Regeling vervallen per 10-10-2019

Nadere regels Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds Amstelveen

Geldend van 22-03-2018 t/m 09-10-2019 met terugwerkende kracht vanaf 10-10-2017

Intitulé

Nadere regels Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds Amstelveen

Z-2017/048814

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amstelveen,

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Nadere regels Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds Amstelveen.

Artikel 1. Begrippen

In deze nadere regels wordt verstaat onder:

  • a.

    Aanvraag; schriftelijk verzoek conform het "Aanvraagformulier Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds" aan de gemeente Amstelveen om verlening van de stimuleringslening op grond van onderhavige regels;

  • b.

    Aanvrager; een natuurlijk of rechtspersoon die de gemeente een voorstel doet resulterend in een aanvraag voor een Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds gemeente Amstelveen;

  • c.

    Budget; het bedrag dat gedurende de looptijd in totaal beschikbaar is voor toekenning van stimuleringsleningen op grond van onderhavige nadere regels;

  • d.

    Businesscase; de inhoudelijke en bedrijfseconomische onderbouwing van de activiteiten waarbij de kosten en baten tegen elkaar worden afgewogen en waarin (een) duidelijk beschreven doelstelling(en) is/zijn opgenomen. Uit de businesscase blijkt de nut en noodzaak van de verstrekking van een Stimuleringslening, als bedoeld in artikel 5 lid 1;

  • e.

    College; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • f.

    Gebouwde omgeving; objecten die opgeleverd zijn aan eigenaren vóór een aanvraag is ingediend in kader van de onderhavige nadere regels;

  • g.

    Projectplan: een gestructureerde beschrijving van de aanpak van de voorgenomen activiteiten. Een projectplan beschrijft in ieder geval het na te streven doel, organisatie, geplande activiteiten, benodigde middelen, planning, begroting, en de businesscase;

  • h.

    Stimuleringslening; een lening die, na toewijzing door het college, door SVn kan worden verstrekt aan aanvrager ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten, die worden gemaakt ten behoeve van de activiteiten van de aanvrager;

  • i.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten, statutair gevestigd te Hoevelaken, financiële dienstverlener, geregistreerd onder AFM–vergunning nummer 12013647;

  • j.

    Verduurzaming; de activiteiten direct gericht op de lokale energiebesparing, reductie van CO2-uitstoot en/of het vergroten van de capaciteit van fossiel-onafhankelijke energieopwekking;

  • k.

    Werkelijke kosten: de kosten voor zover noodzakelijk voor de realisatie van de businesscase en de daaropvolgende uitvoeringsactiviteiten, eventueel vermeerderd met bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Stimuleringslening en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen (subsidies) in deze kosten.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. Deze nadere regels zijn uitsluitend van toepassing voor:

    • a.

      Natuurlijke personen;

    • b.

      Bedrijven of andere rechtspersonen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 2. Deze nadere regels zijn uitsluitend van toepassing voor de activiteiten van de aanvrager die gericht zijn op de verduurzaming van de gebouwde omgeving in de gemeente Amstelveen, inclusief de onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten voor deze verduurzamingsactiviteiten.

Artikel 3. Revolverend fonds

  • 1. De gemeente heeft een revolverend fonds Duurzaamheidsfonds gemeente Amstelveen ingesteld waaruit met inachtneming van het bepaalde in deze nadere regels Stimuleringsleningen kunnen worden toegekend.

  • 2. Het college van de gemeente Amstelveen heeft het budget vastgesteld dat beschikbaar is voor het toewijzen van Stimuleringsleningen.

  • 3. Stimuleringsleningen worden alleen toegewezen voor zover het vastgesteld budget hiervoor toereikend is.

  • 4. Indien een aanvraag voor een Stimuleringslening wordt gedaan die hoger is dan het resterende budget treedt het college in overleg met de aanvrager.

