Notitie staanplaatsenbeleid

Geldend van 04-06-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 19-03-2016

Intitulé

Notitie staanplaatsenbeleid

regeling

Inhoudsopgave

1 Inleiding                                                                  

1.1 Aanleiding                                                                                           

1.2 Opbouw notitie

2 Soorten staanplaatsen                                                         

2.1 Staanplaatsen buiten de markten

  • Lijstplaatsen         

  • Initiatiefplaatsen            

  • Tijdelijke staanplaatsen

  • Wat valt niet onder staanplaatsen buiten de markten

3 Beleid

3.1 Bestuursprogramma en Coalitieakkoord Nieuw-West

3.2 Visie

3.2 Beleid voor vaste staanplaatsen

  • Criteria voor nieuwe "staanplaats" locaties

  • Branches

  • Aanwezigheid van de staanplaatshouder

  • Uiterlijk van de stal/ verkoopwagen

  • Herinrichting en openbare werken

  • Gedragslijn voor huidige lijstplaatsen

  • Huidige lijstplaatsen

  • Locaties nieuwe staanplaatsen (initiatiefplaatsen)

3.3 Beleid voor tijdelijke staanplaatsen

  • Seizoensverkoop (oliebollen en kerstbomen)

  • Eenmalige staanplaatsen

3.4 Beleid voor venten

3.5 Toezicht en handhaving

4 Nadere criteria

5 Inwerkingtreding       

Bijlage 1:

Overzichtkaart staanplaatsen & initiatiefplaatsen Nieuw-West                  

1.  INLEIDING

1.1 Aanleiding

Stadsdeel Nieuw-West heeft geen staanplaatsenbeleid. Dat geldt ook voor de voormalige stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp en Slotervaart. Wel zijn er door de voormalige stadsdelen in de openbare ruimte diverse staanplaatsen aangewezen. Bij het stadsdeel komen er regelmatig verzoeken binnen voor het mogen innemen van een nieuwe staanplaats. Uniforme regelgeving moet er voor zorgen dat dergelijke verzoeken ook uniform worden getoetst.

De Verordening op de Straathandel 2008 (verder: ‘de Stedelijke Verordening') is op 23 april 2008 vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam en op 1 augustus 2008 in werking getreden. In de Stedelijke Verordening staan regels over markten, staan- en ligplaatsen buiten de markten en venten.

Deze notitie is de uitwerking van deze stedelijke Verordening voor stadsdeel Nieuw-West, voor zover het over staanplaatsen buiten de markten en venten gaat, en de inhoud kan beschouwd worden als de ‘nadere regels', zoals in de Verordening op de straathandel 2008 genoemd in artikel 6.1, lid ‘j'. Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot: j. de uitgifte van staanplaatsen buiten de markten. Op grond van artikel 26, tweede en vijfde lid van de Verordening op de stadsdelen draagt het college zijn bevoegdheden over aan het dagelijks bestuur tenzij het een bevoegdheid betreft die op de A-lijst, behorend bij de Verordening op de stadsdelen, staat. Betreffende bevoegdheid staat niet op deze A-lijst.

De markten in Nieuw-West (Tussen Meer, Plein 40-45 en Lambertus Zijlplein)  kennen hun eigen beheerreglementen en vallen nadrukkelijk buiten het bereik van deze notitie. Met het bestaan van die reglementen en met het vaststellen van deze notitie zijn de richtlijnen voor alle aspecten van de straathandel duidelijk. De Siermarkt is een uitgezonderde markt en kent geen beheerreglement.

Bij het schrijven van deze notitie is gekeken naar de stadsdelen Oost en West die reeds staanplaatsenbeleid hebben ontwikkeld.

1.2 Opbouw notitie

Deze notitie kent vier hoofdstukken en een begrippenlijst als bijlage. In het tweede hoofdstuk worden de definities gegeven van staanplaatsen buiten de markt. Daarnaast wordt uitgelegd wat er wél en niet onder deze notitie valt. Hoofdstuk drie behandelt het beleid van het stadsdeel voor staanplaatsen buiten de markt en venten en de overwegingen die hierbij spelen. In hoofdstuk vier zijn nadere criteria uiteengezet.

In de gearceerde kaders staat de tekst van de Stedelijke Verordening. In elk hoofdstuk wordt daar een toelichting op gegeven en de wijze waarop Nieuw-West hieraan uitvoering geeft. Voor de gebruikte begrippen in deze notitie wordt verwezen naar artikel 1.1 van de Stedelijke Verordening.

