Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regels Verlengde Steunfonds COVID-19

Geldend van 19-11-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regels Verlengde Steunfonds COVID-19

Het College van burgemeester en wethouders:

Besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regels Verlengde Steunfonds COVID-19

Waar wordt een aanvraag aan getoetst

1. De aanvrager is een lokale sociaal maatschappelijke organisatie die als gevolg van de COVID-19 pandemie inkomsten weg ziet vallen.

2. De aanvrager draagt bij aan het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente en/of is van grote maatschappelijke waarde voor de sociale infrastructuur binnen de gemeente.

3. De aanvrager maakt gebruik van vangnetregelingen, die door bijvoorbeeld het Rijk of koepelorganisaties in het leven zijn of worden geroepen.

4. De aanvrager heeft ondanks artikel 3 een continuïteits- en/of een acuut liquiditeitsprobleem in de periode maart tot en met december 2020, de aanvrager heeft niet-noodzakelijke uitgaven en/of variabele kosten maximaal teruggebracht en waar mogelijk getracht inkomsten te vermeerderen.

5. De aanvrager is (ook na de Covid-19 pandemie) levensvatbaar (heeft financiële draagkracht, zie ook artikel 13 lid 2 Asv 2020).

6. De hoogte van het aangevraagde bedrag staat in verhouding tot het financiële probleem dat door de Covid-19 pandemie is ontstaan.

Indien de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende eigen geld kan beschikken om uit de financiële problemen te komen, kan dat een reden zijn om de subsidie te weigeren (zie hiervoor ook artikel 13 lid 5 Asv 2020). Hierbij houdt gemeente rekening met het Eigen Vermogen van de aanvragende organisatie

7. De gemeente toetst alle aanvragen aan alle bestaande wet- en regelgeving.

Beslissingsbevoegdheid

De beslissingen ten aanzien van het Verlengde Steunfonds COVID-19 zijn een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.

Subsidieplafond

Voor het Steunfonds COVID-19 en het Verlengde Steunfonds COVID-19 gezamenlijk, is maximaal € 2,5 miljoen beschikbaar en de aanvragen kunnen in de periode van april 2020 tot en met december 2020 worden ingediend, over de periode van maart 2020 tot en met december 2020. Dit bedrag is daarom het subsidieplafond voor deze periode. In het kader van de verdeling van schaarse middelen is de gemeente verplicht dit plafond te noemen en te publiceren.

Proces van aanvraag en besluitvorming

1. De aanvragen voor het Verlengde Steunfonds COVID-19 komen binnen via een online formulier op de website.

2. De aanvragen worden integraal beoordeeld (inhoud, juridisch, financieel) op basis van maatwerk.

3. Voor aanvragen tot € 20.000 worden minder bewijsstukken gevraagd dan voor aanvragen boven de € 20.000. Daarnaast kan de gemeente extra informatie of bewijsstukken opvragen, bijvoorbeeld wanneer er twijfels zijn over de rechtmatigheid of wanneer onvoldoende is aangeleverd om een goed oordeel te kunnen vormen over de aanvraag.

4. Bij een onvolledige aanvraag krijgt de aanvrager een Awb-hersteltermijn van twee weken. Als de aanvrager hier niet tijdig op reageert of niet de juiste stukken instuurt, dan kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen (zie hiervoor ook artikel 5 lid 6 Asv 2020).

5. De aanvragen worden voor besluitvorming besproken met de betreffende inhoudelijk portefeuillehouder.

6. Er volgt in principe vierwekelijks een verzamelbesluit voor de aanvragen die op dat moment gereed zijn voor besluitvorming. De al eerder verleende of geweigerde subsidies worden hierin ook genoemd (in een bijlage) om het overzicht te bewaren.

7. Zoals de Algemene wet bestuursrecht dat voorschrijft, wordt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag hierop besloten. Hierbij heeft de gemeente nog een verdagingsmogelijkheid van maximaal zes weken.

8. Het verzamelbesluit staat standaard op de lijst mededelingen van de raad.

9. Alle aanvragen worden eenmalig en voorlopig verleend. De aanvrager stuurt na afloop een verantwoording naar de gemeente, om aan te tonen hoe de voorlopige subsidie besteed is. Het college beslist over de definitieve vaststelling.

Ondertekening

Vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders op 3 november 2020,

De secretaris, de burgemeester.

Bijlage 1 – Toelichting bij Nadere regels Verlengde Steunfonds COVID-19

In deze bijlage staat de nadere uitwerking van enkele van de hiervoor genoemde voorwaarden en onderwerpen.

