Subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid 2016-2017

Geldend van 20-07-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid 2016-2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

  • In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a. ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • b. Cofinanciering: financiering waarbij verschillende publieke en/of private financieringsbronnen betrokken zijn;

  • c. College: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

  • d. Jongeren (doelgroep van deze regeling): personen van 18 tot 27 jaar oud, die zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen in gemeente Amsterdam, die werkloos zijn en/of uitgevallen zijn van school;

  • e. RAAK: Registratie- en klantvolgsysteem van de RVE Werk, Participatie en Inkomen;

  • f. Schooluitval: het verlaten van een opleiding vóór het afronden van die opleiding en het daardoor niet behalen van een startkwalificatie;

  • g. Startkwalificatie: een diploma op niveau HBO, WO of MBO-3 of hoger.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Het doel van deze subsidieregeling is het voorkomen en bestrijden van werkloosheid onder jongeren.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • Het College kan eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die toezien op het toeleiden naar:

  • a. betaald werk voor een periode van tenminste 6 maanden waardoor de jongere minimaal 6 maanden lang uitkeringsonafhankelijk is, of;

  • b. het inschrijven voor een wettelijk erkende opleiding.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 5 Subsidieplafond

Het College stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1. De rangschikking wordt bepaald door het aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit van de activiteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de haalbaarheid van activiteiten en beoogde resultaten, de duurzaamheid van resultaten en de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling en beoogde concrete resultaten;

    • b.

      Maatschappelijke en toegevoegde waarde. Hierbij wordt rekening gehouden met de methodische onderbouwing en de aangetoonde toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande aanbod;

    • c.

      Kosten-baten verhouding. Hierbij wordt rekening gehouden met de concreet te bereiken resultaten ten opzichte van de kosten, de mate van cofinanciering en de onderbouwing van de kosten. Daarnaast wordt rekening gehouden met de mate van cofinanciering en de onderbouwing van de kosten;

    • d.

      Bewezen aanpak. Hierbij wordt rekening gehouden met de vraag of de activiteit recentelijk en bewezen succesvol is uitgevoerd in de gemeente Amsterdam ten behoeve van de beschreven doelgroep.

  • 2. Per criterium kan 0 tot maximaal 4 punten worden gehaald. De aanvragen worden gehonoreerd op basis van de rangschikking.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats en hetzelfde aantal punten worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste kosten als eerste gehonoreerd

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 7 Aanvraag door een samenwerkingsverband

  • 1. In geval van een samenwerkingsverband dient een van de betrokken partijen als penvoerder de aanvraag namens het samenwerkingsverband in en draagt deze de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1. In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag het volgende overgelegd:

    • a.

      Een plan van aanpak waarbij de volgende criteria worden uitgewerkt: de effectiviteit van de activiteit, de maatschappelijke en toegevoegde waarde, de kosten-baten verhouding en de bewezen aanpak.  In het plan van aanpak wordt voorts inzichtelijk gemaakt hoe de activiteit bijdraagt aan genoemde inhoudelijke doelen en concrete behaalde resultaten. Daarbij wordt inzicht gegeven in de manier waarop wordt samengewerkt met andere partijen.

  • 2. Naast het plan van aanpak wordt inzicht gegeven in de begroting en in de opbouw van de cofinanciering bedoeld in artikel 11 lid 1 sub c.

Artikel 9 Aanvraagtermijn eenmalige subsidie

De subsidieaanvraag moet uiterlijk op 19 september 2016 ingediend worden bij de gemeente.

Artikel 10 Beslistermijn

In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASA 2013 beslist het College op een aanvraag voor een subsidie binnen 8 weken na de uiterste indieningsdatum.  

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het College geheel of gedeeltelijk een subsidie te verlenen indien:

    • a.

      de activiteiten niet bijdragen aan het doel van deze Regeling of het programma Aanpak Jeugdwerkloosheid en de daarin beoogde resultaten;

    • b.

      de activiteiten in grote mate betrokkenheid van de gemeente vereisen in de werving en begeleiding van jongeren;

    • c.

      de aanvrager niet ten minste 50% van de totale kosten met een maximum van € 50.000,- van de activiteit financiert anders dan uit gemeentelijke geldstromen;

    • d.

      de kosten niet direct samenhangen met de uitvoering van de activiteiten;

    • e.

      de subsidie voor algemene organisatie- en overheadskosten aangevraagd wordt.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1. De subsidieontvanger volgt de aanwijzingen van de gemeente Amsterdam nauwgezet op.