Artikel 4. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze nadere regels, een Stimuleringslening toe te kennen of af te wijzen. Het college kan aan een toewijzingsbesluit nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 5. Beoordeling

  • 1. Uit de aanvraag dient te blijken dat de geplande verduurzaming in voldoende mate technisch, bedrijfseconomisch en projectmatig haalbaar is en dat de in de aanvraag genoemde partijen en/of personen de capaciteiten hebben om het project naar behoren uit te (laten) voeren én alle relevante partijen daadwerkelijk verbonden zijn aan het project. Indien het college het nodig acht, kan de aanvrager om aanvullende informatie worden verzocht om dit te onderbouwen.

  • 2. De aanvraag wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Verbinding met de gemeente Amstelveen: de positieve effecten die voortvloeien uit de verduurzaming dienen binnen het (kadastrale) grondgebied van de gemeente Amstelveen neer te slaan;

    • b.

      doelmatigheid van financiering;

      • i.

        bijdrage aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving;

      • ii.

        de verduurzaming is gericht op meer dan alleen het individuele belang van de aanvrager;

      • iii.

        gericht op voor de gemeente relevant segment van gebouwde omgeving;

      • iv.

        Schaalbaarheid voor navolging in gemeente;

      • v.

        de wijze waarop elders succesvol cofinanciering verkregen kan worden;

    • c.

      Sterkte van businesscase, waaronder:

      • i.

        voor de gemeente een aanvaardbaar risico/rendementsprofiel;

      • ii.

        het financieel rendement;

      • iii.

        de initiatiefnemer(s);

      • iv.

        de organisatie en (financiële) draagkracht van de aanvrager;

      • v.

        de externe samenwerkingspartners;

    • d.

      bewustwording over duurzaamheid in de gemeente:

      • i.

        betrokkenheid van en met de inwoners van de gemeente;

      • ii.

        promotie (bewustwording) van duurzaamheid:

      • iii.

        zichtbaarheid project als geheel;

      • iv.

        samenwerking van verschillende partijen;

  • 3. Het college kan de in dit artikel vermelde lijst van voorwaarden uitbreiden en/of inkorten.

Artikel 6. Aanvraag

Een aanvraag voor een Stimuleringslening wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier en gaat onder opgave van in ieder geval:

  • 1.

    het projectplan;

  • 2.

    een beschrijving van de businesscase;

  • 3.

    een begroting en financiële onderbouwing van te financieren kosten;

  • 4.

    financiële prognoses waaruit een positieve businesscase blijkt en de financiële capaciteit voor terugbetaling van de Stimuleringslening;

  • 5.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden;

  • 6.

    informatie waaruit de tekeningsbevoegdheid van de aanvrager te herleiden is, bij rechtspersonen een document waaruit blijkt dat de aanvrager bevoegd is namens de rechtspersoon de aanvraag in te dienen;

  • 7.

    eventueel noodzakelijke vergunningen en/of rapportages waaruit blijkt dat het project en de voorgenomen verduurzaming toepasbaar is;

  • 8.

    voor zover van toepassing gegevens van de (externe) beheerder en een akkoordverklaring van de eigenaar van het gebouw of de grond waar de duurzaamheidsactiviteiten zullen plaatsvinden.

Artikel 7. Procedure aanvraag en toewijzing

  • 1. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een redelijke termijn te completeren.

  • 3. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, stelt het college de aanvraag buiten behandeling.

  • 4. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 5. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing en deelt die middels een toewijzingsbesluit mee aan aanvrager. Een verlenging van de beslistermijn is mogelijk met 6 weken.

  • 6. Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd. Op de aanvraag is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

  • 7. Indien een aanvraag wordt afgewezen op grond van artikel 8 lid 2 van deze nadere regels, stelt het college een wachtlijst op. Zodra het budget toereikend is geworden zullen aanvragers van de wachtlijst als eerste in de gelegenheid worden gesteld een vernieuwde aanvraag in te dienen. Het college zal deze aanvragen met voorrang en prioriteit behandelen in afwijking van lid 4 van dit artikel.

Artikel 8. Afwijzen aanvraag

Het college wijst een aanvraag af, indien:

  • 1.

    de businesscase niet voldoet aan de in artikel 5 gestelde criteria;

  • 2.