2 SOORTEN STAANPLAATSEN

Dit hoofdstuk geeft weer welke vormen van ambulante handel binnen de reikwijdte van deze notitie vallen.

2.1 Staanplaatsen buiten de markten

In hoofdstuk 4 van de Stedelijke Verordening op de straathandel 2008 worden staanplaatsen buiten de markten behandeld.

Een staanplaats buiten de markt wordt ook wel solitaire staanplaats genoemd.

Bij staanplaatsen buiten de markten valt een onderscheid te maken tussen vaste staanplaatsen en tijdelijke staanplaatsen. Vaste staanplaatsen zijn lijstplaatsen en initiatiefplaaten. Bij een initiatiefplaats komt de aanvrager met een idee voor een locatie waarvoor niet eerder een staanplaatsvergunning is verleend, terwijl een lijstplaats een locatie betreft waarvoor al wel eerder een vergunning is afgegeven en die vacant wordt gesteld. Staanplaatsen die buiten het systeem van deze lijst vallen zijn vaak tijdelijke staanplaatsen.

Lijstplaatsen

Lijstplaatsen zijn alle vaste staanplaatsen buiten de markt die opnieuw kunnen worden uitgegeven als de huidige vergunninghouder stopt met de verkoop op die plek.

Artikelen 4.2 en 4.3 van de Stedelijke Verordening beschrijven de wijze van toewijzing van deze plaatsen.

Wanneer een lijstplaats vrijkomt, kan het dagelijks bestuur ertoe overgaan deze plaats opnieuw uit te geven (vacant te stellen). In dat geval wordt de beschikbaarheid van de plaats bekendgemaakt en kunnen belangstellenden zich aanmelden bij het Stadsdeel Centrum Afdeling Vergunningen. Diegene die het hoogst op de sollicitantenlijst staat, wordt door Marktzaken voor vergunning voorgedragen aan het dagelijks bestuur (anciënniteitbeginsel).

Artikel 4.2 Plaatsing op sollicitantenlijst.

1. De ingeschrevene in het register die in aanmerking wil komen voor een staan- of ligplaats, kan zich laten plaatsen op een door het college bijgehouden sollicitantenlijst.

Van de plaatsing wordt een bewijs verstrekt.

2. Bij de plaatsing wordt vermeld:

a. het tijdstip van plaatsing;

b. de waren waarmee de ingeschrevene de ambulante handel wil uitoefenen.

Artikel 4.3 Toewijzing lijstplaatsen.

1. Het college maakt een vrijgekomen staan- of ligplaats bekend door hiervan schriftelijk kennis te geven op het stadhuis, dan wel op andere geschikte wijze.

2. Voor een vergunning voor een staan- of ligplaats komen, in de volgorde van hun plaats op de sollicitantenlijst, degenen in aanmerking die hun belangstelling hiervoor binnen een bij de bekendmaking te bepalen termijn aan het college kenbaar hebben gemaakt.

3. Degene die met toepassing van het voorgaande lid een vergunning heeft verkregen, wordt als laatste op de sollicitantenlijst geplaatst.

Initiatiefplaatsen

Een initiatiefplaats is een nieuwe vaste staanplaats op initiatief van een ondernemer, waar nog niet eerder een vergunning voor is afgegeven. Als het dagelijks bestuur besluit het initiatief te honoreren, en de initiatiefnemer voldoet aan de gestelde criteria, wordt de plaats aangeboden aan de initiatiefnemer. Is een initiatiefplaats eenmaal is vergund en deze komt vrij dan kan de plaats worden ingetrokken of vrijgegeven als lijstplaats. Dan gelden de regels voor anciënniteit en komt de betreffende initiatiefplaats te vervallen.

In de Stedelijke Verordening is in 2008 de vestigingsmogelijkheid op iedere gewenste locatie op eigen initiatief komen te vervallen. Het dagelijks bestuur wijst gebieden aan waar initiatiefplaatsen aangevraagd mogen worden (artikel 4.4. Stedelijke Verordening).

Artikel 4.4 Initiatiefplaatsen en plaatsen zonder sollicitantenlijst.

