Regeling vervallen per 19-03-2014

Verordening Dorpsvernieuwing Ameland

Geldend van 05-02-2013 t/m 18-03-2014 met terugwerkende kracht vanaf 19-03-2013

Intitulé

Verordening Dorpsvernieuwing Ameland

Artikel 1

Artikel

Artikel

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. beeldbepalend pand: een pand die niet als rijks-, provinciaal- of gemeentelijk monument is beschermd, maar die naar het oordeel van het gemeentebestuur een kenmerkend onderdeel vormt van het op grond van de Monumentenwet beschermde dorpsgezicht in Hollum, Ballum en Nes, alsmede de panden die op grond van de subsidieverordening dorpsvernieuwing in 1985 zijn geselecteerd als zijnde structureel en architectonisch bepalend;

b. beeldambitieplan: het door de raad van de gemeente Ameland vastgestelde plan in de raadsvergadering van 28 juni 1999, bevattende de beleidsregels tot opwaardering van de beeldkwaliteit in de amelander dorpen;

c. bijzondere activiteiten: activiteiten, nader aangeduid in bijlage II, behorende bij deze verordening;

d. dorpsvernieuwing: de stelselmatige inspanning, zowel op stedebouwkundig als op sociaal, economisch en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied;

e. dorpsvernieuwingsgebied: de gemeente Ameland;

f. monument: een pand aangewezen als zijnde een beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de Monumentenverordening van de gemeente Ameland, vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 1991 , en geplaatst op een nog nader door de raad vast te stellen lijst;

g. particuliere woningverbetering: het aanbrengen van bouwtechnische verbeteringen aan door de eigenaar bewoonde woningen die voor 1950 zijn gebouwd, en aan gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden;

h. perceel: een door het Kadaster aangewezen onroerende zaak met een eigen kadastraal nummer;

i. restauratie: hetgeen hieronder in de Monumentenwet 1988 wordt verstaan;

j. reclame: objecten ter openbare aanprijzing van goederen en/of diensten , waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

k. vaststellen van de subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en burgemeester en wethouders zich verplichten tot betaling;

1. verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat een aanspraak op subsidie verschaft;

m. Wet: de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing (Stb. 1984, 406 zoals nadien gewijzigd);

Prioriteiten

Artikel 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks, tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegroting, een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat begrotingsjaar beschikbaar wordt gesteld ter uitvoering van deze verordening, alsmede de verdeling van dit bedrag voor de volgende categorieën:

a. de particuliere woningverbetering;

b. het restaureren van monumenten en beeldbepalende panden;

c. het stimuleren van zaken in het kader van het beeldambitieplan;

d. bijzondere door de gemeenteraad aan te wijzen activiteiten;

Artikel 3

1. De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming verlenen de bedragen als bedoeld in artikel 2 onder a tot en met d te wijzigen binnen nader door hem te bepalen grenzen.

2. Burgemeester en wethouders geven geen toepassing aan het bepaalde in het eerste lid dan na het horen van de commissie VROM & Werken, dan wel de commissie Bestuurszaken en Financiën.

Grondslag en werkingssfeer

Artikel 4

1. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de dorpsvernieuwing aan natuurlijke of rechtspersonen subsidie verstrekken.

2. Burgemeester en wethouders houden bij hun besluit op grond van het eerste lid rekening met andere financiële middelen die door de aanvrager van subsidie voor dezelfde werkzaamheden op grond van enige regeling of anderszins kunnen worden verkregen.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie gaat tenminste vergezeld van gegevens over het doel waarvoor subsidie wordt gevraagd, een aanduiding van de periode waarin de werkzaamheden worden verricht en een begroting van de kosten.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders bevestigen binnen drie weken de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie op volgorde van binnenkomst.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders verlenen subsidie onder voorwaarde dat zonder hun

toestemming niet wordt afgeweken van de ingediende plannen.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om subsidie indien:

a. door verstrekking van de subsidie de op grond van artikel 1 vastgestelde bedragen zouden worden overschreden, tenzij zij toepassing geven aan artikel10

b. de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zijn aangewezen als bijzondere activiteit als bedoeld in artikel 2 onder d.

Artikel 10

1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgende begrotingsjaar indien er geen middelen resteren als vastgesteld op grond van artikel 2;

2. Een beschikking tot aanhouding kan voor een aanvraag slechts eenmaal worden genomen.

Artikel 11

Indien subsidie wordt verleend kan aan de aanvrager op zijn verzoek een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt verrekend bij de betaling van de subsidie.

