Regeling vervallen per 14-02-2013

 Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2011​

Geldend van 01-01-2011 t/m 13-02-2013

Intitulé

 Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2011​

Verordening

Reg.nr. 3631935

De raad van de gemeente Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is de regels met betrekking tot de vergoedingen van fracties, raads- en commissieleden aan te passen;

gelet op de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet;

gelet op het Besluit van 22 maart 1994, houdende regels betreffende de rechtspositie van raads- en commissieleden (Stb. 1994, 244),

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2011

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    lid van een commissie: een lid van een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens lid van de raad is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • b.

    Rechtspositiebesluit: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; Stb. 1994, 244;

  • c.

    tabel I: tabel I van het Rechtspositiebesluit;

  • d.

    tabel II: tabel II van het Rechtspositiebesluit

  • e.

    tabel III: tabel III van het Rechtspositiebesluit;

  • f.

    tabel IV: tabel IV van het Rechtspositiebesluit;

  • g.

    fractie: een politieke groepering in de gemeenteraad;

Artikel 2

Vergoeding en tegemoetkoming raadsleden

  • 1.

    Aan een lid van de raad wordt een vergoeding voor:

    • a.

      werkzaamheden toegekend gelijk aan de bedragen genoemd in tabel I voor de klasse waartoe de gemeente behoort;

    • b.

      onkosten gelijk aan de bedragen genoemd in tabel II of III voor de klasse waartoe de gemeente behoort.

  • 2.

    De griffier kan een raadslid of buitengewoon fractielid op declaratiebasis een vergoeding toekennen voor de aanschaf van een computer met bijbehorende randapparatuur en software. Deze vergoeding bedraagt 90% van de aanschafkosten. In het eerste en tweede zittingsjaar bedraagt de vergoeding niet meer dan € 1.350. In het derde en vierde zittingsjaar bedraagt de vergoeding niet meer dan € 675. In een zittingsperiode kan de totale vergoeding het bedrag van € 1.350 niet overschrijden.

Artikel 3 Vergoeding commissieleden

  • 1. Aan een lid van een commissie wordt een vergoeding toegekend voor het bijwonen van de vergadering van de commissie gelijk aan de bedragen genoemd in tabel IV voor de klasse waartoe de gemeente behoort.

  • 2. De rekenkamercommissie ontvangt ten behoeve van haar leden een bedrag van € 21.970 per jaar. De feitelijke berekeningssystematiek voor de vergoeding van externe leden wordt door de rekenkamercommissie geregeld.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan in het reglement van een door hem ingestelde commissie een ander vergoedingsbedrag vaststellen.

Artikel 4 Vergoeding reis- en verblijfskosten

Aan een lid van de raad en een lid van een commissie vindt vergoeding plaats van reis- en verblijfskosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of het presidium, naar de regels vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland (Stb. 1993, 144) of het Reisbesluit buitenland (Stb. 1994, 600).

Artikel 5 Vorming en scholing

  • 1. Aan een raadslid vindt vergoeding plaats van cursussen, congressen, seminars en symposia die ten dienste staan van de uitoefening van het raadslidmaatschap.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De vergoeding wordt na aanvraag door de griffier verstrekt en bedraagt per raadslid maximaal € 500 per zittingsjaar.

  • 4. Het is een raadslid toegestaan om zijn vergoeding ten goede te doen komen van een ander lid van zijn fractie of van een buitengewoon fractielid ten behoeve van een in lid 1 genoemde activiteit.

Artikel 6 Vergoeding fracties

  • 1. Een fractie ontvangt een tegemoetkoming in de kosten die zij maakt ten dienste van de uitoefening van het raadslidmaatschap door haar leden.

  • 2. De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar € 10.046,16 ongeacht het aantal leden van de fractie. Alleen fracties die tijdens de installatievergadering direct na de verkiezingen als fractie optreden, ontvangen deze tegemoetkoming. In een verkiezingsjaar wordt de vergoeding berekend naar evenredigheid van het aantal kalenderdagen dat een fractie in de raad aanwezig is.

  • 3. Een fractie ontvangt voorts per kalenderjaar een tegemoetkoming van € 1.076,02 per lid van de fractie, waarbij deze tegemoetkoming in een verkiezingsjaar wordt berekend naar evenredigheid van het aantal kalenderdagen dat een raadslid in de raad aanwezig is. De tegemoetkoming wordt bepaald op 1 januari van een kalenderjaar en in een verkiezingsjaar op dag van de installatievergadering van de nieuwe raad.

  • 4. Indien na bepaling van de toegemoetkoming per fractie op basis van het aantal leden, in de loop van een kalenderjaar een lid van een fractie zich, na mededeling aan de voorzitter van de raad, heeft aangesloten bij een andere fractie, wordt hij voor de toepassing van deze verordening geacht met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar deel van die andere fractie uit te maken.