1. Het college kan gebieden of locaties aanwijzen waar vergunningen voor initiatiefplaatsen kunnen worden verleend.

2. In afwijking van de artikelen 4.2 en 4.3 wordt een initiatiefplaats eerst aangeboden aan de initiatiefnemer.

3. Het college kan staan- of ligplaatsen aanwijzen waarop de artikelen 4.2 en 4.3 niet van toepassing zijn.

Tijdelijke staanplaatsen

Zoals in artikel 4.4 lid 3 staat, biedt de Stedelijke Verordening de mogelijkheid om bijzondere staanplaatsen aan te wijzen waarop de reguliere plaatsing- en toewijzingsregels niet van toepassing zijn. Deze uitzondering wordt gemaakt voor staanplaatsen met een tijdelijk karakter (eenmalig). Het dagelijks bestuur kan tijdelijke staanplaatsen aanwijzen, in het geval waar een vergunninghouder in verband met openbare werken van zijn lijstplaats moet wijken. Ook in geval van seizoensgebonden verkoopactiviteiten kan een tijdelijke staanplaatsvergunning worden verleend.

Er zijn staanplaatsen die slechts een bepaalde periode van het jaar in gebruik worden genomen, om seizoensproducten te verkopen. Men mag er niet meer dan maximaal vier maanden aaneengesloten verkopen. In stadsdeel Nieuw-West gaat het hierbij om de verkoop van oliebollen en van kerstbomen.

Soms worden eenmalige staanplaatsen voor een korte periode, bijvoorbeeld één of enkele dagen, aangevraagd. Deze kunnen een puur informatief, maar ook een commercieel karakter hebben. Dergelijke staanplaatsen variëren in omvang van een klein tafeltje tot een grote truck met oplegger.

Wat valt niet onder staanplaatsen buiten de markten

Loketverkoop en niet commerciële braderieën

Loketverkoop valt sinds 2008 niet meer onder de Stedelijke Verordening, maar onder de APV.

Heeft een braderie een overwegend commercieel karakter, dan moet deze gezien worden als een bijzondere markt waarbij de Stedelijke Verordening wel van toepassing is.

Dag- en andere markten

Markten vallen wel onder de Stedelijke Verordening maar niet onder deze notitie, omdat het geen staanplaatsen buiten de markten zijn. Jaarmarkten (artikel 3.3) worden niet beschouwd als ‘buiten de markt' . In Nieuw-West worden thans door de Winkeliersvereniging Osdorp Centrum jaarmarkten georganiseerd onder toezicht van het stadsdeel. Voor vrijmarkten, zoals Koninginnedag, gelden andere regels die niet in deze notitie aan de orde komen. Losse verkoop van souvenirs, sieraden e.d., bijvoorbeeld vanaf een kleed en gericht op toeristen, is in het stadsdeel niet toegestaan.

Evenementen

Evenementen vallen niet onder deze notitie. Bij enkele kleine evenementen is een evenementenmelding voldoende. Voor grotere evenementen moet een vergunning worden aangevraagd. Het dagelijks bestuur bepaalt of er bij een melding daadwerkelijk sprake is van een kleinschalig evenement.

3 BELEID

In dit hoofdstuk worden het beleid en de uitgangspunten uiteengezet voor staanplaatsen buiten de markt en venten.

3.1 Bestuursprogramma en Coalitieakkoord Nieuw-West

In het Bestuursprogramma- en Coalitieakkoord van stadsdeel Nieuw-West 2010-2014 staat dat Nieuw-West zich wil richten op de versterking van de economische structuur waarbij bedrijvigheid goed is voor de economie en de werkgelegenheid. Daarnaast moet de openbare ruimte bijdragen aan een prettig verblijf en mogelijkheden bieden tot ontmoeting.

3.2 Visie

  • Het beleid is allereerst conserverend en gaat uit van de bestaande situatie. Haalbaarheid van nieuwe locaties zal worden onderzocht. Bij de beoordeling van mogelijkheden wordt aansluiting gezocht bij het bestaande beleid voor de openbare ruimte en de economische structuur. Indien een lijstplaats vrij komt zal worden beoordeeld of en hoe deze wordt ingevuld.

  • De aanwezigheid van vaste staanplaatsen wordt positief gewaardeerd, voor zover deze een bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze bijdrage kan fysiek van aard zijn (een mooie bloemenstal met uitstalling kan een verfraaiing van het straatbeeld en/of winkelgebied betekenen), maar ook een sociaal karakter hebben (een door het bestuur gewenste verlevendiging van het straatbeeld en een verbeterde sociale controle op straat).

  • Er is geen aanleiding om bestaande staanplaatsen op te heffen, of vergunninghouders op te leggen een andere stal te plaatsen. periodiek controle is belangrijk of de kwaliteit voldoende is en/of de uitstalling niet te veel ruimte in beslag neemt. In het geval van beëindiging van een vergunning door de vergunninghouder, in het geval van een herinrichting van de openbare ruimte, of in het geval van andere inzichten in de toekomst, zal een locatie opnieuw worden beoordeeld. Aan het uiterlijk van een nieuw geplaatste stal kunnen eisen worden gesteld.