  • 2. De subsidiabele activiteiten leveren meetbare resultaten op die bijdragen aan de toeleiding van jongeren naar school of naar werk.

  • 3. De subsidiabele activiteiten worden tussen 4 november 2016 en 31 december 2017 uitgevoerd.

  • 4. De subsidiabele activiteiten dienen binnen twee maanden na verlening van de subsidie van start te gaan.

  • 5. Voorafgaand aan het laten starten van een jongere op de subsidiabele activiteit, meldt de subsidieontvanger het voornemen van deelname. Voor aanvang van toeleiding van de jongere geeft de klantmanager van de jongere toestemming.

  • 6. Elke maand wordt middels een voortgangsrapportage inzichtelijk gemaakt welke jongeren door de activiteiten worden ondersteund. Daarbij dient het RAAK-nummer en NAW-gegevens in combinatie met geboortedatum gerapporteerd te worden.

  • 7. De subsidieontvanger is verplicht achterstanden in de uitvoering en realisatie van de activiteiten onverwijld te melden bij het college.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 dienen ter onderbouwing van het behaalde resultaat op verzoek van het college  arbeidsovereenkomsten en/of onderwijsinschrijvingen van de jongeren die betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten, te worden overgelegd.

Toelichting

Algemene toelichting

Deze subsidieregeling is onderdeel van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015 - 2018, waaronder vallen alle Amsterdamse jongeren en Amsterdamse statushouders tot 27 jaar oud. Voor jongeren is het van groot belang dat zij waar nodig hun opleidingsniveau en werknemersvaardigheden versterken en zo snel mogelijk een betaalde baan vinden al dan niet in combinatie met een vakgerichte opleiding op tenminste startkwalificatieniveau. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente, het onderwijs, jongeren(organisaties), werkgevers en het maatschappelijk middenveld. De gemeente Amsterdam stelt deze subsidie beschikbaar voor plannen van derden. Met de inzet van deze subsidie wil het College bestaande en nieuwe initiatieven die ten goede komen aan  de doelstelling stimuleren.

Toelichting per artikel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Ad sub e. Onder de doelgroep jongeren worden tevens jonge statushouders verstaan. Daarnaast kunnen de in sub e bedoelde jongeren zowel jongeren met als zonder uitkering zijn. Jongeren die in de loop van het traject 27 jaar oud worden, worden tevens tot de doelgroep gerekend. Jongeren die een MBO-3, HBO of WO-opleiding volgen worden niet tot de doelgroep gerekend.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Ad sub a. Met uitkeringsonafhankelijk wordt bedoeld dat de jongere vóór de subsidiabele activiteit een uitkering geniet op grond van de Participatiewet en na de activiteit door middel van uitstroom richting school of werk hier geen beroep meer op hoeft te doen.

Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond

- In de aanvraag moet in het plan van aanpak uitgelegd worden waarom voor die methodiek wordt gekozen, bijvoorbeeld door de bewezen effectiviteit. Ook nieuwe methodieken dienen onderbouwd te worden.

- Bij concrete resultaten valt bijvoorbeeld te denken aan het aantal jongeren dat wordt bereikt, het aantal stageplekken of werkplekken dat wordt gecreëerd of vervuld, mits de resultaten in het verlengde zijn van het programma Aanpak Jeugdwerkloosheid.

- Bedoeling is dat de activiteit aanvullend is op het bestaande aanbod van de gemeente Amsterdam. Dit kan tot uiting komen in de doelgroep (jongeren die de gemeente nu nog niet of onvoldoende bereikt) maar ook in de methode (vernieuwende, creatieve methodieken en/of aanvullende expertise). De te subsidiëren activiteiten mogen niet verstorend werken op de bestaande aanpak.

- Met haalbaar wordt bedoeld dat de aanvraag realistisch is, bijvoorbeeld qua planning maar ook qua ambities en beoogde resultaten.

