Regeling vervallen per 31-12-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie volwassenen Subsidieregeling volwassenen educatie 2019

Geldend van 27-09-2018 t/m 30-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie volwassenen Subsidieregeling volwassenen educatie 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,

gelezen het Regionaal Programma Volwassenen Educatie 2019,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING VOLWASSENEN EDUCATIE 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt (mede) verstaan onder:

  • aanvrager: de instelling, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 sub b WEB of een instelling die een opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1 sub b tot en met f aanbiedt, die een aanvraag indient op grond van deze regeling en is ingeschreven in het handelsregister van Kamer van Koophandel;

  • ambtelijk vertegenwoordiger: de hiertoe door een regio gemeente aangewezen ambtenaar die de gemeente vertegenwoordigt in het regionaal overleg volwassenen educatie;

  • ASV: de Algemene subsidieverordening 2015 van de gemeente Amersfoort;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • contactgemeente: de gemeente Amersfoort is de aangewezen contactgemeente, zoals bedoeld in artikel 2.3.1 WEB;

  • maatschappelijke participatie: deelnemen aan maatschappelijke activiteiten buiten het eigen huishouden;

  • professional: adequaat geschoolde docent;

  • plan van aanpak: een door de aanvrager op te stellen plan waarin wordt beschreven op welke wijze de aanvrager de gesubsidieerde activiteit gaat verrichten;

  • raad: de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort;

  • regeling: deze subsidieregeling;

  • regio: de arbeidsmarktregio Amersfoort;

  • regiogemeenten: de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg;

  • regionaal overleg volwassenen educatie: het overleg tussen ambtelijke vertegenwoordigers van de regiogemeenten onder voorzitterschap van de contactgemeente;

  • RPE: Regionaal Programma volwassenen Educatie 2019;

  • samenwerkingsovereenkomst: de regionale samenwerkingsovereenkomst volwassenen educatie binnen de arbeidsmarktregio Amersfoort;

  • standaarden en eindtermen: de op het moment van aanvragen vigerende versie van de standaarden en eindtermen, zoals gepubliceerd door het Steunpunt basisvaardigheden;

  • sociale wetgeving: PW, IOAW, IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW;

  • uitkering: de uitkering die de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt aan de contactgemeente ten behoeve van de educatievoorzieningen overeenkomstig het RPE, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 WEB;

  • WEB: de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel om, door middel van volwasseneneducatie, de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te bevorderen van volwassen (niet inburgeringsplichtige burgers van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg) in de leeftijd van 18 jaar en ouder, die zichzelf niet goed kunnen redden in de samenleving en/of op de arbeidsmarkt. Dit onderwijs geeft volwassenen de mogelijkheid om de Nederlandse reken- en taalvaardigheid te verbeteren, (digitale) vaardigheden aan te leren en/of een diploma of certificaat te behalen. De regiogemeenten willen volwassenen een betere kans op een baan bieden en voorkomen dat zij (langdurig) afhankelijk zijn van een uitkering op grond van de sociale wetgeving.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • NT1: gericht op mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is;

    • NT2: gericht op mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is;

    • ANT: gericht op mensen die in aanmerking komen voor alfabetiseringscursussen gericht op de Nederlandse taal. Deze categorie kan verder onderverdeeld worden in ANT1, voor mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is, en mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is, ANT2.

  • 2. De subsidiabele activiteiten genoemd in het eerste lid kunnen op twee verschillende manieren worden aangeboden:

    • a.

      Een formeel traject gericht op arbeidsparticipatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden:

      • het traject is formeel hetgeen blijkt uit het behalen van een diploma of certificaat;

      • het traject wordt verzorgd door een professional;

      • het traject is gericht op het makkelijker verkrijgen van een stageplek of een baan en doorstromen naar een beroepsopleiding.

    • b.

