Regeling vervallen per 01-07-2012

Verordening Schuldhulpverlening

Geldend van 01-01-2009 t/m 30-06-2012

Intitulé

Verordening Schuldhulpverlening

Bijlage bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van

27 november 2008, nr. 2008/13874 (raadsbesluitnr 2008/83)

Verordening Schuldhulpverlening

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a schuldhulpverlening: de hulpverlening aangeboden door het gemeentebestuur aan inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn met (potentiële) financiële problemen;

b het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn;

c de gemeenteraad; de gemeenteraad van de gemeente Alphen aan den Rijn

d NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, statutair gevestigd te Amsterdam;

e gedragscodes NVVK: de (ter uniformering) door de NVVK gemaakte afspraken en opgestelde uitgangspunten met betrekking tot de uitvoering van de diverse vormen van schuldhulpverlening;

f budgetbeheer: het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de cliënt en in overeenstemming met het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen voor de cliënt;

g budgetbegeleiding: het aanleren van kennis en vaardigheden zodat de cliënt in de toekomst blijvend zijn financiën zelfstandig kan beheren;

h schuldbemiddeling: in het minnelijke traject bemiddelen tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling te bewerkstelligen waarbij de schulden geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting worden voldaan;

i WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

j hoofdverblijf: de plaats waar belanghebbende feitelijk verblijft.

Artikel 2 Aanspraak op schuldhulpverlening

Iedere natuurlijke persoon met (potentiële) financiële problemen, die zijn hoofdverblijf heeft in Alphen aan den Rijn en in de gemeentelijke basisadministratie is opgenomen, heeft aanspraak op schuldhulpverlening, ongeacht de hoogte van het inkomen.

Artikel 3 Opdracht college

1 Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening en biedt in ieder geval de volgende vormen van schuldhulpverlening aan:

informatie en advies, budgetbeheer, budgetbegeleiding, schuldbemiddeling en afgifte van een WSNP-verklaring.

2 Het college kan ter aanvulling van het gemeentelijk beleid en gelet op de ontwikkelingen in de praktijk besluiten tot de inzet van andere aanvullende vormen van schuldhulpverlening.

3 Het college biedt schuldhulpverlening aan voor zover dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is. De vorm waarin de schuldhulpverlening wordt aangeboden, wordt afgestemd op de omstandigheden van belanghebbende. De wederzijdse rechten en verplichtingen worden vastgelegd in een schuldhulpverleningsovereenkomst.

4 De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet.

5 Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

6 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 4 De aanvraag schuldhulpverlening

1 Een aanvraag schuldhulpverlening (behalve de aanvraag voor informatie en advies) kan uitsluitend schriftelijk worden ingediend bij het college. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van een volledig ingevuld en door de aanvrager ondertekend formulier.

Artikel 5 Algemene verplichtingen schuldenaar

1 De aanvrager is verplicht om direct en uit eigen beweging dan wel op verzoek van het college, mededeling te doen van feiten en omstandigheden waarvan het hem duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

2 De aanvrager is verplicht om volledige medewerking te verlenen gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

a het nakomen van afspraken;

b geen nieuwe schulden aangaan;

c het zich houden aan de bepalingen van de schuldhulpverleningsovereenkomst.

Artikel 6 Buiten behandeling stellen van de aanvraag

Een aanvraag voor schuldhulpverlening kan buiten behandeling worden gesteld indien:

a belanghebbende niet voldoet aan de omschrijving van artikel 2;

b belanghebbende, na een hersteltermijn, niet aan de verplichtingen genoemd in artikel 5 voldoet.

Artikel 7 Beëindiging van de schuldhulpverlening

  • 1.

    Een schuldhulpverleningstraject kan worden beëindigd indien:

    • a.

      belanghebbende niet voldoet aan het genoemde in artikel 2;

b het individuele traject succesvol afgerond is;

c de afgesproken einddatum van de overeenkomst is bereikt;

d belanghebbende schriftelijk verzoekt om beeindiging;

e belanghebbende is overleden;

f niet wordt voldaan aan de verplichtingen genoemd in artikel 5.

g belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

h belanghebbende frauduleuze handelingen verricht tijdens het schuldhulpverleningstraject;

i er sprake is van andere vormen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

2 Indien er sprake is van meervoudige problematiek bij belanghebbende wordt, voordat het schuldhulpverleningstraject wordt beeindigd, overleg gepleegd met betrokken zorginstellingen.

