Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Altena 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Altena 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

Gezien het bepaalde in de volgende artikelen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Altena 2019:

  • Artikel 3.3, zevende lid

  • Artikel 3.4, vierde lid

  • Artikel 4.1, vijfde lid

  • Artikel 7.2 derde lid

Besluit:

Vast te stellen:

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Altena 2020

Artikel 1. Algemeen

  • 1. De in dit Uitvoeringsbesluit genoemde bedragen zijn, voor zover van toepassing, inclusief btw.

  • 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Hoogte persoonsgeboden budget (pgb)

  • 1. Hulpmiddelen

    • a.

      De hoogte van een pgb wordt bepaald door de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, met als maximum de tegenwaarde van het goedkoopst adequate hulpmiddel inclusief btw. Het bedrag (inclusief korting) dat het college aan de (gecontracteerde) leverancier betaalt voor het goedkoopst adequate hulpmiddel, inclusief onderhoud, keuring en reparatie is leidend. De hoogte van het pgb is nooit meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Deze kosten dienen aangetoond te worden door middel van facturen.

    • b.

      Als er sprake is van onderhoud-, reparatie en verzekeringskosten wordt het pgb verhoogd met 4% per jaar van het bedrag van het goedkoopst adequate hulpmiddel inclusief btw. Het aantal jaar hangt af van de economische levensduur en staat vermeld in de beschikking. Dit wordt tegelijk met de rest van het pgb eenmalig uitgekeerd. Uitzonderingen hierop zijn situaties waarbij de kosten voor onderhoud en reparatie als algemeen gebruikelijk kunnen worden beschouwd. Indien het pgb wordt gebaseerd op een offerte met verschillende kostenposten, dan wordt de 4% berekend over de posten waar daadwerkelijk onderhoud en reparatie op van toepassing is.

    • c.

      Een nieuw pgb kan pas worden toegekend als het hulpmiddel dat op basis van een eerder verstrekt pgb is toegekend, is versleten of verloren gegaan. Hierbij wordt ten minste rekening gehouden met een afschrijvingstermijn zoals gehanteerd door de leverancier van de gemeente.

    • d.

      Uitbetaling van het pgb vindt plaats na overlegging van de factuur. Indien dit tot financiële problemen leidt voor de budgethouder kan het college besluiten het bedrag rechtstreeks aan de leverancier te betalen.

    • e.

      Indien de cliënt binnen de looptijd van het PGB, de verstrekking beëindigt en de voorziening verkoopt dan wordt het verkoopbedrag teruggevorderd.

    • f.

      Indien de cliënt bovenop het PGB een eigen bedrage heeft betaald voor de voorziening, wordt bij verkoop het terug te vorderen bedrag gebaseerd op het percentage dat het PGB van de totale aankoopsom uitmaakt.

  • 2. Individuele (rolstoel)taxikostenvervoer

    • a.

      Voor de vaststelling van de hoogte van het pgb voor de kosten van het gebruik van een individuele taxi of rolstoeltaxi wordt uitgegaan van een reisbehoefte van maximaal 1500 kilometer per jaar.

    • b.

      Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor het gebruik van een individuele (rolstoel)taxi bedraagt het werkelijke bedrag tot maximaal 1500 km per jaar minus een gebruikersbijdrage ter hoogte van € 0,17 per kilometer.

    • c.

      Uitbetaling vindt plaats op declaratiebasis door middel van facturen.

  • 3. Diensten

    • a.

      Begeleiding: de dienst wordt toegekend in de trede waakvlam, licht, midden of zwaar. De hoogte van het pgb bedraagt per trede:

      Waakvlam

      € 45,68 per 4 weken

      Licht

      € 406,00 per 4 weken

      Midden

      € 908,43 per 4 weken

      Zwaar

      Offertebasis, € 45,49 per eenheid

      Bij toekenning van een pgb in een lopende periode, wordt het periode bedrag naar rato berekend.

    • b.

      Het PGB voor vervoer bedraagt € 5,18 per etmaal dat er begeleiding wordt ingezet. Voor rolstoelvervoer is het pgb € 15,53 per etmaal.

    • c.

      Hulp bij Huishouden: het pgb-tarief voor Hulp bij Huishouden bedraagt:

      HbH 1

      € 26,40 per uur

      HbH 2

      € 27,60 per uur

    • d.

      Hulp bij Huishouden: het uurloon PGB+ voor Hulp bij Huishouden bedraagt:

      HbH 1

      € 16,28 per uur

      HbH 2

      € 18,43 per uur

  • 4. Een pgb voor HbH mag worden ingezet ter betaling van een persoon niet werkzaam voor een zorgaanbieder. In artikel 3.3 lid 3 sub b onder 2 van de Verordening staat dat het een lager pgb-tarief betreft. Er geldt een korting van 32% op het pgb-tarief voor diensten in de vorm van HbH.

