Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent elders verblijvend kind Beleidsregel Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Altena 2019

Geldend van 09-01-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent elders verblijvend kind Beleidsregel Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Altena 2019

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

Gelet op de artikelen 4 lid 1a, 1b,1e, 18 lid 1, 31lid2b van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van de Altenacolleges;

besluit:

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • Beleidsregels ‘uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Werkendam, ingaande 1 september 2017

    • Beleidsregels ‘uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Woudrichem, ingaande 1 september 2017

  • 2.

    Vast te stellen:

    • Beleidsregel Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Altena 2019.

Beleidsregel Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Altena 2019.

Bij het vaststellen van de van toepassing zijnde bijstandsnorm gelden de volgende uitgangspunten:

Artikel 1

Wanneer het kind volledig elders verblijft en de ouder geen kosten hoeft te maken voor het kind, is de norm alleenstaande van toepassing.

Artikel 2

Wanneer het kind gedeeltelijk elders verblijft, maar ook regelmatig bij de ouder thuis verblijft (bijv. in weekenden en tijdens vakanties), is het in bepaalde situaties mogelijk de norm van alleenstaande te verhogen tot de norm van alleenstaande ouder. De verhoging geldt voor de dag c.q. de dagen dat het kind daadwerkelijk bij de ouder verblijft. De rechtvaardiging voor een verhoging boven de bijstandsnorm is gelegen in bijzondere individuele omstandigheden. Het bedrag van de verhoging wordt daarom verstrekt als bijzondere bijstand.

Artikel 3

Indien sprake is van een situatie als bedoeld bij punt 2, dient te worden vastgesteld welke dagen het kind bij de ouder verblijft.

Artikel 4

Op basis van de rapportage van de consulent wordt vastgesteld welke bijstandsnorm van toepassing is. Daarbij worden de volgende criteria aangehouden:

  • a.

    Het kind verblijft nooit bij de ouder. In dat geval is de norm alleenstaande van toepassing.

  • b.

    De norm alleenstaande wordt verhoogd tot het normbedrag alleenstaande ouder voor de dag c.q. de dagen dat het kind daadwerkelijk bij de belanghebbende ouder verblijft. Het verschil tussen de norm alleenstaande en de norm alleenstaande ouder wordt verstrekt in de vorm van bijzondere bijstand.

Artikel 5

De ouder dient de consulent te informeren welke dag c.q. welke dagen het kind bij de ouder verblijft. Op basis van deze informatie stelt de consulent de van toepassing zijnde bijstandsnorm vast. De ouder kan het aantal dagen dat het kind daadwerkelijk thuis verblijft aan Lokt Altena doorgeven door middel van een ondertekende opgave, bijv. door de instelling of de pleegouder. Op deze opgave dienen de data vermeld te worden waarop het kind thuis verblijft. Deze opgave kan maandelijks, tegelijk met het RMF, worden ingeleverd.

Artikel 6

Wanneer de alleenstaande ouder bijzondere noodzakelijke kosten moet maken als gevolg van het verblijf van het kind in een pleeggezin, zorginstelling etc., kan voor deze kosten een tegemoetkoming bijzondere kosten worden verstrekt. Dit zijn bijv. reiskosten, kosten van medicijnen, eigen bijdrage voor onderhoud van het elders verblijvend kind etc.

De dubbele kinderbijslag kan hierbij aangemerkt worden als voorliggende voorziening, afhankelijk van de individuele omstandigheden.

Artikel 7

De garantietoeslag alleenstaande ouder is in dit kader niet aan de orde.

Artikel 8

  • a.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Uitvoeringsvoorschrift elders verblijvend kind Altena 2019.

  • b.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena van 3 januari 2019

De secretaris,

Drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de voorzitter,

M.A. Fränzel MSc