Regeling vervallen per 01-01-2010

Aanwijzings- en mandaatbesluit gemeentelijke belastingambtenaren 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2009

Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;

Gelet op:

Artikel 2.1 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Amersfoort, de artikelen 231, tweede lid onderdeel b,c,d en 246a van de Gemeentewet, de artikelen 1, 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63a van de Invorderingswet 1990;

alsmede gelet op de dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente Amersfoort en de Parkeerservice Amersfoort BV.

B E S LU I T:

Vast te stellen het:

AANWIJZINGS- EN MANDAATBESLUIT GEMEENTELIJKE BELASTINGAMBTENAREN 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Inspecteur gemeentelijke belastingen: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar met dien verstande dat zijn uitgesloten de bevoegdheden welke zijn toegekend aan de in het derde lid genoemde ambtenaar;

  • 2.

    Ontvanger gemeentelijke belastingen: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar met dien verstande dat zijn uitgesloten de bevoegdheden welke zijn toegekend aan de in het vierde lid genoemde ambtenaar;

  • 3.

    Inspecteur parkeerbelastingen: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar met dien verstande dat de toegekende bevoegdheden uitsluitend betrekking hebben op uitvoering van de heffing van de in artikel 225 van de Gemeentewet genoemde gemeentelijke parkeerbelastingen;

  • 4.

    Ontvanger parkeerbelastingen: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar met dien verstande dat de toegekende bevoegdheden uitsluitend betrekking hebben op uitvoering van de invordering van de in artikel 225 van de Gemeentewet genoemde gemeentelijke parkeerbelastingen;

5.Parkeerservice Amersfoort BV: de besloten vennootschap aan welke ondermeer de publiekrechtelijke taken op het gebied van de gemeentelijk parkeerbelastingen en parkeervergunningen zijn opgedragen.

Artikel 2 Aanwijzing inspecteur gemeentelijke belastingen en inspecteur parkeerbelastingen

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan:

  • 2.1

    als inspecteur gemeentelijke belastingen, de manager van de hoofdafdeling Burgerzaken en Belastingen van de sector Dienstverlening, Informatie en Advies.

  • 2.2

    als inspecteur parkeerbelastingen, de manager straatparkeren van Parkeerservice Amersfoort BV.

Artikel 3 Aanwijzing ontvanger gemeentelijke belastingen en ontvanger parkeerbelastingen

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan:

3.1 als ontvanger gemeentelijke belastingen, het hoofd van de afdeling Heffing en Invordering van de hoofdafdeling Burgerzaken en Belastingen, van de sector Dienstverlening, Informatie en Advies;

  • 3.2

    als ontvanger parkeerbelastingen, de controller van Parkeerservice Amersfoort BV;

  • 3.3

    indien ter zake van een gemeentelijke belasting van een andere gemeente dan Amersfoort exploot moet worden gedaan, een akte van vervolging betekend of een dwangbevel ten uitvoer gelegd, als bedoeld in artikel 256 van de Gemeentewet, blijft daartoe bevoegd de in de functie van belastingdeurwaarder van de gemeente Amersfoort benoemde functionaris.

Artikel 4 Aanwijzing van de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ.

Het College van Burgemeester en Wethouders wijst aan als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ, de in artikel 2, onderdeel 2.1 van dit besluit genoemde functionaris.

Artikel 5 Aanwijzing van gemeentelijke belastingambtenaren ten aanzien waarvan de inlichtingenverplichting geldt.

  • 1.

    Het college wijst aan de volgende gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen en de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:

    • a.

      De medewerkers van de afdeling Heffing en Invordering van de hoofdafdeling Burgerzaken en Belastingen van de sector Dienstverlening, Informatie en Advies;

    • b.

      De medewerkers van Parkeerservice Amersfoort BV die zijn benoemd als gemeenteambtenaar en aangewezen voor de uitvoering van taken op het gebied van de gemeentelijke parkeerbelastingen;

  • 2.

    Het college wijst aan de volgende gemeenteambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:

    • a.

      De medewerkers van de afdeling Waardering onroerende zaken van de hoofdafdeling Burgerzaken en Belastingen van de sector Dienstverlening, Informatie en Advies;

Artikel 6 Mandaatverlening aan belastingambtenaren

  • 1.

    Het College van Burgemeester en Wethouders besluit te mandateren aan de manager van de hoofdafdeling Burgerzaken en Belastingen van de sector Dienstverlening, Informatie en Advies, respectievelijk de manager straatparkeren van Parkeerservice Amersfoort BV, ieder voor de aan hen in artikel 2 toegekende taken, om namens hem toe te passen de bevoegdheid:

    • a.

      als bedoeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

    • b.

      als bedoeld in artikel 66 van de Algemeen wet inzake rijksbelastingen;

    • c.

      tot het instellen van cassatie bij de Hoge Raad in belastingprocedures betreffende gemeentelijke belastingen van de gemeente en procedures op grond van de Wet waardering onroerende zaken;

    • d.

      tot het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.

  • 2.

    Ondermandaat van de bovengenoemde bevoegdheden is slechts toegestaan voor zover het de bevoegdheden in lid 1 onder a, b en d betreft.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en op de wijze die is gesteld in art. 3:42 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De datum van ingang van dit besluit is 1 januari 2008.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Aanwijzings- en mandaatbesluit belastingambtenaren 2008’.

  • 4.

    Met ingang van de in het tweede lid genoemde datum vervalt het Aanwijzings- en mandaatbesluit van 4 mei 2004 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het tweede lid genoemde datum.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van:

18 december 2007

De secretaris, De burgemeester,