Artikel 12

Onverminderd het bepaalde in artikel 55 van de Wet wordt aan door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren inzage verleend in de op de werkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en tekeningen en worden alle inlichtingen verstrekt die naar hun oordeel nodig zijn om te beoordelen of aan de voorwaarden verbonden aan het verlenen van subsidie wordt voldaan.

Artikel 13

1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de subsidieaanvrager ontheffing verlenen van de in de verordening genoemde termijnen.

2. Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.

3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor de in het tweede lid bedoelde nieuwe termijn nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 14

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop de aanvraag en de gereedmelding worden gedaan.

Artikel 15

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 16

Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders de

beschikking tot verlening van de subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger

van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten terugvorderen, indien:

a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben

plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

b. de ontvanger van de subsidie niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

c. de ontvanger van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft

verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van de subsidie zou hebben

geleid;

d. de verlening van de subsidie anderszins onjuist was en de ontvanger van de subsidie dit wist of behoorde te weten;

e. de woning of het bedrijf waarvoor subsidie is verleend, wordt vervreemd voordat burgemeester en wethouders hebben ingestemd met de gereedmelding;

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

3. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen.

Artikel 17

Burgemeester en wethouders kunnen een vastgestelde of verstrekte subsidie

intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten terugvorderen:

a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan zij hij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de beschikking tot verlening of verstrekking van de subsidie zou zijn vastgesteld;

b. indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

c. indien de ontvanger van de subsidie na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld of verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

3. De beschikking tot vaststelling of verstrekking van de subsidie kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, sedert de dag waarop de handeling is strijd met de voorwaarden is verricht of de dag waarop aan de voorwaarden voldaan had moeten zijn.

4. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen.

Hoofdstuk 2 Particuliere woningverbetering

Het aanvragen van subsidie

Artikel 18

1. De eigenaar van een pand kan bij burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland een bijdrage aanvragen in de kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken van dat pand.

2. De bijdrage als bedoeld in lid 1 bedraagt ten hoogste 50 % van de in lid 1

genoemde kosten met een maximum van € 6.806,70 voor de verbetering van een woning gebouwd voor 1950.

3. Onder het opheffen van bouwtechnische gebreken wordt verstaan:

* verbeteren fundering;

* herstel gevels en dragende muren;

* herstel vloerconstructies;

* herstel kapconstructies;

4. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van dit artikel afwijken.

Artikel 19

1. De aanvraag om: toekenning van een bijdrage wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. een werkomschrijving;

c. tekeningen, aangevende zowel de bestaande toestand, als de te maken toestand van de woning (schaal 1: 100);

d. naam en adres van de aannemer;

Het verlenen van subsidie

Artikel 20

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie;

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie;

3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot het verlenen van subsidie met ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 21

De subsidie wordt door burgemeester en wethouders toegekend indien:

a. het pand waaraan de voorzieningen wordt getroffen voor 1950 is gebouwd en het casco van het pand de laatste vijftien jaren niet met overheidssteun is verbeterd;

b. de duurzaamheid van het casco van het pand na voltooïng van de werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is gewaarborgd.

Artikel 22

De subsidie wordt toegekend onder de voorschriften dat:

a. binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie met het treffen van

voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na toekenning van de subsidie;

c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

- de toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

- inzage wordt verleend van de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

- de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

e. met het treffen van voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het

bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven

1958.

2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen toestaan.

Artikel 23

De subsidie wordt niet toegekend indien:

a. een woning een rijksmonument is ex. art 6 van de Monumentenwet 1988;

b. met het treffen van de voorzieningen het belang van de stads- en dorpsvernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of in

onvoldoende mate wordt gediend;

c. de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in

redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

d. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar-bewoner bij de gemeente een aanvraag tot subsidie heeft ingediend;

e. het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken;

f. de toekenning tot gevolg zal hebben dat het ingevolge artikel 1 gereser-

veerde bedrag wordt overschreden.

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in lid 1 onder d. en e.

Artikel 24

Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden, zonder dat daarbij sprake is van een bedrijf, wordt het in artikel 18 lid 2 genoemde bedrag verminderd met 55 %.

Vaststellen en uitbetalen van de subsidie

Artikel 25

1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage definitief vast aan de hand van het door de aanvrager overlegde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en van de op de woningverbetering betrekking hebbende nota’s.

2. Burgemeester en wethouders betalen de door burgemeester en wethouders vastgestelde definitieve bijdrage rechtstreeks aan aanvrager uit.

