Regeling vervallen per 14-09-2014

Subsidieregeling Peuterspeelzalen en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Geldend van 14-06-2013 t/m 13-09-2014

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid.

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op het beleidsterrein educatie en jeugd. Het doel van deze subsidieregeling is dat kinderen een goede start maken op school. Om dit mogelijk te maken dienen voldoende voorschoolplaatsen op peuterspeelzalen en kindercentra beschikbaar te zijn en doelgroepkinderen in het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang te worden bereikt met voorschoolse educatie.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Peuterspeelzaalwerk: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in Stadsdeel Zuid voor het exploiteren van een peuterspeelzaal.

  • 2. Voorschoolse educatie peuterspeelzaalwerk: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in Stadsdeel Zuid voor het aanbieden van voorschoolse educatie.

  • 3. Voorschoolse educatie kindercentra: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van een houder van een kindercentrum dat gevestigd is in Stadsdeel Zuid voor het aanbieden van voorschoolse educatie.

  • 4. Voorschoolse educatie oudercomponent en overige activiteiten: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van de uitvoering van de Oudercomponent voorschool en voor overige activiteiten welke bijdragen aan ontwikkeling, uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de voorschoolse educatie.

Hoofdstuk 2 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 4. Verlening van de subsidie

  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door het DB gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door:

    • a.

      De mate waarin deze voldoen aan het doel van de regeling.

    • b.

      De mate waarin deze voldoen aan de subsidiecriteria.

    • c.

      De verhouding tussen de prijs en de kwaliteit.

    • d.

      De mate waarin wordt aangesloten bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in het Beleidskader Sociaal Domein 2010 - 2014 en het Kwaliteitskader VVE Amsterdam 2010 - 2014.

    • e.

      De mate waarin naar de mening van het DB kan worden voldaan aan de verplichtingen gesteld onder hoofdstuk 3.

    • f.

      De spreiding van het aanbod, zowel geografisch als over peuterspeelzalen dan wel kindercentra, en de mate waarin door bestaand aanbod reeds in de behoefte wordt voorzien.

    • g.

      De mate waarin waarborgen worden geschapen voor continuïteit en kwaliteit van de activiteiten.

    • h.

      De mate waarin het aanbod aansluit bij de vraag van inwoners van Stadsdeel Zuid.

    • i.

      De mate waarin wordt afgestemd en samengewerkt met andere organisaties in het sociaal domein.

    • j.

      De mate waarin wordt gewerkt met gekwalificeerd personeel en bewezen effectieve methoden.

    • k.

      De mate waarin subsidiering van een instelling bijdraagt aan realisatie van het stedelijk bepaald aantal te bereiken doelgroepkinderen in Stadsdeel Zuid.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 5. Aanvullende verplichtingen

  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1. De ontvanger voert het VVE-beleid uit conform het Kwaliteitskader VVE Amsterdam 2010 - 2014.

  • 2. Personen verantwoordelijk voor uitvoering van activiteiten voor jeugdigen dienen in bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

  • 3. De ontvanger beschikt over een adequaat signalerings- en doorverwijsprotocol.

  • 4. De ontvanger beschikt over een adequaat risico- en veiligheidsprotocol.

  • 5. De ontvanger hanteert effectieve werkwijzen rond klanttevredenheidsonderzoek.

  • 6. De ontvanger is verplicht mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel, meerdere stadsdelen en/of de gemeente Amsterdam om deel te nemen aan effectonderzoek en monitoring ten behoeve van doelmatigheid.

  • 7. De ontvanger werkt mee aan het ontwikkelen, registreren, meten en leveren van informatie voor indicatoren ten behoeve van beleid en verantwoording.

  • 8. De ontvanger geeft informatie ten behoeve van communicatiemiddelen van het stadsdeel of de Gemeente Amsterdam.

  • 9. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het maken van samenwerkingsafspraken met het Breed sociaal loket.

  • 10. De aanvrager moet in de aanvraag duidelijk maken hoe zij met eventuele klachten van deelnemers omgaat.

  • 11. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het vaststellen van een stagebeleid.

Artikel 6. Overgangsbepaling

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling, komt te vervallen: de subsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie jaarlijks.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Peuterspeelzalen en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).