Regeling vervallen per 01-01-2014

Bezoldigingsregeling Alphen aan den Rijn 1997

Geldend van 26-11-1997 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1997

Intitulé

Bezoldigingsregeling Alphen aan den Rijn 1997

BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 1997

(vastgesteld door burgemeester en wethouders op 25 november 1997, ingaande 1 januari 1997)

Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

a ambtenaar : de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995, en de werknemer met wie op grond van artikel 2:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995 een arbeidsovereenkomst is aangegaan.

b periodiek(nummer) : een aanduiding, bestaande uit een getal dat in een schaal voor een salaris is vermeld.

c maximum-salaris : het hoogste bedrag van een schaal, waarvan het periodiek(nummer) uitsluitend uit een getal bestaat.

Artikel 2 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris, een emolument of toelage moet worden berekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.

Bepalingen betreffende het salaris

Artikel 3 Indeling salarisschalen

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995, geldt voor een ambtenaar een schaal op grond van bijlage II, IIa danwel de conversietabel in bijlage III behorend bij deze regeling.

  • 2. De schaal die voor de ambtenaar geldt, wordt bepaald met inachtneming van de aard en het niveau van zijn betrekking, tenzij hij de betrekking nog niet volledig vervult dan wel zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3. Aard en niveau van de betrekking worden - in samenhang met de formatie - met behulp van een systeem van functiewaardering en binnen het kader van bijlage II of IIa van deze regeling bepaald.

  • 4. Anders dan bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995 kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen schaal gaan gelden met een lager maximum salaris dan dat van de reeds voor hem geldende schaal.

  • 5. Het vorige lid is niet van toepassing, als bij de bepaling van de schaal op grond van het tweede lid van dit artikel aan de ambtenaar schriftelijk is medegedeeld, dat zijn betrekking een tijdelijk karakter heeft en de schaal in verband daarmee slechts tijdelijk zal gelden.

Artikel 4 Salaris bij aanstelling

  • 1. Bij aanstelling wordt aan de ambtenaar het salaris toegekend, dat:

    a wanneer hij 21 jaar of ouder is, in de voor hem geldende schaal is vermeld achter periodiek(nummer) 0;

    b wanneer hij jonger dan 21 jaar is, in de voor hem geldende schaal bij de voor hem geldende leeftijd.

  • 2. Als daarvoor aanleiding bestaat, kan van het eerste lid worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris.

Artikel 5 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver, binnen de geldende schaal jaarlijks periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag, voorzover de schaal dit aangeeft.

  • 2. De verhoging van het salaris wegens diensttijd of leeftijd gaat voor de ambtenaar in op 1 januari als de aanspraak op verhoging in de eerste helft van het jaar ontstaat en op 1 juli, als deze aanspraak in de tweede helft van het jaar ontstaat.

  • 3. Indien het maximum salaris in een schaal binnen de oude structuur meer bedraagt dan het maximum van dezelfde schaal binnen de nieuwe structuur, blijft voor de ambtenaar die overgaat naar de nieuwe salarisstructuur het maximum salaris van de oude salarisstructuur gelden totdat het maximum salaris van de nieuwe salarisstructuur uitstijgt boven het maximum salaris van de oude salarisstructuur.

Artikel 6 Niet toekennen jaarlijkse periodieke salarisverhoging

  • 1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kunnen ten aanzien van hem salarisverhogingen op grond van het eerste lid van artikel 5 achterwege worden gelaten.

  • 2. Zolang ten aanzien van de ambtenaar het vorige lid toepassing vindt, wordt jaarlijks opnieuw bezien in hoeverre er aanleiding is deze toepassing te bestendigen.

  • 3. Als daarvoor aanleiding bestaat kunnen de salarisverhogingen, die met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 4. Van een besluit tot toepassing van het eerste lid en van een besluit tot bestendiging daarvan wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk en in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan mededeling gedaan, welke mededeling onder vermelding van de redenen schriftelijk wordt bevestigd.

    Artikel 7 Toekennen hogere periodiek (nummer)/toelage

    bij bereiken maximum salaris

    • 1.

      Op grond van bijzondere omstandigheden kan bij de benoeming van de ambtenaar, hetzij op een later tijdstip een hoger periodiek nummer) worden toegekend dan waarop op grond van deze regeling en de daarbij behorende bijlagen aanspraak bestaat, een en ander met dien verstande dat het maximum van de betreffende schaal niet wordt overschreden.