Het college kiest voor de onderstaande lijn, mits passend binnen de wettelijke kaders. Bij de beoordeling of een aanvraag aan de voorwaarden voldoet, is maatwerk vereist.

Lokale sociaal maatschappelijke organisaties:

Lokale sociaal maatschappelijk organisaties ondersteunen publieke aangelegenheden in gemeente Alphen aan den Rijn voor maatschappelijke doeleinden ten aanzien van cultuur, sport en educatie, recreatie, welzijn en zorg, zonder daarbij winst na te streven.

Organisaties die nu nog geen subsidie ontvangen kunnen ook een eenmalige subsidie vanuit het Verlengde Steunfonds COVID-19 aanvragen.

Een onderdeel dat we specifiek uitlichten zijn de evenementen:

Organisatoren van evenementen ontvangen geen subsidie, maar een financiële bijdrage op basis van het Evenementenbeleid. De meeste organisatoren ontvangen achteraf (dus ná het evenement) hun bijdrage. Als een evenement niet doorgaat, keert de gemeente niet uit. Er zijn situaties denkbaar waarbij de organisator al veel kosten gemaakt heeft en dat de gemeente (een deel van) de financiële bijdrage toch uitkeert. Organisatoren die niet-bedrijfsmatig evenementen organiseren, worden voor de beoordeling in het kader van dit Verlengde Steunfonds COVID-19 eveneens aangemerkt als sociaal maatschappelijke organisatie en kunnen, onder genoemde voorwaarden, een aanvraag doen. Daarbij geldt dat eventueel vanuit het Evenementenbeleid toegezegde financiële bijdragen allereerst worden aangewend, voordat eventuele subsidie vanuit het Steunfonds wordt verleend.

Gebruik van andere vangnetregelingen en verantwoordelijkheid aanvrager:

Sociaal maatschappelijke organisaties zijn op de eerste plaats zelf aan zet om maatregelen te nemen om de gevolgen van de COVID-19 crisis op te vangen. Als gemeente hebben we de middelen niet om op grote schaal onze inkomsten kwijt te schelden of anderszins financiële steun te verlenen zonder dat we hierbij drastisch en acuut andere uitgaven moeten terugdringen, nog los van de juridische gevolgen die dit kwijtschelden of steun verlenen met zich meebrengen. De gemeente verwacht dat de maatschappelijke organisaties in de gemeente een eventueel gemis aan inkomsten primair vanuit hun eigen buffers opvangen, waarbij ze bijvoorbeeld gebruik maken van de regelingen die het Rijk en andere (koepel)organisaties als generieke steunmaatregelen hebben opgetuigd. Zo wordt van de sociaal maatschappelijke organisaties verwacht dat zij gedurende de sluiting niet-noodzakelijke uitgaven uitstellen, variabele kosten maximaal terugbrengen en proberen op andere manieren hun inkomsten te behouden en zo mogelijk te vermeerderen. Een aanvrager moet aantonen dat het maximale is gedaan om met het schrappen/verschuiven van alle beïnvloedbare uitgaven alles in het werk is gesteld om de financiële vitaliteit van organisatie te waarborgen.

Mogelijkheden gemeente:

De gemeente werkt, vóór het verlenen van een voorlopige subsidie op basis van deze regels, zoveel mogelijk mee aan het voorkomen van de liquiditeitsdip die kan ontstaan door wegvallende omzet door de corona-crisis. Mogelijkheden hiervoor zijn:

• Betalingsregelingen afspreken of aanpassen voor huren/belastingen enzovoort.

Levensvatbaarheid aanvragende organisatie:

De gemeente onderzoekt of de aanvragende organisatie ook voor de Covid-19 pandemie levensvatbaar was. De regeling is niet bedoeld om financiële problemen van voor 1 maart 2020 op te vangen.

Het college zal vooralsnog terughoudend zijn in het nemen van maatregelen die samenhangen met renteloze leningen, zekerheden en garantstellingen bij banken.

Toetsing op regels voor staatsteun:

Bij iedere vorm van ondersteuning dient rekening gehouden te worden met geldende wet- en regelgeving (bijvoorbeeld ten aanzien van staatsteun).

Bij het verstrekken van een eenmalige subsidie zou elke aanvraag afzonderlijk in het licht van de Europese regels over staatsteun moeten worden beoordeeld. Er is sprake van staatssteun als aan de voorwaarden wordt voldaan zoals omschreven in artikel 107 lid 1 VWEU.

