Regeling vervallen per 15-08-2017

SOCIAAL - Ondermandaatbesluit RVE Participatie

Geldend van 30-01-2015 t/m 14-08-2017

Intitulé

SOCIAAL - Ondermandaatbesluit RVE Participatie

De RVE manager Participatie heeft besloten:

Inhoud

I de volgende drie afdelingshoofden aan te wijzen als plaatsvervanger:

  • afdelingshoofd Activering

  • afdelingshoofd Educatie en Inburgering

  • afdelingshoofd Beleid Werk en Inkomen

II ondermandaat te verlenen voor de hierna te vermelden bevoegdheden en taken:

A.Subsidies en voorzieningen

De bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van inburgering en participatie, aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het College ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

het afdelingshoofd Educatie en Inburgering

de teamleider

de administratief medewerker

B.Participatiewet

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Participatiewet voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 6b, 7, 9, 9a, 10, 10b, 10c, 10d, 10f, 17, 18, 18a, 44a, 47c, 53a, 54, 55, 67 en 78z van de Participatiewet.

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de:

  • 1. Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam met uitzondering van het vaststellen van de nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.5, 3.1, 3.4, 3.6, 3.7 en 4.5.

  • 2. Maatregelenverordening Participatiewet.

  • 3. Verordening Inburgering Amsterdam 2013.

  • 4. Verordening WSW.

  • 5. Verordening op de Cliëntenparticipatie.

  • 6. Amendement 2004/937 (motie Sargentini).

  • 7. Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet.

  • 8. Beleidsregels educatievoorziening volwassenen.

  • 9. Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ.

  • het afdelingshoofd

  • de teamleider

  • de klantmanager

C.Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

De volgende bevoegdheden op grond van de IOAW, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20 en 34 van de IOAW en de daarbij behorende besluiten.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

D.Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

De volgende bevoegdheden op grond van de IOAZ, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20 en 34 van de IOAZ en de daarbij behorende besluiten.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

E.Wet kinderopvang

De volgende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet kinderopvang.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

F.Wet educatie en beroepsonderwijs

De volgende bevoegdheden op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken die in de Wet educatie en beroepsonderwijs aan het college zijn toegekend.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

de administratief medewerker

G.Vervallen regelingen

De volgende bevoegdheden op grond de hieronder genoemde regelingen die met ingang van 1 januari 2013 zijn ingetrokken, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

Het nemen van besluiten op aanvragen die vóór 1 januari 2013 zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen alsmede het afhandelen van dossiers die op grond van Wet Inburgering (artikelen 5, 6, 19, 22 t/m 25 en 29 t/m 34) eerder zijn aangelegd:

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

de administratief medewerker

H.Gemeentewet

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • 1. Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits

    • a.

      zij geen betrekking hebben op:

      - de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

      - het lenen of uitlenen van geld;

      - borgstelling of garantstelling voor schulden van derden; en

    • b.

      de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2, het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitbeleid.

  • 2. Het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

  • 3. De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

  • 4. Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

  • het afdelingshoofd

  • de teamleider

  • de klantmanager

I.Algemene wet bestuursrecht

De volgende bevoegdheden op grond van de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • a.

    Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

  • b.

    Het beslissen dat een aanvrager of derdebelanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

  • c.

    Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

  • d.

    Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

  • e.

    Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

  • f.

    Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

  • g.

    Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

  • h.

    Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

  • i.

    Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

  • j.

    Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

  • k.

    Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

  • l.

    Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (artt. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

  • m.

    Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

  • n.

    Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

J. Wet Openbaarheid Bestuur

  • 1. De volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

    het afdelingshoofd

    de teamleider

K.Wet bescherming persoonsgegevens

De volgende bevoegdheden op grond van de Wbp, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • a.

    Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt (art. 35 Wbp).

  • b.

    Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan (art. 36 Wbp).

  • c.

    Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover (art. 38 Wbp).

  • d.

    Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens (art. 40 Wbp).

  • e.

    Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie (art. 41 Wbp).

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

L.Privaatrechtelijke rechtshandelingen

De volgende rechtshandelingen, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • a.

    Het aangaan van overeenkomsten voor zover dit past binnen de aan de RVE opgedragen taken of werkzaamheden voor bedragen tot maximaal € 25.000,- en voor zover dit valt binnen de aard en omvang van het toegekende budget.

    het afdelingshoofd

    de teamleider

  • b.

    het aangaan van een inburgeringovereenkomst ingevolge de Verordening inburgering 2013.

    het afdelingshoofd

    de teamleider

    de klantmanager

M.Volmachten en machtigingen

De volgende volmachten en machtigingen, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • a.

    Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering, alsmede het aangeven welke aflossingsmogelijkheden er zijn (artikel 285, eerste lid 1, onder e, van de Faillissementswet).

  • b.

    Het geven van informatie dan wel een verklaring inzake het verrichten van periodieke betalingen (artikel 475g, derde en artikel 476a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

  • c.

    Het doen van aangifte als bedoeld in artikel 66 van de Participatiewet, artikel 66 WWB, artikel 47 IOAW, artikel 47 IOAZ.

  • d.

    Het afgeven van een verklaring aan de werkgever op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen (premiekorting oudere/jongere werknemer).

  • e.

    Het doen leggen en opheffen van conservatoir beslag.

het afdelingshoofd

de teamleider

de klantmanager

N. Wijze van ondertekening

  • 1. Uitgaande besluiten worden als volgt ondertekend:

  • "Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

  • RVE manager Participatie,

  • voor deze,

  • [naam van de gemandateerde]

  • [functieaanduiding]

  • [handtekening)"

  • 2. De wijze van ondertekening betreffende mandaat is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging.

III dat dit besluit treedt in werking op 2 januari 2015 en wordt gepubliceerd in afdeling 3B van het Gemeenteblad.