Verlegregeling Alphen aan den Rijn 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verlegregeling Alphen aan den Rijn 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

Gelet op de Leidingenverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T vast te stellen de:

Verlegregeling Alphen aan den Rijn 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.1. De begripsbepalingen van de Leidingverordening Alphen aan den Rijn zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk in deze regeling wordt afgeweken.

1.2. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. aanvraag: een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 7 van de Leidingverordening;

b. leidingexploitant: een natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid een leiding is aangelegd, wordt beheerd of geëxploiteerd;

c. Leidingverordening: de Leidingverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015 of de regeling die daarvoor in de plaats treedt;

d. nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de leidingexploitant;

e. verleggen: het treffen van voorzieningen aan leidingen, het fysiek verplaatsen, het geheel of gedeeltelijk vervangen, nieuw leggen en verwijderen van leidingen en alle (tijdelijke) maatregelen die daarvoor nodig zijn;

f. werk: bovengrondse of ondergrondse werkzaamheden of planontwikkelingen door of in opdracht van de gemeente;

g. rijzen: het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een leiding wat nodig is als gevolg van zetting van de bodem.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Het toepassingsgebied van de Leidingverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015 is op deze regeling van toepassing.

Artikel 3 Algemene bepalingen

3.1 De omvang van de schade als gevolg van het verleggen van leidingen wordt bepaald aan de hand van Bijlage 1 van de “Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwerken” (NKL 1999).

3.2 Het college en de vergunninghouder en leidingexploitant zullen bij het verleggen van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 4 Uitgesloten van nadeelcompensatie

4.1 De schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor zover:

a. hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard, of

b. hij heeft nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, of

c. de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.

4.2 Indien als gevolg van de uitvoering van een werk de leidingexploitant de leidingen moet of zal rijzen, komen de kosten hiervan ten laste van de leidingexploitant.

Artikel 5 Nadeelcompensatie binnen de openbare ruimte

5.1 Indien een vergunninghouder als gevolg van een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 9, onderdeel f, van de Leidingverordening schade lijdt of zal lijden die uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het college de benadeelde op zijn aanvraag een nadeelcompensatie toe.

5.2 Indien het college binnen vijf jaren na de datum van verzending van de vergunning een beschikking geeft tot intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 9, onderdeel f van de Leidingverordening leidende tot het verleggen van de betrokken leidingen in de openbare ruimte, bedraagt de door het college aan de vergunninghouder te vergoeden nadeelcompensatie 100% van de schade.

5.3 Indien de in het eerste lid bedoelde beschikking leidende tot het verleggen van de betrokken leidingen in de openbare ruimte wordt gegeven in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van verzending van de betrokken vergunning, bedraagt de door het college aan de vergunninghouder te vergoeden nadeelcompensatie 80% van de schade vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar volgens bijgaand schema van bijlage 2 van de NKL 1999.

afbeelding binnen de regeling

Tabel vergoedingpercentage

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

100

100

100

100

80

72

64

56

48

40

32

24

16

8

0

5.4 Indien de in het eerste lid bedoelde beschikking leidende tot het verleggen van de betrokken leidingen in de openbare ruimte wordt gegeven na vijftien jaar, gerekend vanaf de datum van verzending van de betrokken vergunning, wordt geen nadeelcompensatie toegekend.

Artikel 6 Nadeelcompensatie buiten de openbare ruimte

6.1 De gemeente kent de leidingexploitant die schade lijdt of zal lijden als gevolg van rechtmatige uitoefening door of namens de gemeente van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak leidende tot een verlegging van een leiding buiten de openbare ruimte, op verzoek een vergoeding toe, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

6.2 De nadeelcompensatie wordt berekend aan de hand van bijlage 4 van de NKL 1999.

6.3 Volledige vergoeding van schade wordt toegekend indien de leiding van de leidingexploitant is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of indien de leiding ligt op basis van een zakelijk recht van de leidingexploitant, of indien op de leiding een gedoogplicht rust ten laste van de leidingexploitant op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht.

6.4 In andere gevallen worden uitsluitend de kosten van ontwerp en begeleiding en uitvoering vergoed. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Artikel 7 Bepalingen van procedurele aard.

7.1 Het college streeft naar overeenstemming met de leidingexploitant over verplaatsing (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met leidingexploitant.

7.2 De procedure van de nadeelcompensatie verloopt langs de lijnen van het Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen van de gemeente Alphen aan den Rijn (vooroverleg, vaststelling van plannen, formeel aanvraag tot aanpassing, projectovereenstemming, facturering, eindafrekening), opgenomen in bijlage 1 die onderdeel vormt van deze regeling. Daarbij wordt de Projectovereenstemming beschouwd als een aanvraag tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:2 Awb.

7.3 De aanvrager dient aan te tonen op welke datum vergunning is verleend voor het aanleggen van de leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd.

7.4 Indien een vergunning ontbreekt, wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de vergunninghouder is aangevangen.

7.5 Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar aanwezig is.

7.6 Indien een van de omstandigheden genoemd in artikel 6.3 van toepassing is, dan dient die omstandigheid te worden aangetoond met kopieën van originele akten.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Indien in bijzondere omstandigheden redenen aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de leidingexploitant moet blijven dan uit de toepassing van artikelen 5 en 6 voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 9 Overige en slotbepalingen

9.1 Deze regeling is van toepassing op werken waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en leidingexploitant.

9.2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Leidingverordening Alphen aan den Rijn in werking treedt.

