Regeling vervallen per 10-07-2020

Beleidsregel toepassing parkeernormen

Geldend van 18-06-2009 t/m 09-07-2020

Intitulé

Beleidsregel toepassing parkeernormen

Beleidsregel

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota ‘Verankering Parkeernormen en Beleidsregels Toepassing Parkeernormen’ van 10 maart 2009;

overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen over de toepassing van de parkeernormen;

gelet op artikel 2.5.30, lid 7 van de Bouwverordening 2009 en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels Toepassing Parkeernormen

ARTIKEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Begripsbepalingen

Aanvrager: degene die een bouwaanvraag doet voor een ontwikkeling of functie.

Parkeereis: het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen, waarbij rekening is gehouden met de parkeernormen, meervoudig gebruik van parkeerplaatsen, de reductiefactoren en al aanwezige parkeerplaatsen die aan de ‘oude functie’ kon worden toegeschreven.

Vergunninggebied: het gebied waarbinnen het vergunningparkeren volgens de meest recente Parkeerverordening geldt op het moment van de aanvraag.

Binnenstad: het gebied binnen de Stadsring en het Plantsoen Noord, Oost en West, en het Eempleingebied tussen de Eem, de Eemlaan en de Nieuwe Poort.

Stadssingels: Westsingel, Zuidsingel, Weverssingel en ’t Zand.

Parkeerovereenkomst: een overeenkomst tussen de aanvrager en een private partij of de gemeente, waarin beschreven is hoeveel parkeerplaatsen beschikbaar zijn en op welke voorwaarden (waaronder in ieder geval op welke momenten de plaatsen toegankelijkheid zijn, hoe de parkeerplaatsen beschikbaar blijven gedurende de aanwezigheid van functie, en hoe de overeenkomst overgaat op een nieuwe huurder/eigenaar van het betreffende pand). De koppeling tussen de ontwikkeling/functie en de parkeerplaatsen dient objectgericht te zijn en niet subjectgericht. Notarieel wordt een kwalitatieve verplichting voor de parkeerovereenkomst opgenomen.

ARTIKEL 2 BELEIDSREGEL VERVANGENDE PARKEERRUIMTE

In deze beleidsregel wordt beschreven op welke wijze in vervangende parkeerruimte kan worden voorzien binnen parkeervergunninggebieden en daarbuiten, wanneer de aanvrager niet of in onvoldoende mate kan voldoen aan de parkeereis.

1.Als de aanvraag een ontwikkeling betreft die in een vergunninggebieden is gelegen, is het volgende in de beschreven volgorde van toepassing (eerst geldt het onder a beschrevene, als dat niet van toepassing is, het onder b beschrevene, etc.):

a Is de ontwikkeling gelegen in de binnenstad, dan geldt bij voorkeur dat de parkeereis in of op al aanwezige parkeervoorzieningen wordt opgelost. Er dient een parkeerovereenkomst bij de bouwaanvraag te worden overlegd.

  • b.

    De aanvrager geeft een vervangende private parkeerruimte op. Als vervangende parkeerruimte wordt gezien een parkeergelegenheid die gelegen is op een kortere loopafstand dan de loop-afstand tot de meest dichtstbijzijnde grens van het reguleringsgebied, waarbij de loopafstanden via logische looproutes wordt gemeten. De vervangende parkeerruimte is voor de functie in voldoende aantal aanwezig op de juiste momenten. De afmetingen van de parkeerplaatsen dienen minimaal te voldoen aan de in de bouwverordening gestelde afmetingen. Tevens dienen de plaatsen bereikbaar te zijn op een verkeersveilige wijze. De aanvrager maakt de bezoekers attent op de parkeerplaatsen. Er dient een parkeerovereenkomst bij de bouwaanvraag te worden overlegd.

  • c.

    Vervangende parkeerruimte kan ook een parkeerruimte in het openbaar gebied zijn. Als er extra parkeerplaatsen in het openbare gebied – binnen of buiten het reguleringsgebied - aangelegd kunnen worden, moeten deze minimaal voldoen aan de afmetingen van parkeerplaatsen zoals die in de bouwverordening zijn aangegeven. De plaatsen moeten bereikbaar zijn op een verkeers-veilige wijze. De nieuwe parkeerplaatsen krijgen en behouden te allen tijde een openbaar karakter, zonder enige verwijzing naar de betreffende functie. De plaatsen worden op kosten van de aanvrager aangelegd. Bij het vervallen van de functie, blijven de plaatsen behouden, zonder dat daarbij de aanvrager recht heeft op een financiële vergoeding. Het aanleggen van parkeer-gelegenheid in het openbaar gebied kan alleen plaatsvinden in overleg met en goedkeuring van de gemeente. Met de aanleg van de parkeerplaatsen ontstaat geen recht op een parkeervergunning. Er dient een parkeerovereenkomst bij de bouwaanvraag te worden overlegd.

  • d.

    Als de aanvrager niet kan voorzien in voldoende parkeervoorzieningen op één van de boven-genoemde wijzen, kan het college ontheffing verlenen van de parkeereis en daarvoor een financiële vergoeding verlangen. Die vergoeding is gebaseerd op reële stichtingskosten van de te compenseren parkeerplaatsen, waarbij de omvang, locatie en realisatietermijn bekend dienen te zijn. Er wordt een parkeerovereenkomst tussen de aanvrager en de gemeente opgesteld, waarin de nadere afspraken over de te compenseren parkeerplaatsen zijn beschreven.

  • e.

    Voor de onder a t/m d beschreven gevallen beslist het college.