Per aanvraag moet worden beoordeeld of aan de criteria voor staatssteun wordt voldaan. Omdat dit in de praktijk zou kunnen leiden tot aanzienlijke vertraging in de behandeling van de aanvragen, kiest de gemeente ervoor om bij alle aanvragen de aanvragers te verzoeken om een overzicht van alle de minimis-steun over de jaren 2018, 2019 en 2020 op te geven, die ze over deze periode hebben ontvangen. Zo wordt bewerkstelligd dat, mocht in een individueel geval toch worden voldaan aan criteria van de staatssteun, de verleende steun in de lijn van de-minimis-verordening wordt verstrekt.

Verantwoording achteraf:

In afwijking van artikel 14 Asv 2020 worden alle subsidies op basis van dit Steunfonds voorlopig verleend. ‘Voorlopig’ betekent dat de subsidieontvanger die ook een structurele subsidie van de gemeente ontvangt, de verantwoording gelijktijdig met de verantwoording van de structurele subsidie (uiterlijk 1 april 2021) aanlevert. Dit geldt ook voor de subsidieontvangers die na juni 2020 een aanvraag hebben ingediend. De overige subsidieontvangers leveren de verantwoording ook uiterlijk 1 april 2021 aan tenzij ze eerder willen verantwoorden omdat ze daar baat bij hebben. De nadere voorwaarden hiervan staan in de subsidiebeschikking die wordt toegestuurd aan de aanvrager. Gemeente houdt dan onder andere rekening met de ontwikkelingen na voorlopige verlening: ontvangt de subsidieontvanger bijvoorbeeld (toch) geld via het Rijk of een andere vangnetregeling (die ten tijde van de aanvraag eventueel nog niet beschikbaar was), dan kan gemeente de eenmalig verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Bijlage 2 - Basis voor de aanvraag

Aanvragers moeten het volgende minimaal verklaren:

1. Door de COVID-19 pandemie vallen inkomsten weg in de periode maart t/m december 2020;

2. Er is zo mogelijk gebruik gemaakt van vangnetregelingen zoals die van het Rijk, de Provincie en koepelorganisaties;

3. Door het wegvallen van de inkomsten ontstaat er een liquiditeits- of continuïteitsprobleem;

4. De aanvragende organisatie heeft er alles aan gedaan om dit zelf op te lossen

5. De aanvragende organisatie heeft onvoldoende reserve/spaargeld/voldoende bank/kassaldo voor niet-noodzakelijke onderwerpen die zij kan aanwenden;

6. De aanvragende organisatie had voor de COVID-19 pandemie geen continuïteitsproblemen.

En het volgende minimaal beschrijven:

1. Doel, doelgroep en activiteiten van de aanvragende organisatie, op hoofdlijnen;

2. Hoogte van de aanvraag (in euro);

3. Uitleg van acties gedaan om kosten te minimaliseren, uit te stellen of inkomsten te behouden of vermeerderen.

4. Overzicht van eerder ontvangen subsidies/staatssteun in 2018, 2019 en 2020.

En het volgende minimaal aanleveren:

1. Als geen gebruik is gemaakt van andere vangnetregelingen, dan licht aanvrager toe waarom niet. Is wel gebruik gemaakt van andere vangnetregelingen, dan levert aanvrager bewijsstukken hiervoor aan (toekenningen en afwijzingen)

2. Bewijs van huidige of komende betalingsverplichtingen waarvoor de aanvraag gedaan wordt;

3. Jaarrekening 2019;

4. Een nieuwe/aangepaste begroting 2020 waarin zichtbaar is gemaakt ten opzichte van de originele begroting 2020:

a. Welke inkomsten in welke periode en in welke mate wegvallen;

b. Welke kosten de aanvrager heeft weten te verminderen of uit te stellen;

c. Welke verplichtingen op welke termijn uiterlijk voldaan moeten worden;

d. Welke inkomsten van andere vangnetregelingen aanvrager heeft ontvangen of verwacht te ontvangen.

Hiermee maakt aanvrager het continuïteits- en/of liquiditeitsknelpunt voor de gemeente inzichtelijk;

5. Saldo-opgave van alle bankrekeningen (Rekening Courant/betaalrekening en overige (spaar)rekeningen) per 1 september 2020;

6. Bij een aanvraag boven de € 20.000 ook:

Een liquiditeitsoverzicht 2020 en volgende jaren (cashflow), waarin rekening is gehouden met het schrappen/verschuiven van alle beïnvloedbare uitgaven (*) die niet relevant zijn voor financiële vitaliteit van organisatie. Indien gebruik is gemaakt van steunmaatregelen vanuit het Rijk, moeten deze zijn verwerkt in het liquiditeitsoverzicht.