Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Amstelveen 2020

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Amstelveen 2020

Zaaknummer: Z20-081008

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers ;

besluiten vast te stellen de:

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Amstelveen 2020

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders.

  • burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders

  • 1.

    Het college stelt ten laste van de gemeente een auto op afroep ter beschikking bedoeld in artikel 3.2.10 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep wordt uitsluitend gebruikt voor zakelijke doeleinden.

  • 3.

    Onder gebruik voor zakelijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik dat voor de toepassing van artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop berustende bepalingen niet als gebruik voor privédoeleinden wordt aangemerkt.

  • 4.

    Voor zover de burgemeester of de wethouder gebruik maakt van een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 5.

    Voor woon-werkverkeer en reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed.

  • 6.

    Voor reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de kosten voor parkeer-, veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed, mits deze kosten niet uit andere hoofde worden vergoed.

  • 7.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

Artikel 3 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de gemeentesecretaris en de burgemeester.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De gemeentesecretaris en de burgemeester beslissen op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt op 1 januari 2021 in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Amstelveen 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 december 2020.

De secretaris,

Bert Winthorst

De voorzitter,

Tjapko Poppens