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • 3.

    de werkelijke kosten naar oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • 4.

    de werkelijke kosten minder bedragen dan € 5.000,-;

  • 5.

    voor de werkelijke kosten al publieke financiering is verkregen, waaronder ook de vouchers uit het Duurzaamheidsfonds. Binnen het project mag wel andere publieke financiering verkregen zijn, maar alleen indien deze andere financiering verkregen is voor andere werkelijke kosten dan waarvoor de Stimuleringslening wordt aangevraagd;

  • 6.

    de aanvraag wordt ingediend ná het starten van de te financieren activiteiten;

  • 7.

    naar oordeel van het college gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze nadere regels wordt of zal worden voldaan.

Artikel 9. Beleidsdoelen

Het college besluit een aanvrager een Stimuleringslening toe te kennen, indien uit de aanvraag blijkt dat met de voorgenomen verduurzamingsactiviteiten aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de beleidsdoelen zoals beschreven in ‘Aanpak Duurzaamheid Amstelveen, Slimme keuzes voor de toekomst (9 mei 2016)’. Dit zijn de lokale energiebesparing, reductie van lokale CO2-uitstoot en/of het vergroten van de capaciteit van fossiel-onafhankelijke energieopwekking binnen de gemeente.

Artikel 10. Krediettoets, verstrekken en beheer Stimuleringslening

  • 1. De toewijzing van een Stimuleringslening geschiedt onder voorbehoud van een positieve krediettoets van de aanvrager door SVn.

  • 2. SVn verstrekt en beheert een toegewezen Stimuleringslening.

Artikel 11. Voorwaarden SVn

Op Stimuleringsleningen zijn van toepassing: ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’, de ‘Productspecificaties Stimuleringslening’, ‘Procedures Stimuleringslening’, ‘Uitvoeringsregels Stimuleringslening’, ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ en ‘Toelichting op een Stimuleringslening’, zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Amstelveen en SVn dan wel door SVn worden uitgereikt aan de aanvrager voor het sluiten van de overeenkomst van geldlening.

Artikel 12 Kenmerken Stimuleringslening

  • 1. De hoofdsom van de door het college toegewezen Stimuleringslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoofdsom van de Stimuleringslening niet minder dan € 5.000,- en niet meer dan het budget voor toekenningen toe laat.

  • 3. De looptijd van de Stimuleringslening bedraagt maximaal 15 jaar.

  • 4. Het rentepercentage is 1,5% op jaarbasis.

  • 5. De rente staat gedurende de gehele looptijd van de Stimuleringslening vast.

  • 6. De lening moet worden afgelost in overeenstemming met de hierboven genoemde Productspecificaties van SVn.

  • 7. Van de lening wordt een notariële of een onderhandse akte opgemaakt.

  • 8. De aanvrager en externe dienstverlener zijn bereid informatie te delen ten behoeve van kennisdelings- en publicitaire doeleinden, met inachtneming van de geldende privacywetgeving en de eventuele concurrentiegevoeligheid van informatie.

Artikel 13 Bouwkrediet

Een Stimuleringslening komt via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen, die verband houden met toegekende werkelijke kosten.

Artikel 14. Nadere regels

Het college kan nadere (aanvullende) regels voor de uitvoering van deze nadere regels vaststellen.

Artikel 15. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomst met de bedoeling van deze nadere regels, beslist het college .

Artikel 16. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze beleidsregels naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 10 oktober 2017 en eindigen per 10 oktober 2019.

Artikel 18. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “nadere regels Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds Amstelveen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 10 oktober 2017.
de secretaris,
drs. H.H. Winthorst
de burgemeester,
drs. H.B. Eenhoorn

Toelichting op de nadere regels Stimuleringslening Duurzaamheidsfonds gemeente Amstelveen

Businesscase

Bij de aanvraag voor een Stimuleringslening uit het Duurzaamheidsfonds zal de aanvrager een onderbouwing moeten aanleveren van de businesscase, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsplan of projectplan. Uit de onderbouwing blijkt de technische, financiële en projectmatige haalbaarheid van de aanvraag. De gemeente beoordeelt o.a. of de businesscase voldoende bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen, voldoende is uitgewerkt en voldoende sterk is. De businesscase omvat in ieder geval de onderbouwing voor de volgende aspecten:

  • a.