Artikel 8 Hersteltermijn

Belanghebbende ontvangt éénmaal een hersteltermijn om alsnog, binnen een gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. Indien belanghebbende niet binnen de termijn de gevraagde medewerking verleent of de informatie verstrekt, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld of het traject worden beëindigd zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college van Burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Schuldhulpverlening 2009.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van

27 november 2008, nr 83,

de griffier,

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel zijn begrippen opgenomen die van belang zijn bij de uitvoering van schuldhulpverlening.

Onder d en e wordt melding gemaakt van de NVVK en de gedragscodes. Gemeente Alphen aan den Rijn is lid van de NVVK. Als lid is men verplicht te werken conform de gedragscodes. In deze codes zijn begrippen gedefinieerd, procedures beschreven en regels vastgelegd. De betreffende gedragscodes zijn thans: gedragscode schuldregeling, gedragscode budgetbeheer en gedragscode kredietverstrekking.

Onder 1 wordt gesproken over WSNP: dit is het wettelijk schuldsaneringstraject. De gemeente is verantwoordelijk voor het afgeven van een WSNP-verklaring. In deze verklaring staat wat er is gedaan om een minnelijke schuldregeling met schuldeisers te treffen en waarom dat niet is gelukt. Belanghebbende dient bij de rechter een verzoekschrift en de WSNP verklaring in. Vervolgens bepaalt de rechter of de persoon in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering. Het traject van de wettelijke schuldenregeling duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar. Een bepaald percentage van de totaalschuld wordt hiermee aan de schuldeisers betaald. Een aangewezen bewindvoerder draagt zorg voor de belangen van de schuldeisers, of zorgt dat de aflossing plaatsvindt. Alle post gaat direct naar de bewindvoerder.

Onder j is hoofdverblijf omschreven: om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening moet belanghebbende kunnen aantonen dat hij zijn hoofdverblijf in Alphen aan den Rijn heeft. Dit betekent dat belanghebbende het merendeel van de tijd in Alphen verblijft, eet en slaapt. Indien belanghebbende zijn hoofdverblijf verplaatst naar een andere gemeente vervalt de aanspraak op schuldhulpverlening door de gemeente Alphen aan den Rijn

Artikel 2 Kring van rechthebbenden

De schuldhulpverlening is op basis van deze verordening beschikbaar voor natuurlijke personen die hun hoofdverblijf hebben in Alphen aan den Rijn.

Artikel 3 Aanbod en uitvoering

Lid 1 en 2: Deze bepalingen bieden de mogelijkheid om het aanbod te verruimen. Bijvoorbeeld met de nog in ontwikkeling zijnde saneringskredieten. Indien in de praktijk blijkt dat behoefte is aan uitbreiding van de produkten kan dit zonder aanpassing van de verordening worden gerealiseerd. Het schrappen van een produkt is echter niet mogelijk zonder wijziging van de verordening.

Lid 3. Deze bepaling laat zien dat de samenstelling van een schuldhulpverleningstraject maatwerk is. Of en zo ja welk aanbod belanghebbende krijgt, is ter beoordeling van het college. Op basis van persoonlijke omstandigheden wordt een aanbod gedaan. Een voorbeeld is de groep kleine zelfstandigen. Zij komen wel in aanmerking voor informatie en advies. Maar voor de daadwerkelijke schuldhulpverleningzoals schuldbemiddeling worden zij in contact gebracht met de medewerker van de afdeling Werk en Bijstand die het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) uitvoert. Eerst wordt bezien of de zelfstandig ondernemer op basis van de Bbz kan worden geholpen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de ondernemer doorverwezen naar erkende bedrijven die zich in deze specifieke problematiek hebben gespecialiseerd.

Lid 4. De uitvoering van de vormen van schuldhulpverlening gebeurt conform de NVVK gedragscodes. Dit brengt met zich mee dat naast de voorwaarden die genoemd zijn in de verordening, de in de codes opgenomen voorwaarden en procedures ook van toepassing zijn. De gedragscodes bieden een waarborg voor de kwaliteit van de uitvoering van de schuldhulpverlening.

Lid 5. In dit lid delegeert de gemeenteraad de bevoegdheid om nadere regels te stellen aan het college. Het college kan in beleidsregels meer gedetailleerde richtlijnen opstellen ter uitvoering van het vastgestelde beleid en verordening.

