Beleidsregels Wet inburgering gemeente Amstelveen

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

• b.

  de wet: de wet inburgering

• c.

  taalkennisvoorziening: een taaltraject gekoppeld aan een MBO-opleiding;

• d.

  TIWI-toets: de begintoets voor inburgeraars om het startniveau en de leerbaarheid te meten.

2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen en besluiten zijn van toepassing op de begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt.

1. Binnen de in de verordening opgenomen doelgroepen die met voorrang een aanbod kunnen krijgen, kan de volgende prioriteit toegepast worden, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen verplichte of vrijwillige inburgeraars:

• a.

  Eerste prioriteit: vluchtelingen;

• b.

  Tweede prioriteit: inburgeraars met een uitkering;

• c.

  Derde prioriteit: inburgeraars met opvoedende taken;

• d.

  Vierde prioriteit: inburgeraars met werk;

• e.

  Vijfde prioriteit: migranten met een tijdelijke verblijfsvergunning (kennismigranten of arbeidsmigranten).

2. De doelgroep van artikel 2, eerste lid onder e. komt in aanmerking voor een traject als zij aan de volgende criteria voldoen:

• a.

  De kennismigrant verblijft minimaal 3 jaar in Nederland;

• b.

  De kennismigrant heeft de intentie om zich in Nederland te vestigen;

• c.

  De kennismigrant heeft minimaal een jaarcontract bij een werkgever en overlegt dit contract.

1. De inburgeringsvoorziening die gecombineerd wordt met een re-integratievoorziening is gericht op werk, re-integratie, zelfstandig ondernemerschap of op een vervolgopleiding.

2. Inburgeringsvoorzieningen die niet gecombineerd worden met een re-integratievoorziening worden altijd gekoppeld aan een traject gericht op sociale redzaamheid en participatie.

3. Voor inburgeraars die een MBO opleiding volgen op niveau 1 of 2 kan een taalkennis- voorziening worden vastgesteld.

4. Voor inburgeraars waarvoor het reguliere aanbod niet voldoet kent het college op ver- zoek een Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) toe.

5. Voor inburgeraars die deelnemen aan een traject Taal op de Werkvloer in de gemeente waar zij werken, wordt dit traject door het college ingekocht via een PIB.

1. Het college legt in de volgende gevallen, op grond van artikel 10 verordening Inburgering gemeente Amstelveen, de volgende boetes op:

• a.

  Bij geen gehoor geven aan een oproep bedraagt de boete € 100;

• b.

  Bij geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het onderzoek bedraagt de boete € 100;

• c.

  Bij geen of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening bedraagt de boete € 200;

• d.

  Bij het niet halen van het inburgeringsexamen binnen de gestelde (verlengde) termijn bedraagt de boete € 400.

2. Indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding, waar een waarschuwing of een boete voor is opgelegd, op- nieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding volgt een nieuwe boete ter hoogte van de bedragen genoemd in lid 1 van dit artikel.

3. Indien de vrijwillige inburgeraar die de verplichtingen uit de overeenkomst, als bedoeld in artikel 18 van de verordening wet Inburgering 2010 gemeente Amstelveen, niet of in onvoldoende mate nakomt, vordert het college 10% van de gemaakte kosten van het traject terug.

4. Indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan het college afzien van het opleggen van een boete of een lagere boete vaststellen dan de genoemde bedragen in het eerste lid. Hierbij houdt het college rekening met:

• a.

  De ernst van de gedragingen;

• b.

  De mate van verwijtbaarheid;

• c.

  De omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert;

• d.

  Het medisch keuringsrapport, wanneer daaruit blijkt dat de inburgeraar niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen;

• e.

  De haalbaarheidstoets, wanneer daaruit blijkt dat de inburgeraar niet in staat is het inburgeringsexamen te behalen.

5. Het college legt geen bestuurlijke boete op of vordert geen bedrag terug, indien voor de- zelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van artikel 18, tweede lid, van de Wet werk en bijstand, de inkomensvoorziening kan worden verlaagd op grond van artikel 41 van de Wet investeren in jongeren, dan wel indien voor dezelfde gedraging een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van een bij de al- gemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid van de wet, aan te wij- zen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen.

1. Op grond van artikel 31 lid 1 sub c Wet inburgering verleent het college een ontheffing indien het college op grond van door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde in- spanningen tot het oordeel komt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen.

2. Hier is in ieder geval sprake van indien een inburgeringsplichtige het voor hem of haar vastgestelde inburgeringtraject volledig heeft doorlopen en naar het oordeel van de aan- bieder van de inburgeringsvoorziening zich volledig hiervoor heeft ingespannen en des- ondanks niet kan slagen voor het examen.