- Met duurzaamheid wordt zowel de duur van de resultaten (bijv. duur van de plaatsingen) en de financiële levensvatbaarheid na beëindiging van de subsidie bedoeld. Duurzaam is een termijn van tenminste 6 maanden.

- Met uiteenzetting van de kosten wordt bedoeld: vaste en variabele kosten per activiteit, per deelnemer.

- Per criterium kan voor de aanvraag nul tot en met vier punten worden gehaald: 0 punten voor onvoldoende of niet behandeld; 1 punt voor voldoende behandeld en onderbouwd; 2 punten voor ruimvoldoende behandeld en onderbouwd; 3 punten voor goed behandeld en onderbouwd; 4 punten voor uitstekend behandeld en onderbouwd. Aanvrager dient ieder criterium kort en bondig te verwoorden. Hierbij is het belangrijk dat vóór het opstellen van het plan een goede analyse wordt gemaakt met betrekking tot de haalbaarheid van de plannen en de aanpak van de aanvrager;

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

- Ten aanzien van onderbouwing van de cofinanciering voldoet schriftelijk bewijs zoals een brief van een fonds vanwaar de cofinanciering vandaan komt.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Ad sub a. De activiteiten dragen bijvoorbeeld niet bij aan het doel van deze Regeling of het programma Aanpak Jeugdwerkloosheid en de daarin beoogde resultaten wanneer deze betrekking hebben op het verrichten van onderzoek.

Ad sub b. De aanvrager kan deelnemers voor de activiteiten zelf werven. Namens de gemeente kunnen deelnemers aangedragen worden voor een activiteit, maar de aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het behalen van de beoogde resultaten. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor de werving van de deelnemers.

Ad sub c. De gemeente wil de subsidie, vanwege het eenmalige karakter en de wens om als ‘aanjager' te werken, inzetten als een extra stimuleringsbijdrage. Het is niet wenselijk dat een aanvrager voor realisatie van de activiteit volledig afhankelijk is van de gemeentelijke subsidie, bijvoorbeeld omdat de activiteit na het wegvallen van de bijdrage dan niet goed kan worden gecontinueerd. Echter wil de gemeente dit niet als beperkende factor op de aanvraag willen hanteren. Om die reden zal in beginsel niet meer dan 50% van de totale kosten van een activiteit worden gesubsidieerd. Gelet op het belang van continuering en duurzaamheid van de activiteiten dient de aanvrager om die reden ten minste 50% van de totale kosten met een maximum van € 50.000,- van de activiteit te financieren anders dan uit gemeentelijke geldstromen van de gemeente Amsterdam.

Artikel 12 Aanvullende bepalingen

Ad lid 2. Onder meetbare resultaten worden zowel de benoeming van resultaten in definitieve aantallen als de benoeming van de gevolgde methodiek (de route ernaar toe) verstaan.

Ad lid 5. De melding geschiedt per e-mail bij de desbetreffende klantmanager/jongerenadviseur van de jongere bij de gemeente Amsterdam.

Ad lid 6. Onder RAAK nummer wordt verstaan het nummer waarmee de jongere staat geregistreerd in RAAK. Daarnaast dient de subsidieontvanger voor het rapporteren het door de gemeente verstrekte format te gebruiken. Ter waarborging van de Wet Bescherming Persoonsgegevens zal een Bewerkersovereenkomst worden gesloten tussen de gemeente en de subsidieontvanger

Ad lid 7. Indien lopende de uitvoering toch blijkt dat de realisatie achter loopt, is de subsidieontvanger verplicht dit onverwijld te melden bij de gemeente Amsterdam. De gemeente Amsterdam zal dan beoordelen of de redenen voor orderrealisatie aanleiding geven om op grond hiervan hoogte van de beschikking te herzien. Op die manier kan voorkomen worden dat de beschikbare middelen onvoldoende worden benut en kunnen andere goede initiatieven (alsnog) worden gehonoreerd. Dat kan leiden tot een gewijzigde beschikking tot subsidieverlening. Tenslotte, wanneer binnen 3 maanden geen aanvang is gemaakt met de uitvoering van de subsidievraag, wordt de subsidieverlening volledig ingetrokken.