Regeling vervallen per 21-04-2016

Verordening rekeningencommissie 2007

Geldend van 21-12-2006 t/m 20-04-2016

Intitulé

Verordening rekeningencommissie 2007

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als Rekeningencommissie.

  • 2. De commissie doet onderzoek naar de getrouwheid en de rechtmatigheid van de door het college opgestelde programmarekening. De commissie kan tevens, voor zover zij dit in verband met het in de eerste volzin bedoelde onderzoek noodzakelijk acht, de jaarrekeningen behandelen van participaties in lichamen, waarbij de gemeente financieel en/of bestuurlijk betrokken is.

  • 3. De commissie maakt hierbij mede gebruik van de uitkomsten van de wettelijke controle van de accountant.

  • 4. De commissie brengt advies uit aan de raad ten aanzien van de (voorlopige) vaststelling van de programmarekening.

  • 5. De commissie kan in het licht van de taak, zoals genoemd in lid 2, naar eigen inzicht bijzondere onderzoeken verrichten naar de rechtmatigheid van het door het college gevoerde beheer.

  • 6. De commissie treedt op als vertegenwoordiger van de raad als bedoeld in de “Controleverordening gemeente Amstelveen”.

  • 7. De commissie kan worden betrokken bij overige vraagstukken die de inrichting van het verantwoordingskader raken.

  • 8. De commissie informeert de raad en het college over die aangelegenheden die zij in het licht van haar taakstelling van belang acht.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een zodanig aantal leden dat zij een zo breed mogelijk vertrouwen van de raad geniet. De commissie wijst zelf uit haar midden een voorzitter aan.

  • 2. De leden worden door de raad uit zijn midden benoemd. De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk na het tijdstip, waarop de bij de verkiezing wegens periodieke aftreding gekozen leden van de raad hun ambt hebben aanvaard en wel voor een zittingsduur, gelijk aan die van de leden van de zittende raad.

  • 3. In geval van verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door het ter vergadering aanwezige lid dat het langst in jaren in de raad zitting heeft, met dien verstande dat bij gelijke zittingstijd het oudste lid in jaren als vervanger wordt aangewezen.

  • 4. Degene die ophoudt lid van de raad te zijn, houdt tevens op lid van de commissie te zijn.

  • 5. De raad kan aan een lid op diens verzoek ontheffing uit zijn lidmaatschap van de commissie verlenen.

  • 6. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Degene die ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature tot lid van de commissie wordt benoemd, heeft daarin zitting voor de resterende zittingsduur van de raad. In de vacature wordt niet voorzien indien de raad zulks wenselijk acht en het uitgangspunt als omschreven in het eerste lid van dit artikel niet wordt geschonden.

Artikel 3 Secretariaat en bijstand

  • 1. Het secretariaat van de commissie berust bij de griffie. De commissiegriffier wordt door de griffier aangewezen in overleg met de commissie.

  • 2. De commissie kan zich doen bijstaan en zich laten adviseren door een of meer gemeenteambtenaren.

  • 3. De van de commissie uitgaande stukken worden door of namens de voorzitter ondertekend. Het advies aan de raad ten aanzien van de (voorlopige) vaststelling van de programmarekening wordt ondertekend door de leden, aanwezig in de vergadering waarin tot vaststelling van dit stuk werd besloten.

Artikel 4 Rechten en bevoegdheden

  • 1. Door of namens het college worden de voor de onderzoeken benodigde stukken ter beschikking van de commissie gesteld.

  • 2. De commissie is bevoegd inlichtingen te vragen aan de burgemeester, aan het college of aan ambtenaren van de gemeente. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie de burgemeester, het college of een ambtenaar van de gemeente ter vergadering uitnodigen. Zij geeft van de uitnodiging van een ambtenaar kennis aan het college.

  • 3. De commissie is voorts bevoegd tot het opvragen en het inzien van bescheiden, boekhoudingen, besluiten en notulen van vergaderingen, welke zij voor haar onderzoeken nodig acht.

  • 4. De commissie kan bij externe deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zonodig ter vergadering uitnodigen.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als het door de voorzitter of drie van de leden nodig wordt geoordeeld.

  • 2. De commissie mag niet beraadslagen of besluiten, zo niet, met inbegrip van de voorzitter, de meerderheid van de leden tegenwoordig is.

  • 3. De vergaderingen van de commissie vinden in beslotenheid plaats.

  • 4. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van ten minste 48 uren een nieuwe vergadering beleggen, waarin de aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de aanhangige onderwerpen, tenzij hiertegen door de meerderheid van het aantal leden van de commissie schriftelijk bezwaar is gemaakt.

Artikel 6 Besluitvorming

  • 1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 3. De adviezen aan de raad zijn openbaar. De vaststelling van deze adviezen geschiedt eerst dan, indien de meerderheid van de leden, hetzij ter vergadering hetzij schriftelijk, haar mening omtrent het desbetreffende ontwerpadvies kenbaar heeft gemaakt.

  • 4. Het bepaalde in de vorige leden sluit niet uit dat een minderheidsstandpunt ter kennis van de raad kan worden gebracht.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1. De commissie kan in een vergadering op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur, omtrent het in die vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een vergadering behandelde wordt door allen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De leden van de raad kunnen desgewenst inzage krijgen in stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd: in dat geval nemen zij op gelijke voet met de leden van de commissie de opgelegde geheimhouding in acht.

  • 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, haar opheft.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rekeningencommissie 2007”.

  • 2. Zij treedt in werking de eerste dag nadat zij is vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 3. Alsdan vervalt de “Verordening Rekeningencommissie”, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 mei 1994, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 31 mei 2006.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2006.