Regeling vervallen per 13-07-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent projectsubsidies kunst en cultuur (Meerjarige projectsubsidies kunst en cultuur 2021-2024)

Geldend van 28-11-2019 t/m 12-07-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent projectsubsidies kunst en cultuur (Meerjarige projectsubsidies kunst en cultuur 2021-2024)

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening 2019 van de gemeente Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de intrinsieke waarde van cultuur voor mens en samenleving, aan cultuur voor een aantrekkelijke stad en aan een pluriform cultureel klimaat voor een verbonden stad

besluit vast te stellen de volgende regeling:

MEERJARIGE PROJECTSUBSIDIES KUNST EN CULTUUR 2021 - 2024

Het doel van deze subsidieregeling is het (mede) mogelijk maken van culturele activiteiten van professionals in Amersfoort en voor Amersfoorters. De activiteiten, festivals of evenementen versterken, verbreden of vernieuwen het culturele klimaat in Amersfoort, dragen bij aan de ontwikkeling van Amersfoortse talenten en vergroten de samenwerking met organisaties/ partners binnen en buiten het culturele veld in de stad. Met deze regeling wil de gemeente Amersfoort ruimte bieden aan een divers en breed cultureel aanbod, van verschillende culturele disciplines, van groot tot klein.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • 1.

    Adviescommissie: de Brede Adviesgroep Cultureel Klimaat (BACK), een door de gemeente Amersfoort ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep (hierna: adviescommissie).

  • 2.

    Amateurkunst: kunstbeoefening in de vrije tijd, buiten school en werk.

  • 3.

    Artistieke kwaliteit: een werk, activiteit, project of voorziening waarvan oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap de belangrijkste eigenschappen zijn.

  • 4.

    ASV: de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort (versie 12 juni 2019).

  • 5.

    Beeldende kunst en vormgeving: manifestaties en projecten, zoals tentoonstellingen, kunstwerken, nieuwe mediakunst en beeldende onderzoeken met betrekking tot werk van kunstenaars.

  • 6.

    College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort.

  • 7.

    Cultureel klimaat Amersfoort: het samenstel van uitingen, activiteiten en producten op het gebied van de kunst en cultuur, plaatsvindend in de gemeente Amersfoort en/of de regio Utrecht.

  • 8.

    Culturele festivals en evenementen: activiteiten met een vermaakswaarde, toegankelijk voor een groot publiek, gedurende een afgeronde periode, waarbij deze zich richten op één of meerdere van de kunstdisciplines: toneel, muziek, dans, letteren of beeldende kunst.

  • 9.

    Kunstenaar: iemand die van beroep kunstenaar is en een vakopleiding in een van de kunstdisciplines heeft afgerond. Amateurkunstenaars vallen in deze regeling niet onder de definitie van kunstenaar.

  • 10.

    Podiumkunst: activiteiten van kunstenaars op het gebied van toneel, muziek, dans, letteren en film.

  • 11.

    De Wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Activiteiten

  • 1. Het college kan uitsluitend subsidie verstrekken voor culturele activiteiten met een terugkerend karakter, die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de gemeente Amersfoort.

  • 2. De activiteiten kenmerken zich door hun artistieke kwaliteit en hun visie op cultuur en de bijdrage die het levert aan de culturele ontwikkeling van de stad.

  • 3. De activiteit valt onder één of meer van de volgende toepassingsgebieden in deze regeling:

    • a.

      Beeldende kunst en vormgeving;

    • b.

      Podiumkunst;

    • c.

      Culturele festivals en evenementen.

  • 4. Activiteiten of culturele evenementen die voornamelijk amateurkunst, cultuureducatie of een meer traditionele vermaakswaarde vertegenwoordigen, zoals Oranjefestiviteiten, dorpsfeesten, kermis, Sinterklaasactiviteiten of soortgelijke activiteiten (volksfeesten) komen niet in aanmerking voor subsidie onder deze regeling. Ditzelfde geldt voor activiteiten gericht op benefiet of ledenwerving en activiteiten of culturele evenementen met een politiek of religieus karakter.

Artikel 3. Subsidieaanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de ASV, dient de aanvrager de subsidieaanvraag in vóór 16 maart 2020.

  • 2. Indien de aanvraag voldoende scoort op de artistieke en zakelijke kwaliteit (zie artikel 8 lid 1) dan wordt de aanvrager uitgenodigd voor een gesprek met de adviescommissie.

  • 3. De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking en voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 4.