Bevoorschotting

Artikel 26

1. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een daartoe strekkende aanvraag een voorschot op een toegekende bijdrage verlenen, indien 50 % of meer van de werkzaamheden zijn verricht.

2. Het voorschot bedraagt niet meer dan 50 % van de toegekende bijdrage.

3. Burgemeester en wethouders betalen het vastgestelde voorschot rechtstreeks aan aanvrager uit.

Hoofdstuk 3 Monumenten en beeldbepalende panden

Het aanvragen van subsidie

Artikel 27

1. De eigenaar van een monument kan bij burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland een bijdrage aanvragen in de kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken van dat pand, en/of voorzieningen ter instandhouding van de monumentale waarden van dat pand;

2. De bijdrage als bedoeld in lid 1 bedraagt ten hoogste 50 % van de in lid 1

genoemde kosten met een maximum van € 13.613,41 voor de verbetering van een gemeentelijk monument of een beeldbepalend pand.

3. Onder het opheffen van bouwtechnische gebreken wordt verstaan:

* verbeteren fundering;

* herstel gevels en dragende muren;

* herstel vloerconstructies;

* herstel kapconstructies;

4. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van dit artikel afwijken.

Artikel 28

1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. een werkomschrijving;

c. tekeningen, aangevende zowel de bestaande toestand, als de te maken toestand van de woning (schaal 1:100);

d. naam en adres van de aannemer;

Het verlenen van subsidie

Artikel 29

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie;

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie;

3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot het verlenen van subsidie met ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 30

De subsidie wordt door burgemeester en wethouders toegekend indien:

a. het pand waaraan de voorzieningen wordt getroffen geregistreerd staat als beeldbepalend pand of gemeentelijk monument en het casco van het pand de laatste vijftien jaren niet met overheidssteun is verbeterd;

b. de duurzaamheid van het casco van het pand na voltooiing van de werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is gewaarborgd.

Artikel 31

De subsidie wordt toegekend onder de voorschriften dat:

a. binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie met het treffen van

voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na toekenning van de subsidie;

c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

- de toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

- inzage wordt verleend van de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

- de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

e. met het treffen van voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het

bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven

1958.

2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen toestaan.

Artikel 32

De subsidie wordt niet toegekend indien:

a. een woning een rijksmonument is ex. art. 6 van de Monumentenwet 1988;

b. met het treffen van de voorzieningen het belang van de dorpsvernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

c. de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in

redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

d. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar bij de gemeente een aanvraag tot subsidie heeft ingediend;

e. het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken;

f. de toekenning tot gevolg zal hebben dat het ingevolge artikel 1 gereser-

veerde bedrag wordt overschreden.

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in lid 1 onder d. en e.

Artikel 33

Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden, zonder dat daarbij sprake is van een bedrijf, wordt het in artikel 27 lid 2 genoemde bedrag verminderd met 55 %.

Vaststellen en uitbetalen van de subsidie

Artikel 34

1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage definitief vast aan de hand van het door de aanvrager overlegde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en van de op de restauratie betrekking hebbende nota’s.

2. Burgemeester en wethouders betalen de door burgemeester en wethouders vastgestelde definitieve bijdrage rechtstreeks aan aanvrager uit.

Bevoorschotting

Artikel 35

1. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een daartoe strekkende aan vraag een voorschot op een toegekende bijdrage verlenen, indien 50 % of meer van de werkzaamheden zijn verricht.

2. Het voorschot bedraagt niet meer dan 50 % van de toegekende bijdrage.

3. Burgemeester en wethouders betalen het vastgestelde voorschot rechtstreeks aan aanvrager uit.

Hoofdstuk 4 Stimuleren van zaken in het kader van het ‘Beeldambitieplan” van de gemeente Ameland

Grondslag en werkingssfeer

Artikel 36

Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een perceel in het belang van de dorpsvernieuwing subsidie verlenen ter stimulering van zaken in het kader van het Beeldambitieplan, en wel voor de volgende zaken:

a. voor het plaatsen c.q. aanpassen van karakteristieke erfscheidingen grenzend tussen het particuliere erf en de openbare weg (amelander lattenhekken en heggen);

b. voor het herplaatsen van de voor ameland karakteristieke uileborden;

c. voor het verwijderen van ontsierende reclame, ?al dan niet in combinatie met het

herplaatsen van reclame welke voldoet aan de welstandelijke eisen;

d. het aanpassen c.q. verfraaien van ontsierende gevels;

e. de herinrichting van ontsierende erven, c.q. terrassen, grenzend aan de openbare

weg, op een meer in het beeld passende manier;

f. voor het verwijderen van ontsierende objecten, al dan niet in combinatie met het herplaatsen van objecten welke voldoen aan de welstandelijke eisen;

g. overige, nader door het ~college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zaken, betrekking hebbende op de opwaardering van de beeldkwaliteit.