      Een non-formeel traject gericht op maatschappelijke participatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden:

      • de voortgang van de cursist moet meetbaar zijn;

      • uitvoering vindt hoofdzakelijk plaats door inzet van (getrainde) vrijwilligers en inzet van professionals wordt zo veel als mogelijk beperkt;

      • gericht op deelaspecten van de standaarden en eindtermen, zoals beschreven in paragraaf 2.4 van het RPE;

Artikel 4. Algemene toekenningcriteria

Organisaties kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor zover:

  • 1.

    er voor het scholingsaanbod geen andere financieringsmogelijkheid beschikbaar is;

  • 2.

    er voor het scholingsaanbod geen andere organisatie is, die al een dekkend aanbod verzorgt.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag geschiedt door middel van het indienen van

    • a.

      een vastgesteld aanvraagformulier “Aanvraag subsidie volwassenen educatie 2019”;

    • b.

      indien van toepassing de stukken zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel;

    • c.

      een plan van aanpak, dat voldoet aan alle onderwerpen als genoemd in lid 3 van dit artikel en voldoet aan de vereisten zoals genoemd in lid 4 van dit artikel

  • 2. Wanneer een rechtspersoon voor het eerst een subsidieaanvraag bij de gemeente Amersfoort indient moet de aanvrager een kopie van de meest recente oprichtingsakte of statuten en een actueel uittreksel uit het handelsregister (niet ouder dan 12 maanden) meesturen;

  • 3. In het plan van aanpak beschrijft de aanvrager de volgende onderwerpen:

    • a.

      op welke regiogemeente(n) de aanvraag betrekking heeft;

    • b.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard en omvang van de doelgroep;

    • c.

      gespecificeerde begroting van verwachte inkomsten en uitgaven, waaruit blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van onder b. bedoelde activiteiten;

    • d.

      planning van de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

  • 4. In het plan van aanpak beschrijft de aanvrager hoe wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de standaarden en eindtermen;

    • b.

      de samenwerking met ander partijen in de gemeente en/of regio;

    • c.

      het hebben van ervaring met het organiseren van scholingstrajecten voor de doelgroep;

    • d.

      de betrokkenheid van vrijwilligers bij de activiteiten en de scholing van de vrijwilligers in geval van non-formeel aanbod;

    • e.

      de bijdrage aan het bereiken en motiveren van de doelgroep.

  • 5. Het plan van aanpak mag niet meer dan 8 A4’tjes (enkelzijdig) bevatten.

Artikel 6. Beoordelingscriteria

Aanvragen worden beoordeeld op grond van de volgende beoordelingscriteria:

  • 1.

    of de aanvraag past binnen de subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3;

  • 2.

    of de aanvraag past binnen het RPE, met name de tabellen van paragraaf 5.2;

  • 3.

    of het plan van aanpak voldoet aan de eisen aan de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks binnen de kaders van de door de raad opgestelde begroting subsidieplafonds voor volwassenen educatie vast.

  • 2. Het totale beschikbare bedrag bedraagt voor 2019 € 930.000,- onder voorbehoud van verstrekking van deze middelen door de raad (onder voorbehoud goedkeuring gemeentebegroting 2019 – 2022 en beschikbaar stellen van de middelen door het rijk).

  • 3. Dit bedrag is het subsidieplafond bij toepassing van deze regeling en is in deelsubsidieplafonds per regiogemeente als volgt opgebouwd:

    • a.

      voor de gemeente Amersfoort € 511.840,-;

    • b.

      voor de gemeente Leusden € 57.144,-;

    • c.

      voor de gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest gezamenlijk € 242.208,-;

    • d.

      voor de gemeente Nijkerk € 94.726,-;

    • e.

      voor de gemeente Woudenberg € 24.082,-.

  • 4. Het college is bevoegd de subsidieplafonds achteraf te verhogen of te verlagen.

Artikel 8. Verdeelregels

  • 1. Bij de beoordeling van de aanvragen neemt het college kennis van het advies van de adviescommissie, zoals bedoeld in artikel 10 van deze regeling. Het college kan gemotiveerd van dat advies afwijken.

  • 2. Indien het totaal van alle door het college positief beoordeelde subsidieaanvragen een deelsubsidieplafond genoemd in artikel 7 lid 3 overschrijdt, vindt een gesprek plaats met al deze subsidieaanvragers teneinde na te gaan of een samenwerkingsverband of een andere gezamenlijke oplossing tot de mogelijkheden behoort. Indien dit niet het geval is, wordt er geloot onder alle door het college ontvangen subsidieaanvragen voor de betreffende gemeente.

  • 3. Voor het gesprek, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel, wijst het college een procesbegeleider aan. De procesbegeleider zit het gesprek voor en bewaakt de termijnen.

  • 4. In de uitnodigingsbrief voor het gesprek stelt het college de termijn vast waarbinnen de genodigden gezamenlijk aan het college moeten laten weten of zij tot afspraken zijn gekomen over activiteiten passend binnen het beschikbare budget. In het geval dit niet (tijdig) geschiedt, vindt de loting plaats.