Artikel 4. Indieningsvereisten

  • 1. Het college verstrekt slechts subsidie als de aanvrager een rechtspersoon zonder winstoogmerk is.

  • 2. De aanvraag bestaat uit:

    • a.

      vierjarenplan waarin per jaar wordt toegelicht welke (door)ontwikkeling verwacht wordt.

    • b.

      ierjarenbegroting

    • c.

      jaarrekening / jaarverslag 2019

      Indien het een eerste aanvraag is:

    • d.

      de statuten of het reglement;

    • e.

      een opgaaf van de bestuurssamenstelling

    • f.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 3. Een aanvraag voor een evenement/festival dient tevens te zijn voorzien van een plan van aanpak waarin de wijze waarop wordt omgegaan met onder andere vergunningen, overlast en veiligheid zijn uitgewerkt.

  • 4. De aanvrager die meerjarige subsidie cultureel klimaat 2017 – 2020 heeft ontvangen en voor de periode 2021-2024 een hoger subsidiebedrag aanvraagt, dient te onderbouwen waarvoor het extra aangevraagde bedrag is bestemd.

  • 5. De aanvrager dient bestaansrecht te hebben, dit kan aangetoond worden:

    • -

      meerjarige subsidie cultureel klimaat 2017-2020 te hebben ontvangen;

    • -

      twee keer projectsubsidies professionele kunst en cultuur (incidentele subsidies cultureel klimaat) te hebben ontvangen

    • -

      via jaarverslagen van afgelopen twee jaar en een onderbouwing waarom meerjarige subsidie van de gemeente nodig is.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

De gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten. Minimaal 40% van de subsidiabele kosten worden gedekt uit andere inkomsten. Indien nog niet bekend is of fondsen bijdragen, dient onderbouwd te worden wat het voor de activiteit betekent als het fonds niet toekent (denk aan vermindering van programmering, bijstellen marketingbudget).

Artikel 6. Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1. Kosten die direct zijn toe te rekenen aan de activiteit en die na toekenning van de subsidie worden gemaakt en betaald, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2. Kosten voor o.a. huur, materiaalkosten en inhuur van derden zijn subsidiabel mits ze aantoonbaar zijn toe te rekenen aan het project.

  • 3. Subsidiabel zijn de kosten van een vast uurtarief van maximaal € 95,00 als vergoeding voor de directe loonkosten.

  • 1. In aanvulling op artikel 10 van de ASV verstrekt het college geen subsidie voor:

    • a.

      Kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

    • b.

      Kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

    • c.

      Kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      Gekapitaliseerde vrijwillige inzet van medewerkers;

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt het subsidieplafond voor de jaren 2021 tot en met 2024 vast op € 643.000. Het subsidieplafond per toepassingsgebied bedraagt: Beeldende Kunst en vormgeving: € 124.000, Podiumkunsten: € 140.000 en Culturele festivals en evenementen: € 379.000.

  • 2. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

  • 3. Bij aanvragen die meerdere toepassingsgebieden raken, wordt het bedrag toegekend vanuit het primaire toepassingsgebied (waar de grootse inzet op betoond wordt).

  • 4. Indien de deelplafonds niet uitgeput zijn of als er andere middelen beschikbaar zijn, kan het college besluiten een nieuwe aanvraagronde met nieuwe plafonds in te stellen.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1. Het college stelt vast of de aanvraag voldoende of onvoldoende scoort op:

    • a.

      artistieke kwaliteit en;

    • b.

      zakelijke kwaliteit

      Scoort de aanvraag onvoldoende op deze beide punten dan komt de aanvraag niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2. Het college kent scores toe aan de aanvragen per toepassingsgebied, die voldoende scoren op artistieke en zakelijke kwaliteit, op de volgende toetsingscriteria:

    • a.

      Diversiteit

    • b.

      Makers en talent

    • c.

      Profilering van/belang voor de stad.

  • 3. Op minimaal 2 van 3 toetsingscriteria genoemd in artikel 8 lid 2 dient de aanvraag voldoende te scoren (minimaal 6 van de 10 punten behalen per toetsingscriterium).

  • 4. Per toetsingscriterium genoemd in artikel 8 lid 2 wordt een score van 0 tot en met 10 toegekend. De totaalsom van de scores op de drie criteria leidt tot de rangschikking per toepassingsgebied.

  • 5. Het college bepaalt de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag.

  • 6. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking op de toetsingscriteria genoemd in artikel 8 lid 2, totdat het voor het betreffende subsidieplafond van het toepassingsgebied is bereikt.