Artikel 4 De aanvraag schuldhulpverlening

Om voor schuldhulpverlening in aanmerking te komen moet de aanvraag schriftelijk worden ingediend door middel van een standaardformulier. Het formulier is een instrument om zo volledig mogelijk informatie en bijhorende bewijsstukken te verkrijgen. Deze informatie is noodzakelijk voor het opstellen van een optimaal schuldhulpverleningstraject.

Het formulier hoeft niet te worden gebruikt voor een eenvoudige informatie- of adviesvraag.

Artikel 5 Verplichtingen schuldenaar

De inlichtingenplicht in dit artikel verwijst naar de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager. Deze is zelf verantwoordelijk voor het tijdigen volledig informeren van de schuldhulpverlener over feiten en omstandigheden die van invloed zijn op de schuldhulpverlening.

De medewerkingverplichting zoals in dit artikel beschreven is geen limitieve opsomming. Het geeft een leidraad waaruit kan worden afgeleid of iemand voldoende meewerkt.

Het nakomen van afspraken slaat op zowel het komen op afspraken als op het uitvoeren van opdrachten zoals het openen van een rekening, het bijhouden van uitgaven etc.

In elke overeenkomst worden de voorwaarden van het schuldhulpverleningstraject opgenomen. In een overeenkomst kunnen naast algemene voorwaarden individuele voorwaarden worden opgenomen zoals het zich onder behandeling stellen bij een arts.

Artikel 6: buiten behandeling stellen van de aanvraag

Om een aanvraag in behandeling te kunnen nemen moet eerst worden vastgesteld of de aanvrager tot de doelgroep behoort zoals omschreven in artikel 2. Indien de belanghebbende niet zijn hoofdverblijf heeft in Alphen, wordt hij doorverwezen naar de gemeente waar hij wel verblijft. De aanvraag kan tevens buiten behandeling worden gesteld indien geen volledige informatie wordt verstrekt, gevraagd en ongevraagd.

Op grond van artikel 8 wordt belanghebbende wel in de gelegenheid gesteld om alsnog de nodige informatie te verstrekken.

Artikel 7 Beëindiging van schuldhulpverlening

In dit artikel wordt beschreven wanneer de schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel bevat geen limitatieve opsomming van beëindigingsgronden. Het betreft beëindiging op grond van onvoldoende verlenen van medewerking en het onvoldoende verstrekken van inlichtingen. Indien een persoon ervoor kiest, niet voldoende mee te werken aan de oplossing van de eigen problemen, zijn ook de gevolgen voor eigen risico.

Belangrijk is echter dat hierbij rekening wordt gehouden met de (on)mogelijkheid van kwetsbare personen om de gevolgen van eigen handelen of nalaten te overzien. Om deze reden is lid 3 aan dit artikel toegevoegd. Hierin is vastgelegd dat in situaties waarbij personen met meervoudige problematiek zijn betrokken, het traject niet beëindigd kan worden zonder eerst in overleg te gaan met de overige betrokken hulpinstanties. Door te overleggen kan de optimale hulpverlening voor deze personen worden gerealiseerd. Een voorbeeld is dat een belanghebbende zich niet aan de afspraken houdt. Indien hierdoor de schuldeisers niet meer mee willen werken aan een minnelijk traject, moet schuldbemiddeling worden beëindigd. In overleg met de overige hulpverleners wordt dan gekeken naar wat nog wel kan. Bijvoorbeeld het versterken van overige producten zoals budgetbegeleiding en aanvullende hulpverlening.

Artikel 8 Hersteltermijn

In dit artikel wordt bepaald dat indien belanghebbende in gebreke blijft, er altijd een kans wordt geboden om alsnog de informatie te verstrekken of medewerking te verlenen. Dit artikel is toegevoegd om te voorkomen dat belanghebbenden geen hulp krijgen door een vergissing of het niet goed begrijpen van de situatie. In het kader van eigen verantwoordelijk wordt een eenmalig hersteltermijn in beginsel voldoende geacht.

In situaties waarbij sprake is van meervoudige problematiek is de bescherming van artikel 7 lid 2 van toepassing.

Artikel 9, 10 en 11 Slotbepalingen

Artikel 9 bepaalt dat het college in bijzondere gevallen kan afwijken van de bepalingen van deze verordening. Met nadruk is gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.