  • f.

    Als de aanvrager niet voorziet in voldoende vervangende parkeervoorzieningen voor de betreffende functie, of als het college negatief beslist voor de onder a t/m d beschreven situaties, wordt de aanvraag afgewezen.

    • 2.

      Als de aanvraag een ontwikkeling betreft die buiten de vergunninggebieden is gelegen, is het volgende in de beschreven volgorde van toepassing (eerst geldt het onder a beschrevene, als dat niet van toepassing is, het onder b beschrevene, etc.):

  • a.

    De aanvrager geeft een vervangende private parkeerruimte op. Als vervangende parkeerruimte wordt gezien een nabijgelegen parkeergelegenheid in de onmiddellijke omgeving waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat gebruikers van de betreffende functie er gebruik van zullen maken. De vervangende parkeerruimte is voor de functie in voldoende aantal aanwezig op de juiste momenten. De afmetingen van de parkeerplaatsen dienen minimaal te voldoen aan de in de bouwverordening gestelde afmetingen. Tevens dienen de plaatsen bereikbaar te zijn op een verkeersveilige wijze. De aanvrager maakt de bezoekers attent op de parkeerplaatsen. Er dient een parkeerovereenkomst tussen de aanvrager en de aanbieder van de private parkeerruimte bij de bouwaanvraag te worden overlegd.

  • b.

    Vervangende parkeerruimte kan ook een parkeerruimte in het openbaar gebied zijn. Dergelijke plaatsen kunnen als vervangende parkeerruimte worden aangemerkt, zolang de bezettingsgraad van de openbare parkeerplaatsen ter plaatse en in de nabije omgeving op de voor de functie noodzakelijke momenten niet boven de 80% komt. Voor de berekening hiervan wordt door de gemeente een parkeerbalans opgesteld. De parkeerplaatsen hebben of krijgen geen verwijzing naar de betreffende functie. Als er meerdere aanvragen op deze situatie tegelijkertijd beoordeeld moeten worden, worden deze in volgorde van binnenkomst afgehandeld tot een maximale bezettingsgraad van 80%. Per parkeerplaats kan de gemeente een vergoeding verlangen van€ 3.500,- (prijspeil 2008, indexatie volgens CPI). Er dient een parkeerovereenkomst tussen de aanvrager en de gemeente bij de bouwaanvraag te worden overlegd, waar de parkeerbalans onderdeel van uitmaakt.

  • c.

    Als er extra parkeerplaatsen in het openbare gebied aangelegd kunnen worden, moeten deze minimaal voldoen aan de afmetingen van parkeerplaatsen zoals die in de bouwverordening zijn vermeld. De plaatsen moeten bereikbaar zijn op een verkeersveilige wijze. De nieuwe parkeer-plaatsen krijgen en behouden te allen tijde een openbaar karakter, zonder enige verwijzing naar de betreffende functie. De plaatsen worden op kosten van de aanvrager aangelegd. Bij het vervallen van de functie blijven de plaatsen behouden, zonder dat daarbij de aanvrager recht heeft op een financiële vergoeding. Het aanleggen van parkeergelegenheid in het openbaar gebied kan alleen plaatsvinden in overleg met en goedkeuring van de gemeente.

  • d.

    Voor de onder a t/m c beschreven gevallen beslist het college.

  • e.

    Als de aanvrager niet voorziet in voldoende vervangende parkeervoorzieningen voor de betreffende functie, of als het college negatief beslist voor de onder a t/m c beschreven situaties, wordt de aanvraag afgewezen.

ARTIKEL 3 BELEIDSREGEL BEROEP- EN BEDRIJF AAN HUIS

Het college kan een gedeeltelijke ontheffing verlenen van de parkeereis bij beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, waarbij over het algemeen sprake is van een beperkte vraag naar parkeerplaatsen.

De gemeente berekent de parkeereis op basis van de parkeernormen. Voor het oplossen van deze parkeereis kunnen parkeerplaatsen op eigen terrein en maximaal drie al aanwezige parkeerplaatsen in de directe nabijheid op de openbare weg in de berekening worden meegenomen. Voorwaarde daarbij is dat die parkeerruimte op de openbare weg aanwezig is op de voor de functie relevante momenten, en dat de bezettingsgraad in de nabije omgeving niet boven de 80% uitkomt. De gemeente stelt hiervoor een parkeerbalans op en legt de wijze waarop de parkeereis wordt opgelost vast in een document dat bij de ontheffingsaanvraag wordt gevoegd. Er worden geen financiële vergoedingen verlangd.

ARTIKEL 4 BELEIDSREGEL HORECA IN DE BINNENSTAD

Er wordt per bouwaanvraag en/of vrijstellingsverzoek rekening gehouden met de te verwachten parkeervraag, de mogelijkheden van meervoudig gebruik van parkeerplaatsen en de beschikbaarheid van parkeerplaatsen. Getoetst wordt op basis van de geldende parkeernormen.

Voor de beoordeling van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het bijgevoegde stroomschema.

Er wordt geen maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen waarvoor ontheffing kan worden verleend. De reden daarvoor is, dat er geen beleid is om horeca van beperkte omvang meer te faciliteren dan horeca van grotere omvang. De toets vindt plaats door te onderzoeken of de parkeervraag per geval opgelost kan worden. Er worden geen financiële vergoedingen verlangd.

Vastgesteld in de vergadering van 21 april 2009 .

De secretaris, De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 17 juni 2009

Bijlage 1

stroomschema parkeernormen

Bijlage 2

voorbeeldcontract parkeernormen