  • 7. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten verkrijgt in een toepassingsgebied en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats door te kijken naar de mate waarin de activiteit een bijdrage levert aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod in de stad.

  • 8. Als in een toepassingsgebied het subsidieplafond na beoordeling niet blijkt uitgeput, kan op advies van de adviescommissie én voordat het college besluit, het overschot uit dit toepassingsgebied overgeheveld worden naar een ander toepassingsgebied, als het subsidieplafond in dat toepassingsgebied ontoereikend is voor de positief beoordeelde aanvragen.

Artikel 9. Adviescommissie

  • 1. De adviescommissie toetst de aanvragen aan het doel van deze regeling en beoordeelt de aanvragen per toepassingsgebied in samenhang en in relatie tot het bestaande en gewenste culturele aanbod in Amersfoort.

  • 2. De aanvragen worden inhoudelijk en financieel beoordeeld door de adviescommissie. De commissie adviseert het college en werkt op basis van het door het college vastgestelde ’Reglement Brede Adviesgroep Cultureel Klimaat van de gemeente Amersfoort’.

  • 3. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen conform de vastgestelde werkwijze in deze regeling.

  • 4. De adviescommissie geeft het college een gefundeerd advies over de toegekende scores, geeft advies over de hoogte van het toe te kennen bedrag en zo nodig over het overhevelen van budget van het ene naar het andere toepassingsgebied (zie artikel 8 lid 8).

Artikel 10. Beslissing op aanvraag

  • 1. Het college beslist gemotiveerd, na kennisneming van het advies van de adviescommissie, over de toekenning van de subsidies.

  • 2. Uiterlijk vier maanden na de in artikel 3.1 genoemde datum wordt op de aanvraag beschikt. In het geval deze termijn niet gehaald wordt, wordt de subsidieaanvrager hiervan op de hoogte gesteld, met vermelding van een nieuwe afhandelingstermijn.

Artikel 11. Weigeringsgronden

  • 1. Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de ASV beslist het college afwijzend op de aanvraag als:

    • a.

      de aanvraag onvoldoende scoort op de artistieke en zakelijke kwaliteit;

    • b.

      de aanvraag op twee of meer van de toetsingscriteria genoemd in artikel 8 lid 2 onvoldoende scoort (minder dan 6 punten);

    • c.

      door verstrekking van subsidie het subsidieplafond wordt overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

    • d.

      sprake is van een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

    • e.

      sprake is van een activiteit of cultureel evenement dat een politiek of religieus karakter heeft;

    • f.

      het een activiteit of cultureel evenement betreft waarvoor door de gemeente als subsidie is/wordt verstrekt;

    • g.

      de aanvrager geen rechtspersoon zonder winstoogmerk is;

    • h.

      als het activiteiten betreft die zijn beschreven in artikel 2 lid 4.

Artikel 12. Verplichtingen

  • 1. In de subsidiebeschikking wordt vastgesteld welke (meetbare) prestaties de aanvrager dient te leveren voor de verleende subsidie en welke financiële afspraken gemaakt worden.

  • 2. Indien voor de activiteit een (evenementen)vergunning nodig is, dan dient de aanvrager zich te houden aan de geldende wet- en regelgeving. Deze subsidie wordt verleend onder voorbehoud dat de aanvrager de vergunning ontvangt.

  • 3. De subsidie wordt jaarlijks uitbetaald op basis van de volgende verdeling: 90% als voorschot, 10% na verantwoording indien voldaan is aan de verplichtingen en vereisten van de subsidietoekenning.

Artikel 13. Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient jaarlijks voor 1 april volgend op het uitvoeringsjaar een aanvraag in tot het vaststellen van de subsidie over het vorige jaar. De subsidieontvanger dient hiertoe een inhoudelijk en financieel jaarverslag in.

  • 2. Als blijkt uit de jaarlijkse verantwoording dat de subsidieontvanger niet of deels heeft voldaan aan de prestatieafspraken (inclusief al dan niet verplichte vergunningverlening) dan kan het college de subsidie intrekken of gewijzigd (lager) vaststellen.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 20 november 2019.

  • 2. De subsidieregeling meerjarige subsidies cultureel klimaat, zoals vastgesteld op 2 februari 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 15. Overgangsbepaling

De bepalingen van de subsidieregeling zoals bedoeld in artikel 14 lid 2, blijven van toepassing op de subsidies die op basis van de voormalige subsidieregeling zijn verleend.

