Regeling vervallen per 01-05-2016

SOCIAAL - Ondermandaatbesluit RVE Inkomen

Geldend van 24-03-2015 t/m 30-04-2016

Intitulé

SOCIAAL - Ondermandaatbesluit RVE Inkomen

RVE-manager Inkomen, brengt ter algemene kennis dat hij op 12 maart 2015 heeft besloten:

Inhoud

I de volgende drie afdelingshoofden aan te wijzen als plaatsvervanger:

- afdelingshoofd Inkomensvoorziening

- afdelingshoofd Armoedebestrijding

- afdelingshoofd Handhaving werk en inkomen

II ondermandaat te verlenen voor de hierna te vermelden bevoegdheden en taken:

A.Subsidies en voorzieningen

  • De bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van armoedebeleid en van de aanpak jeugdwerkloosheid, aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het College ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.

  • het afdelingshoofd Armoedebestrijding

  • het afdelingshoofd Budget- en inkomensbeheer bijzondere doelgroepen

  • de teamleider

  • de medewerker voorzieningen

  • de klantmanager

  • de inkomensconsulent

  • de medewerker voorzieningen

  • de medewerker communicatie

  • de coördinator Stadspas

B.Participatiewet

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Participatiewet, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • a. Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 6b, 7, 9, 9a, 10, 10a, 10f, 16, 17, 18, 18a, 28, 31, 35, 36, 36b, 40, 41, 42, 43, 44, 44a, 45, 47c, 48, 49, 51, 52, 53a, 54, 55, 57, 58, 60, 60a, 60b, 60c, 61, 62b, 62e, 62f, 62g, 62h, 63, 67, 76a, 78j, 78o, 78y, en 78z van de Participatiewet.

  • b. Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de:

    • 1.

      Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam met uitzondering van het vaststellen van nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.5, 3.1, 3.4, 3.6, 3.7 en 4.5.

    • 2.

      Maatregelenverordening Participatiewet.

    • 3.

      Verordening Tegenprestatie Participatiewet Amsterdam.

    • 4.

      Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet.

    • 5.

      Verordening WSW.

    • 6.

      Verordening op de Cliëntenparticipatie.

    • 7.

      Amendement 2004/937 (motie Sargentini).

    • 8.

      Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet.

    • 9.

      Nadere regels financiële tegemoetkoming in de meerkosten voor mensen met een chronische ziekte of beperking.

    • 10.

      Nadere regels participatie schoolgaande kinderen Participatiewet.

    • 11.

      Beleidsregels Kindpakket.

    • 12.

      Beleidsregels Stadspas Amsterdam.

    • 13.

      Beleidsregels vergoeding kosten kinderopvang Amsterdam.

    • 14.

      Beleidsregels Gratis abonnement openbaar stadsvervoer GVB voor ouderen.

    • 15.

      Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

    • de sociaal rechercheur

    • de handhavingspecialist

    • de medewerker terugvordering en verhaal

    • de medewerker voorzieningen

    • de coördinator Stadspas

C.Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • De volgende bevoegdheden op grond van de IOAW, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 14, 15, 17, 17a, 20, 20a, 25, 28, 29, 29a, 34, 37a, 38, 38a en 42, van de IOAW en de daarbij behorende besluiten.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

D.Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • De volgende bevoegdheden op grond van de IOAZ, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in artikelen 14, 15, 17, 17a, 20, 20a, 25, 28, 29, 29a, 34, 37a, 38, 38a en 42 van de IOAZ en de daarbij behorende besluiten.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

E.Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

  • De volgende bevoegdheden op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in de artikelen 8, 12, 16, 17, 23, 35, 36, 38, 39, 40, 41, 42, 43a, 43b, 44 en 45 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider zelfstandigen

    • de klantmanager zelfstandigen

    • de inkomensconsulent zelfstandigen

F.Wet kinderopvang

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet Kinderopvang:

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

G.Vervallen regelingen

  • De volgende bevoegdheden op grond de hieronder genoemde regelingen die met ingang van 1 januari 2015 zijn ingetrokken, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het nemen van besluiten op aanvragen die vóór 1 januari 2015 zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen alsmede het afhandelen van dossiers die op grond van de volgende regelingen eerder zijn aangelegd:

    1. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

    2. Tijdelijke wet pilot loondispensatie.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

H.Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.

      Het opstellen van een plan alsmede het weigeren van een aanvraag (artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • b.

      Het geven van inzicht (artikel 4, derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • c.

      Het vaststellen van de identiteit van een persoon (artikel 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • d.

      Het nemen van besluiten op aanvragen van bijzondere doelgroepen en zelfstandigen om schuldhulpverlening en het beëindigen van schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening en de Wet schuldsanering natuurlijke personen en titel III van de Faillissementswet).

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de budgetconsulent FIBU (schuldhulpverlening) met betrekking tot de bijzondere doelgroepen

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

I.Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam, Microkredieten Amsterdam en het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling

  • De volgende bevoegdheden op grond van het Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam (GKA), Gemeenteblad 2009 afd. 3B nr. 45) en in verband met Microkredieten Amsterdam en het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.

