Regeling vervallen per 01-01-2018

Nadere regels Opvang en Beschermd wonen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2017

Intitulé

Nadere regels Opvang en Beschermd wonen 2015

Nadere regels Opvang en Beschermd wonen

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

gelet op

  • De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • Hoofdstuk 3, paragraaf 3 en paragraaf 4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • artikel 3, 4en 8 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2015;

  • De nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort 2015

BESLUIT

de volgende nadere regels vast te stellen:

Nadere regels Opvangen Beschermd wonen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • c.

    Opvang: de voorzieningen genoemd onder d en e;

  • d.

    24-uurs verblijf of voltijd verblijf vrouwenopvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, al of niet op een geheim adres, voor vrouwen met of zonder hun kinderen in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. De 24-uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding;

  • e.

    24-uurs verblijf of voltijd verblijf maatschappelijke opvang waaronder crisisopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De 24-uurs voorziening omvat onderdak, slaapgelegenheid, begeleiding op diverse aspecten en eventueel voeding;

  • f.

    Beschermd wonen:wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

  • g.

    instelling voor Opvang: een organisatie die een voorziening voor Opvang exploiteert of trajecten voor opvang uitvoert met subsidie van een gemeente of in opdracht van een gemeente;

  • h.

    Instelling voor Beschermd wonen: een organisatie die een voorziening voor Beschermd wonen exploiteert of trajecten voor beschermd wonen uitvoert;

  • i.

    cliënt: een natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder die eventueel samen met minderjarige kinderen gebruik maakt van een voorziening van een instelling;

  • j.

    bijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm op grond van artikel 20 tot en met 28 van de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag;

  • k.

    zak-en kleedgeld: de van toepassing zijnde normbedragen voor verblijf in een inrichting op grond van artikel 23, eerste en tweede lid, van de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag;

l . eigen bijdrage: de bijdrage als bedoeld in artikel 8 van de verordening;

  • m.

    expertisepool: een team van specialistische professionals in de jeugd- en volwassenzorg die de sociale (wijk)teams in de regio Eemland ondersteunen net handelingsgericht advies.

  • n.

    verordening: Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2015.

Artikel 2. Eigen bijdrage voor Opvang

  • 1. De verschuldigde eigen bijdrage voor een voorziening zoals bedoeld in artikel 1, onder d en e, bedraagt niet meer dan de werkelijke kosten en maximaal het verschil tussen het netto inkomen inclusief vakantiegeld en de norm voor zak- en kleedgeld conform artikel 23 Participatiewet, welke norm wordt vermeerderd met de standaardpremie bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag en gecorrigeerd met de zorgtoeslag en omgerekend naar vier weken.

  • 2. Bij de toepassing van het eerste lid, wordt per kalenderjaar uitgegaan van twaalf perioden van vier weken en een periode die, afhankelijk van de resterende dagen, vier of vijf weken bedraagt.

  • 3. De eigen bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van een dag, waarop de cliënt gebruik maakt van de voorziening;

  • 4. Indien een cliënt gehuwd is en zijn partner geen gebruik maakt van de Opvang geldt de bijstandsnorm voor een alleenstaande bij opname in een inrichting zoals bedoeld in artikel 23 van de Participatiewet.

  • 5. Indien de instelling aan de cliënt geen voeding verstrekt, wordt de verschuldigde eigen bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding zoals jaarlijks geïndexeerd vastgesteld door het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD).

  • 6. Indien een cliënt ouder/verzorger is van minderjarige kinderen en met hen in de Opvang woont, wordt de norm persoonlijke uitgaven met 10 procent per kind opgehoogd.

  • 7. Indien de gecontroleerde aanschaf van alcohol deel uitmaakt van een behandeling, wordt de norm persoonlijke uitgaven opgehoogd met een bedrag van € 100,-- per vier weken.

  • 8. Voor de kosten van begeleiding is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 3. Bijzondere omstandigheden

  • 1. In het geval het inkomen, verminderd met eigen bijdrage, minder bedraagt dan de norm voor persoonlijke uitgaven, wordt de eigen bijdrage zodanig verminderd, dat de norm voor persoonlijke uitgaven beschikbaar blijft. Indien de instelling geen voeding verstrekt, wordt de eigen bijdrage zodanig verminderd dat naast de norm voor persoonlijke uitgaven, ook de norm voor voeding beschikbaar blijft.

  • 2. Het eerste lid geldt niet indien de cliënt verzuimt zijn verantwoordelijkheid te nemen om voldoende inkomen te verwerven.

Artikel 4. Eigen bijdrage voor beschermd wonen

  • 1. Voor een cliënt die verblijft in een instelling voor beschermd wonen wordt de verschuldigde eigen bijdrage berekend op grond van het bepaalde in paragraaf 3 (Beschermd wonen) van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 2. De eigen bijdrage voor beschermd wonen, wordt vastgesteld en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

Artikel 5. Overgangsregeling cliënten Opvang

Voor cliënten die op het moment van in werking treding van deze nadere regels wonen in een voorziening voor Opvang, geldt een overgangstermijn van zes maanden, waarna deze regels voor hen in werking treden.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 7. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Nadere regels opvang en beschermd wonen’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van …

de secretaris, de burgemeester,

Publicatiedatum: 24 december 2014