Artikel 16. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Meerjarige projectsubsidies kunst en cultuur 2021-2024.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 19 november 2019

De secretaris,

De burgemeester,

BIJLAGE MEERJARIGE PROJECTSUBSIDIEREGELING KUNST EN CULTUUR 2021 – 2024

De aanvraag wordt allereerst getoetst op:

  • artistieke kwaliteit

  • zakelijke kwaliteit

Op artistieke en zakelijke kwaliteit moet voldoende gescoord worden om voor subsidie in aanmerking te komen.

 

Artistieke kwaliteit

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • -

    Vakmanschap/professionaliteit: uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager of uitvoerder(s) van het project beschikt over de vaardigheid en het inzicht om kwalitatief hoogstaand werk te maken.

  • -

    Oorspronkelijkheid: uit het project blijkt een heldere visie van de maker(s) en dat het project van meerwaarde is binnen de betreffende discipline.

  • -

    Zeggingskracht: er wordt helder gemaakt wat de aanvrager wil bereiken, hoe dat wordt aangepakt. Uit de aanvraag blijkt dat de inhoud van het project relevant is voor de beoogde doelgroep.

 

Zakelijke kwaliteit:

Dit punt wordt beoordeeld op grond van de volgende punten:

  • Kwaliteit van de bedrijfsvoering

  • Mate waarin een helder en duidelijk projectplan is opgesteld dat aansluit op de begroting

  • Begroting: kwaliteit van de financiële onderbouwing, realistische kosten en inkomsten, het gevraagde bedrag staat in verhouding tot het te verwachte resultaat en bereik.

  • Mate waarin andere financieringsbronnen worden aangewend (o.a. bijdrage fondsen en bedrijven en commerciële inkomsten). Zie ook de voorwaarden in de regeling in artikel 5.

  • Mate waarin er aandacht is voor publiciteit & promotie (oa realistisch budget)

  • Hanteren van de Fair Practice Code: o.a. mate waarin de betrokken professionele makers worden bekostigd voor hun diensten/werk. Hierbij wordt het principe pas toe en leg uit gehanteerd. Leg in het projectplan uit waarom uw organisatie wel of niet in staat is bepaalde afspraken na te komen.

  • Hanteren van de Governance Code Cultuur. Hierbij wordt het principe pas toe en leg uit gehanteerd. Leg in het projectplan uit waarom uw organisatie wel of niet in staat is bepaalde afspraken na te komen.

  • Mate waarin samenwerking is met (Amersfoortse, culturele, commerciële) instellingen of de hoeveelheid betrokken (amateur)kunstenaars.

 

Als de aanvraag voldoende scoort op artistieke en zakelijke kwaliteit wordt de aanvraag beoordeeld op onderstaande 3 criteria. Op minimaal 2 van onderstaande 3 toetsingscriteria moet voldoende (6 punten of meer per criterium) gescoord worden om voor subsidie in aanmerking te komen. Per criterium zie je hieronder bullets die worden meegewogen in de beoordeling van de BACK. De aanvraag krijgt niet per bullet punten, de BACK kijkt naar de bijdrage van de aanvraag op het gebied van Diversiteit, Makers en talent en Profilering van/belang voor de stad.

1. Diversiteit (AANBOD EN PUBLIEK)

We willen veel variatie en afwisseling binnen het culturele klimaat in Amersfoort en een cultureel klimaat dat aansprekend is voor vele verschillende doelgroepen (naar leeftijd, naar leefstijl etc.). Bij de beoordeling op dit criterium worden onderstaande punten meegewogen:

 

Aanbod

  • Mate waarin het project bijdraagt aan meer variatie en afwisseling in het Amersfoortse cultureel klimaat of het cultureel klimaat verstevigt: het bevorderen van cross-overs en/of nieuw, experimenteel en/of andersoortig aanbod voor (deels) nieuwe doelgroepen.

  • In welke mate de aanvrager bijdraagt aan een onderscheidende en aantrekkelijke programmering in de wijken en mate waarin het project bijdraagt aan het welzijn in de wijk 

  • Mate waarin het project zorg draagt voor het aantrekkelijker en/of toegankelijker maken van het culturele aanbod voor jongeren: innovatie van het aanbod, inspelen op jongerentrends, extra of aanvullende programmering voor jongeren en/of het verbeteren van informatievoorziening.

  • De mate waarin de beleveniseconomie gestimuleerd wordt: het publiek wil steeds meer worden vermaakt en is telkens weer op zoek naar nieuwe en/ of intense ervaringen.