  • Het dagelijks bestuur wijst op het moment van vaststelling van deze notitie 4 locaties aan waar initiatiefplaatsen kunnen worden toegestaan. In de toekomst kunnen ook andere gebieden worden aangewezen waar dergelijke initiatiefplekken mogelijk worden gemaakt.

  • Een staanplaats kan soms een goed begin zijn voor een startende ondernemer. De plaats mag niet slechts dienen om de hogere huur van een winkelpand te ontlopen. Het dagelijks bestuur streeft naar een goede bezetting van de winkels. Uit economisch oogpunt zal bij de beoordeling van een nieuwe locatie sterk gelet moeten worden op het voorzieningenniveau in de directe omgeving, dat geen hinder mag ondervinden van nieuwe staanplaatsen. Indien sprake is van nieuwe staanplaatsen in winkelgebieden dient er sprake te zijn van het onderling versterken bij beiden functies. Spreiding van staanplaatsen blijft gewenst.

Criteria voor nieuwe "staanplaats" locaties

In de Stedelijke Verordening is de regiefunctie voor het aantal en de locatiekeuze van vaste staanplaatsen van de ondernemer bij het stadsdeel neergelegd. Het stadsdeel kan gebieden aanwijzen waar het initiatiefplaatsen wil toestaan. Ondernemers kunnen daarop reageren met een aanvraag. 1

Het dagelijks bestuur ziet op dit moment voor vier gebieden mogelijkheden voor initiatiefplaatsen. In deze gebieden betekent een initiatiefplaats een toegevoegde waarde voor gebied en/of aanwezige bedrijvigheid. Bij deze selectie is rekening gehouden met het feit dat ondernemers in het verleden hebben aangegeven dat deze gebieden kansrijk zijn. Voor deze vier gebieden kan een initiatief worden ingediend. Initiatieven worden vervolgens door het stadsdeel getoetst waarbij de inpasbaarheid, verkeersveiligheid en aard van het initiatief belangrijke issues vormen.

Een staanplaats mag geen bedreiging vormen voor de veiligheid. Daarmee wordt zowel verkeersveiligheid, sociale veiligheid, als openbare orde bedoeld. Bij verkeersveiligheid moeten we denken aan zichtbaarheid van verkeersdeelnemers, onverwachte bewegingen van verkeersdeelnemers, parkeerhinder, maar vooral ook aan een onbelemmerde doorgang voor passanten.

Een staanplaats moet geen hangplek worden, geen onveilige hoekjes in de openbare ruimte creëren, en moet geen bron van overlast vormen door vervuiling, geur, geluid of licht. Het zijn redenen om, de verkoop van snacks vanuit staanplaatsen niet te vergunnen.

Een stal mag geen verloederde indruk maken.

Een "stal" moet goed in de omgeving passen, zowel in de bebouwde als de onbebouwde ruimte. Voor de inrichting van de openbare ruimte en de kwaliteit daarvan heeft het stadsdeel beleid geformuleerd in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR). Ook staanplaatsen moeten in dit beleid passen.

Branches

Op dit moment worden vooral bloemen en vis verkocht. Dit zijn de klassieke staanplaatsproducten, omdat het dagverse waar is die 's nachts niet in de stal achterblijft. Daarnaast is er één staanplaats waar broodjes worden verkocht en één groente en fruit. Het dagelijks bestuur onderzoekt de mogelijkheid om bij nieuwe aanvragen ook andere (dagverse-)waar te vergunnen.

Verkoop van andere producten dan dagverse waar betekent meer opslag in een stal, hetgeen de stal inbraakgevoelig maakt, en zal door het stadsdeel niet worden toegestaan.

Als in de toekomst ooit op nieuwe plaatsen andere branches dan dagverse waar zouden worden vergund, zal worden voorgeschreven dat de stal werkelijk ambulant is en buiten de openingstijden wordt verwijderd.

In het geval van beëindiging van een vergunning door de vergunninghouder zal een locatie opnieuw worden beoordeeld. Als de staanplaats opnieuw wordt uitgegeven blijft in principe het zelfde product gehandhaafd. Na driemaal aanbieden wordt de staanplaats een "slapende plaats" of er wordt een ander product aangewezen.