  • 5. In het geval van loting wordt er geloot totdat het subsidieplafond is bereikt. Mogelijk ontvangt de aanvrager die als laatste getrokken wordt slechts een deel van zijn positief beoordeelde subsidiebedrag.

Artikel 9. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikelen 4:25 en 4:35 van de wet en de artikelen 10 en 13 van de ASV – geweigerd, indien:

  • a.

    de aanvrager niet voldoet aan de begripsbepaling ‘aanvrager’, zoals bedoeld in artikel 1;

  • b.

    de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals bedoeld in artikel 2;

  • c.

    de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3;

  • d.

    er niet wordt voldaan aan de algemene toekenningscriteria, zoals bedoeld in artikel 4;

  • e.

    er niet wordt voldaan aan de eisen aan de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 5;

  • f.

    de aanvraag niet voldoen aan de beoordelingscriteria, zoals bedoeld in artikel 6.

Artikel 10. Adviescommissie

  • 1. Het college stelt bij dezen een adviescommissie in, bestaande uit:

    • a.

      een ambtelijk vertegenwoordiger van de gemeente Amersfoort;

    • b.

      een lid afkomstig uit de regiogemeente waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • c.

      Een lid met expertise op het gebied van volwassenen educatie.

  • 2. De in de adviescommissie zittende leden hebben geen direct of indirect persoonlijk of zakelijk belang bij deze procedure c.q. de aanvragers.

  • 3. De adviescommissie beoordeelt de subsidieaanvraag aan de hand van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 6.

  • 4. De adviescommissie brengt aan het college een unaniem advies uit over of de aanvrager in aanmerking zou moeten komen voor een subsidie en voor welk bedrag.

Artikel 11. Indieningtermijn en beslissingstermijn en gegevens aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 14 oktober 2018 te worden ingediend.

  • 2. Het college besluit uiterlijk op 1 december 2018 over de aanvragen.

  • 3. Indien het besluit niet uiterlijk op 1 december 2018 kan worden genomen, stelt het college de aanvrager(s) daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen het besluit tegemoet gezien kan worden.

  • 4. De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het college redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt, na afloop van een herstel verzuimtermijn als bedoeld in artikel 4:5 van de Wet, niet in behandeling genomen.

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling, inclusief de toelichting, treden in werking daags na bekendmaking en eindigen op 31 december 2019.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling, inclusief de toelichting, wordt aangehaald als Subsidieregeling volwassenen educatie 2019.

Vastgesteld in de vergadering van het college 11 september 2018.

Ondertekening

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting bij de subsidieregeling volwassenen educatie 2019

Artikel 1:

Het RPE en de samenwerkingsovereenkomst zijn in de WEB verplicht voorgeschreven. Het begrip ‘standaarden en eindtermen’ wordt verder toegelicht in het RPE.

Artikel 3:

De subsidiabele activiteiten worden uitgewerkt en toegelicht in het RPE.

Artikel 6:

Het RPE beschrijft het regionale beleid en daarmee ook het belangrijkste toetsingskader voor de aanvragen. Het college stelt als budgetbeheerder de regeling vast en stelt als contactgemeente het regionaal beleid integraal vast.

Artikel 8:

In lid 2 en de volgende leden van dit artikel is geregeld wat te doen indien de gezamenlijke aanvragen het beschikbare budgetbeslag voor een bepaalde activiteit overschrijden. In het RPE is in de tabellen van paragraaf 5.2 per regiogemeente voor iedere activiteit een bedrag genoemd.

Voorbeeld:

Voor de gemeente Nijkerk is er in 2019 een bedrag van € 23.681,- beschikbaar voor de activiteiten NT1 en NT2: 0-2F , uit te voeren door een professionele aanbieder. Indien de gezamenlijke aanvragen voor deze activiteiten het budget-beslag van € 23.681,- overschrijden, wordt er door het college gehandeld als beschreven in de leden 3-5 van artikel 8.

Artikel 10:

Het feit dat de adviescommissie unaniem moet adviseren voorkomt dat het belang van de ene of de andere partij c.q. Regiogemeente doorslaggevend kan worden. De leden van de commissie moeten het eens worden.

Artikel 11:

Toepassing van lid 3 kan aan de orde komen indien artikel 8 lid 3 - gesprek tussen Aanvragers als een subsidieplafond wordt overschreden – wordt uitgevoerd.