  • Gebruik van technologie en digitalisering: deze hebben een grote invloed op de productie en consumptie van kunst en cultuur. Interactie, zelf doen en ontdekken worden steeds belangrijker, met behulp van de smartphone, tablet, VR en social media. En cultuurbeleving hoeft zich zo niet te beperken tot de muren van een instelling: via internet en diverse (social) media kan overal kunst en cultuur worden beleefd, bijvoorbeeld in de openbare ruimte of virtueel.

 

Publiek

  • Mate waarin het project bijdraagt aan een inclusieve samenleving en de cultuurparticipatie bevordert. Onder inclusie verstaan wij de insluiting in de samenleving vanuit het principe dat iedereen kan meedoen. De gemeente vindt dat iedereen moet kunnen meedoen/deelnemen aan culturele festivals en activiteiten. Bij dit punt wordt gekeken of het project specifieke doelgroepen bereikt.

  • Bevorderen van ontmoetingen rondom kunst en cultuur.  

  • Publieksontwikkeling: wat doet de aanvrager om het publiek te laten participeren en/of bestaand publiek vast te houden en/of uit te breiden?

  • De wijze waarop kinderen en jongeren meegenomen worden bij de activiteit, de achterliggende gedachte van de maker, de werkwijze die geboden wordt (denk aan cultuureducatief aanbod).

  • Hanteren van Code Diversiteit & Inclusie: mate waarin de Code Diversiteit en Inclusie wordt uitgewerkt in het projectplan.

Makers en talent  

Bij de beoordeling op dit criterium worden onderstaande punten meegewogen:

  • In hoeverre stimuleert de activiteit (jong) talent in Amersfoort.

    • °

      Mate waarin binnen het project lokaal Amersfoorts talent betrokken is. Amersfoort wil een kweekvijver zijn voor ‘eigen’ makers en talenten uit de regio en zit in op het ontwikkelen van ‘eigen’ talenten en evenementen.

    • °

      De mate waarin (jong) talent betrokken wordt bij de activiteit, het festival of evenement en krijgt het een laagdrempelig podium geboden om (evt. onder begeleiding) een eigen productie te tonen (met name festivals en evenementen kunnen hierin verrijking bieden)

    • °

      Het stimuleren van eigen initiatieven van jongeren rondom kunst en cultuur (voor en door jongeren).

    • °

      De mate waarin de aanvrager ervoor zorgt dat nieuwe initiatieven een kans krijgen.

  • Mate waarin de activiteit gericht is op het ontdekken van talenten (scouting)

    • °

      zn hoeverre wordt daarbij gebruik gemaakt van/samengewerkt met voorzieningen/organisaties die talenten en jonge makers ondersteunen

    • °

      Is het gericht op de voorbereiding of overstap naar een volgende fase in de ontwikkeling/loopbaan

    • °

      is sprake van coaching en begeleiding. ?

  • Hanteren van de Fair Practice Code: o.a. mate waarin de betrokken professionele makers worden bekostigd voor hun diensten/werk. Hierbij wordt het principe pas toe en leg uit gehanteerd. Leg in het projectplan uit waarom uw organisatie wel of niet in staat is bepaalde afspraken na te komen.

3. Profilering van / belang voor de stad

Er wordt rekening gehouden met het belang voor de stad. De aanvraag past binnen het verhaal van de stad en datgene waar Amersfoort voor staat en wat zij wil uitstralen. Bij de beoordeling op dit criterium worden onderstaande punten meegewogen: 

  • Mate waarin de activiteit, het festival of evenement een groot en divers aantal bezoekers of deelnemers trekt en/of de hoeveelheid presentatiemomenten in Amersfoort. (Het gaat hier om de daadwerkelijke bezoekers van een activiteit. Bij de bezoekersaantallen worden niet de bezoekers aan de binnenstad meegerekend).

  • Mate waarin het project verbonden is aan de identiteit van de stad en haar karakter, die de positionering en profilering van Amersfoort versterken. De mate waarin verwacht mag worden dat het project aansluit bij de identiteit van de stad en de positionering/profilering van de stad wordt verder gebracht.

  • Mate waarin het project aanvullend is op het bestaande culturele aanbod (het project is van toegevoegde waarde en onderscheidt zich van het huidige culturele aanbod).

  • Mate waarin samenwerking is met (Amersfoortse, culturele, commerciële) instellingen en/of de hoeveelheid betrokken (amateur)kunstenaars.

  • Spreiding van projecten over de stad, bekeken in samenhang met het huidige culturele aanbod.

  • Mate waarin het project duurzaamheidsprincipes toepast en CO2-neutraal produceert/programmeert. 

  • Mate waarin de activiteit toegankelijk is voor alle bezoekers.