Het aanvragen van subsidie

Artikel 37

1. De subsidie als bedoeld in artikel 36 bedraagt ten hoogste 50 % van de kosten met een maximum van:

- € 340,34 voor de categorieën als bedoeld onder artikel 36 sub a, b en f;

- € 680,67 voor de categorieën als bedoeld onder artikel 36 sub c en e;

- € 2.268,90 voor de categorie als bedoeld onder artikel 36 sub d;

- een nader door het college van burgemeester en wethouders aan te duiden maximum voor de categorie als bedoeld onder artikel 36 sub g;

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van de bepalingen van dit artikel afwijken.

Artikel 38

1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. een (werk-)omschrijving, al dan niet met tekeningen, aangevende zowel de bestaande toestand, als de te maken toestand;

c. naam en adres van de uitvoerder;

Het verlenen van subsidie

Artikel 39

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie;

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie;

3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot het verlenen van subsidie met ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 40

De subsidie wordt door burgemeester en wethouders toegekend indien de opwaardering van de beeldkwaliteit door het treffen van voorzieningen naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is gewaarborgd.

Artikel 41

1. De subsidie wordt toegekend onder de voorschriften dat:

a. binnen 3 maanden na toekenning van de subsidie met het treffen van

voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na toekenning van de subsidie;

c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

- de toegang wordt verleend tot het perceel;

- inzage wordt verleend van de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

- de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijkingen van de in het eerste lid onder a. en b. genoemde termijnen toestaan.

Artikel 42

1. De subsidie wordt niet toegekend indien:

a. met het treffen van de voorzieningen het belang van de beeldkwaliteit c.q. dorpsvernieuwing naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

b. de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in

redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

c. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar bij de gemeente een aanvraag tot subsidie heeft ingediend;

d. de toekenning tot gevolg zal hebben dat het ingevolge artikel 2 gereserveerde bedrag wordt overschreden.

2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in lid 1 onder c.

Artikel 43

Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van derden, zonder dat daarbij sprake is van een bedrijf, worden de in artikel 37 lid 1 genoemde bedragen verminderd met 55 %.

Vaststellen en uitbetalen van de subsidie

Artikel 44

1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage definitief vast aan de band van het door de aanvrager overlegde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten en van de op de uitvoering van de voorziening betrekking hebbende nota’s.

2. Burgemeester en wethouders betalen de door burgemeester en wethouders vastgestelde definitieve bijdrage rechtstreeks aan aanvrager uit.

Hoofdstuk Bijzondere activiteiten

Artikel 45

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor bijzondere

activiteiten, als bedoeld in artikel 2 onder d, en nader genoemd in de bijlage II behorend bij deze subsidieverordening.

Artikel 46

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag.

2. Bij hun besluit omtrent subsidieverstrekking stellen zij de hoogte van de subsidie vast.

3. Zij kunnen beslissen hun besluit St ten hoogste acht weken te verdagen.

Artikel 47

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken indien:

a. het plan sober en doelmatig is;

b. de voor het treffen van de voorzieningen, c. q - verrichten van activiteiten eventueel noodzakelijke vergunningen zijn verleend;

c. er niet reeds een begin met de voorzieningen c. q. activiteiten is gemaakt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 48

De subsidie wordt verstrekt onder vooi1wâarde dat de aanvrager van de subsidie binnen een nader door burgemeester en wethouders te bepalen termijn een verslag aan burgemeester en wethouders zendt waaruit blijkt dat aan hef doel van de subsidie is voldaan, alsmede een financieel overzicht van de verrichte activiteiten. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat dit verslag vergezeld gaat van een accountantsverklaring.

Artikel 49

De aanvrager dient een aanvraag tot uitbetaling in na het treffen van de voorzieningen, c.q. het verrichten van de activiteiten.

Artikel 50

1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken op het verzoek tot uitbetaling;

2. Uitbetaling vindt plaats binnen acht weken na het besluit als bedoeld in het vorige lid.

Hoofdstuk Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 51

Deze verordening kan aangehaald worden als “Verordening Dorpsvernieuwing Ameland”.

