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de AVR, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is. Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Artikel 3 Salaris

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het salaris is inclusief representatievergoeding, werken op onregelmatige tijden en reiskosten. Het salaris per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt verhoogd met percentages die tot 1 januari 2017 onder een andere naam in de AVR geregeld waren: de vakantietoelage, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 6:3 en de eindejaarsuitkering, zoals tot 1 januari 2017 geregeld in artikel 3:18a.

Voorbeeldberekening (peildatum 1-7-2018):

Salaris per verrichting € 97,38 (4,5 maal 1/156e deel van 3376, schaal 8-11)

verhoging 8% (voorheen vakantietoelage) € 7,79 (8% van 97,38) verhoging 6,75% (voorheen eindejaarsuitkering € 6,57 (6,75 % van 97,38)

compensatie vakantie uren € 8,37 (8,6% van 97,38)

Totaal € 120,11

Afkopen niet genoten vakantie

In het vierde lid wordt het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de AVR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar en de arbeidsduur per jaar van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden. Het aanspraak maken op wettelijke vakantiedagen in het uurloon is niet meer toegestaan sedert de uitspraak van het Europese Hof van 16 maart 2006. In deze rechtspositieregeling voor de babsen is de afkoop desalniettemin gehandhaafd. Reden daarvoor is dat de babs in verband met zijn hoofdfunctie al gebonden zal zijn aan het opnemen van het wettelijk minimum aan vakantie. In de praktijk zijn babsen bovendien veelal vrij om huwelijken in te plannen. In de meeste gemeenten zal op basis van het bovenstaande gekozen kunnen worden voor handhaven van de afkoop. De uitspraak van het Hof brengt echter wel met zich mee dat een babs formeel niet het recht ontzegd kan worden om de in zijn nevenfunctie opgebouwde vakantie daadwerkelijk op te nemen, ondanks het feit dat deze reeds is afgekocht. Per verrichting wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd. .

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de AVR op het punt van doorbetaling van salaris bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Achtergrond hiervan is het dwingende karakter van de sociale wetgeving die zieke werknemers rechten en plichten toekent. Artikel 76a van de Ziektewet geeft de persoon “krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken (of zolang als het dienstverband nog duurt) doorbetaling van 70% van de bezoldiging of, indien de bezoldiging op een ander wijze dan naar tijdruimte vastgesteld wordt, de gemiddelde bezoldiging die betrokkene, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen. De AVR geeft aanspraak op een hoger doorbetalingspercentage dan 70%.

Eerste dag van ongeschiktheid: in lid 3 is bepaald (conform de Ziektewet) welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de babs direct bij aanvang van het ziekteverzuim bezoldiging krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk van de babs zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling bezoldiging ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorg dragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van 14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag, afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de lokale situatie toegesneden moeten worden.

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de AVR op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de AVR is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van salaris staat de verplichting van werkgever en werknemer (jonger dan de AOW gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, geldt de re-integratieverplichting niet.

In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk/geregistreerd partnerschap. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar van uit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de AVR.

Opgemerkt wordt dat ontslag na bereiken AOW-leeftijd niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:2a bieden de mogelijkheid om een AOW-gerechtigde in dienst te houden, te nemen of het dienstverband te beëindigen.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de AVR worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de AVR.

Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van het BW verplicht is. De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een aanstelling te verlenen. De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.