    Verbinding met de gemeente: de businesscase dient een directe impact te hebben op de duurzaamheid binnen de gemeente; de businesscase dient direct bij te dragen aan het energieneutraal, fossielvrij en/of circulair maken van activiteiten of gebouwen binnen de gemeentelijke grenzen.

  • b.

    Verduurzaming: De impact van de businesscase dient zo specifiek en zo meetbaar mogelijk te worden beschreven. Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van gangbare methoden/zienswijzen zoals de trias energetica, ladder van Lansink, Value hill. De hoeveelheid CO2-reductie van een project wordt bepaald door de nieuwe situatie (na realisatie) te vergelijken met de referentiesituatie / conventionele situatie. Het verschil in CO2-uitstoot tussen de referentiesituatie en de nieuwe situatie bepaalt de hoeveelheid CO2-reductie (duurzaamheidswinst) van een project. Hieronder vindt u een aantal omrekenfactoren die u dient toe te passen voor de CO2-reductieberekening.

    • ·

      Hoeveelheid CO2 per m3 aardgas: 1,79 kg CO2 per m3

    • ·

      Hoeveelheid CO2 per kWh elektriciteit: 0,57 kg CO2 per kWh

      Bij het realiseren van nieuwe opwekinstallaties (bijvoorbeeld zonnepanelen) is er geen referentiesituatie en wordt aan de hand van het vermogen (Watt piek) dat gerealiseerd wordt de hoeveelheid te verwachten CO2-reductie bepaald.

  • c.

    doelmatigheid van financiering: de gemeente wil de publieke middelen van het Duurzaamheidsfonds ten goede laten komen aan een zo breed mogelijk deel van de gemeentelijk gemeenschap. De Stimuleringslening kan niet worden aangewend voor een individueel huis of bedrijfspand. Hiervoor zijn andere (nationale) financieringsmogelijkheden beschikbaar. De gemeente is op zoek naar aanvragen die de mogelijkheid in zich hebben voor opschaling en/of navolging binnen de gemeente. Bijvoorbeeld doordat de businesscase zich richt op een bepaald bouwtype dat veel voorkomt in de gemeente of zich richt op een (klanten)doelgroep die een deel van de gemeenschap vertegenwoordigt. De gemeente juicht aanvragen toe die voor de verduurzaming, naast particuliere (privé)middelen, andere financieringen weten aan te wenden. Dit zijn bijvoorbeeld bancaire financiering, of nationale of provinciale subsidies of leningen. Op deze wijze kan met de gemeentelijke middelen een meervoud aan financieringen te mobiliseren voor de gestelde doelen van het Duurzaamheidsfonds.

  • d.

    Sterkte van de businesscase: het staat de aanvrager vrij in welke vorm de businesscase wordt beschreven. Wel dienen aan aantal onderdelen helder te zijn onderbouwd (zo SMART mogelijk).

    • i.

      Initiatiefnemer(s). De persoon en/of organisatie die de kartrekker van de businesscase is. Iedereen kan een project opzetten en een aanvraag indienen: bewoners, bewonersinitiatieven, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Beschrijf de relevante ervaring, trackrecord, organisatiegraad en capaciteiten. Om de geldigheid van de aanvraag te borgen is inzage in de tekeningsbevoegdheid bij de aanvrager noodzakelijk. Dit kunt u aantonen met bijvoorbeeld KvK-informatie of statuten (niet relevant in het geval een aanvrager een natuurlijk persoon is).

    • ii.

      Organisatie van de activiteiten. Een gedegen en volledig projectplan, inclusief beschrijving van de te financieren activiteiten, planning, begroting, risicoafwegingen en mitigerende maatregelen. Bij voorkeur onderbouwd met offertes indien al beschikbaar.

    • iii.