    • 2.

      Op grond van bijzondere omstandigheden kan aan een ambtenaar een toelage worden toegekend op andere gronden dan die vermeld in de artikelen 9 tot en met 13. De toelage wordt dan eerst toegekend wanneer de ambtenaar het maximumsalaris heeft bereikt of wordt ingedeeld op het maximum salaris van de schaal die voor hem overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van deze regeling is vastgesteld.

Artikel 8 Salaris bij overgang naar een hogere schaal

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, de leden 1 tot en met 3, kan de ambtenaar naar een hogere schaal worden bevorderd.

  • 2. Bij een bevordering op grond van het eerste lid, wordt het salaris in de nieuwe schaal - met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, - vastgesteld op het bedrag dat onmiddellijk is gelegen boven het bedrag, dat de ambtenaar op de datum van ingang van de bevordering in de vorige schaal genoot of zou hebben genoten. Indien een toelage als bedoeld in artikel 9 is toegekend, wordt bij die vaststelling met deze toelage zoveel als mogelijk rekening gehouden zodat deze toelage dan tegelijkertijd zoveel als mogelijk kan vervallen.

  • 3. In het geval dat het salarisverschil tussen het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen,

    en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

    Bepalingen betreffende toelagen

    Artikel 9 Persoonlijke toelage

    • 1.

      Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan, wanneer daarvoor op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver aanleiding bestaat, een toelage worden toegekend.

    • 2.

      De som van de toelage en het salaris, dat de ambtenaar ontvangt, dient gelijk te zijn aan een in de naasthogere schaal vermeld bedrag.

    • 3.

      De toelage mag niet meer bedragen dan 10% van het salaris, dat de ambtenaar ontvangt, met dien verstande dat het maximum van de naasthogere schaal niet wordt overschreden.

Artikel 10 Tijdelijke toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die een bijzondere prestaties in de betrekking heeft geleverd, kan een tijdelijke toelage worden toegekend.

  • 2.

    De toelage wordt ineens en normaliter ten hoogste één maal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd.

    Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

  • 3.

    De tijdelijke toelage bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salaris vermeerderd met de vakantietoelage, waarop deze recht heeft in de maand van de beoordeling.

    Artikel 10a * Arbeidsmarkttoelage

    • 1.

      Aan een ambtenaar of een groep van ambtenaren kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

    • 2.

      De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgelegd, met een maximum van drie jaar.

    • 3.

      De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 8% van het bruto jaarsalaris inclusief vakantietoeslag per jaar.

    • 4.

      De in het eerste lid bedoelde toelage wordt gefaseerd uitgekeerd aan het einde van elk jaar van het vastgelegde tijdvak.

    • 5.

      De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Als de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage aan de ambtenaar worden toegekend.

    • 6.

      De toelage als bedoeld in het eerste lid wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken indien de gronden waarop de toelage is toegekend niet meer aanwezig zijn.

    • 7.

      Aan de toekenning van de toelage kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.

Bezoldigingsregeling

(Toelage Bezwarende werkzaamheden (voorheen Inconveni ëntenvergoeding)

Artikel 11 *

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie structureel uit hoofde van zijn functie het verrichten van

    bezwarende werkzaamheden wordt opgedragen, wordt een toelage toegekend.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel stelt het college nadere regels vast.

Artikel 12 * Toelage onregelmatige diensten

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salaris geldt, welke is opgenomen in bijlage II en IIa van deze regeling met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995, wordt een toelage toegekend.

  • 2. De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende uurloon. Dit percentage bedraagt:

  • a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b. 40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

  • c. 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

  • d. 65% voor de uren op zondag en op feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995;

    met dien verstande, dat de genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het uurloon, dat is afgeleid van het salaris behorende bij periodiek(nummer) 10 van schaal 6 van bijlage II en IIa.

  • 3. Voor de in het vorige lid onder "a" genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage alleen toegekend, als de arbeid is aangevangen vóór 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

Artikel 13 Overgangstoelage bij wegvallen/verminderen onregelmatige diensten

  • 1. Aan de ambtenaar, die een toelage als bedoeld in artikel 11 en artikel 12 buiten zijn toedoen geheel of gedeeltelijk verliest, wordt een aflopende toelage toegekend, mits hij eerstgenoemde toelage(n) direct voorafgaande aan het tijdstip van geheel of gedeeltelijk verlies daarvan, gedurende tenminste 2 jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten en de blijvende inkomstenvermindering tenminste 3% bedraagt van zijn bezoldiging met uitzondering van de in artikel 11 en artikel 12 genoemde toelagen bedraagt.