Artikel 52

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking.

Artikel 53

Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld als zijnde ingediend op de dag dat deze verordening in werking is getreden.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 1999;

, voorzitter.

, secretaris.

Bijlage II behorende bij raadsbesluitnummer 14 - 6 - 99, vastgesteld in de raadsvergadering van 28 juni 1999

Artikel 1

Onder bijzondere activiteiten als bedoeld in artikel 2, sub d, j° artikel 45 van bijlage I kunnen bedoeld worden:

a. het restaureren van schilderijen en/of kunstobjecten van cultuurhistorische waarde voor de gemeente Ameland;

b. het restaureren van objecten welke bij opgravingen of iets dergelijks binnen de gemeente Ameland zijn gevonden;

c. voor het restaureren van historische documenten en/of boeken welke cultuurhistorisch van belang zijn voor de gemeente Ameland;

d. voor het restaureren van monumentale grafstenen en/of monumentale onderdelen van de begraafplaatsen binnen de gemeente Ameland;

e. voor het doen van archeologisch onderzoek binnen de gemeente Ameland;

f. voor het doen van andere, in het kader van cultuurhistorisch belang, verrichtingen binnen de gemeente Ameland;

g. voor behoud en herstel van de oude zeeweringen binnen de gemeente Ameland;

h. voor behoud en herstel van oude dôbbes binnen de gemeente Ameland;

i. voor behoud en herstel van bestratingen met cultuurhistorische waarde binnen de gemeente Ameland;

j. voor behoud en herstel van de amelander reddingboot met paarden;

Artikel 2

Voor wijziging van de aangegeven bijzondere activiteiten of toevoeging van een nieuwe activiteit doen burgemeester en wethouders opnieuw een voorstel aan de raad van de gemeente Ameland.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ameland op 28 juni 1999.

, voorzitter.

, secretaris.

 

Het college heeft op basis van de artikelen 27 en 36 van de Verordening Dorpsvernieuwing Ameland bij besluit van 5 februari nadere invulling gegeven aan de subsidiemogelijkheden. Het behoud van cultuurhistorische elementen van gemeentelijke monumenten/beeldbepalende panden brengt hogere kosten met zich mee. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan het vervangen van de rieten bedekking op de kap van de schuur van een bestaande boerderij dan wel bij vervangende (zo authentiek mogelijke) nieuwbouw daarvan, inclusief dakvorsten en dergelijke. Een ander aspect is het uilenbord. Een dergelijk bord is ook op Ameland een karakteristieke uitvoering van de schuren van boerderijen. Het is van belang dat op de daarvoor in aanmerking komende panden tot de (her)plaatsing wordt gekomen van een uilenbord. Dus ook bij de vervangende nieuwbouw van een beeldbepalend pand zou een uilenbord voor subsidie in aanmerking moeten kunnen komen.

Tot artikel 27, lid 4 wordt gerekend:

I. Voor het exterieur: bijzonder voegwerk, natuursteenelementen, decoratieve gepleisterde ornamenten, oorspronkelijke ramen en deuren en kozijnen, glas in lood, decoratief hout- en lijstwerk (goten etc.), dakbekroningen en of sierelementen. Maar ook een schoorsteen al dan niet met kap of een muur.

II. Voor het interieur: monumentale kap-, balk en vloerconstructies (reeds geregeld), monumentale schoorsteenmantels, decoratieve stucplafonds en ornamenten, decoratief schilderwerk etc..

Tot artikel 36 onderdeel g wordt in elk geval gerekend:

I. de plaatsing van de voor Ameland karakteristieke uilenborden.

II. het vervangen van de rieten bedekking op de kap van de schuur van een bestaande boerderij dan wel bij vervangende (zo authentiek mogelijke) nieuwbouw daarvan, inclusief dakvorsten en dergelijke.

De bijdrage als bedoeld in artikel 27, lid 4 bedraagt ten hoogste 50% van de gemaakte kosten met een maximum van € 13.613,41.

€ 340,34 voor de categorieën als bedoeld in artikel 36 onder g, voor de plaatsing van de voor Ameland karakteristieke uilenborden.

Voor de categorieën als bedoeld in artikel 36 onder g, voor het vervangen van rieten bedekking op de kap van een bestaande boerderij dan wel bij vervangende (zo authentiek mogelijke) nieuwbouw daarvan, inclusief dakvorsten en dergelijke bedraagt de subsidie ten hoogste 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4500,-