Aanwezigheid van de staanplaatshouder

Het regelmatig aanwezig zijn van de staanplaatshouder levert een bijdrage aan het voorkomen van verloedering. In een nieuwe vergunning worden bepalingen opgenomen over een minimum aantal dagen dat daadwerkelijk gebruik van de vergunning moet worden gemaakt (artikel 4.8, lid 3 van de Stedelijke Verordening).

Staanplaatsen buiten de markten vallen tevens onder de winkeltijdenwet en mogen daarom nooit voor 6.00 uur 's ochtends of na 22.00 uur 's avonds handel drijven.

Artikel 4.8 Plaatsbezetting.

3. De vergunninghouder neemt de staan- of ligplaats in gedurende een door het college te bepalen aantal dagen per week.

Uiterlijk van de stal/verkoopwagen

Duurzaamheid

Het dagelijks bestuur heeft 20 maart 2011 het handboek inrichting openbare ruimte vastgesteld. De hierin opgenomen bepalingen voor straatmeubilair gelden ook voor het uiterlijk van de stal/verkoopwagen. Het dagelijks bestuur streeft er naar dat de materialen duurzaam zijn en zo min mogelijk milieubelasting opleveren.

Ambulant

Een uitstalling moet ambulant zijn. Dit houdt in dat de stal/verkoopwagen een tijdelijke uitstraling moet hebben, dan wel de uitstraling van straatmeubilair. Ook moet deze binnen 24 uur verplaatst kunnen worden (d.w.z. niet aard- of nagelvast). De handel is "ambulant" maar vraagt wel voorzieningen (aansluitingen, water, elektra).

Uiterlijk

Het dagelijks bestuur kan voor een vacant gestelde locatie eisen aan het uiterlijk van de stal/verkoopwagen stellen De ene soort stal is de andere niet en dat geldt ook voor locaties. Daarom kunnen moeilijk algemeen geldende eisen voor alle plaatsen gesteld worden. Toch is het wel mogelijk een aantal eisen aan het uiterlijk van de stal te stellen.

Beheer

Een stal moet geen verloederde 2 indruk maken. Het beheer van de staanplaats is verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. Het dient onderhouden te zijn en schadevrij. Ook moet de vergunninghouder ervoor zorgen dat wild plak en graffiti tegengegaan worden.

Herinrichting en openbare werken

Staanplaatshouders zijn verplicht hun plaats te ontruimen indien dat naar het oordeel van het dagelijks bestuur noodzakelijk is voor het uitvoeren van openbare werken, (waaronder ook werk aan kabels & leidingen) de openbare orde of veiligheid, of de bescherming van een ander algemeen belang. (artikel 4.11 van de Stedelijke Verordening). Herinrichting van een locatie kan ook een reden zijn de staanplaats op te heffen of te verplaatsen. Bij Stedelijke Verordening is bepaald dat de vergunninghouder de staanplaats bij werkzaamheden dient te ontruimen, maar het stadsdeel zal zich in een dergelijk geval inspannen een alternatief te vinden.

Artikel 4.11 Ontruiming staanplaats.

Staanplaatshouders zijn verplicht hun plaats te ontruimen indien dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor het uitvoeren van openbare werken, de openbare orde of veiligheid, of de bescherming van een ander algemeen belang.

Gedragslijn voor huidige lijstplaatsen

3

In oktober 2012 kende het stadsdeel 20 vergunninghouders op 21 lijstplaatsen. Van deze 21 plaatsen zijn 11 voor de verkoop van bloemen, 7 voor de verkoop van vis, 1 voor de verkoop van broodjes en 1 voor de verkoop van groente en fruit. De lijstplaats voor de verkoop van ijs is op dit moment niet ingevuld.

De huidige lijstplaatsen leveren een nuttige bijdrage aan de levendigheid van het straatbeeld.

Huidige lijstplaatsen

Huidige lijstplaatsen

Locatie

Soort verkoop

1

Burg. de Vlugtlaan hoek W. Kraanstraat

bloemen

2

Slotermeerlaan hoek Burg. Roèlstraat

Bloemen

3

Burg. Rendorpstraat

vis

4

Koningin Wilhelminaplein

bloemen

5

Koningin Wilhelminaplein

vis

6

Koningin Wilhelminaplein

broodjes

7

Corn. Lelylaan (nabij BP Tankstation)

bloemen

8

Sierplein

vis

9

Plesmanlaan / Johan Huizingalaan

bloemen

10

Belgieplan

bloemen

11

Delflandplein

bloemen

12

Delflandplein

vis

13

Sloten / Langsom

vis

14

Sloten / Langsom

bloemen

15

Ducaat / Ecuplein

vis

16

Dijkgraafplein

bloemen

17

Osdorperban

bloemen

18

Osdorp centrum

bloemen

19

Osdorp centrum

vis

20

Osdorp centrum

groente en fruit

21

Osdorp centrum

ijs (vacant)