      Het nemen van besluiten inzake het verstrekken van kredieten aan kredietnemers met een inkomen tot 130% van het minimumloon, een beschadigd kredietverleden of problematische schulden dan wel aan kredietnemers die zonder extra zekerheden geen krediet kunnen krijgen, in overeenstemming met de Wet financiering decentrale overheden (artikel 15, tweede lid van het Bankreglement GKA).

    • b.

      Het nemen van besluiten tot het verlenen van borgstellingen ten behoeve van banken voor klanten in het kader van Microkredieten Amsterdam.

    • c.

      Het nemen van besluiten inzake het verstrekken van saneringskredieten

    • d.

      Het nemen van besluiten tot het incasseren dan wel kwijtschelden van verstrekte kredieten (artikel 32 en 33 van het Bankreglement GKA).

    • e.

      Het aanbieden van budgetbeheer, budgetbegeleiding, schuldregeling en schuldhulpverlening.

      het afdelingshoofd

      de teamleider administratie/incasso GKA

      de teamleider schuldhulpverlening GKA

      de kredietbeslisser

      de medewerker incasso GKA

      de medewerker schuldregeling GKA

    • f.

       Het opstellen van algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de door de gemeentelijke kredietbank gesloten kredietovereenkomsten (artikel 24 van het Bankreglement GKA). 

    • g.

       Het opstellen van algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de door de gemeentelijke kredietbank gesloten overeenkomst tot schuldregeling (artikel 39 van het Bankreglement GKA).

    • h.

      Het vaststellen van een kredietvergoeding (interest) als bedoeld in (artikel 30, eerste lid van het Bankreglement GKA).

    • i.

      Het nemen van besluiten in alle gevallen waarin de Wet op het financieel toezicht of het Bankreglement van de GKA niet voorziet, (artikel 51 van het Bankreglement GKA).

      het afdelingshoofd

    • j.

      Het beheren van Microkredieten Amsterdam (inkomsten en uitgaven van het fonds).

      het afdelingshoofd

    • k.

      Het nemen van besluiten tot het begeleiden van klanten na de start van een eigen bedrijf of zelfstandig beroep en de verlenging van borgstelling in het kader van Microkredieten Amsterdam, al dan niet in samenwerking met contractpartners.

      het afdelingshoofd

      de teamleider zelfstandigen

      de klantmanager zelfstandigen

      de inkomensconsulent zelfstandigen

    • l.

      Het nemen van besluiten tot het ten laste van Microkredieten Amsterdam uitbetalen van de borg aan een bank, na uitwinning van de borgstelling door deze bank.

    • m.

      Het vorderen op klanten van de na uitwinning van de borgstelling ten laste van Microkredieten Amsterdam gekomen bedragen.

    • n.

      Het nemen van besluiten tot het terugbetalen aan het ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

    • o.

      Het ten laste van Microkredieten Amsterdam vergoeden van kosten van bedrijfsadvisering en -begeleiding van contractpartners in het kader van Microkredieten Amsterdam.

      het afdelingshoofd

      de teamleider administratie/incasso GKA

      de teamleider schuldhulpverlening GKA

      de kredietbeslisser

      de medewerker incasso GKA

      de medewerker schuldregeling GKA

J.Volmachten en machtigingen

  • De RVE-manager Inkomen beschikt over de volgende volmachten en machtigingen, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.

      Het vormgeven van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de Participatiewet, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Re-integratieverordening Participatiewet, de Verordening op de cliëntenparticipatie en de Verordening WSW.

      de RVE-manager Participatie

    • b.

      Het verlenen van ondermachtiging aan notarissen en medewerkers van een notariskantoor ten behoeve van het passeren van notariële akten.

    • c.

      Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering alsmede het aangeven welke aflossings-mogelijkheden er zijn, als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder e, van de Faillissementswet.

    • d.

      Het geven van informatie respectievelijk van een verklaring betreffende het verrichten van periodieke betalingen, zoals bedoeld in de artikelen 475g, derde lid en 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

    • e.

      Het doen van aangifte van een misdrijf, als bedoeld in artikel 66 van de Participatiewet, artikel 66 WWB, artikel 47 IOAW, artikel 47 IOAZ.

    • f.

      Het afgeven van een verklaring aan de werkgever, als bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen (premiekorting oudere/jongere werknemer).

    • g.

      Het doen leggen en opheffen van conservatoir beslag.

      het afdelingshoofd

      de teamleider

      de inkomensconsulent

      de klantmanager

K.Participatiewet, WWB, IOAW en IOAZ en andere wetten

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Participatiewet, de WWB, IOAW en IOAZ:

    • a.

      Het indienen van de door het college vastgestelde verantwoordingsverslagen over de uitvoering van de WWB en de Participatiewet (artikel 77 van de WWB en de Participatiewet).