  • 5. De vergoeding wordt jaarlijks in twee delen uitgekeerd, te weten de eerste helft in januari en de tweede helft nadat de verantwoording over het voorgaande kalenderjaar is goedgekeurd. In een verkiezingsjaar wordt in januari de volledige vergoeding tot aan de verkiezingsdatum uitgekeerd en ontvangen de fracties vanaf de installatiedatum de volledige vergoeding voor het resterende deel van het kalenderjaar.

  • 6. Ten aanzien van de tegemoetkoming zijn de navolgende bestedingen uitgesloten:

    • a)

      bestedingen die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b)

      besteding aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c)

      giften;

    • d)

      bestedingen die betaald dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e)

      bestedingen aan raadsleden of bedrijven van raadsleden voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;

    • f)

      opleidingen voor raads- en commissieleden;

    • g)

      (her)verkiezing van raadsleden;

    • h)

      buitenlandse reizen.

Artikel 7 Rekening en verantwoording inzake fractievergoedingen

  • 1.

    Iedere fractie beschikt over een bank- of girorekening die op naam van de fractie is gesteld, waarop uitsluitend als inkomende geldstroom de in artikel 6 genoemde tegemoetkoming en als uitgaande geldstroom de besteding daarvan plaatsvindt.

  • 2.

    Binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar legt elke fractie aan de raad rekening en verantwoording af over de besteding van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming, onder overlegging van een verslag.

  • 3.

    In een kalenderjaar waarin raadsverkiezingen plaatsvinden wordt aan de in het voorgaande lid bedoelde verantwoording eveneens toegevoegd (a) de verantwoording over de dagen tot de installatievergadering van de nieuwe raad en (b) een totaalverantwoording over de gehele afgelopen raadsperiode.

  • 4.

    Het verslag mag zowel op kasbasis als volgens een stelsel van lasten en baten worden opgesteld. Het verslag vermeldt in elk geval:

    • a.

      de beginstand van de bank- of girorekening;

    • b.

      de ontvangen tegemoetkoming;

    • c.

      de besteding van de tegemoetkoming gespecificeerd naar personele kosten, bureaukosten, administratie, kosten van activiteiten, overige kosten;

    • d.

      eindstand van de bank- of girorekening.

  • 5.

    Bij het verslag wordt een verklaring van de fractie over de juistheid van de overgelegde gegevens gevoegd. Deze verklaring wordt ondertekend door de fractievoorzitter en de penningmeester. Deze functies zijn niet in één persoon verenigd.

  • 6.

    Iedere uitgave is onderbouwd met een document (kassabon, rekening) met daarop (eventueel handgeschreven) vermeld de reden van uitgave.

  • 7.

    Controle op de ingediende verantwoordingen wordt uitgevoerd door twee leden uit de raad die jaarlijks opnieuw aangewezen en benoemd worden. De commissie rondt de eigen werkzaamheden voor de controle binnen twee maanden na de indieningstermijn van de verantwoordingen af. Een verslag van de uitgevoerde controle wordt daarna ter kennisname aangeboden aan de raad. Hierin wordt tevens vermeld welke fracties op dat moment nog niet aan de verantwoordingsvereisten hebben voldaan.

  • 8.

    Indien een fractie binnen een jaar na afloop van de verantwoordingsperiode niet heeft voldaan aan de in dit artikel opgenomen verantwoordingsplicht, wordt de volledige tegemoetkoming voor die fractie over het betreffende jaar geheel teruggevorderd.

  • 9.

    De fractie kan een deel van de tegemoetkoming reserveren voor besteding in een volgend jaar.

  • 10.

    Tegemoetkomingen die op de dag voorafgaand aan de installatie van de nieuwe raad nog niet zijn besteed worden binnen drie maanden na deze datum door de fractie aan de gemeente terugbetaald.

  • 11.

    Indien een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan is de fractie verplicht binnen 3 maanden (a) een eindverantwoording in te dienen over de besteding van de fractievergoeding en (b) het niet bestede bedrag van de tegemoetkoming aan de gemeente terug te betalen.

    • Artikel 8 Indexering

Voor de in deze verordening genoemde bedragen geldt als peildatum1 januari 2011. Met uitzondering van het bedrag in artikel 2 lid 2 worden deze bedragen jaarlijks aangepast conform de CBS-index

regelingslonen sector overheid.

Artikel 9 Titel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening geldelijke voorzieningen fracties, raads- en commissieleden 2011.

  • 3.

    De Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2010 wordt ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2011.

de griffier,                                                                  de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: 9 februari 2011