Locaties nieuwe staanplaatsen (initiatiefplaatsen)

Locaties nieuwe staanplaatsen (initiatiefplaatsen)

Initiatiefplaatsen Nieuw West

voorkeur

1

Rieker Businesspark

broodjes

2

Zuid-west oever Sloterplas (t.o. Meervaart)

ntb

3

Bedrijvencentrum Osdorp (BCO)

broodjes

4

Businesspark Amsterdam Osdorp (BPAO)

broodjes

In het geval van beëindiging van een vergunning door vergunninghouder, in het geval van een herinrichting van de openbare ruimte, of in het geval van andere inzichten in de toekomst, zal een locatie opnieuw worden beoordeeld.

In 2010 is de systematiek voor inning van staanplaatsgelden in de donor stadsdelen Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart geharmoniseerd. Op dat moment zijn de afmetingen van de bestaande staanplaatsen bepaald. In Amsterdam hanteerde men vaak het veelgenoemde ‘Amsterdamse model' (een schrootjeswagen met afmetingen 3x1,5m of 4x2m) als uitgangspunt voor een staanplaats. Inmiddels wordt hier in de praktijk regelmatig van afgeweken en komen ook grotere staanplaatsen voor.

3.3 Beleid voor tijdelijke staanplaatsen

Voor de inrichting, beheer en welstandseisen gelden dezelfde regels als voor de lijstplaatsen en nadere eisen hieraan worden in de vergunning opgenomen. De duur van de vergunning is korter, maximaal 4 maanden aangesloten voor seizoensverkoop, en wordt in elke vergunning door het dagelijks bestuur bepaald. Het aantal dagen dat de plaats moet worden ingenomen wordt ook in de vergunning bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de duur van de vergunning.

Seizoensverkoop (oliebollen en kerstbomen)

Het stadsdeel heeft op dit moment 6 seizoensplaatsen waar oliebollen of kerstbomen worden verkocht.

Huidige Seizoensplaatsen: (zie ook kaart bijlage 2) 

Huidige Seizoensplaatsen

Locatie

Soort verkoop

A

Plein 40-45

oliebollen

B

Sierplein

oliebollen

C

Belgiëplein

oliebollen

D

Osdorpplein

oliebollen

E

Osdorpplein

Kerstbomen

F

Plein 40-45

Kerstbomen

De vier oliebollenplaatsen voorzien in de aanwezige behoefte en uitbreiding van het aantal oliebollenplaatsen in het stadsdeel wordt dan ook niet voorgesteld. Op twee plaatsen in het stadsdeel werden kerstbomen verkocht. Van deze mogelijkheid is het afgelopen seizoen geen gebruik gemaakt

Ten aanzien van het regelen van de seizoensverkoop heeft het dagelijks bestuur twee mogelijkheden:

  • a.

    het afgeven van een vergunning (artikel 4.1 1e lid Stedelijke Verordening);

  • b.

    het aangaan van een privaatrechtelijk overeenkomst voor het gebruik van een dergelijke staanplaats als uitzondering op de regel (artikel 4.1 2e lid Stedelijke Verordening).

Artikel 4.1 vergunningseis

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een staan- of ligplaats in te nemen

2. Dit verbod geldt niet voor door het college aangewezen soorten van verkoopinrichtingen op of aan de openbare weg.

Regeling seizoensverkoop:

Het dagelijks bestuur kiest ervoor om de seizoensverkoop (oliebollen en kerstbomen) te regelen door verkoopinrichtingen aan te wijzen die vrijgesteld worden van de vergunningeneis (artikel 4.1 2e lid Stedelijke Verordening). Voor het gebruik van een dergelijke staanplaats wordt een privaatrechtelijke overeenkomst aangegaan.

Deze keuze wordt gemotiveerd op de volgende gronden:

  • de verkoopinrichtingen staan maximaal 4 maanden 4 per jaar

  • omdat het gaat om seizoensverkoop is de nodige flexibiliteit vereist, hetgeen beter gefaciliteerd kan worden met de privaatrechtelijke regeling

  • de seizoensverkoop is in de drie voormalige stadsdelen op deze wijze geregeld en functioneert zo goed (er bestaat geen aanleiding dit te wijzigen)

Toewijzingssystemathiek:

Toewijzing vindt plaats op basis van de hoogste bieding waarbij een minimum prijs op basis van locatie door het stadsdeel is vastgesteld.

