Verordening verstrekking persoonsgegevens uit de basisregistratie personen BPR

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

a. Wet BRP: de Wet basisregistratie personen;

b. BRP: basisregistratie personen als bedoeld in de Wet BRP;

c. ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet BRP is opgenomen;

d. binnengemeentelijke afnemer: elke instelling of orgaan die een taak uitvoert onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

e. derden: rechtspersonen en natuurlijke personen als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet BRP;

f. Commissie Persoonsgegevens Amsterdam: de door het college van burgemeester en wethouders bij zijn besluit van 8 november 2011 ( nr. BD 2011-011046), ingestelde adviescommissie inzake aangelegenheden met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.

1. Met inachtneming van de artikelen 3.8 van de Wet BRP kan het college van burgemeester en wethouders besluiten om aan binnengemeentelijke afnemers de systematische verstrekking van gegevens uit de BRP toe te staan.

2. Het college van burgemeester en wethouders gaat hiertoe niet over dan nadat van ieder binnengemeentelijke afnemer een opgave is ontvangen waarin de taken of werkzaamheden zijn beschreven waaruit de wenselijkheid of noodzaak blijkt dat deze afnemer over gegevens uit de BRP kan beschikken en de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam in de gelegenheid is gesteld advies ter zake uit te brengen.

3. Indien dat met het oog op de schaal van de afname van gegevens dan wel in verband met de doelmatigheid is aangewezen, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten dat een binnengemeentelijke afnemer rechtstreeks toegang krijgt tot de BRP.

1. Een binnengemeentelijke afnemer die gerede twijfel heeft over de juistheid van een authentiek gegeven dat hij verstrekt heeft gekregen uit de BRP, doet hiervan mededeling aan het college van burgemeester en wethouders.

2. Het college van burgemeester en wethouders regelt de wijze waarop de mededelingen worden gedaan.

3. Het college van burgemeester en wethouders regelt de wijze waarop de kennisgeving aan de binnengemeentelijke afnemer naar aanleiding van een terugmelding wordt gedaan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.34 van de Wet BRP en de artikelen 27 en 28 van het Besluit basisregistratie personen.

1. Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels met betrekking tot:

• a.

  de verstrekking van gegevens aan binnengemeentelijke afnemers;

• b.

  de verstrekking van gegevens aan derden;

• c.

  het nemen van maatregelen teneinde de persoonlijke levenssfeer van ingeschrevenen ten aanzien van wie gegevens op grond van deze verordening kunnen worden verstrekt, te beschermen;

• d.

  het beheer van de basisregistratie personen.

2. Het college van burgemeester en wethouders gaat niet over tot het stellen daarvan dan nadat het daarover het advies van de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam heeft ingewonnen.

3. Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de in het eerste lid vermelde onderwerpen uitvoeringsvoorschriften vaststellen.