Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie consultatie, coaching en ondersteuning Subsidieregeling ‘Consultatie, coaching en ondersteuning in de kinderopvang 0-4 jaar

1. Deze subsidie wordt door de Aanvrager gebruikt voor de inzet van professionele jeugdhulpverleners in de kinderopvang voor het bieden van

• •

  consultatie en/of

• •

  laagdrempelige ondersteuning aan kinderen en ouders/verzorgers en/of

• •

  coaching aan pedagogisch medewerkers,

• •

  met als doel preventie van instroom in zwaardere vormen van zorg.

• •

  De gesubsidieerde instelling voor jeugdhulp kan de subsidie ook inzetten voor aanvullende expertise voor consultatie, coaching of ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van licht verstandelijk gehandicapten (LVG).

1. Voor deze subsidie geldt een subsidieplafond van € 91.229 op jaarbasis.

2. Aanvragen die passen binnen deze Beleidsregel worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Een aanvraag wordt slechts in de volgorde opgenomen indien zij voldoet aan de eisen die eraan worden gesteld.

3. Indien het College artikel 9, lid 4, van deze Beleidsregel heeft toegepast, wordt een aanvraag in de volgorde opgenomen nadat de Aanvrager de gevraagde informatie heeft verstrekt.

4. Voor zover door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

5. Aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Tussen deze aanvragen wordt geloot indien toekenning tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden.

1. De aanvraag voldoet aan de eisen in de Algemene Subsidieverordening, de Subsidieregeling UPJO en deze Beleidsregel.

2. De aanvraag wordt ingediend met het aanvraagformulier van het UPJO.

1. Het College besluit over de aanvragen.

2. Uiterlijk binnen 3 maanden na de aanvraag stelt het College de Aanvrager schriftelijk van zijn besluit in kennis.

3. Tijdens de behandeling van een Aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen inhoudelijke informatie verstrekt.

4. Het College kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de Aanvrager om nadere informatie verzoeken.

5. De Aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het College redelijkerwijs tot een besluit kan komen.

6. Een onvolledige of niet tijdig ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen, met inachtneming van de hersteltermijn zoals bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. De subsidie wordt achteraf vastgesteld.

2. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten die door de Aanvrager worden opgenomen in de financiële verantwoording van de subsidie.

3. De Aanvrager dient een aanvraag tot subsidievaststelling in vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

4. In de verantwoording komt aan de orde:

• •

  Een overzicht van de kinderopvangorganisaties die in het subsidiejaar gebruik hebben gemaakt van de inzet van een jeugdhulpverlener;

• •

  Het aantal kinderen en/of ouders/verzorgers dat ondersteuning heeft gekregen en een beschrijving van de aard van de ondersteuning;

• •

  Een beknopte inhoudelijke beschrijving van de geboden consultatie, ondersteuning en coaching door de jeugdhulpverlener(s);

• •

  Beschrijving van de wijze waarop de ondersteuning aan ouders (informatie, advies en toeleiding) is vormgegeven;

• •

  Beschrijving van de wijze waarop met ouders overlegd is over de interventies en een korte weergave van de ervaringen van ouders;

• •

  Beschrijving van de samenwerking tussen pedagogisch medewerkers, pedagogisch specialisten, jeugdhulpverleners, scholen, wijkteams en andere professionals;

• •

  Beschrijving van de opbrengst van de interventies.