Regeling vervallen per 26-05-2018

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Ameland

Geldend van 01-01-2006 t/m 25-05-2018

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Ameland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:• Wet: Gemeentewet; • commissie: rekenkamercommissie; • voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie; • leden: de leden van de rekenkamercommissie niet zijnde de voorzitter;• college: college van burgemeester en wethouders; • rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Ameland.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1 Er is een rekenkamercommissie die door de raad wordt ingesteld.

  • 2 De commissie doet onderzoek naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid en beheer, alsmede van het beleid en beheer van gemeenschappelijke regelingen en instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3 De rekenkamercommissie bestaat uit de voorzitter en twee leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1 De raad benoemt de voorzitter en de leden van de commissie uit externen.

  • 2 De raad benoemt de voorzitter en de leden van de commissie voor een periode van vier jaar. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de voorzitter en de leden is artikel 81g van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1 De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2 Het lidmaatschap van een lid eindigt: a. op eigen verzoek; b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • 3 De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 VErgoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercomissie

  • 1 De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden.

  • 2 De voorzitter ontvangt daarboven een vergoeding voor de werkzaamheden genoemd in artikel 3.2.

  • 3 De vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de commissie.

  • 4 Ten aanzien van de onkostenvergoedingen van de voorzitter en de leden is de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 (Ambtelijk) secretaris

  • 1 De raad benoemt de (ambtelijk) secretaris.

  • 2 De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3 De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4 De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1 De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3 De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij dit nader motiveren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1 De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet

  • 2 De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3 De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen een door de commissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 4 De secretaris van de rekenkamercommissie regelt afspraken met betrekking tot de inlichtingen, als bedoeld in artikel 10, lid 3, met de ambtenaren, via de griffier, in overleg met de gemeentesecretaris.

  • 5 De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht.

  • 6 De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7 De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8 Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9 De commissie stelt de betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de commissie kenbaar te maken. Betrokken zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10 De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken.

  • 11 Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen.

Artikel 11 Budget

  • 1 De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2 Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van: a. de vergoedingen aan de voorzitter en de leden; b. de ambtelijk secretaris; c. interne onderzoeksmedewerkers; d. externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld; e. reis- en verblijfkosten van de onder a en d genoemde personen;f. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3 De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Ameland”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Ameland d.d. 19 december 2005.

1 Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Artikel 1Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente in de verordening een eigen definitie hanteert. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Toelichting Artikel 2Wanneer een gemeente geen rekenkamer instelt, stelt hij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In praktijk wordt de commissie die de rekenkamerfunctie uitoefent de rekenkamercommissie genoemd.

Toelichting Artikel 3Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Indien de rekenkamercommissie uit twee of meer leden bestaat, benoemt de raad een externe voorzitter van de rekenkamer. Uit oogpunt van onafhankelijkheid is er nu voor gekozen dat alleen niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. De raad stelt daarom een externe voorzitter en twee externe leden aan.

Toelichting Artikel 4De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 5Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Toelichting Artikel 6In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

Toelichting Artikel 7De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 8Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts worden geregeld.

Toelichting Artikel 9De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

Toelichting Artikel 10Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Voor het verstrekken van inlichtingen door ambtenaren is tevens de “Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van toepassing”van toepassing.Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt ook de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

Toelichting Artikel 11De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 12 en 13Deze artikelen behoeven geen toelichting.