    Als berekeningsbasis voor de aflopende toelage geldt het bedrag dat de ambtenaar over 12 direct voorafgaande kalendermaanden gemiddeld per maand heeft genoten.

  • 2. Behalve op grond van het derde en vierde lid is de duur van de aflopende toelage gelijk aan het naar boven op een maand afgeronde één vierde gedeelte van de tijd, gedurende welke de in artikel 11 en artikel 12 bedoelde toelage werd genoten, dit met een maximum van 36 maanden. De aldus berekende uitkeringsperiode wordt in drie gelijke delen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede en derde deel naar boven op een maand wordt afgrond.

    De vastgestelde totale duur van de eerdergenoemde uitkeringsperiode mag daarbij niet worden overschreden.

    Gedurende deze drie deelperioden bedraagt de toelage achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de voor de desbetreffende maand(en) van toepassing zijnde berekeningsbasis.

  • 3. De ambtenaar, die op het tijdstip van het buiten zijn toedoen blijvend wegvallen of verminderen van de in artikel 11 en artikel 12 bedoelde toelage, 62 jaar of ouder is en gedurende tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking in het genot is geweest van deze toelage, ontvangt tot zijn ontslag een blijvende toelage van 100% van de inkomstenvermindering. Deze achteruitgang behoeft echter niet - zoals dat bij de aflopende toelage het geval is - minimaal een bepaald percentage van het salaris te bedragen.

  • 4. Het voor de ambtenaar op de dag voorafgaande aan zijn 62e verjaardag geldende bedrag van de (aflopende) toelage blijft gehandhaafd tot aan het tijdstip waarop hij de dienst verlaat, mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat de in artikel 11 en artikel 12 bedoelde toelage onmiddellijk vóór de aanvang van de aflopende toelage tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking werd genoten.

  • 5. De in dit artikel genoemde aflopende toelage of blijvende toelage wordt verminderd met het bedrag dat - na het in het eerste lid bedoelde tijdstip - in totaal per maand wordt genoten aan toelage en aan verhogingen van het salaris, anders dan algemene salarisverhogingen.

Artikel 14 * Bodevergoeding

  • 1.

    De ambtenaar die de betrekking van bode bekleedt en die ingevolge hem daartoe door of namens het hoofd van dienst verstrekte opdracht werkzaamheden verricht buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden, ontvangt daarvoor een vaste maandelijkse toelage. De toelage bedraagt 16% van het bedrag van de voor de bode geldende schaal.

  • 2.

    Op de overwerkvergoeding waarop de ambtenaar op grond van het eerste lid aanspraak heeft wordt ingevolge artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995, de vaste toelage in mindering gebracht, met dien verstande dat de som niet daalt beneden nul.

Overgangsbepaling

Artikel 15 Bevriezen berekeningsgrondslag

Voor de ambtenaar die een toelage ontvangt waarvan de berekening gebaseerd is op de oude salarisstructuur, is vanaf 1 april 1997 de hoogte van de toelage op 31 maart 1997 uitgangspunt. In geval van een algemene salarisverhoging voor gemeenteambtenaren zal de toelage worden aangepast.

Slotbepalingen

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

Van deze regeling kan worden afgeweken, indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing zou leiden tot onbillijkheden.

Artikel 17

De ter uitvoering van de Bezoldigingsregeling 1984 vastgestelde regelingen blijven, voor zover zij niet in strijd zijn met de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn 1995 of deze Bezoldigingsregeling, gelden, totdat zij worden gewijzigd of door andere regelingen worden vervangen.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als de Bezoldigingsregeling Alphen aan den Rijn 1997.

* Wijzigingen van de regeling:

artikel 10a : B&W-besluit 8 juni 1999

artikel 11 : B&W-besluit 9 februari 2009

artikel 12 : B&W-besluit 3 december 1997

artikel 14 : B&W-besluit 25 mei 1998

Zie voor de bij deze regeling behorende salaristabellen: hoofdstuk XXIII van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den Rijn (reg.nr. 2003/18110)