9.3 De regeling wordt aangehaald als: Verlegregeling 2015.

Toelichting verlegregeling

Het doel van deze verlegregeling is te komen tot een goede beheersing van het proces en verantwoording van kosten van het verleggen van kabels en leidingen. Daarnaast streeft de gemeente met de verlegregeling naar een redelijke verdeling van kosten van verleggingen.

Beheersing van proces en verantwoording van kosten

Vanouds kenmerkt de samenwerking tussen gemeente en netbeheerders zich als een verregaande identificatie met elkaars maatschappelijke belangen. De term “nutsbedrijven” verwijst daar ook naar. In een verder verleden waren de nutsbedrijven zelfs gemeentebedrijven. Daarbij werd vooral aandacht besteed aan de technische en planningstechnische aspecten van verleggingen. Ook was er de neiging om incidentele onregelmatigheden niet te expliciteren vanwege de langdurige en verdergaande relatie.

Met de privatisering van nutsbedrijven kwamen de netbeheerders op afstand te staan. Nog steeds is er de neiging om elkaars maatschappelijke functie te respecteren, maar beide partijen komen steeds meer onder druk te staan om bedrijfseconomisch strakkere lijnen uit te zetten.

De afgelopen jaren heeft dit geleid tot een verscherping van standpunten en meer discussies over de organisatie van het werkproces van kabels en leidingen. Dit betreft met name de contractuele relatie tussen gemeente en netbeheerder, de informatievoorziening, en de verantwoording van kosten.

De gemeente Alphen aan den Rijn is tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk is de verhouding van de gemeente tot de netbeheerders op een meer professionele wijze in te richten, die uniform op alle netbeheerders van toepassing is.

De verlegregeling houdt meer in dan de nadeelcompensatie.

De verwijzing naar het Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen opent de weg voor een efficiënt proces met de volgende elementen:

• planvorming tot maatschappelijke beste oplossing met afweging van wederzijdse belangen;

• private projectovereenstemming tussen gelijkwaardige partijen, waarin de omvang van een verlegging, de planning, de kosten en de kostenverdeling worden vastgelegd;

• afspraken over voortgangsbewaking, meer- en minderwerk en facturatie;

• verantwoording van werkelijk gemaakte kosten.

Deze werkwijze sluit aan bij het landelijk gehanteerde protocol van Rijkswaterstaat en ProRail en de gemeente Utrecht, zodat terminologie en nadere afspraken in een breder en geaccepteerd kader passen.

Verdeling van kosten van verleggingen.

De tot nu gehanteerde regelingen hebben vanouds als principe dat de netbeheerder gecompenseerd wordt voor het niet verstreken deel van de technische of economische levensduur, veelal 40 jaar. Er van uitgaande dat de technische of economische levensduur correspondeert met de boekwaarde van de leidingen, wordt de netbeheerder feitelijk volledig gecompenseerd in zijn schade.

Dit beginsel van feitelijke volledige vergoeding past sinds lange tijd niet meer bij de redelijke toedeling van kosten die de gemeente moet maken bij het uitoefenen van haar taak inzake het beheer en inrichting van de openbare ruimte. Naar analogie met landelijke regelingen leidt een schadevergoeding, die gebaseerd is de voorzienbaarheidstermijn van de beheerder van infrastructuur, tot een meer evenwichtig beginsel voor kostentoedeling.

Daarom wordt met deze verlegregeling aansluiting gezocht bij die landelijke regelingen. Dat zijn de “Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL 1999)” en de “Overeenkomst inzake verleggingen van kabels en leidingen buiten beheersgebied (OVK 1999)”. Tot nu toe heeft de rechter deze nadeelcompensatieregelingen in alle voorkomende gevallen als kennelijk redelijk beoordeeld.

Deze landelijke regelingen hebben ook model gestaan voor de Verlegregeling Rotterdam, die weer model heeft gestaan voor deze verlegregeling.

Belangrijke overeenkomst tussen de landelijke regelingen en de verlegregeling is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen leidingen binnen beheersgebied (de openbare ruimte) en leidingen buiten beheersgebied.

Belangrijk verschil is dat landelijke regelingen vanuit de aard van rijkswaterstaatswerken en spoorwegen binnen beheersgebied een onderscheid maken tussen langsliggende en kruisende leidingen, terwijl dat in de fijnmazige gemeentelijke infrastructuur geen functie heeft. In gemeentelijk verband zijn binnen de openbare ruimte vrijwel alle leidingen langsliggend.

Binnen beheersgebied wordt, in overeenstemming met de landelijke regeling, aan langsliggende leidingen een schadevergoeding toegekend die gebaseerd is op de voorzienbaarheidstermijn van ingrepen in de openbare ruimte. Aangrijpingspunt daarvoor is de schade die wordt veroorzaakt door het intrekken van de vergunning.

Het aantal en de omvang van ingrepen door de gemeente buiten de openbare ruimte is beperkt. Toch is het, juist vanwege het ontbreken van een publiekrechtelijke bevoegdheid, noodzakelijk ook voor deze situaties een redelijke nadeelcompensatie te kunnen bieden.

Hierbij wordt volledige aansluiting gezocht bij de landelijke regeling buiten beheersgebied. De nadeelcompensatie is dan gebaseerd op de principes van de onteigeningswetgeving en de daarbij behorende jurisprudentie. Deze verlegregeling neemt bij werken van de gemeente buiten beheersgebied de nadeelcompensatie zoals vastgelegd in de OVK 1999 onverkort en integraal over.

Bijlage: Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding kabels en leidingen Gemeente Alphen aan den Rijn.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op 11 november 2014,

De secretraris, de burgemeester.