      Externe partners. Welke samenwerkingspartners zijn aangesloten, waar is deze keuze op gebaseerd en onder welke voorwaarden is de samenwerking vormgegeven? Is de volledige uitvoeringsketen beschreven? De gemeente juicht de samenwerking met lokale partners toe.

    • iv.

      Financieel rendement.

      • 1)

        Is er een goede waarde-propositie vanuit het project voor de doelgroep (zoals de particuliere woningbezitter)? Krijgt de doelgroep 'waar voor zijn geld'?

      • 2)

        Blijkt uit de financiële onderbouwing een toekomstbestendige uitvoering voor de aanvrager?

      • 3)

        Blijkt uit de financiële onderbouwing een verdiencapaciteit waarmee leenbedrag inclusief rente terug te betalen is door de aanvrager?

De Stimuleringslening dient te worden aangewend om de introductie en/of opschaling van een product of dienst in de gemeente mogelijk te maken. Denk daarbij aan activiteiten zoals het bewerken van de markt, het toepasbaar maken van oplossingen voor de specifieke kenmerken van de gebouwde omgeving in de gemeente, het opzetten van de lokale samenwerking, de cofinanciering van private middelen. Het zijn bij voorkeur wel producten of diensten die zich elders al enigszins bewezen hebben in de markt.

Relatie vouchers en stimuleringsleningen Duurzaamheidsfonds

De vouchers en stimuleringsleningen kennen een logische samenhang. Met een voucher kan een aanvrager een businesscase verder uitwerken of onderzoeken. Deze businesscase kan vervolgens de basis zijn voor een aanvraag van een stimuleringslening. Het is echter niet verplicht een stimuleringslening aan te vragen na het verkrijgen van een voucher. Ook is het niet verplicht eerst een voucher te verkrijgen, voordat een lening kan worden aangevraagd.

Het is niet toegestaan om voor dezelfde kosten een voucher en lening als elkaars cofinanciering in te zetten (zie ook artikel 8.5). Elke uitgave mag slechts maximaal eenmaal ondersteuning verkrijgen van de gemeente.

Termijnen voor behandeling van aanvragen

Voor het Duurzaamheidsfonds Amstelveen gelden de termijnen voor correspondentie en behandeling uit de Awb.

Kenmerken van Stimuleringslening

De Stimuleringslening wordt verstrekt door SVn, in opdracht van de gemeente. Het is een annuïteitenlening, waarbij de aanvrager maandelijks steeds hetzelfde bedrag (de annuïteit, een combinatie van rente en aflossingen) aan de SVn betaalt via automatische incasso. Tussentijds aflossen is mogelijk en boetevrij, mits er minstens het minimumbedrag van € 250 wordt afgelost.

Door SVn zal een krediettoets worden gedaan. Bij natuurlijke personen is deze toets bindend.

De looptijd van de Stimuleringslening wordt bepaald door de gemeente op basis van de financiële onderbouwing van de businesscase en is minimaal 2 en maximaal 15 jaar. De vuistregel die hierbij wordt gehanteerd is: tot 10.000 in 10 jaar aflossen en boven 10.000 in 15 jaar aflossen. Het staat de aanvrager vrij een voorkeur uit te spreken voor een looptijd, maar het besluit hierover is aan de gemeente. Er worden geen aflossingsvrije aanvangsjaren gehanteerd. Ook kan er niet worden afgeweken van het vastgestelde rentepercentage.

Voor de Stimuleringslening wordt óf een onderhandse óf een notariële akte opgesteld. Het uitgangspunt is dat er een notariële akte wordt opgesteld, tenzij de gemeente van mening is dat een onderhandse akte kan volstaan.

SVn berekent afsluitkosten voor de Stimuleringslening die door de aanvrager dienen te worden voldaan. De afsluitkosten bij een Stimuleringslening aan een niet-natuurlijk rechtspersoon (zakelijke lening) bedragen 1% van het leenbedrag, tot een maximum van € 1.500 (peildatum 2017).

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met:

Aanjager Duurzaamheidsfonds Amstelveen

Carina Dijkhuis

06 109 42777

c.dijkhuis@amstelveen.nl

duurzaamheidsfonds@amstelveen.nl