Welke aanbieder komt in aanmerking:

In aanmerking komen eigenaren/exploitanten die de verkoopinrichtingen ter plekke exploiteren of onder wiens volledige verantwoordelijkheid wordt geëxploiteerd. Eigenaren/exploitanten zijn niet bevoegd om dergelijke verkoopinrichtingen door te verhuren.

Overgangsregeling:

De hierboven omschreven toewijzingssystematiek gaat met ingang van 1 januari 2015 van kracht. Dat betekent dat tot januari 2015 contracten met eigenaren en exploitanten worden afgesloten die van oudsher fysiek een seizoensplaats hebben ingenomen.

Bakkers:

Ook kunnen bakkers, gevestigd in een winkel in het stadsdeel, aandacht vragen voor hun oliebollenverkoop door een vergunning aan te vragen voor een tijdelijke kleine staanplaats voor de winkel gedurende ten hoogste 5 dagen direct voorafgaande aan de jaarwisseling.

Eenmalige staanplaatsen (artikel 4.4 3e lid Stedelijke Verordening)

Bij bijzondere gelegenheden is het mogelijk vergunning voor een eenmalige staanplaats met een commercieel 5 karakter aan te vragen. Dit kan bijvoorbeeld een jubileum van een winkelier zijn, maar ook een promotieactie met een bus voor een nieuw product. Dergelijke aanvragen worden zelden gedaan, en hebben nog niet tot overlast geleid. Als dit in de toekomst vaker gebeurt, zullen alsnog nadere richtlijnen worden opgesteld. Voor ‘zo maar' een dag handelen wordt in geen geval vergunning verstrekt.

Informatiecampagnes zonder commercieel karakter kunnen onderdeel zijn van een evenement, maar ook op zichzelf staan. In dat geval kan een objectvergunning voor de te plaatsen objecten worden aangevraagd. Ook acties als medisch onderzoek in een mobiel laboratorium worden niet als staanplaats beschouwd, maar worden vergund met een objectvergunning of tijdelijke verkeersmaatregel.

Op de markt Tussen Meer is één non-profit plaats. Deze is gereserveerd voor een eenmalige staanplaats buiten de markt van waaruit geen ambulante handel is toegestaan. Hierop kan een informatiestand geplaatst worden door non-profit organisaties. Voor het innemen moet toestemming worden verleend door de het dagelijks bestuur.

3.4 Beleid voor venten

Beleid omtrent het venten is opgenomen in hoofdstuk 5 van de Stedelijke Verordening. Venters werken stadsdeelgrensoverschrijdend en worden door Afdeling Marktzaken van stadsdeel Centrum vergund. Bij venten mag niet langer op dezelfde plaats worden gestaan dan noodzakelijk is voor de bediening van aanwezige klanten. Het dagelijks bestuur is niet bevoegd om ventvergunningen te verstrekken. Het is wel mogelijk om in het stadsdeel voor bepaalde gebieden een ventverbod af te kondigen. Centraal zijn hier geen bepalingen meer voor.

Artikel 5.3 Op dezelfde plaats blijven staan.

1. Het is de venter verboden langer op dezelfde plaats te blijven staan dan

noodzakelijk is voor de bediening van klanten.

2. Onder dezelfde plaats wordt verstaan elke plaats die op minder dan 25 meter van

de laatst ingenomen plaats is gelegen.

In de Stedelijke Verordening zijn bepalingen opgenomen over de waren die een venter mag verkopen en hoe lang op een plek mag gestaan worden.

Een ventverbod geldt in stadsdeel Nieuw-West voor locaties dichtbij 6  tram-, metro- en bushalten. Binnen een afstand van 250 meter mag niet gevent worden om de bestaande winkel en warenmarktstructuur niet te verstoren.

Ook is het van belang dat bij het venten de verkeersveiligheid niet in gevaar komt. Daarom mag er niet gevent worden bij op- en afritten van snelwegen, bij verkeerslichten en op het water. Venten is alleen toegestaan binnen de tijden van de winkeltijdenwet. Dit is tussen 6 uur 's ochtends en 22 uur 's avonds.

Artikel 5.5 Ventverbod op aangewezen plaatsen en tijden.

Het is verboden te venten op de door het college aangewezen plaatsen en tijden.