    HbH 1 niet werkzaam voor zorgaanbieder

    € 17,95 per uur

    HbH 2 niet werkzaam voor zorgaanbieder

    € 18,77 per uur

  • 5. Een pgb voor Begeleiding mag worden ingezet ter betaling van een persoon niet werkzaam voor zorgaanbieder. In artikel 3.3 lid 3 sub c onder 2 van de Verordening staat dat het een lager pgb-tarief betreft. Er geldt een korting van 40% op het pgb-tarief voor diensten in de vorm Begeleiding.

    Waakvlam niet werkzaam voor zorgaanbieder

    € 27,41 per 4 weken

    Licht niet werkzaam voor zorgaanbieder

    € 243,60 per 4 weken

    Midden niet werkzaam voor zorgaanbieder

    € 545,06 per 4 weken

    Zwaar niet werkzaam voor zorgaanbieder

    Offertebasis, € 27,29 per eenheid

Artikel 3. Bijdrage in de kosten

  • 1. Indien het de verstrekking van een hulpmiddel in huur betreft, wordt gedurende de periode van verstrekking het bedrag dat de gemeente aan de leverancier aan huur betaalt, als bijdrage in de kosten opgelegd.

  • 2. Indien het een dienst betreft wordt gedurende de periode van verstrekking een bijdrage in de kosten opgelegd.

  • 3. Indien het een hulpmiddel betreft die door de gemeente is aangekocht, dan wordt de bijdrage in de kosten opgelegd gedurende de periode dat gebruik wordt gemaakt van het hulpmiddel, maar maximaal tot het moment dat de kostprijs volledig is opgelegd.

  • 4. De bijdrage in de kosten voor overige kosten, zoals onderhoud of reparatie, wordt opgelegd zolang gebruikt gemaakt wordt van de voorziening.

  • 5. Startmoment van het betalen van de bijdrage in de kosten is het moment van daadwerkelijke levering van de voorziening.

  • 6. Bij tussentijds pauzeren (bijv. door opname of vakantie), langer dan 6 weken, wordt de bijdrage in de kosten na 6 weken op pauze gezet.

Artikel 4. Gebruik Wmo-deeltaxipas

Inwoners met een Wmo-deeltaxipas betalen een instaptarief en per kilometer zoals ook in het openbaar vervoer. Op basis van de kortste afstand wordt berekend wat de kosten zijn voor de cliënten. Afstanden tot 30 km zijn tegen Wmo tarief. Daarna wordt er gereisd tegen het doorreistarief. Er is sprake van een instaptarief voor Wmo pashouder van € 0,98. Het Wmo-tarief bedraagt € 0,172 per kilometer. Het doorreistarief bedraagt € 1,43.

Betaling van de ritbijdrage geschiedt aan de vervoerder.

Daarnaast zijn er puntbestemmingen benoemd:

  • alle ziekenhuizen in Breda, Dordrecht, Gorinchem, 's-Hertogenbosch, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk.

  • Revalidatiecentrum Revant (Brabantlaan, Breda)

  • Deeltaxihalte Oude Vest (Centrum Breda)

  • Taxistandplaats Nieuwe Prinsenkade (Centrum Breda)

  • Station NS Breda

  • Centrum Den Bosch

Ritten naar en van deze bestemmingen zijn tegen Wmo-tarief.

Artikel 5. Financiële tegemoetkoming

De financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing wordt overgemaakt na ontvangst van de GBA-mutatie van verhuizing.

Artikel 6. Tegemoetkoming meerkosten

Sportvoorziening

  • 1.

    Een voorziening voor sportbeoefening, zoals bedoeld in artikel 7.2 lid 2 sub a van de Verordening, kan worden verstrekt als een financiële tegemoetkoming en bedraagt maximaal € 2.652,34. Van dit bedrag is 90% (€ 2.387,11) bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor aanschaf van de voorziening en 10% (€ 265,23) is bedoeld voor de kosten van onderhoud en reparatie. Deze kosten voor zowel aanschaf en onderhoud en reparatie kunnen maximaal eenmaal per drie jaar worden verstrekt.

Bezoekbaar maken van de woning

  • 2.

    Het bedrag dat verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woonruimte als bedoeld in artikel 7.2 lid 2 sub b van de Verordening bedraagt maximaal € 5.000,00.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit Uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2. Het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Altena 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 1 genoemde datum.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Altena 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2019.

De secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de voorzitter,