Regeling vervallen per 01-10-2010

Handhavingsverordening 2006

Geldend van 01-11-2006 t/m 30-09-2010

Intitulé

HANDHAVINGSVERORDENING 2006

bijlage III bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn vaN 19 OKTOBER 2006

Artikel 1 Begrippen

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn;

    • c

      de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

    • d

      handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;

    • e

      hoogwaardige handhaving: een samenstel van activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijden van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;

    • f

      fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de afdeling Werk en Bijstand van de gemeente Alphen aan den Rijn;

    • g

      misbruik: het ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften,

waarbij het ten onrechte ontvangen aan de cliënt is te wijten;

honeigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan.

Artikel 2 Hoogwaardige Handhaving

  • 1 Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude, en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2 Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot hoogwaardige handhaving waarin ondermeer kan worden geregeld:

    • a

      voorlichting over de regelgeving alsmede de daaraan verbonden gevolgen bij fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik;

    • b

      de wijze van verificatie van gegevens;

    • c

      de wijze waarop controles worden uitgevoerd, alsmede het gebruik van risicoprofielen;

    • d

      de wijze waarop informatie-uitwisseling met derden plaatsvindt, waaronder bestandsvergelijking;

    • e

      de wijze waarop de interne controle wordt uitgevoerd;

    • f

      de wijze waarop wordt omgegaan met signalen en tips;

    • g

      de wijze waarop het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik wordt bestreden.

  • 3 Het college zendt periodiek aan de gemeenteraad een verslag over de uitvoering van de wet zoals bepaald in artikel 77 lid 1 van de wet WWB.

Artikel 3 Terugvordering

  • 1 Van de bevoegdheid op grond van de wet tot herziening, terugvordering en invordering van verstrekte bijstand wordt gebruik gemaakt.

  • 2 Het college stelt nadere regels vast omtrent het geheel of gedeeltelijk afzien van terugvordering en kwijtschelding.

  • 3 Het college stelt nadere regels vast omtrent de uitvoering van terugvordering en invordering.

  • 4 De terug te betalen hoofdsom kan op grond van de wet worden verhoogd met rente en kosten.

Artikel 4 Verhaal

  • 1 Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot verhaal op grond van de wet.

  • 2 Het college stelt nadere regels vast omtrent het geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal.

  • 3 Het college stelt nadere regels vast omtrent de uitvoering van verhaal.

  • 4 De terug te betalen hoofdsom kan op grond van de wet worden verhoogd met rente en kosten.

Artikel 5 Afstemming van de uitkering

Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die

van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting van)

bijstand, verlaagt het college de uitkering conform de Afstemmingsverordening 2006, onverminderd de eventuele herziening en/of terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 6 Aangifte Openbaar Ministerie

Leidt het niet nakomen van de inlichtingenplicht tot een benadelingsbedrag zoals bedoeld in de Afstemmingsverordening 2006 dat hoger is dan de aangiftegrens, dan is het college verplicht proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2006.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Handhavingsverordening 2006.