3.5 Toezicht en handhaving

Toezicht en handhaving is in handen gesteld van de handhavers van het stadsdeel. De marktmeesters zien toe op een juiste invulling van de eventueel nog in te vullen non-profit plaatsen op de warenmarkten.

Toewijzing van- en toezicht op de vrije plaats bij de markt voor een informatiestand door de marktmeesters wordt uitgevoerd op basis van het principe van ‘wie-het-eerst-komt-wie-het-eerst-maalt'. Voor deze plaats kan een melding in plaats van een vergunning volstaan.

4 NADERE CRITERIA

In aanvulling op de Stedelijke Verordening gelden in Nieuw-West naast de in deze notitie opgesomde zaken de volgende criteria:

Vaste staanplaatsen

4.1  De stal dient naar het oordeel van het dagelijks bestuur te voldoen aan de algemene eisen van welstand. Een stal moet passen in de omgeving, zowel de onbebouwde als de bebouwde ruimte.

a. De stal/ verkoopwagen mag een maximale oppervlaktemaat hebben van maximaal 20m2 als dit goed in de omgeving past. 7

b. De stal/ verkoopwagen moet als een geheel worden vormgegeven en niet uit verschillende onderdelen bestaan.

c. De eventuele luifel van de stal/ verkoopwagen is inklapbaar en inrolbaar.

d. Een losse koelcel of andere opslag naast de stal/ verkoopwagen is niet toegestaan. Indien een koelcel of opslag nodig is, deze bij voorkeur elders situeren. Eventueel kan deze in de stal/ verkoopwagen worden opgenomen, maar dan wel onder het niveau van de borstwering van 1m boven maaiveld.

e. De reclame (naamsaanduiding) op de stal/ verkoopwagen is bescheiden. Maximaal één horizontale reclame is toegestaan, hoogte reclamebord is maximaal 30cm. Alleen reclame mag worden gemaakt voor de eigen naam, onverlicht, conform het reclamebeleid.

f. Het is niet toegestaan zonder vergunning buiten de kraam een terras, een parasol, een voertuig voor opslag of andere voorwerpen te plaatsen. Uitzondering hierop wordt gemaakt voor een uitstalling van bloemen tijdens verkoopuren.

4.2  De staanplaats is zo ingericht dat:

a. er voor voetgangers altijd een vrije doorloopruimte resteert van minimaal twee meter

b. deze zich op voldoende afstand bevindt van aansluitpunten van gas, water, elektra, riool, en van brandkranen en bovengrondse voorzieningen van nutsbedrijven

c. aansluitingen op nutsvoorzieningen voldoen aan zowel de eisen van het nutsbedrijf als van het dagelijks bestuur

d. deze geen schade veroorzaakt aan bomen en ander openbaar groen

e. deze in geen geval hinder oplevert door vervuiling, licht, geluid of geur

Tijdelijke staanplaatsen

4.3 Voor de toewijzing van de seizoensplaatsen kerstbomenverkoop op de openbare weg dient de ondernemer te beschikken over een staanplaatsvergunning bloemenverkoop of over een winkel voor de verkoop van bloemen of planten.

Venten

4.5 In stadsdeel Nieuw-West geldt een ventverbod:

a. op het water

5 INWERKINGTREDING

Deze notitie treedt in werking op 13 november 2013 en werkt terug tot en met 14 november 2012.

Overzichtskaart_staanplaatsen_initiatiefplaatsen_nieuw-west.pdf (300 Kb)


Noot
1

[Toelichting: Na positieve beoordeling aanvraag (initiatief) wordt er een extra staanplaats (lijstplaats) gecreëerd. Initiatiefplaats wordt dan lijstplaats.]

Noot
2

[Toelichting: Steeds slechter, viezer en lelijker]

Noot
3

[Toelichting: Staanplaatshouders staan hier voor onbepaalde tijd en onder voorwaarden is overschrijving

mogelijk.]

Noot
4

[Toelichting: Voor kerstbomenverkoop geldt als uitzondering op de regel een verkoop van maximaal 1 maand per jaar]

Noot
5

[Toelichting: Sampling is niet toegestaan (proefmonsters of kleinere uitgaven van producten)]

Noot
6

[Toelichting: afstand ›100 meter]

Noot
7

[Toelichting: Uitstallingen buiten de kraam vallen buiten de afmetingen in de vergunning genoemd. Als extra ruimte daarvoor wordt ingenomen dient daar een vergunning voor aangevraagd te worden]