    • b.

      Het indienen van een verzoek om een aanvullende uitkering inkomensdeel (artikel 74 van de Participatiewet).

    • c.

      Het desgevraagd aan de minister verstrekken van de inlichtingen die hij nodig heeft voor het toezicht, de statistiek, de informatievoorziening en de beleidsvorming met betrekking tot de Participatiewet, de WWB, de IOAW en de IOAZ.

    • d.

      Het indienen van verantwoordingsverslagen over de uitvoering van overige wetten die worden uitgevoerd binnen de RVE Inkomen.

      het afdelingshoofd

L.Gemeentewet

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • 1. Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits zij geen betrekking hebben op:

    a. de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;het lenen of uitlenen van geld;borgstelling of garantstelling voor schulden van derden; en

    b. de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever

    aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2, het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitbeleid.

  • 2. Het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

  • 3. De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

  • 4. Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

M.Algemene wet bestuursrecht

  • De volgende bevoegdheden op grond van de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.

      Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

    • b.

      Het beslissen dat een aanvrager of derdebelanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

    • c.

      Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

    • d.

      Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

    • e.

      Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

    • f.

      Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

    • g.

      Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

    • h.

      Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

    • i.

      Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

    • j.

      Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

    • k.

      Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

    • l.

      Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (artt. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

    • m.

      Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

    • n.

      Het aanwijzen van toezichthouders en het afgeven van legitimatiebewijzen (artt. 5:11 en 5:12 Awb).

    • o.

      Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de klantmanager

    • de inkomensconsulent

N. Wet Openbaarheid Bestuur

  • 1. De volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

O.Wet bescherming persoonsgegevens

  • De volgende bevoegdheden op grond van de Wbp, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

  • Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt (art. 35 Wbp).

  • Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan (art. 36 Wbp).

  • Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover (art. 38 Wbp).

  • Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens (art. 40 Wbp).

  • Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie (art. 41 Wbp).

  • het afdelingshoofd     

  • de teamleider

  • de inkomensconsulent

  • de klantmanager

P.Privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • De volgende rechtshandelingen, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.Het

      aangaan van overeenkomsten voor zover dit past binnen de aan de RVE opgedragen taken of werkzaamheden voor bedragen tot maximaal € 25.000,- en voor zover dit valt binnen de aard en omvang van het toegekende budget.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de coördinator Stadspas

    • b.

      Het aangaan van overeenkomsten voor budgetbeheer.

    • c.

      Het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen op grond van de Participatiewet en het Bbz 2004, voor zover het verrichten van die rechtshandelingen voortvloeit uit aan de sector of de afdeling opgedragen taken of werkzaamheden, zoals het aangaan van aktes van geldlening en schuldbekentenis, het laten vestigen van pand- of hypotheekrecht, e.d.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

Q.Volmachten en machtigingen

  • De volgende volmachten en machtigingen, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

    • a.

      Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering alsmede het aangeven welke aflossingsmogelijkheden er zijn, als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder e, van de Faillissementswet.

    • b.

      Het geven van informatie respectievelijk van een verklaring betreffende het verrichten van periodieke betalingen, zoals bedoeld in de artikelen 475g, derde lid en 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

    • c.

      Het doen van aangifte van een misdrijf, als bedoeld in artikel 66 van de Participatiewet, artikel 66 WWB, artikel 47 IOAW, artikel 47 IOAZ.

    • d.

      Het afgeven van een verklaring aan de werkgever, als bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen (premiekorting oudere/jongere werknemer).

    • e.

      Het doen leggen en opheffen van conservatoir beslag.

    • f.

      Het aanwijzen van vertegenwoordigers van het bestuursorgaan in gerechtelijke procedures, een en ander voor zover betrekking hebbend op het werkterrein van de RVE Inkomen.

    • g.

      Het instellen van een rechtsvordering alsmede het voeren van verweer tegen een jegens de gemeente ingestelde rechtsvordering, alsmede, in beide gevallen, tot het instellen van (hoger) beroep en cassatie.

    • h.

      het nemen van alle conservatoire maatregelen en het beslissen of een rechtsgeding dienaangaande zal worden ingesteld.

    • het afdelingshoofd

    • de teamleider

    • de medewerker terugvordering en verhaal

    • de manager handhaving

    • de inkomensconsulent

    • de klantmanager

    • de coördinator schuldhulpverlening

    • de manager schuldhulpverlening GKA

    • de medewerker schuldregeling GKA

    • de teamassistent

R. Wijze van ondertekening

  • 1. Uitgaande besluiten worden als volgt ondertekend:

    • "Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

    • RVE manager Inkomen,

    • voor deze,

    • [naam van de gemandateerde]

    • [functieaanduiding]

    • [handtekening)"

  • 2.De wijze van ondertekening betreffende mandaat is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging.

III dat dit besluit treedt in werking op 12 maart 2015 en wordt gepubliceerd in afdeling 3B van het Gemeenteblad